8. Respectloos gedrag en discriminatie
In dit laatste hoofdstuk staan twee thema’s centraal die ook aan de veiligheidsbeleving van mensen kunnen raken. Eerst komt respectloos gedrag aan de orde. Er wordt geschetst hoeveel mensen zich in bepaalde situaties respectloos bejegend voelen. Daarna gaat het over ervaren discriminatie: hoeveel mensen voelen zich gediscrimineerd? Op welke gronden? Door wie? Wat zijn de psychische gevolgen? Is de discriminatie gemeld? Meer achtergrondcijfers over verschillen in respectloos gedrag en discriminatie naar regio en persoonskenmerken zijn te vinden op StatLine.
8.1 Respectloos gedrag
Respectloos gedrag is gedrag waarbij de grenzen van goed fatsoen worden overschreden. 15 procent zegt vaak of soms respectloos behandeld te worden door onbekenden op straat. Een op de tien zegt vaak of soms door personeel van winkels of bedrijven, of door onbekenden in het openbaar vervoer respectloos behandeld te worden. Het minst wordt respectloze behandeling ervaren door personeel van overheidsinstanties en door bekenden zoals partner, familie of vrienden. In beide gevallen zegt 7 procent dat dit vaak of soms gebeurt.
Vaak (%) | Soms (%) | Zelden (%) | Nooit (%) | Niet van toepassing (%) | Geen antwoord (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Onbekenden op straat | 1,8 | 13,7 | 32,4 | 47,2 | 3,2 | 1,8 |
Onbekenden in het openbaar vervoer | 1,3 | 9,1 | 24,0 | 44,0 | 18,6 | 3,0 |
Personeel van winkels of bedrijven | 0,9 | 9,4 | 29,7 | 55,4 | 2,8 | 1,9 |
Personeel van overheidsinstanties | 0,9 | 6,1 | 21,1 | 62,9 | 6,2 | 2,8 |
Bekenden zoals partner, familie of vrienden | 1,0 | 5,6 | 17,3 | 70,2 | 3,5 | 2,4 |
Met respectloos gedrag door onbekenden op straat - de meest voorkomende van de onderzochte vormen van respectloos gedrag - worden vrouwen vaker (vaak of soms) geconfronteerd dan mannen, en jongeren vaker dan ouderen. Homoseksuele personen, biseksuele personen (vooral biseksuele vrouwen) en personen met een andere seksuele oriëntatie hebben er vaker mee te maken dan heteroseksuele personen. Stedelingen worden er vaker mee geconfronteerd dan mensen die niet in een stad wonen.
Vaak (% ) | Soms (% ) | |
---|---|---|
Totaal | 1,8 | 13,7 |
Geslacht | ||
Mannen | 1,7 | 12,2 |
Vrouwen | 1,9 | 15,1 |
Leeftijd | ||
15 tot 25 jaar | 3,3 | 16,1 |
25 tot 45 jaar | 2,3 | 15,1 |
45 tot 65 jaar | 1,4 | 14,6 |
65 jaar of ouder | 0,6 | 9,0 |
Seksuele oriëntatie | ||
Homoseksuele mannen | 3,2 | 17,2 |
Homoseksuele vrouwen | 3,1 | 18,6 |
Biseksuele mannen | 2,6 | 14,9 |
Biseksuele vrouwen | 3,0 | 21,5 |
Heteroseksuele mannen | 1,4 | 11,8 |
Heteroseksuele vrouwen | 1,6 | 14,9 |
Asekuele personen | 2,1 | 11,2 |
Anders | 3,7 | 19,0 |
Weet (nog) niet | 2,4 | 16,6 |
Stedelijkheid gemeente | ||
Zeer sterk stedelijk | 3,0 | 18,1 |
Sterk stedelijk | 1,8 | 14,6 |
Matig stedelijk | 1,1 | 11,6 |
Weinig stedelijk | 1,0 | 10,0 |
Niet stedelijk | 0,7 | 8,6 |
Mensen geboren in Nederland, waarvan de ouder(s) in het buitenland geboren zijn, geven met 18 procent ook relatief vaak aan dat zij met respectloos gedrag door onbekenden op straat te maken krijgen. Het gaat dan vooral om mensen wiens ouder(s) geboren zijn in Suriname, de Nederlandse Cariben of in een ander land buiten Europa. Deze verschillen ten opzichte van mensen met een Nederlandse herkomst verdwijnen echter wanneer rekening gehouden wordt met leeftijd en stedelijkheid van de woongemeente.
