3. Aanvullend deel van het onderzoek in 2023
Het voornaamste doel van de aanvullende vragen over vrijwilligerswerk in 2023 was om meer informatie te verkrijgen over de motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen, de manier van het eerste contact, wat de organisatie kan doen voor de vrijwilliger en redenen om te stoppen of om geen vrijwilligerswerk te doen.
3.1 Motieven om vrijwilligerswerk te doen
In tabel 3.1.1 zijn de resultaten van de vraag naar motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen, weergegeven. In de Technische toelichting zijn de acht antwoordcategorieën (motieven) nader beschreven. Respondenten konden meerdere motieven aangeven.
Er zijn twee motieven die er uitspringen: het fijn vinden om iets voor een ander te doen (54 procent) en het zelf leuk vinden om vrijwilligerswerk te doen (53 procent). Voor een derde ligt de motivatie bij een zinvolle tijdsbesteding, voor ongeveer een kwart is het motief sociale contacten of men doet het uit een plichtsgevoel. Het leren van nieuwe dingen geeft 17 procent als motief aan, en een beperkt deel van 3 procent ziet vrijwilligerswerk als een opstap naar een betaalde baan.
Totaal | Sport-vereniging | School | Buurt | Hobby- of gezelligheids-vereniging | Verzorging, gezondheidszorg | Levens-beschouwelijke organisatie | Culturele vereniging | Jeugd- of buurt-huiswerk | Sociale hulpverlening | Natuur of dieren-bescherming | Vluchtelingen-werk, mensenrechten | Arbeids- of politieke organisatie | Andere organisatie | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Motieven | fijn vinden om iets voor een ander te doen | 53,9 | 51,4 | 59,1 | 61,7 | 52,4 | 65,2 | 67,5 | 57,1 | 63,7 | 72,7 | 58,0 | 72,9 | 51,0 | 58,8 |
Motieven | zelf leuk vinden om te doen | 53,2 | 56,9 | 53,8 | 55,1 | 58,6 | 46,6 | 49,8 | 67,6 | 59,4 | 46,9 | 55,9 | 43,2 | 58,5 | 57,8 |
Motieven | een zinvolle tijdbesteding vinden | 34,1 | 28,0 | 32,1 | 36,4 | 33,6 | 36,7 | 47,3 | 41,5 | 40,6 | 44,4 | 43,3 | 42,6 | 49,9 | 41,0 |
Motieven | vanwege de sociale contacten | 27,5 | 28,0 | 22,1 | 34,5 | 34,7 | 25,0 | 27,9 | 35,1 | 38,3 | 27,2 | 29,7 | 26,2 | 32,4 | 33,3 |
Motieven | een plicht vinden | 24,7 | 31,0 | 30,1 | 24,1 | 17,9 | 23,8 | 32,9 | 18,4 | 21,1 | 25,7 | 25,1 | 30,9 | 35,5 | 22,4 |
Motieven | nieuwe dingen leren | 16,6 | 14,9 | 18,4 | 15,4 | 21,0 | 16,6 | 18,1 | 24,8 | 23,8 | 23,2 | 23,6 | 25,3 | 24,8 | 20,6 |
Motieven | kans op een baan te vergroten | 3,3 | 1,8 | 4,1 | 2,1 | 3,6 | 3,2 | 2,8 | 4,8 | 5,2 | 5,6 | 4,9 | 7,1 | 5,7 | 3,6 |
Motieven | een andere reden | 8,3 | 9,9 | 9,2 | 5,6 | 6,0 | 7,2 | 5,0 | 5,4 | 8,4 | 7,4 | 6,7 | 10,5 | 7,8 | 8,2 |
Een uitsplitsing naar de 13 organisaties laat zien dat het motief ‘het fijn vinden om iets voor een ander te doen’ zeer belangrijk is voor vrijwilligers op het gebied van vluchtelingenwerk, sociale hulpverlening, verzorging of gezondheidszorg, en voor levensbeschouwelijke organisaties. Meer dan 65 procent van de vrijwilligers bij deze organisaties gaf aan dat dit een belangrijke reden was om vrijwilligerswerk te doen.
Het zélf leuk vinden om vrijwilligerswerk te doen is een andere belangrijke reden. Meer dan 65 procent van de vrijwilligers bij een culturele vereniging noemde dit motief, en rond de 60 procent bij jeugd- of buurthuiswerk, hobby- of gezelligheidsvereniging en arbeids- of politieke organisatie.
Vooral voor vrijwilligers die zich inzetten voor jeugd- of buurthuiswerk zijn sociale contacten ook een belangrijke reden om vrijwilligerswerk te doen. Voor de helft van de vrijwilligers bij een arbeids- of politieke organisatie is zinvolle tijdsbesteding een belangrijk motief.
Vrouwen vonden het motief om iets voor een ander te doen vaker belangrijk dan mannen. Mannen gaven daarentegen vaker aan dan vrouwen dat ze vrijwilligerswerk doen vanwege sociale contacten. Voor jongeren (15 tot 35 jaar) zijn de motieven ‘nieuwe dingen leren’ en ‘meer kans op een baan’ belangrijker dan voor ouderen.
Voor een ander te doen | Leuk vinden | Zinvolle tijdsbesteding | Sociale contacten | Een plicht vinden | Nieuwe dingen leren | Meer kans op een baan | Andere reden | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | Mannen | 51,0 | 53,3 | 35,5 | 29,4 | 24,2 | 15,8 | 2,7 | 8,0 |
Geslacht | Vrouwen | 56,7 | 53,0 | 32,7 | 25,6 | 25,1 | 17,4 | 3,9 | 8,6 |
Leeftijd | 15 tot 25 jaar | 45,9 | 51,9 | 27,1 | 25,2 | 15,1 | 30,0 | 8,5 | 11,1 |
Leeftijd | 25 tot 35 jaar | 60,0 | 57,5 | 38,3 | 25,4 | 26,1 | 24,0 | 6,6 | 9,3 |
Leeftijd | 35 tot 45 jaar | 57,0 | 54,0 | 35,1 | 26,4 | 32,0 | 14,4 | 3,1 | 11,1 |
Leeftijd | 45 tot 55 jaar | 57,1 | 55,1 | 30,0 | 24,5 | 32,7 | 14,1 | 2,3 | 9,7 |
Leeftijd | 55 tot 65 jaar | 55,0 | 50,7 | 32,6 | 27,8 | 24,7 | 12,7 | 1,6 | 7,7 |
Leeftijd | 65 tot 75 jaar | 52,3 | 51,8 | 40,3 | 32,3 | 20,3 | 12,3 | 0,4 | 3,4 |
Leeftijd | 75 jaar of ouder | 46,1 | 50,0 | 36,7 | 33,8 | 15,8 | 7,9 | 0,2 | 3,4 |
Onderwijsniveau | Basisonderwijs | 39,1 | 36,9 | 21,7 | 20,5 | 11,8 | 13,6 | 1,2 | 9,4 |
Onderwijsniveau | Vmbo, avo onderbouw, mbo1 | 46,2 | 46,9 | 27,2 | 30,0 | 14,6 | 14,4 | 3,7 | 6,7 |
Onderwijsniveau | Mbo2, 3, 4, havo, vwo | 54,6 | 55,2 | 33,2 | 28,2 | 23,1 | 17,4 | 3,2 | 9,1 |
Onderwijsniveau | Hbo, wo bachelor | 58,8 | 58,2 | 39,5 | 26,4 | 29,1 | 17,5 | 3,8 | 8,4 |
Onderwijsniveau | Wo, master, doctor | 58,8 | 55,4 | 40,0 | 27,7 | 36,5 | 17,3 | 2,8 | 7,9 |
Betaald werk | Wel betaald werk | 55,5 | 53,8 | 31,2 | 24,9 | 27,8 | 17,1 | 3,3 | 9,5 |
Betaald werk | Geen betaald werk | 50,1 | 51,7 | 40,7 | 33,5 | 17,6 | 15,4 | 3,2 | 5,5 |
Betaald werk | Geen, exclusief 67 jaar of ouder | 51,6 | 51,6 | 45,0 | 33,7 | 18,2 | 21,6 | 6,9 | 8,1 |
Mensen die geen betaald werk hebben noemen de motieven ‘zinvolle tijdsbesteding’ en ‘sociale contacten’ veel vaker dan mensen met een betaalde baan. Mensen zonder betaald werk vonden het ook minder vaak een plicht om vrijwilligerswerk te doen dan mensen met een betaalde baan. Dat geldt ook als er alleen naar 67-minners zonder betaald werk gekeken wordt. Wel gaven 67-minners zonder betaald werk vaker als motief meer kans op een baan aan dan 67-minners met betaald werk.
