7. Preventie
In dit hoofdstuk komen verschillende aspecten van preventie aan bod. Eerst komt preventief gedrag aan de orde: wat doen mensen om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van criminaliteit? Daarna gaat het om voorzorgsmaatregelen om de eigen woning te beveiligen. Vervolgens komt buurtpreventie aan de orde. Afgesloten wordt met digitale preventie: welke maatregelen nemen burgers om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van online criminaliteit? Meer cijfers over preventie, uitgesplitst naar regio en persoonskenmerken zijn beschikbaar op StatLine.
7.1 Preventief gedrag
In de Veiligheidsmonitor is aan respondenten gevraagd of ze maatregelen nemen om zichzelf en de eigen bezittingen te beschermen. Vier specifieke preventiemaatregelen zijn hen voorgelegd, te weten: 1. het meenemen van waardevolle spullen uit de auto, 2. het thuislaten van waardevolle spullen, 3. ’s avonds het licht laten branden bij afwezigheid, en 4. het gebruikmaken van een bewaakte fietsenstalling als die mogelijkheid er is.
Het meenemen van waardevolle spullen uit de auto gebeurt het meest. Driekwart geeft aan dit vaak of altijd te doen. Bijna de helft zegt (vaak of altijd) de fiets in een bewaakte stalling te zetten als die mogelijkheid er is en een vergelijkbaar aandeel zegt ’s avonds het licht te laten branden wanneer er niemand thuis is. Ruim 4 op de 10 laten waardevolle spullen thuis om diefstal op straat te voorkomen. Dit beeld is vrijwel niet gewijzigd tussen 2021 en 2023.
2023 (% vaak of altijd) | 2021 (% vaak of altijd) | |
---|---|---|
Waardevolle spullen meenemen uit auto | 75,3 | 76,2 |
Fiets in bewaakte fietsenstalling | 48,1 | 48,5 |
's Avonds licht laten branden bij afwezigheid | 45,6 | 46,8 |
Waardevolle spullen thuislaten | 42,8 | 42 |
Preventief gedrag naar stedelijkheid
Het preventieve gedrag verschilt naar stedelijkheid van de buurt waar men woont. In stedelijke buurten nemen inwoners minder voorzorgsmaatregelen om hun bezittingen te beveiligen dan in minder stedelijke buurten. Het verschil is het grootst bij ’s avonds het licht laten branden bij afwezigheid. In zeer sterk stedelijke buurten, zoals in de grote steden, geeft 32 procent aan dit vaak of altijd te doen, tegen 52 à 53 procent in weinig of niet-stedelijke buurten, zoals op het platteland. Inwoners van zeer sterk stedelijke buurten nemen ook minder vaak waardevolle spullen mee uit de auto en laten waardevolle spullen minder vaak thuis als ze op pad gaan. Alleen de fiets in een bewaakte fietsenstalling zetten als dat mogelijk is doen stedelingen vaker dan mensen die niet in een stad wonen.
Zeer sterk stedelijk (% vaak of altijd) | Sterk stedelijk (% vaak of altijd) | Matig stedelijk (% vaak of altijd) | Weinig stedelijk (% vaak of altijd) | Niet stedelijk (% vaak of altijd) | |
---|---|---|---|---|---|
Waardevolle spullen meenemen uit auto | 65,9 | 77,7 | 79,9 | 79,4 | 77,0 |
's Avonds licht laten branden bij afwezigheid | 32,0 | 46,5 | 50,7 | 52,1 | 53,4 |
Fiets in bewaakte fietsenstalling | 47,6 | 51,4 | 50,1 | 46,7 | 42,7 |
Waardevolle spullen thuislaten | 37,1 | 44,6 | 45,0 | 44,4 | 45,0 |
7.2 Preventieve voorzieningen in en rond de woning
Behalve preventief gedrag is in de Veiligheidsmonitor ook onderzocht welke voorzieningen mensen treffen om hun woning te beveiligen. Zo geeft 61 procent aan dat extra veiligheidssloten of grendels op ramen en/of deuren aanwezig zijn, en 48 procent heeft buitenverlichting met sensor. Minder vaak zijn er camerabewaking (23 procent), (rol)luiken voor ramen en/of deuren (23 procent) en een alarminstallatie (13 procent). Bijna 1 op de 10 heeft een raamsticker of certificaat van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Vooral het gebruik van camerabewaking is toegenomen tussen 2021 en 2023: van 17 naar 23 procent.