Nederlandse herkomst (%) | Geboren in Nederland, ouder(s) in het buitenland (%) | Geboren in het buitenland (%) | |
---|---|---|---|
Totale bevolking | 15,2 | 18,0 | 14,7 |
Europa (excl. Nederland) | 17,3 | 18,3 | |
Buiten Europa | 15,0 | 14,5 | |
waarvan | |||
Turkije | 16,5 | 13,4 | |
Marokko | 16,7 | 14,1 | |
Suriname | 22,1 | 14,9 | |
Nederlandse Cariben | 20,9 | 14,9 | |
Indonesië | 16,6 | 8,5 | |
Overig land buiten Europa | 20,1 | 15,6 |
8.2 Ervaren discriminatie
Aan de respondenten is gevraagd of ze zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd hebben gevoeld. Het gaat dus om een subjectieve inschatting: de discriminatie hoeft niet feitelijk te hebben plaatsgevonden maar is wel zo ervaren. Ruim een op de tien (11 procent) zegt zich gediscrimineerd te hebben gevoeld. Dat is evenveel als in 2021.
Het ervaren van discriminatie neemt af vanaf de leeftijd van ongeveer 45 jaar. Met bijna 15 procent ervaren 45-minners het vaakst discriminatie, 65-plussers het minst vaak (4 procent).
Biseksuele personen en vooral homoseksuele personen voelen zich vaker gediscrimineerd dan heteroseksuele personen. Van de homoseksuele mannen zegt 24 procent en van de homoseksuele vrouwen 21 procent zich in het afgelopen jaar gediscrimineerd te hebben gevoeld.
Wat religie of levensbeschouwing betreft voelen 27 procent van de islamieten zich gediscrimineerd, 25 procent van de hindoes en 24 procent van de joden. Dat is bijna drie keer zo vaak als rooms-katholieken (9 procent) en protestanten of gelovigen van een andere christelijke kerk (eveneens 9 procent).
In sterk stedelijke gemeenten en vooral in zeer sterk stedelijke gemeenten, de grote steden, voelen meer mensen zich gediscrimineerd dan in minder stedelijke gemeenten. In de zeer sterk stedelijke gemeenten is het aandeel dat zich gediscrimineerd voelt met 16 procent meer dan dubbel zo hoog als in de weinig of niet-stedelijke gemeenten, het platteland (7 procent).
2023 (% ) | |
---|---|
Totaal | 10,8 |
Geslacht | |
Mannen | 10,4 |
Vrouwen | 11,2 |
Leeftijd | |
15 tot 25 jaar | 14,3 |
25 tot 45 jaar | 15,0 |
45 tot 65 jaar | 10,0 |
65 jaar of ouder | 4,3 |
Seksuele oriëntatie | |
Homoseksuele mannen | 23,6 |
Homoseksuele vrouwen | 21,2 |
Biseksuele mannen | 13,3 |
Biseksuele vrouwen | 17,5 |
Heteroseksuele mannen | 9,3 |
Heteroseksuele vrouwen | 10,2 |
Asekuele personen | 11,1 |
Anders | 19,7 |
Weet (nog) niet | 13,6 |
Religie of levensbeschouwing | |
Geen religie of levensbeschouwing | 9,1 |
Rooms-katholieke kerk | 8,5 |
Protestantse of andere christelijke kerk of groep | 8,7 |
Islam | 27,1 |
Jodendom | 23,5 |
Hindoeïsme | 25,2 |
Boeddhisme | 21,5 |
Andere religie of levensbeschouwing | 20,0 |
Stedelijkheid gemeente | |
Zeer sterk stedelijk | 15,6 |
Sterk stedelijk | 11,5 |
Matig stedelijk | 8,8 |
Weinig stedelijk | 6,7 |
Niet stedelijk | 6,6 |
Ongeveer 20 procent van de mensen met een herkomst buiten Nederland heeft zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd gevoeld tegen 7 procent van de mensen met een Nederlandse herkomst. Van de mensen die in Nederland geboren zijn en de ouder(s) in Marokko ging het om 37 procent, van de mensen die in Nederland geboren zijn en de ouder(s) in Suriname om 35 procent, en van de mensen die in Nederland geboren zijn en de ouder(s) in Turkije om 29 procent. Dit beeld verandert nagenoeg niet na controle voor geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en stedelijkheid van de woongemeente.
Nederlandse herkomst (%) | Geboren in Nederland, ouder(s) in het buitenland (%) | Geboren in het buitenland (%) | |
---|---|---|---|
Totale bevolking | 7,2 | 20,2 | 20,9 |
Europa (excl. Nederland) | 9,4 | 18,4 | |
Buiten Europa | 25,3 | 22,2 | |
waarvan | |||
Turkije | 29,2 | 23,3 | |
Marokko | 36,6 | 23,4 | |
Suriname | 34,9 | 25,6 | |
Nederlandse Cariben | 26,8 | 27,6 | |
Indonesië | 10,5 | 11,3 | |
Overig land buiten Europa | 27,2 | 22,0 |
Van de personen die in 2023 discriminatie ervoeren geeft 37 procent aan dat dit een enkele keer gebeurde, 45 procent dat het soms gebeurde en 17 procent dat het vaak gebeurde (de rest gaf geen antwoord).
