4. Conclusies
De operationele winsten van de groothandel zijn tussen 1995 en 2023 fors gestegen. De stijging van de werkgelegenheid was echter, in vergelijking met de rest van de economie, bescheiden van omvang. Daarnaast daalde de aiq in deze bedrijfstak in de loop van de jaren stevig en lag ver onder het gemiddelde van de Nederlandse marktsector.
De stijging van de winstgevendheid is in belangrijke mate toe te schrijven aan een aanzienlijke productiviteitsgroei. Deze productiviteitsgroei hangt samen met de transitohandel.
De verwevenheid van de groothandel met het buitenland is groot. De groothandel biedt als handelsbemiddelaar een ondersteunende rol bij de Nederlandse importeurs en exporteurs. Veel van de groothandelsactiviteiten in Nederland hebben betrekking op goederenstromen uit het buitenland.
De aanzienlijke omvang van transitohandel die vanuit Nederland plaatsvindt benadrukt eveneens de internationale oriëntatie van deze branche. Het vormt een aanzienlijk aandeel van de Nederlandse groothandel en is bij uitstek een activiteit van de grootste bedrijven in de groothandel. Ook vindt het deels plaats binnen concernverband. De aanwezigheid van transitohandel in Nederland hangt mogelijk samen met het gunstige belastingklimaat en de belastingverdragen die vanuit Nederland met veel andere landen zijn afgesloten.
Deze activiteiten hebben substantieel bijgedragen aan de gestegen winsten binnen de groothandel in de afgelopen jaren, maar de betekenis ervan voor de Nederlandse economie is bescheiden van omvang. Transitohandel kan met weinig inzet van productiemiddelen (zoals arbeid) worden uitgevoerd. Bovendien verlaat via het buitenlands zeggenschap een aanzienlijk deel van de bijbehorende operationele winsten Nederland.