2023 (% aanwezig) | 2021 (% aanwezig) | |
---|---|---|
Extra veiligheidssloten | 60,6 | 63,2 |
Buitenverlichting met sensor | 48,3 | 47,7 |
Camerabewaking | 22,9 | 16,6 |
Rolluiken voor ramen en/of deuren | 22,5 | 21,3 |
Alarminstallatie | 13,3 | 13,2 |
Raamsticker of certificaat van Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) | 8,3 | 9,1 |
Preventieve voorzieningen in en rond de woning naar stedelijkheid
Niet alleen vertonen stedelingen minder vaak preventief gedrag dan mensen die niet in een stad wonen, ze treffen ook minder vaak voorzieningen om hun woning te beveiligen. Vooral buitenverlichting met een sensor is minder vaak aanwezig. In sterk stedelijke buurten zegt 28 procent van de bewoners dat buitenverlichting met een sensor rond hun woning aanwezig is, tegen 65 procent in niet-stedelijke buurten. Ook rolluiken voor ramen en/of deuren, extra veiligheidssloten of grendels, camerabewaking en alarminstallaties zijn minder vaak aanwezig naarmate de verstedelijking toeneemt. Het hebben van raamstickers of certificaten van het PKVW verschilt niet of nauwelijks naar de stedelijkheid van de woonbuurt.
Zeer sterk stedelijk (% aanwezig) | Sterk stedelijk (% aanwezig) | Matig stedelijk (% aanwezig) | Weinig stedelijk (% aanwezig) | Niet stedelijk (% aanwezig) | |
---|---|---|---|---|---|
Extra veiligheidssloten | 50,6 | 62,9 | 65,8 | 65,9 | 61,3 |
Buitenverlichting met sensor | 28,2 | 46,9 | 55,0 | 59,0 | 64,5 |
Camerabewaking | 17,7 | 23,0 | 23,9 | 25,1 | 27,4 |
Rolluiken voor ramen en/of deuren | 13,1 | 22,8 | 26,4 | 28,3 | 26,4 |
Alarminstallatie | 9,4 | 13,1 | 14,3 | 15,1 | 17,0 |
Raamsticker of certificaat van Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) | 6,3 | 9,1 | 10,0 | 9,2 | 7,4 |
Gemiddeld aantal voorzieningen
Het aantal preventieve voorzieningen dat mensen in en rond de woning heeft getroffen varieert van 0 tot en met 6. Een score van 0 betekent dat de respondent thuis geen van de voorzieningen heeft getroffen om de woning te beveiligen, een score van 6 betekent dat alle zes onderzochte voorzieningen thuis aanwezig zijn. Gemiddeld hebben Nederlanders thuis 1,8 voorzieningen getroffen voor de beveiliging van de woning (zie tabellenbijlage I).
Preventieve voorzieningen in en rond woning naar politieregio
Op het schaalniveau van de tien regionale eenheden van politie varieert het gemiddeld aantal preventieve voorzieningen van 1,2 in Amsterdam tot 2,2 in Limburg. In de regionale eenheden Noord-Nederland, Oost-Nederland, Noord-Holland, Den Haag en Zeeland – West-Brabant is het gemiddeld aantal preventieve voorzieningen in 2023 hoger dan twee jaar eerder.
RE | 2023 (Somscore (0-6)) | 2021 (Somscore (0-6)) |
---|---|---|
Limburg | 2,2 | 2,1 |
Oost-Brabant | 2,0 | 1,9 |
Zeeland - West-Brabant | 2,0 | 1,9 |
Oost-Nederland | 1,9 | 1,8 |
Midden-Nederland | 1,8 | 1,7 |
Noord-Holland | 1,7 | 1,6 |
Noord-Nederland | 1,7 | 1,6 |
Rotterdam | 1,6 | 1,6 |
Den Haag | 1,6 | 1,5 |
Amsterdam | 1,2 | 1,2 |
Het gemiddeld aantal preventieve voorzieningen loopt op het niveau van de 166 basisteams uiteen van 0,7 in Zuid de Pijp tot 2,5 in Echt. In grote lijnen is het beeld dat in het oosten en vooral het zuiden van het land vaker preventieve voorzieningen in en rond de woning aanwezig zijn dan in het noorden en vooral in het westen.