Bij 3 procent van hen vond de discriminatie (uitsluitend) online/via internet plaats, bij verreweg de meesten – 73 procent – op een andere manier (in de ‘echte’ wereld dus), en bij 20 procent zowel online als op een andere manier (de rest gaf geen antwoord).
8.3 Grond voor discriminatie
Discriminatie kan op een of meerdere gronden zijn ervaren. Van de mensen die in 2023 een of meerdere ervaringen met discriminatie hebben gehad ging het bij 39 procent om discriminatie op grond van ras of huidskleur. Bij 33 procent van de mensen met discriminatie-ervaring ging het om nationaliteit, bij 28 procent om geslacht, bij 17 procent om leeftijd en bij 16 procent om godsdienst/levensovertuiging. Bij minder dan 10 procent betrof het de overige bevraagde discriminatiegronden. Bij een substantieel deel, 17 procent, ging het om andere, niet nader genoemde gronden.
2023 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|
Ras, huidskleur | 38,5 |
Nationaliteit | 33,0 |
Vrouw of man zijn | 28,3 |
Leeftijd | 17,3 |
Godsdienst of levensovertuiging | 15,7 |
Seksuele oriëntatie (bijv. homo, lesbienne, bi- of panseksueel zijn) | 9,0 |
Politieke overtuiging | 8,5 |
Handicap of chronische ziekte | 7,9 |
Burgerlijke staat | 4,3 |
Arbeidsduur (fulltime of parttime) | 4,7 |
Soort contract (vast of tijdelijk) | 3,7 |
Zwangerschap, bevalling of moederschap | 2,5 |
Transgender achtergrond of non-binair zijn | 1,5 |
Intersekse zijn | 0,2 |
Anders | 16,6 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.4 Manier van discriminatie
Discriminatie kan op een of meerdere manieren zijn ervaren. Van de mensen die in 2023 discriminatie ervoeren zeggen de meesten – 60 procent – dat dit kwam door het ervaren van ongelijke behandeling, benadeling of het voortrekken van bepaalde groepen. 44 procent zegt dat dit door discriminerende opmerkingen kwam, 30 procent geeft aan dat ze zich gediscrimineerd voelden door een negatief beeld of stigmatisering, en 28 procent zegt dat dit door negeren of uitsluiting kwam.
2023 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|
Ongelijke behandeling/benadeling/voortrekken van bepaalde groepen | 59,5 |
Discriminerende opmerkingen | 44,1 |
Negatief beeld/stigmatisering (bijv. in de media) | 29,7 |
Negeren/uitsluiting | 27,9 |
Was meer een gevoel dan dat er iets gebeurde | 19,3 |
Roddels | 14,9 |
Geweld/agressief gedrag | 7,5 |
Bedreiging | 6,3 |
Vernieling/beschadiging van eigendom | 2,3 |
Anders | 7,2 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.5 Situatie ervaren discriminatie
Discriminatie kan in verschillende situaties of locaties worden ervaren. Van de mensen die in 2023 ervaring met discriminatie hebben gehad zegt 37 procent dat dit op straat gebeurde. 26 procent geeft aan dat dit op het werk plaatsvond en 25 procent zegt dat het in een winkel gebeurde. 15 procent zegt dat dit gebeurde in het openbaar vervoer, en 14 procent tijdens het uitgaan of bij het zoeken naar werk/bij een sollicitatie. Bij een aanzienlijk deel, 28 procent, ging het om andere, niet nader genoemde situaties.
2023 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|
Op straat | 37,1 |
Op het werk | 26,1 |
In een winkel | 24,5 |
In het openbaar vervoer | 15,4 |
Tijdens het uitgaan | 14,4 |
Zoeken naar werk of sollicitatie | 14,1 |
Zoeken naar een woning | 9,2 |
Op school of opleiding | 7,9 |
Tijdens het sporten | 4,9 |
Toelating tot school of opleiding | 2,2 |
In een andere situatie | 28,0 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.6 Discriminatie door instanties en professionals
Discriminatie gebeurt niet alleen interpersoonlijk, tussen (privé)personen, maar ook door instanties, personen die bij die instanties werken en andere professionals. Van de mensen die in 2023 discriminatie ervoeren zegt 17 procent dat dit door de landelijke overheid of een politicus gebeurde. 11 procent geeft aan door de gemeente of een gemeente-ambtenaar gediscrimineerd te zijn, en 10 procent door de politie. De andere instanties of professionals werden door 9 procent of minder genoemd.