De vraag over motieven om vrijwilligerswerk te doen is ook gemeten in 2022, 2019 en 2017. De verdeling van de motieven is vergelijkbaar tussen de jaren: de motieven het fijn vinden om iets voor een ander te doen en het zelf leuk vinden om vrijwilligerswerk te doen zijn de meest genoemde motieven, gevolgd door een zinvolle tijdsbesteding en vanwege sociale contacten. Een beperkt deel ziet vrijwilligerswerk als een opstap naar een betaalde baan.
vrijwilliger | 2023 (% vrijwilligers) | 2022 (% vrijwilligers) | 2019 (% vrijwilligers) | 2017 (% vrijwilligers) |
---|---|---|---|---|
Voor een ander te doen | 53,9 | 57,1 | 49,9 | 53,7 |
Leuk vinden | 53,2 | 58,3 | 54,2 | 56,9 |
Zinvolle tijdbesteding | 34,1 | 37,0 | 37,4 | 32,6 |
Sociale contacten | 27,5 | 31,8 | 29,9 | 27,5 |
Een plicht vinden | 24,7 | 27,5 | 26,1 | 28,4 |
Nieuwe dingen leren | 16,6 | 16,6 | 16,6 | 16,6 |
Meer kans op een baan | 3,3 | 3,7 | 5,2 | 5,8 |
Andere reden | 8,3 | 13,0 | 9,6 | 6,9 |
1)Meerdere antwoorden mogelijk. |
3.2 Hoe eerst gehoord over de mogelijkheid van vrijwilligerswerk
Vrijwilligers waren gevraagd hoe ze voor het eerst hebben gehoord over de mogelijkheid om vrijwilligerswerk te gaan doen voor de desbetreffende organisatie. Hierbij zijn zeven antwoordmogelijkheden voorgelegd (via de organisatie of vereniging waar u vrijwilligerswerk voor heeft gedaan, via familie, vrienden of bekenden, via informatie in de krant of in een tijdschrift, via informatie op internet, via uw studie of werk, via het UWV of een andere uitkeringsinstantie, of anders).
De meeste vrijwilligers hoorden van het vrijwilligerswerk via familie, vrienden of bekenden of via een organisatie of vereniging waar men eerder vrijwilligerswerk voor heeft gedaan.
Jeugd- of buurt-huiswerk | School | Verzorging of gezondheidszorg | Sportvereniging | Culturele vereniging | Hobby-vereniging | Levens-beschouwelijke organisatie | Arbeids- of politieke organisatie | Sociale hulpverlening | Buurt | Natuurbehoud | Vluchtelingenwerk | Anders | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Eerste contact | Via familie, vrienden of bekenden | 45,0 | 30,8 | 49,3 | 33,8 | 46,3 | 45,3 | 43,3 | 35,0 | 43,5 | 49,9 | 37,2 | 35,7 | 43,7 |
Eerste contact | Via een organisatie of vereniging waar u eerder vrijwilligerswerk voor heeft gedaan | 23,9 | 20,7 | 12,8 | 36,0 | 24,0 | 24,8 | 2,3 | 22,8 | 14,0 | 16,7 | 18,2 | 21,3 | 19,4 |
Eerste contact | Via informatie in de krant of in een tijdschrift | 2,2 | 1,4 | 4,2 | 1,0 | 6,0 | 4,1 | 2,0 | 4,7 | 10,2 | 6,1 | 11,2 | 7,1 | 7,5 |
Eerste contact | Via informatie op internet | 5,9 | 5,2 | 6,9 | 2,0 | 9,0 | 5,2 | 2,3 | 14,4 | 13,2 | 4,9 | 18,4 | 18,4 | 8,3 |
Eerste contact | Via uw studie of werk | 5,2 | 13,5 | 14,2 | 3,0 | 7,5 | 4,8 | 2,5 | 9,6 | 14,7 | 2,5 | 8,5 | 8,1 | 8,0 |
Eerste contact | Via het UWV of een andere uitkeringsinstantie | 1,8 | 0,4 | 1,4 | 0,0 | 0,8 | 0,9 | 0,8 | 0,7 | 1,2 | 0,7 | 0,7 | 0,6 | 1,1 |
Eerste contact | Anders | 21,5 | 27,4 | 12,0 | 25,5 | 14,6 | 14,0 | 17,7 | 14,1 | 8,5 | 16,0 | 9,5 | 8,3 | 15,2 |
Als we per vrijwilligersorganisatie naar de antwoorden kijken dan valt op dat vrijwilligers voor school, verzorging of gezondheidszorg en sociale hulpverlening ook via hun studie of werk over de mogelijkheid van hun vrijwilligerswerk hebben gehoord. Internet was ook een relevante informatiebron voor vrijwilligers voor natuurbehoud, vluchtelingenwerk en arbeids- of politieke organisaties.
3.3 Wat de organisatie kan regelen of terugdoen voor de vrijwilligers
In 2023 is aan mensen die hebben aangegeven vrijwilligerswerk te hebben gedaan, de vraag gesteld wat zij belangrijk vonden dat de vereniging of organisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk deden voor ze regelt of terugdoet. Hierbij zijn negen antwoorden voorgelegd: goede inwerkperiode of regelmatig contact met coördinator, scholing voor vrijwilligers, financiële vergoeding, cadeau of attentie als waardering, uitspreken van een compliment of bedankje als waardering, een jaarlijks uitje of feestavond, heldere taakomschrijvingen, vrijheid om werk naar eigen inzicht in te vullen en iets anders. In tabel 3.3.2 zijn de resultaten van degenen die antwoord gaven op deze vraag weergegeven. Hierbij dient opgemerkt te worden dat 10 procent van de vrijwilligers geen antwoord gaf op deze vraag.
Van alle vrijwilligers gaf bijna de helft (47 procent) aan dat zij het belangrijk vinden dat de vereniging of organisatie waarvoor zij vrijwilligerswerk doen een compliment of bedankje als waardering uitspreekt. Bijna 30 procent noemde dat het belangrijk is dat er vrijheid is om het werk naar eigen inzicht in te vullen. Een goede inwerkperiode of regelmatig contact met de coördinator en een heldere taakomschrijving werd door 17 procent van de vrijwilligers belangrijk gevonden. In mindere mate speelden redenen als scholing voor vrijwilligers, jaarlijkse uitjes en een cadeau of attentie een rol. Slechts 5 procent vond dat het belangrijk is dat er een financiële vergoeding is en 8 procent gaf aan dat er iets anders belangrijk is.
vrijwilliger | 2023 (% vrijwilligers) |
---|---|
Uitspreken van een compliment of bedankje als waardering | 46,9 |
Vrijheid om werk naar eigen inzicht in te vullen | 28,7 |
Heldere taakomschrijving | 17,3 |
Goede inwerkperiode en regelmatig contact met coördinator | 17,2 |
Jaarlijks uitje of feestavond | 13,2 |
Cadeau of attentie als waardering | 11,9 |
Scholing voor vrijwilligers | 10,6 |
Financiële vergoeding | 4,5 |
Iets anders | 8,0 |
Als we per vrijwilligersorganisatie naar de antwoorden kijken dan valt op dat naast compliment of bedankje en vrijheid om het werk in te vullen, ‘goede begeleiding’ belangrijk is voor vrijwilligers in de organisaties voor vluchtelingenwerk, sociale hulpverlening, natuurbehoud, arbeids- of politieke organisaties en culturele verenging. Verder vond een kwart van de vrijwilligers voor vluchtelingenwerk heldere taakomschrijving belangrijk. Voor de vrijwilligers voor sociale hulpverlening, vluchtelingenwerk en natuurbehoud is scholing ook van belang; rond 20 procent vond dat belangrijk.
Compliment of bedankje | Vrijheid om werk in te vullen | Heldere taakomschrijving | Goede begeleiding | Jaarlijks uitje of feestavond | Cadeau/attentie | Scholing | Financiële vergoeding | Iets anders | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal: tenminste 1 keer per jaar vrijwillliger | 46,9 | 28,7 | 17,3 | 17,2 | 13,2 | 11,9 | 10,6 | 4,5 | 8,0 | |
Organisaties | Sportvereniging | 53,7 | 26,3 | 19,2 | 16,3 | 16,7 | 13,7 | 8,7 | 4,5 | 6,1 |
Organisaties | School | 51,1 | 25,6 | 19,9 | 14,4 | 9,3 | 10,3 | 11,0 | 5,3 | 7,5 |
Organisaties | Buurt | 47,6 | 33,6 | 16,0 | 18,2 | 16,1 | 10,7 | 10,5 | 3,5 | 6,6 |
Organisaties | Hobbyvereniging | 45,9 | 30,7 | 14,9 | 17,8 | 18,2 | 13,3 | 11,0 | 5,0 | 7,2 |
Organisaties | Verzorging of gezondheidszorg | 49,5 | 34,2 | 19,3 | 22,3 | 11,9 | 16,0 | 14,1 | 5,6 | 7,1 |
Organisaties | Levensbeschouwelijke organisatie | 49,5 | 34,2 | 19,5 | 19,9 | 10,6 | 10,0 | 11,3 | 3,2 | 5,4 |
Organisaties | Culturele verenigingen | 55,4 | 38,8 | 21,1 | 23,8 | 16,6 | 15,4 | 13,1 | 4,3 | 7,5 |
Organisaties | Jeugd- of buurthuiswerk | 49,2 | 35,4 | 19,4 | 19,5 | 19,6 | 18,2 | 13,4 | 6,0 | 8,8 |
Organisaties | Sociale hulpverlening | 52,8 | 34,6 | 21,6 | 27,8 | 12,1 | 13,4 | 21,5 | 6,2 | 8,6 |
Organisaties | Natuurbehoud | 46,6 | 39,6 | 19,1 | 26,6 | 14,9 | 12,8 | 18,0 | 6,6 | 8,2 |
Organisaties | Vluchtelingenwerk | 43,7 | 35,2 | 25,0 | 29,9 | 10,9 | 12,8 | 19,9 | 6,8 | 8,9 |
Organisaties | Arbeids- of politieke organisatie | 46,7 | 39,9 | 18,8 | 24,4 | 14,8 | 9,7 | 17,2 | 6,0 | 9,9 |
Organisaties | Andere organisatie | 48,7 | 32,9 | 19,1 | 20,4 | 16,9 | 14,0 | 14,1 | 4,5 | 8,6 |
Wat vrijwilligers belangrijk vinden dat de organisatie regelt of terugdoet voor vrijwilligers verschilt niet alleen tussen de soorten vrijwilligersorganisaties, maar ook tussen bevolkingsgroepen. Zo noemden vrouwen ‘een complimentje geven of bedankje uitspreken’ en ‘heldere taakomschrijving’ vaker dan mannen. Daarentegen vonden mannen ‘jaarlijks uitjes of feestavond’ vaker van belang dan vrouwen. Leeftijdsgroepen verschillen ook in de redenen die ze belangrijk achten; oudere vrijwilligers vinden een compliment geven of bedankje uitspreken minder vaak belangrijk dan jongere vrijwilligers. Daarentegen vonden jongere vrijwilligers financiële vergoeding, een cadeau of attentie en heldere taakomschrijving vaker van belang dan oudere vrijwilligers.
Vrijwilligers met een lager onderwijsniveau vonden een compliment of bedankje, vrijheid om werk in te vullen en heldere taakomschrijving minder van belang dan vrijwilligers met een hoger onderwijsniveau.
Compliment of bedankje | Vrijheid om werk in te vullen | Heldere taakomschrijving | Goede begeleiding | Jaarlijks uitje of feestavond | Cadeau/attentie | Scholing | Financiële vergoeding | Iets anders | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Geslacht | Mannen | 43,3 | 29,0 | 15,2 | 16,1 | 16,3 | 11,4 | 9,6 | 4,0 | 8,3 |
Geslacht | Vrouwen | 50,0 | 28,5 | 19,4 | 18,3 | 10,2 | 12,5 | 11,6 | 5,0 | 7,7 |
Leeftijd | 15 tot 25 jaar | 50,6 | 27,6 | 23,0 | 21,0 | 16,2 | 19,1 | 13,2 | 11,3 | 5,6 |
Leeftijd | 25 tot 35 jaar | 52,0 | 33,3 | 28,6 | 20,2 | 13,3 | 15,6 | 14,0 | 4,5 | 8,2 |
Leeftijd | 35 tot 45 jaar | 50,9 | 24,3 | 17,2 | 13,5 | 12,0 | 10,1 | 11,2 | 3,9 | 7,9 |
Leeftijd | 45 tot 55 jaar | 46,4 | 26,5 | 16,0 | 17,5 | 11,4 | 12,9 | 9,6 | 3,3 | 9,6 |
Leeftijd | 55 tot 65 jaar | 45,6 | 31,0 | 11,0 | 16,9 | 14,3 | 7,9 | 8,6 | 3,6 | 8,9 |
Leeftijd | 65 tot 75 jaar | 42,9 | 33,9 | 15,1 | 17,8 | 12,2 | 10,0 | 9,2 | 2,5 | 6,9 |
Leeftijd | 75 jaar of ouder | 36,1 | 24,3 | 9,3 | 12,9 | 14,2 | 7,3 | 8,0 | 2,4 | 9,0 |
Opleidingsniveau | Basisonderwijs | 30,4 | 15,7 | 7,8 | 12,0 | 11,6 | 10,5 | 5,1 | 5,6 | 11,9 |
Opleidingsniveau | Vmbo, avo onderbouw, mbo1 | 39,6 | 23,2 | 13,8 | 13,7 | 14,3 | 11,2 | 7,6 | 5,7 | 8,0 |
Opleidingsniveau | Mbo2, 3, 4, havo, vwo | 47,3 | 27,4 | 17,6 | 16,9 | 14,4 | 13,7 | 11,7 | 4,7 | 7,4 |
Opleidingsniveau | Hbo, wo bachelor | 52,7 | 32,3 | 20,7 | 19,3 | 14,1 | 12,7 | 11,5 | 4,0 | 7,5 |
Opleidingsniveau | Wo, master, doctor | 53,4 | 37,0 | 19,2 | 19,9 | 9,9 | 9,4 | 11,5 | 2,8 | 8,3 |
Betaald werk | Wel betaald werk | 48,9 | 28,8 | 18,5 | 16,5 | 13,2 | 12,3 | 10,0 | 4,6 | 7,3 |
Betaald werk | Geen betaald werk | 42,3 | 28,6 | 14,6 | 18,9 | 13,4 | 11,2 | 11,9 | 4,3 | 9,7 |
Betaald werk | Geen, exclusief 67 jaar of ouder | 45,9 | 28,4 | 18,8 | 23,2 | 13,0 | 14,3 | 15,1 | 6,9 | 11,8 |
3.4 Voornaamste reden gestopt en geen vrijwilligerswerk gedaan
Bijna 4 op de 10 (38 procent) respondenten gaven aan dat ze ooit maar niet in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk voor een organisatie of vereniging hadden gedaan of dat ze vóór het vrijwilligerswerk dat ze in de afgelopen 12 maanden hebben gedaan nog ander vrijwilligerswerk deden. Aan deze respondenten is vervolgens de vraag gesteld wat de voornaamste reden was dat ze hiermee zijn gestopt. Negen antwoordmogelijkheden zijn voorgelegd: verandering in gezinssituatie, verhuizing, mantelzorg geven, betaalde baan gevonden, het oneens zijn met de koers van de organisatie, onenigheid met leden van de organisatie, geen zin meer hebben, gezondheid, of iets anders. Respondenten konden meerdere antwoorden kiezen.
De voornaamste redenen waren: geen zin meer hebben (13 procent), verandering in de gezinssituatie (12 procent), gezondheidsproblemen (11 procent) of het vinden van een betaalde baan (10 procent). Voor 33 procent was iets anders de reden om op te houden. De verdeling van de voornaamste redenen waarom men is gestopt is vergelijkbaar met die in 2020 en 2017.
Reden | 2023 (% personen van 15 jaar of ouder ) | 2020 (% personen van 15 jaar of ouder ) | 2017 (% personen van 15 jaar of ouder ) |
---|---|---|---|
Iets anders | 33 | 33 | 32 |
Geen zin meer hebben | 13 | 12 | 12 |
Verandering in gezinssituatie | 12 | 10 | 12 |
Gezondheid | 11 | 10 | 10 |
Het vinden van een betaalde baan | 10 | 10 | 9 |
Verhuizing | 9 | 9 | 9 |
Het geven van mantelzorg | 3 | 4 | 4 |
Oneens met de koers van de organisatie | 2 | 3 | 2 |
Onenigheid met leden van de organisatie | 1 | 1 | 2 |
Geen antwoord | 6 | 8 | 10 |
Respondenten die geen vrijwilligerswerk hadden gedaan in de afgelopen 12 maanden en respondenten die aangaven nooit vrijwilligerswerk te hebben gedaan kregen de vraag voorgelegd wat de redenen waren dat zij geen vrijwilligerswerk hebben gedaan. De helft gaf aan geen tijd te hebben voor vrijwilligerswerk. 16 procent koos voor het antwoord dat vrijwilligerswerk doen hen niet aanspreekt en 18 procent noemde een andere reden. 15 procent gaf aan dat ze niet konden vanwege hun gezondheid en drie procent koos voor de redenen ‘Ik denk dat ik er niet de juiste vaardigheden voor heb’ en 5 procent ‘Ik weet niet hoe ik geschikt vrijwilligerswerk kan vinden’. De verdeling van redenen is vergelijkbaar met die van 2020. De reden spreekt me niet aan is gedaald in 2023.
Reden | 2020 (% personen van 15 jaar of ouder nooit vrijwilligerswerk gedaan) | 2023 (% personen van 15 jaar of ouder nooit vrijwilligerswerk gedaan) |
---|---|---|
Geen tijd | 52 | 50 |
Spreekt niet aan | 22 | 16 |
Gezondheid | 15 | 15 |
Weet niet hoe te vinden | 3 | 5 |
Niet de juiste vaardigheden | 3 | 3 |
Andere reden | 20 | 18 |