Basisteam | Somscore (0=laag, 6=hoog) (somscore) |
---|---|
1A1 - Noordwest-Fryslân | 1,5 |
1A2 - Noordoost-Fryslân | 1,7 |
1A3 - Oost-Fryslân | 1,7 |
1A4 - Zuidoost-Fryslân | 1,7 |
1A5 - Sneek | 1,7 |
1A6 - Leeuwarden | 1,5 |
1B1 - Westerkwartier | 1,8 |
1B2 - Ommelanden-Noord | 1,6 |
1B3 - Ommelanden-Oost | 1,8 |
1B4 - Ommelanden-Midden | 1,8 |
1B5 - Groningen-Zuid | 1,5 |
1B6 - Groningen-Centrum | 0,9 |
1B7 - Groningen-Noord | 1,1 |
1C1 - Noord-Drenthe | 1,8 |
1C2 - Zuidoost-Drenthe | 2,1 |
1C3 - Zuidwest-Drenthe | 1,8 |
2A1 - IJsselland-Noord | 1,7 |
2A2 - Zwolle | 1,5 |
2A3 - Vechtdal | 1,8 |
2A4 - IJsselland-Zuid | 1,8 |
2B1 - Twente-West | 2,2 |
2B2 - Twente-Noord | 2,0 |
2B3 - Twente-Midden | 2,0 |
2B4 - Noordoost-Twente | 2,2 |
2B5 - Enschede | 1,7 |
2C1 - Achterhoek-Oost | 2,1 |
2C2 - Achterhoek-West | 2,2 |
2C3 - IJsselstreek | 1,8 |
2C4 - Apeldoorn | 1,8 |
2C5 - Veluwe-Noord | 1,9 |
2C6 - Veluwe-West | 1,9 |
2D1 - Veluwe Vallei-Noord | 1,8 |
2D2 - Ede | 1,8 |
2D3 - Veluwe Vallei-Zuid | 1,7 |
2D4 - Arnhem-Noord | 1,4 |
2D5 - Arnhem-Zuid | 1,8 |
2D6 - Rivierenland-West | 2,1 |
2D7 - IJsselwaarden | 1,8 |
2D8 - Rivierenland-Oost | 2,2 |
2E1 - Nijmegen-Noord | 1,2 |
2E2 - Nijmegen-Zuid | 1,6 |
2E3 - Tweestromenland | 2,1 |
2E4 - De Waarden | 2,1 |
3A1 - Gooi en Vechtstreek-Noord | 2,0 |
3A2 - Gooi en Vechtstreek-Zuid | 1,7 |
3B1 - Dronten / Noordoostpolder / Urk | 1,8 |
3B2 - Lelystad / Zeewolde | 1,9 |
3B3 - Almere Buiten Hout | 2,0 |
3B4 - Almere-Stad Haven | 2,0 |
3B5 - Almere-West-Poort | 1,9 |
3C1 - Amersfoort | 1,8 |
3C2 - De Bilt / Eemdal / Soest | 1,9 |
3C3 - Zeist / Bunnik / Leusden / Woudenberg | 1,7 |
3C4 - Heuvelrug | 1,9 |
3D1 - Utrecht-West | 1,8 |
3D2 - Utrecht-Noord | 1,2 |
3D3 - Utrecht-Centrum | 0,9 |
3D4 - Utrecht-Zuid | 1,2 |
3E1 - Stichtse Vecht / De Ronde Venen | 1,9 |
3E2 - De Copen | 1,9 |
3E3 - Lekpoort | 1,8 |
4A1 - Den Helder | 1,6 |
4A2 - Alkmaar | 1,7 |
4A3 - Hoorn | 1,7 |
4A4 - Heerhugowaard | 1,9 |
4B1 - Zaanstad | 1,6 |
4B2 - Purmerend | 1,9 |
4C1 - IJmond | 1,7 |
4C2 - Haarlem | 1,2 |
4C3 - Kennemer Kust | 1,8 |
4C4 - Haarlemmermeer | 2,0 |
5A1 - Centrum-Burgwallen | 0,8 |
5A2 - Centrum-Amstel | 1,0 |
5A3 - Centrum-Jordaan | 0,9 |
5A4 - Boven IJ | 1,2 |
5B1 - Oost-Zeeburg | 1,0 |
5B2 - Oost-Watergraafsmeer | 1,0 |
5B3 - Amstelland-Oost | 1,7 |
5B4 - Zuidoost-Bijlmermeer | 1,3 |
5B5 - Zuidoost-Gaasperdam | 1,4 |
5C1 - Zuid de Pijp | 0,7 |
5C2 - Zuid Buitenveldert | 1,1 |
5C3 - Amstelveen | 1,8 |
5C4 - Aalsmeer - Uithoorn | 1,7 |
5D1 - West-Haarlemmerweg | 0,8 |
5D2 - West-Overtoomsesluis | 0,8 |
5D3 - Nieuw West-Zuid | 1,4 |
5D4 - Nieuw West-Noord | 1,1 |
6A1 - Jan Hendrikstraat | 1,1 |
6A2 - De Heemstraat | 1,3 |
6A3 - Hoefkade | 1,0 |
6B1 - Overbosch | 1,3 |
6B2 - Loosduinen | 1,6 |
6B3 - Scheveningen | 1,2 |
6B4 - Segbroek | 1,1 |
6C1 - Laak | 1,2 |
6C2 - Beresteinlaan | 1,6 |
6C3 - Zuiderpark | 1,3 |
6C4 - Leidschenveen - Ypenburg | 2,0 |
6D1 - Zoetermeer | 1,8 |
6D2 - Leidschendam - Voorburg | 1,6 |
6D3 - Wassenaar | 1,9 |
6D4 - Pijnacker - Nootdorp | 1,8 |
6E1 - Rijswijk | 1,5 |
6E2 - Westland | 2,0 |
6E3 - Delft | 1,3 |
6F1 - Hillegom-Lisse-Teylingen | 1,7 |
6F2 - Katwijk-Noordwijk | 1,7 |
6F4 - Leiden-Noord | 1,5 |
6F5 - Leiden-Zuid | 1,4 |
6F6 - Leiden-Midden | 1,0 |
6G1 - Alphen aan den Rijn | 1,7 |
6G2 - Kaag en Braassem | 1,7 |
6G3 - Gouda | 1,9 |
6G4 - Waddinxveen / Zuidplas | 1,9 |
6G5 - Krimpenerwaard | 1,7 |
7A1 - Waterweg | 1,7 |
7A2 - Schiedam | 1,4 |
7A3 - Midden-Schieland | 1,8 |
7B1 - Delfshaven | 0,9 |
7B2 - Centrum | 1,0 |
7C1 - Maas-Rotte | 0,9 |
7C2 - IJsselland | 1,7 |
7D1 - Charlois | 1,3 |
7D2 - Feijenoord | 1,2 |
7D3 - IJsselmonde | 1,4 |
7E1 - Haringvliet | 2,0 |
7E2 - Nissewaard | 2,1 |
7E3 - Oude Maas | 2,0 |
7F1 - Hoeksche Waard | 2,0 |
7F2 - Drechtsteden Buiten | 1,9 |
7F3 - Drechtsteden Binnen | 1,6 |
7F4 - Lek en Merwede | 1,8 |
8A1 - Walcheren | 1,6 |
8A2 - Zeeuws-Vlaanderen | 2,0 |
8A3 - Oosterscheldebekken | 1,9 |
8B1 - Bergen op Zoom | 2,1 |
8B2 - Roosendaal | 2,3 |
8C1 - Weerijs | 2,0 |
8C2 - Markdal | 1,7 |
8C3 - Dongemond | 2,1 |
8D1 - Tilburg-Centrum | 1,4 |
8D2 - Leijdal | 2,0 |
8D3 - Groene Beemden | 2,0 |
8D4 - Langstraat | 2,1 |
9A1 - s-Hertogenbosch | 1,7 |
9A2 - Meierij | 1,9 |
9A3 - Maasland | 2,1 |
9A4 - Maas en Leijgraaf | 2,1 |
9B1 - Eindhoven-Zuid | 1,5 |
9B2 - Eindhoven-Noord | 1,9 |
9B3 - De Kempen | 2,1 |
9C1 - Dommelstroom | 2,2 |
9C2 - Peelland | 2,2 |
10A1 - Venray / Gennep | 2,3 |
10A2 - Horst / Peel en Maas | 2,1 |
10A3 - Venlo / Beesel | 2,2 |
10A4 - Weert | 2,4 |
10A5 - Roermond | 2,0 |
10A6 - Echt | 2,5 |
10B1 - Brunssum / Landgraaf | 2,3 |
10B2 - Kerkrade | 2,5 |
10B3 - Heerlen | 2,0 |
10C1 - Heuvelland | 2,1 |
10C2 - Maastricht | 1,7 |
10C3 - Westelijke Mijnstreek | 2,4 |
In tabellenbijlage II is weergegeven in welke regionale eenheden, politiedistricten en basisteams het gemiddeld aantal preventieve voorzieningen – rekening houdend met de betrouwbaarheidsintervallen rond de uitkomsten – in 2023 hoger of lager is dan het landelijke gemiddelde en hoger of lager is dan in 2021.
7.3 Buurtpreventie
Preventie van criminaliteit kan ook op buurtniveau plaatsvinden door voorzieningen als een buurtpreventie-app, Burgernet en/of een buurt- of burgerwacht. In de Veiligheidsmonitor is gevraagd naar de aanwezigheid en het gebruik van deze voorzieningen.
1 op de 3 zegt dat Whatsapp-buurtpreventie in de buurt aanwezig is. Ruim 1 op de 5 geeft aan dat hij of zij zelf of iemand anders van het huishouden aan deze buurtapp deelneemt. Bijna 1 op de 10 zegt dat er een buurt- of burgerwacht is in de eigen buurt is. 10) 3 op de 10 zeggen deel te nemen aan Burgernet, een landelijk communicatienetwerk dat burgers via telefoon, e-mail of app betrekt bij het politiewerk. Over het algemeen liggen deze aandelen iets lager dan in 2021, met uitzondering van de deelname aan de buurtpreventie-app die juist iets hoger ligt.
2023 (%) | 2021 (%) | |
---|---|---|
Aanwezig in buurt | ||
Whatsapp-buurtpreventie | 33,3 | 33,9 |
Buurt- of burgerwacht | 7,1 | 7,8 |
Deelname door persoon uit huishouden | ||
Burgernet | 30,2 | 33,1 |
Whatsapp-buurtpreventie | 22,5 | 21,7 |
Preventieve voorzieningen in de buurt naar stedelijkheid
De aanwezigheid van Whatsapp-buurtpreventie neemt toe naarmate de stedelijkheid van de buurt afneemt. In niet-stedelijke buurten is het percentage dat zegt dat er een buurtpreventie-app is ongeveer 2,5 keer zo hoog als in zeer sterk stedelijke buurten (48 tegen 19 procent). Ook de deelname aan Whatsapp-buurtpreventie is in minder verstedelijkte buurten groter dan in meer verstedelijkte buurten. Dit geldt ook voor de deelname aan Burgernet. De aanwezigheid van buurt- of burgerwachten verschilt minder naar stedelijkheidsgraad.
Zeer sterk stedelijk (% ) | Sterk stedelijk (% ) | Matig stedelijk (% ) | Weinig stedelijk (% ) | Niet stedelijk (% ) | |
---|---|---|---|---|---|
Aanwezig in buurt | |||||
Whatsapp-buurtpreventie | 19,1 | 31,0 | 36,5 | 41,1 | 48,1 |
Buurt- of burgerwacht | 5,4 | 8,1 | 7,7 | 7,9 | 6,5 |
Deelname door persoon uit huishouden | |||||
Burgernet | 19,5 | 30,4 | 34,1 | 36,9 | 35,5 |
Whatsapp-buurtpreventie | 11,8 | 19,1 | 24,1 | 29,2 | 36,4 |
7.4 Digitale gegevensbescherming
In de Veiligheidsmonitor is ook onderzocht welke maatregelen mensen nemen om de eigen digitale gegevens te beschermen. Bijna driekwart (73 procent) zegt sterke wachtwoorden te kiezen, ongeveer de helft (52 procent) voert updates uit of maakt back-ups, of gebruikt een virusscanner (50 procent). Minder vaak gebruikte maatregelen om eigen digitale gegevens te beschermen zijn een firewall (36 procent), het regelmatig veranderen van wachtwoorden (27 procent) en het gebruik van een wachtwoordmanager (17 procent). 4 procent geeft aan geen van de onderzochte digitale beschermingsmaatregelen te gebruiken.
Het gebruik van sterke wachtwoorden en een wachtwoordmanager wordt in 2023 iets vaker gedaan dan in 2021. Een virusscanner of firewall wordt juist wat minder vaak gebruikt. Ook het percentage dat regelmatig wachtwoorden verandert is iets lager dan twee jaar eerder.
2023 (%) | 2021 (%) | |
---|---|---|
Sterke wachtwoorden kiezen | 72,5 | 71,5 |
Update uitvoeren of back-up maken | 51,6 | 52,2 |
Virusscanner gebruiken | 50,2 | 54,6 |
Firewall gebruiken | 36 | 39,8 |
Wachtwoorden regelmatig veranderen | 26,6 | 28,3 |
Wachtwoordmanager gebruiken | 16,7 | 12,9 |
Geen van deze | 4,2 | 3,6 |
10) De deelname aan een buurt- of burgerwacht is in de Veiligheidsmonitor niet onderzocht.