In totaal zeggen bijna 4 op de 10 mensen (39 procent) die in 2023 discriminatie ervoeren dat dit door instanties of professionals gebeurde.
2023 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|
Landelijke overheid of politicus | 16,9 |
Gemeente of gemeente-ambtenaar | 10,8 |
Politie | 9,7 |
(Huis)arts, ziekenhuis of andere zorgverlener/-instelling | 8,5 |
Belastingdienst | 5,6 |
Bank, verzekeraar of andere financiële instelling | 4,2 |
UWV | 3,1 |
Kerk, moskee of andere religieuze instelling | 2,5 |
Rechtbank of rechter | 2,1 |
Een andere instantie | 5,5 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.7 Gevolgen discriminatie
Discriminatie leidt het vaakst tot emotionele of psychische problemen: 28 procent van de personen met discriminatie-ervaring geeft aan deze te hebben of te hebben gehad. 6 procent zegt financiële problemen door het voorval te hebben (gehad) en 1 procent lichamelijke verwonding of letsel.
Van de personen met discriminatie-ervaring geeft meer dan de helft (51 procent) aan minder vertrouwen in mensen te hebben. 21 procent voelt/voelde zich minder veilig, 15 procent heeft of had depressieve klachten en 11 procent slaapproblemen.
2023 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|
Minder vertrouwen in mensen | 51,4 |
Voel(de) me minder veilig | 21,0 |
Depressieve klachten | 14,9 |
Slaapproblemen | 10,8 |
Angstklachten en/of paniekaanvallen | 8,5 |
Beleefde het voorval telkens opnieuw | 8,1 |
Geen van deze | 31,1 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
8.8 Melding en aangifte discriminatie
11 procent van de mensen die zich in 2023 gediscrimineerd voelden hebben dit gemeld bij een of meer instanties. 5 procent meldde het bij de eigen werkgever of de opleiding, 3 procent bij de politie, 1 procent bij een meldpunt voor discriminatie, en minder dan een half procent bij het College voor de Rechten van de Mens. 4 procent meldde bij een andere dan de genoemde instanties.
Van degenen die zich gediscrimineerd voelden deed 2 procent aangifte bij de politie (zie ook bijlagetabel I).
2023 (% met discriminatie-ervaring) | 2021 (% met discriminatie-ervaring) | |
---|---|---|
Gemeld totaal | 10,8 | 9,1 |
bij volgende instanties: | ||
Mijn werkgever / opleiding | 4,8 | 3,4 |
Politie2) | 3,1 | 2,4 |
Een meldpunt voor discriminatie | 1,0 | 1,1 |
College voor de Rechten van de Mens | 0,4 | 0,3 |
Andere instantie | 4,1 | 3,4 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. 2) In 2023 is gevraagd of men melding bij de politie heeft gedaan en of men aangifte heeft gedaan. Personen die aangaven aangifte hebben gedaan maar geen melding zijn alsnog bij melding meegeteld aangezien een aangifte automatisch ook als een melding wordt gezien. In 2021 is alleen gevraagd of men melding bij de politie heeft gedaan. Hierdoor zijn de cijfers van 2023 en 2021 dus niet 1-op-1 vergelijkbaar en is het cijfer van 2023 waarschijnlijk een overschatting ten opzichte van dat van 2021. |
De meest genoemde reden om geen melding of aangifte van discriminatie bij de politie te doen is dat het toch niets helpt: 42 procent van de personen met discriminatie-ervaring die geen melding of aangifte deden, geeft dat aan. 29 procent vond het niet belangrijk. 14 procent had er geen zin of tijd voor en 11 procent vond het geen zaak voor de politie. De andere redenen worden door 7 procent of minder genoemd. Ruim 1 op de 10 deed geen melding of aangifte om een andere dan de genoemde redenen.
2023 (% met discriminatie-ervaring dat geen melding of aangifte heeft gedaan) | |
---|---|
Helpt toch niets | 42,4 |
Heb hier niet aan gedacht/ was niet zo belangrijk | 29,2 |
Geen zin of tijd voor gehad/ te veel moeite | 13,7 |
Geen zaak voor de politie | 10,7 |
Uit angst voor vervelende reactie of wraak | 6,6 |
Is al opgelost | 3,4 |
Door schuld- of schaamtegevoel | 2,6 |
Lukte niet om digitaal melding of aangifte te doen | 0,6 |
Op advies van de politie | 0,6 |
Nog niet aan toegekomen, maar gebeurt wel nog | 0,4 |
Financiële schade is al vergoed | 0,1 |
Andere reden | 13 |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |