9. Begroting 2023
9.1 CBS-begroting 2023
De CBS-begroting 2023 wordt hierna weergegeven:
Bedragen in duizenden euro's | Begroting 2023 | Prognose 2022 Q3 | Begroting 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Omzet EZK | 179.211 | 166.619 | 161.761 | 159.070 |
Aanvullende statistische diensten | 42.757 | 43.275 | 37.329 | 37.349 |
Gefinancierde niet-verplichte statistieken | 1.321 | 1.447 | 4.328 | 4.303 |
Remote Access | 4.000 | 3.800 | 3.800 | 3.914 |
Blaise | 4.300 | 4.158 | 3.782 | 3.882 |
Handhaving | 1.350 | 1.500 | 1.300 | 1.101 |
TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 232.939 | 220.799 | 212.300 | 209.619 |
Personele lasten | 179.761 | 166.929 | 162.668 | 161.356 |
Extern personeel | 7.392 | 6.144 | 7.712 | 7.280 |
Huisvesting | 12.316 | 10.496 | 10.335 | 9.959 |
Bureaukosten | 4.731 | 4.314 | 4.249 | 3.939 |
Automatiseringskosten | 14.030 | 11.700 | 11.939 | 10.531 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.836 | 1.462 | 1.707 | 580 |
Totaal advieskosten | 1.595 | 1.962 | 1.583 | 1.707 |
Overige bedrijfslasten | 4.016 | 3.560 | 4.096 | 3.399 |
Afschrijvingen | 6.248 | 5.049 | 5.011 | 4.051 |
BEDRIJFSLASTEN | 231.925 | 211.616 | 209.300 | 202.802 |
Resultaat voor mutatie voorzieningen | 1.014 | 9.183 | 3.000 | 6.817 |
Reservering knelpunten en voorzieningen | -1.000 | -3.750 | -2.000 | -1.085 |
Resultaat vóór mutatie reservering verlofsaldo | 14 | 5.433 | 1.000 | 5.732 |
Mutatie reservering verlofsaldo | -2.500 | 0 | -1.000 | -1.380 |
TOTAAL RESULTAAT excl. mutaties bestemmingsreserve | -2.486 | 5.433 | 0 | 4.352 |
EIGEN VERMOGEN | 4.587 | 7.073 | 1.640 | 1.640 |
9.2 Toelichting begroting 2023
Voor 2023 wordt een resultaat begroot van € 2,5 miljoen negatief. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door de geschatte dotatie aan de reservering voor verlofuren van € 2,5 miljoen. Exclusief deze geschatte dotatie wordt een nihil resultaat begroot. De reservering voor verlofuren zal met ingang van 2023 en de jaren erna nog verder toenemen door de verruimde spaarmogelijkheden die medewerkers hebben naar aanleiding van de nieuwe cao. De verwachte toename in het verlof als gevolg van deze nieuwe cao is daarmee een jaarlijkse kostenpost voor het CBS die niet binnen de huidige meerjarenbegroting is op te vangen. Deze reservering kent een langdurige looptijd, aangezien deze spaaruren in de regel pas aan het einde van het dienstverband van medewerkers worden opgenomen of uitgekeerd. Deze reservering heeft dus een beperkt effect op de liquiditeit van het CBS.
OPBRENGSTEN
Bedragen in duizenden euro's | Begroting 2023 | Prognose 2022 | Begroting 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Begrotingsbrief EZK juli 2017 | 139.184 | 139.184 | 139.184 | 139.184 |
Loon- en prijscompensatie 2018 | 3.264 | 3.264 | 3.264 | 3.264 |
Loon- en prijscompensatie 2019 | 3.809 | 3.809 | 389 | 3.864 |
Loon- en prijscompensatie 2020 | 4.471 | 4.471 | 4.471 | 4.500 |
Loon- en prijscompensatie 2021 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.438 |
Loon- en prijscompensatie 2022 | 5.136 | 5.143 | 3.200 | 0 |
Loon- en prijscompensatie 2023 | 6.686 | 0 | 0 | 0 |
EU tranche 2020 | 3.375 | 3.375 | 3.375 | 4.575 |
EU tranche 2021 | 801 | 801 | 801 | 2.245 |
EU tranche 2022 | 2.059 | 2.248 | 2.248 | 0 |
EU tranche 2023 | 3.467 | 1.215 | 0 | 0 |
WAU gelden | 2.300 | 1.700 | 0 | 0 |
ICT claim | 3.250 | 0 | 0 | 0 |
Verlaging jaarlijkse bijdrage EZK | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
TOTAAL OPBRENGST EZK | 179.211 | 166.619 | 345.830 | 159.070 |
Onder de omzet EZK zijn de in 2023 te ontvangen gelden ten behoeve van de uitvoering van het programma opgenomen. Hierin zijn alle taakstellingen verwerkt. Voor 2023 wordt een loon- en prijscompensatie van € 6,7 miljoen geraamd rekening houdend met een indexatie van 3,3% voor de lonen en 5,9% voor de materiële kosten. De raming is gebaseerd op de loonvoet sector overheid en de prijs materiële overheidsconsumptie volgens de Macro Economische Verkenning (MEV) 2023 van het CPB. De percentages zijn met het ministerie van EZK afgestemd. De exacte omvang is pas bij Voorjaarnota 2023 (mei 2023) bekend. Inmiddels is duidelijk dat de stijging van de prijs materiële overheidsconsumptie zoals geraamd in september 2022 ruim lager is dan de verwachte prijsstijgingen bij een aantal materiële posten van het CBS (zoals huur en energie), zoals deze in deze begroting zijn meegenomen.
In de begroting 2023 wordt verder rekening gehouden met de door het ministerie van EZK toegekende claims (€ 3,5 miljoen) voor nieuwe EU-statistieken met ingang van 2023. In de begroting is verder rekening gehouden met extra middelen voor het Programma Werken aan Uitvoering (WaU) bestemd voor de ontwikkeling van de bedrijvenportal (€ 0,5 miljoen), de modernisering van het waarnemings- en handhavingsproces (€ 0,6 miljoen), de verbeterde ontsluiting van data (€ 0,7 miljoen) en het programma Information Dialogue (€ 0,5 miljoen). Het CBS ontvangt in 2022 een bijdrage van € 19,5 miljoen die het mogelijk maakt om voor de begroting 2023 tot en met 2028 jaarlijks € 3,25 miljoen te besteden aan de versterking en beveiliging van de IT. Verder heeft het CBS ter versterking van het eigen vermogen in 2017 een additionele bijdrage van € 12 miljoen ontvangen met de afspraak dat de EZK-bijdrage van 2021 tot en met 2026 met € 2 miljoen per jaar wordt verlaagd. Dit is ook in deze begroting verwerkt.
Aanvullende statistische diensten (€ 42,8 miljoen)
Hieronder vallen alle statistische diensten exclusief opbrengsten uit het beschikbaar stellen van data, opbrengsten uit gefinancierde niet verplichte statistieken, opbrengsten uit licenties Blaise en handhaving.
In de volgende staat wordt een specificatie gegeven van de omvang van de opbrengsten per hoofddirectie.
De toename van de opbrengsten ten opzichte van de begroting 2022 doet zich met name voor bij de Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken.
Directie | Begroot 2023 | Prognose 2022 | Begroot 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Economie, Bedrijven en Nationale Rekeningen | 4,5 | 5,1 | 4,5 | 5,1 |
Sociaal-Economische en Ruimtelijke Statistieken | 21,8 | 21,1 | 17 | 16,3 |
Dataservices, Research en Innovatie | 15,6 | 16,7 | 14,6 | 13,8 |
Overige | 0,9 | 0,4 | 1,2 | 2,1 |
Totaal | 42,8 | 43,3 | 37,3 | 37,3 |
Het werk voor derden dat het CBS in 2023 uitvoert, bedraagt naar verwachting circa 3% van de totale aanvullende statistische diensten.
Gefinancierde niet-verplichte statistieken (€ 1,3 miljoen)
Dit betreffen de niet-verplichte statistieken die voorheen uit het vaste budget van het ministerie van EZK werden gefinancierd en met ingang van 2017 rechtstreeks door de gebruikende departementen worden betaald. In de volgende staat wordt een specificatie gegeven van de omvang van de opbrengsten per hoofddirectie.
Directie | Begroot 2023 | Prognose 2022 | Begroot 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Economie, Bedrijven en Nationale Rekeningen | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Sociaal-Economische en Ruimtelijke Statistieken | 0,3 | 0,3 | 2,6 | 2,5 |
Dataservices, Research en Innovatie | 0,0 | 0,2 | 0,7 | 0,8 |
Overige | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Totaal | 1,3 | 1,5 | 4,3 | 4,3 |
De begrote opbrengsten dalen ten opzichte van de begrote opbrengsten in 2022. Dit doet zich met name voor bij de Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken.
Remote access (€ 4,0 miljoen)
Dit betreffen de opbrengsten voor het beschikbaar stellen van microdata aan onderzoeksinstellingen. De opbrengsten (€ 4 miljoen) zijn gestegen ten opzichte van 2022 door volumegroei en indexering.
Blaise (€ 4,3 miljoen)
Dit betreffen de vergoedingen voor verstrekte Blaise licenties. De opbrengsten zijn met gemiddeld 3% geïndexeerd. De opbrengsten (€ 4,3 miljoen) zijn onder andere daardoor hoger dan in 2022.
Handhaving (€ 1,3 miljoen)
Dit betreffen opbrengsten uit boetes en dwangsommen voor bedrijven die hun responsverplichting niet nakomen. De verwachte opbrengsten zijn in lijn met 2022.
BEDRIJFSLASTEN
Personele kosten (€ 179,8 miljoen)
De personele kosten zijn gebaseerd op de verwachte gemiddelde loonkosten voor 2023, rekening houdend met de gemiddelde bezetting van 1.845 vte. In de gemiddelde loonkosten is rekening gehouden met een loonkostenstijging van 3% ten opzichte van 2022 door de onlangs afgesloten nieuwe cao Rijk. De verwachte bezetting stijgt ten opzichte van 2022 door een toename van aanvullende statistische diensten en door extra werkzaamheden als gevolg van nieuwe Europese statistische verplichtingen.
Ook in 2023 (net als in 2022) wordt een hybride vorm van werken verondersteld waarbij gemiddeld 50% op kantoor wordt gewerkt en 50% thuis. Voor thuiswerken is een thuiswerkvergoeding van € 2 per dag gebudgetteerd, zijnde € 250,- per vte (totale CBS kosten: € 0,5 miljoen).
Voor kosten voor leren en innoveren wordt in totaal 750 euro per vte (2022: 500 euro per vte) toegekend. Het budget wordt verhoogd van 500 euro naar 750 euro per vte formatie om extra te investeren in kennisdelen. Voor éénmalige beloningen en personeelsuitjes is 0,6% (2022: 0,4%) over het personele budget (gemiddelde bezetting x loonkosten) begroot. Het betreft een bedrag van circa € 1 miljoen en is € 0,3 miljoen meer dan in 2022 was begroot. Het budget is verhoogd ten opzichte van 2022 en is bedoeld voor meer teambuildingsactiviteiten om de sociale samenhang verder te verhogen. Voor kerstpakketten is separaat € 100 per CBS-medewerker begroot.
Extern personeel (€ 7,4 miljoen)
Dit betreft inhuur van personeel en uitzendkrachten. Voor uitzendkrachten is een bedrag van € 3,6 miljoen begroot (prognose 2022: € 3,6 miljoen) en voor inhuur personeel € 3,8 miljoen (prognose 2022: € 3,1 miljoen). Dit betreft met name inhuur op IT en niet bezette formatieplaatsen.
Materiële kosten (totaal € 38,9 miljoen)
Huisvesting (€ 12,3 miljoen)
In de huisvestingskosten zijn naast de huur ook de kosten voor energie en gebouw-gerelateerde kosten zoals bewaking, schoonmaak en exploitatie van het bedrijfsrestaurant, opgenomen. De huisvestingskosten zijn met € 2 miljoen gestegen door prijsindexering van huur (€ stijging van circa € 1 miljoen) en gestegen energieprijzen (stijging van € 1 miljoen).
Bureaukosten (€ 4,7 miljoen)
De bureaukosten hebben betrekking op telecommunicatie, porti, uitbesteed drukwerk voor publicatie en kosten bibliotheek. De kosten zijn met circa € 0,5 miljoen gestegen door indexering.
Automatiseringskosten (€ 14,0 miljoen)
Dit betreffen kosten voor uitbesteed beheer, onderhoud hardware en licenties. De kosten zijn ruim € 1 miljoen hoger dan de kosten in 2022 met name door extra kosten als gevolg van extra benodigde licenties en indexeringen.
Reis-en verblijfskosten (€ 1,8 miljoen)
Conform 2022 wordt voor 2023 een hybride vorm van werken verondersteld waarbij gemiddeld 50% op kantoor wordt gewerkt en 50% thuis (met uitzondering van de kosten van de veldinterviewers). De begrote reis- en verblijfskosten bedragen € 1,8 miljoen waar vóór corona nog jaarlijks voor € 3,5 miljoen aan reis- en verblijfskosten werd uitgegeven.
Advieskosten (€ 1,6 miljoen)
De advieskosten bestaan onder andere uit juridisch advies, fiscaal advies, kosten voor uitbesteden van de salarisadministratie, jaarlijkse accountantskosten, kosten samenwerking met universiteiten en IT-advies. De kosten zijn in lijn met 2022.
Overige materiële kosten (€ 4,0 miljoen)
De overige kosten bestaan uit projectgebonden kosten, kosten voor inkoop statistisch grondmateriaal en huur zalen. De kosten zijn in lijn met 2022.
Afschrijvingskosten (€ 6,2 miljoen)
In deze begroting is rekening gehouden met vervangingsinvesteringen in het gebouw (€ 5 miljoen), en € 5 miljoen aan investeringen in IT-middelen.
De afschrijvingskosten bestaan met name uit afschrijvingen op cascomodificaties, verbouwingen en meubilair (ruim € 2 miljoen) en afschrijvingen op IT-middelen (ruim € 4 miljoen). De afschrijvingen nemen toe ten opzichte van voorgaande jaren door (geplande) investeringen in de verbouwingen en door investeringen in extra data-opslag en verbeterde back-up.
Reservering kosten knelpunten (€ 1 miljoen)
Er is een reservering gevormd voor mogelijke financiële knelpunten en onvoorziene mutaties van € 1 miljoen gevormd. Deze wordt gevormd voor mogelijke meerkosten in 2023 bijvoorbeeld voor extra investeringen in de ICT of voor personele knelpunten.
Mutatie reservering vakantiedagen (€ 1 miljoen)
In de nieuwe cao is overeengekomen dat werknemers ongeacht hun leeftijd jaarlijks 64 individueel keuzebudget (IKB)-uren krijgen. Voorheen kregen medewerkers tot 45 jaar 22 IKB-uren en medewerkers boven de 45 jaar aanvullend nog leeftijd gerelateerde IKB-uren. Werknemers die per 31 december 2022 45 jaar of ouder zijn kunnen straks kiezen of gebruik te maken van de PAS-(afbouw)regeling of extra leeftijdsafhankelijke IKB-uren te krijgen. Dit kan leiden tot een verdere stijging van de verlofreservering. Gedurende 2023 zal beter inzicht ontstaan in de financiële consequenties. Een forse stijging van het aantal openstaande IKB-verlofspaaruren als gevolg van de nieuwe cao is naar verwachting redelijkerwijs niet binnen de reguliere begroting op te vangen. Op basis van de huidige inzichten wordt een extra kostenpost ingeschat van circa € 2,5 miljoen, uitgaande van een gemiddeld recht van circa 56 extra IKB-uren (circa 7 dagen), waarvan grofweg ingeschat wordt dat 50% van de medewerkers deze zal opsparen in het spaarverlof.
9.3 Begroting reguliere en additionele werkzaamheden
Voor de begroting 2023 is onderscheid gemaakt tussen de begroting voor reguliere werkzaamheden en die voor additionele werkzaamheden ten behoeve van strategische projecten. Dit onderscheid is in onderstaande staat weergegeven:
Bedragen in duizenden euro's | Begroting algemeen 2023 | Begroting additioneel | Begroting totaal |
---|---|---|---|
BEDRIJFSLASTEN | |||
Personele lasten | 173.461 | 6.300 | 179.761 |
extern personeel | 5.892 | 1.500 | 7.392 |
Huisvesting | 12.316 | 0 | 12.316 |
Bureaukosten | 4.731 | 0 | 4.731 |
Automatiseringskosten | 12.455 | 1.575 | 14.030 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.836 | 0 | 1.836 |
Advieskosten | 1.495 | 100 | 1.595 |
Overige bedrijfslasten | 4.016 | 0 | 4.016 |
Afschrijvingen | 5.473 | 775 | 6.248 |
TOTAAL BEDRIJFSLASTEN | 221.675 | 10.250 | 231.925 |
Voor belangrijke CBS-brede projecten die in lijn zijn met de strategische prioriteiten is in 2023 voor € 10,25 miljoen aan budget gereserveerd. Deze projecten zijn hieronder weergegeven. Het merendeel van deze strategische projecten zijn al in voorgaande jaren opgestart en lopen nog enige jaren door. Deze strategische projecten zijn onderbouwd met projectplannen.
Specificatie strategische projecten | Bedrag x EUR 1.000 |
---|---|
1) Versterking IT | 5.250 |
2) Verbetering vindbaarheid en toegankelijkheid van data | 677 |
3) Standaardisatie van statistische verwerkingsprocessen (EBN2.x) | 738 |
4) Optimalisaties van verwerking van registers en registraties (KERS) | 448 |
5) Standaardisatie IT infrastructuur | 350 |
6) Reductie regeldruk van berichtgevers (o.a. bedrijvenportal | 600 |
7) Vergroting gebruik van CBS-informatie (information dialogue) | 416 |
8) Productinnovaties | 400 |
9) Overige | 1.371 |
Totaal | 10.250 |
1) Versterking IT (€ 5.250k)
In de afgelopen jaren moet een steeds groter beroep gedaan worden op IT om de statistische dienstverlening te kunnen leveren. Dat gaat gepaard met een toenemende complexiteit, bijvoorbeeld door meer en geavanceerdere software, meer werkomgevingen en het inrichten van een hybride technische infrastructuur door toenemend gebruik van in de markt beschikbare clouddiensten. Daarnaast zijn er toenemende veiligheidsrisico’s die steeds meer aandacht vragen en een groter wordend beroep doen op IT-capaciteit. Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat een toenemend deel van het CBS-budget nodig is om de continuïteit van de IT van het CBS te kunnen garanderen. Met name information security (legacy en monitoring) en continuïteit bij calamiteiten (hersteltijd en –mogelijkheden) staan hierbij onder druk. Daarvoor is in de begroting 2023 een budget van € 5,25 miljoen voor de versterking van de IT-continuïteit en de informatiebeveiliging. Hiervan is € 3,25 miljoen door het ministerie van EZK toegekend op basis van de ingediende claimbrief. Het restant van het voor 2023 benodigde budget (€ 2 miljoen) wordt door het CBS zelf gefinancierd, vrijgemaakt vanuit de eigen begroting. Structureel is na 2023 naar verwachting een bedrag van jaarlijks € 6,75 miljoen benodigd. De aanvullende middelen (€ 1,5 miljoen) zullen uit aanvullende statistische diensten gefinancierd worden.
2) Verbeteren vindbaarheid en toegankelijkheid van data (€ 677k)
De buitenwereld blijft veranderen en het is lastig om flexibel op veranderende wensen op het gebied van statistieken in te spelen. Het is nodig om de schatkamers aan data goed te ontsluiten om hergebruik te vergemakkelijken. Verder moeten de verwerkingsprocessen bij de statistische directies flexibeler worden én zodanig opgezet dat ze technisch en functioneel goed te onderhouden zijn. Daarom is dit budget nodig om op een efficiëntere manier data binnen het CBS te combineren, sneller en gebruikersvriendelijker output te generen en daarmee aan de vragen van de buitenwereld tegemoet te komen.
3) Standaardisatie van statistische verwerkingsprocessen (EBN2.X) (€ 738k)
Het doel van het programma EBN 2.X is een efficiënter en flexibeler verwerkingsproces in de economische statistieken, waarbij sneller ingespeeld kan worden op actuele economische ontwikkelingen. Er wordt daarvoor gebruik gemaakt van gestandaardiseerde processen, methoden, data en IT-middelen die deels afgelopen jaren gerealiseerd zijn en deels nog ontwikkeld moeten worden.
4) Optimalisatie van verwerking van registers en registraties (KERS) (€ 448k)
Het doel van het programma KERS (Keten Efficiency Registers SER) is optimalisatie van de verwerking van registers en registraties. Het resultaat is kwaliteitswinst en efficiency. De vrijgespeelde tijd kan worden ingezet voor werkdrukvermindering en innovatie. Dit wordt gerealiseerd door de introductie van een gestandaardiseerd verwerkingsproces waardoor vinden, delen en koppelen van data wordt vergemakkelijkt, processen flexibeler en wendbaarder worden, processen beter geborgd worden en processen volledig geautomatiseerd worden.
5) Standaardisatie IT infrastructuur (€ 350k)
Standaardisatie van processen draagt bij en is een voorwaarde om een gewenste beheersbare applicatielandschap te komen. Daarvoor is het nodig te werken binnen gemeenschappelijke kaders voor architectuur, softwaretoepassingen (toolkeuzes), ontwikkelrichtlijnen en security en in de verwerkingsprocessen zoveel mogelijk gebruik te maken van generieke standaardtools. Hiervoor is extra budget nodig.
6) Reductie regeldruk van berichtgevers (€ 600k)
Om blijvend de regeldruk op een zo laag mogelijk niveau te houden gaat de aandacht in 2023 en de jaren daarna uit naar het zoveel mogelijk voorkomen dat bedrijven een meer dan proportioneel aantal vragenlijsten moeten invullen; de verdere implementatie van het Referentie GrootboekSchema (RGS) in de Productie Statistiek-vragenlijst, waarbij de benodigde gegevens direct vanuit de bedrijfsadministratie worden geïmporteerd in de vragenlijst.
7) Vergroten gebruik van CBS-informatie (information dialogue) (€ 416k)
Het CBS maakt cijfers voor iedereen, maar om te zorgen dat deze informatie optimaal wordt gebruikt moeten de gebruikers die wel snel en gemakkelijk kunnen vinden. Om het gebruik van CBS-informatie te vergroten en faciliteren, wil het CBS investeren in tools en systemen die beter aansluiten bij de terminologie en beleving van de gebruiker. Daarvoor is het programma Information Dialogue gestart. De essentie van het programma is om op basis van (ongestructureerde) vragen een slimme en eenduidige verwijzing naar de relevante CBS-gegevens te faciliteren.
8) Productinnovaties (€ 400k)
Het CBS reserveert aanvullende middelen voor het stimuleren van productinnovaties onder andere door het doen van pilots om de innovatie skills van de CBS collega’s transparant te maken en de samenwerking tussen de verschillende betrokken disciplines te verbeteren. Het budget wordt ook ingezet om nieuwe samenwerkingen op te zetten met externe partijen.
9) Overige (€ 1,3 miljoen)
Aanvullend is budget gereserveerd voor nieuwe strategische doelen. Voor de begroting 2023 zijn plannen ingediend voor onder andere de vervanging van StatLine Tools, het herontwerp van de inkomensstatistiek, de vernieuwde waarnemingstrategie bij personen, nieuwe output (Green Deal, energieprijzen en de effecten op inkomens en het arbeidstekort) en de aanscherping van het inlogbeleid. Voor eventuele budgettoekenning zullen deze aanvragen eerst worden besproken en geprioriteerd in het directieberaad op basis van een businesscase.
9.4 Financiële meerjarenbegroting
In onderstaande tabellen is de meerjarenbegroting weergegeven, zowel qua resultatenrekening als qua balans.
Bedragen in duizenden euro's | Prognose 2022 Q3 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Omzet EZK | 166.619 | 179.211 | 184.266 | 188.031 | 193.769 |
Aanvullende statistische diensten | 43.275 | 42.757 | 45.820 | 48.898 | 51.343 |
Gefinancierde niet-verplichte statistieken | 1.447 | 1.321 | 750 | 0 | 0 |
Remote Access | 3.800 | 4.000 | 4.200 | 4.410 | 4.631 |
Blaise | 4.158 | 4.300 | 4.472 | 4.651 | 4.837 |
Handhaving | 1.500 | 1.350 | 1.350 | 1.350 | 1.350 |
TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 220.799 | 232.939 | 240.858 | 247.340 | 255.930 |
Personele lasten | 166.929 | 179.761 | 186.184 | 190.997 | 197.757 |
Extern personeel | 6.144 | 7.392 | 7.500 | 7.500 | 7.500 |
Huisvesting | 10.496 | 12.316 | 12.360 | 12.731 | 13.113 |
Bureaukosten | 4.314 | 4.731 | 4.873 | 5.019 | 5.170 |
Automatiseringskosten | 11.700 | 14.030 | 14.708 | 15.407 | 16.127 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.462 | 1.836 | 1.750 | 1.750 | 1.750 |
Totaal advieskosten | 1.962 | 1.595 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Overige bedrijfslasten | 3.560 | 4.016 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Afschrijvingen | 5.049 | 6.248 | 6.500 | 7.000 | 7.500 |
BEDRIJFSLASTEN | 211.616 | 231.925 | 239.375 | 245.904 | 254.417 |
Resultaat voor mutatie voorzieningen | 9.183 | 1.014 | 1.483 | 1.436 | 1.514 |
Reservering knelpunten en voorzieningen | -3.750 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Resultaat vóór mutatie reservering verlofsaldo | 5.433 | 14 | 483 | 436 | 514 |
Mutatie reservering verlofsaldo | 0 | -2.500 | -2.500 | -2.500 | -2.500 |
TOTAAL RESULTAAT excl mutaties bestemmingsreserve | 5.433 | -2.486 | -2.017 | -2.064 | -1.986 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Prognose | Begroot | Begroot | Begroot | Begroot | |
Activa | |||||
Materiële vaste activa | 20,0 | 24,0 | 25,0 | 26,0 | 27,0 |
Vorderingen | 18,0 | 18,0 | 18,0 | 18,0 | 18,0 |
Liquide middelen | 42,3 | 34,5 | 29,3 | 24,0 | 18,8 |
Totaal | 80,3 | 76,5 | 72,3 | 68,0 | 63,8 |
Passiva | |||||
Egalisatiereserve | 2,1 | -0,4 | -2,4 | -4,4 | -6,4 |
Bestemmingsreserve | 5,0 | 5,0 | 4,0 | 3,0 | 2,0 |
Voorzieningen | 8,0 | 7,5 | 7,0 | 6,5 | 6,0 |
Reservering openstaand verlof | 13,2 | 15,7 | 18,2 | 20,7 | 23,2 |
Vooruitontvangen ICT bijdrage EZK | 19,5 | 16,2 | 13,0 | 9,7 | 6,5 |
Overige kortlopende schulden | 32,5 | 32,5 | 32,5 | 32,5 | 32,5 |
Totaal | 80,3 | 76,5 | 72,3 | 68,0 | 63,8 |
Deze meerjarenbegroting is CBS-breed opgesteld, dus niet vanuit de afzonderlijke directies, en heeft de volgende uitgangspunten:
- Het huidige meerjarenbudget van EZK is inclusief een jaarlijkse loon- en prijscompensatie van 3%.
- Een geschatte toename van aanvullende statistische diensten, remote access en Blaise als gevolg van een jaarlijkse indexering, ter dekking van de toenemende materiële kosten als gevolg van prijsstijgingen en toenemende IT-kosten die deels uit aanvullende statistische diensten gedekt moeten worden.
- Nominaal (exclusief prijsindexering) wordt verondersteld dat de omvang van aanvullende statistische diensten, Remote Access en Blaise gelijk blijft.
- Een geschatte cao-loonstijging van jaarlijks 3%.
- Een jaarlijks strategisch budget van €5 miljoen, niet bestemd voor versterking van de IT.
- Een jaarlijks budget voor de versterking van de continuïteit en beveiliging van de IT oplopend tot een bedrag van jaarlijks € 6,75 miljoen.
- Er is zowel qua kosten als qua compensatie door het ministerie van EZK geen rekening gehouden met nieuwe EU-verplichtingen.
- Kosten voor huisvesting, automatisering en bureau worden met jaarlijks 3% geïndexeerd.
- Voor automatiseringskosten wordt jaarlijks een toename van € 250k verwacht voor softwarelicenties.
- De afschrijvingen nemen jaarlijks met € 0,5 miljoen toe door investeringen in het primaire en secundaire rekencentrum.
- Voor mogelijke incidentele knelpunten wordt jaarlijks een bedrag van € 1 miljoen begroot.
- Een deel van het gerealiseerde positieve resultaat over 2022 (namelijk een bedrag van € 5 miljoen) wordt in 2022 toegevoegd aan een bestemmingsreserve voor eventuele investeringen (schatting jaarlijks: € 1 miljoen) die nodig zijn om de doelen uit het meerjarenprogramma 2024-2028 te realiseren. Hoe deze bestemmingsreserve daadwerkelijk ingezet wordt, zal blijken wanneer de plannen verder geconcretiseerd zijn.
- Door de verruimde mogelijkheden om verlof te sparen naar aanleiding van de meest recente cao neemt de reservering voor openstaand verlof jaarlijks met € 2,5 miljoen toe. Dit veroorzaakt tevens het begrote verwachte negatieve resultaat voor de komende jaren.
- In 2022 ontvangt het CBS een bijdrage van € 19,5 miljoen vooruit om in de periode van 2023 tot en met 2028 een bedrag van jaarlijks € 3,25 miljoen te investeren in de versterking en beveiliging van de IT. Dit veroorzaakt de hoge stand van de liquide middelen in 2022 die daarna jaarlijks wat afneemt.
- Ondanks een verwachte negatieve egalisatiereserve als de verlofreservering fors gaat stijgen de komende jaren, blijft de liquiditeit positief. Aanvullend heeft het CBS nog een extra kredietfaciliteit van € 10 miljoen.
9.5 Risicoparagraaf
Het CBS heeft zestien risico’s geïdentificeerd en geanalyseerd. Op basis van deze risicoanalyse vergen de volgende risico’s extra aandacht:
- continuïteit IT in relatie tot het beperkte budget voor IT;
- afname financiële middelen vanuit EZK;
- incidenten in de productie-omgeving;
- inbreuken in de informatiebeveiliging;
- inbreuken in privacy.
Deze begroting bevat de volgende financiële risico’s:
- Het CBS genereert in 2023 naar verwachting voor ruim € 50 miljoen aan opbrengsten uit aanvullende statistische diensten. Indien deze opbrengsten teruglopen blijven de vaste personele lasten doorlopen, hetgeen financiële consequenties kan hebben. In de werkafspraken tussen CBS en het ministerie van EZK is ten aanzien van het risico van aanvullende statistische diensten afgesproken dat bij een substantiële vermindering van aanvullende statistische diensten het ministerie medeverantwoordelijk is voor het opvangen van de verliezen. Hierbij geldt dat er sprake moet zijn van een substantieel probleem dat veroorzaakt wordt door exogene omstandigheden en niet door beleidsbeslissingen die het CBS geïnitieerd heeft. Bovendien moet het CBS de gevolgen redelijkerwijs niet zelf kunnen dragen.
- In de begroting wordt verondersteld dat cao-loonstijgingen en pensioenpremiestijgingen in 2023 en volgende volledig worden gecompenseerd door het ministerie van EZK. Onvolledige compensatie van cao-loonstijgingen, pensioenkosten of prijsstijgingen kunnen niet zonder gevolgen voor het statistiekprogramma worden opgevangen. Wanneer dit risico zich voordoet zal het CBS in overleg treden met het ministerie van EZK om te komen tot passende oplossingen.
- Bij het opstellen van deze begroting bestond meer dan gewone onzekerheid over de prijsontwikkelingen van de materiële kosten. In deze begroting is er op basis van de verwachtingen van oktober 2022 gerekend met een stijging van circa € 3,5 miljoen op de kosten voor huisvesting (energie en huur), kantoor en licenties. Dit gaat ruim uit boven de nu voorziene prijscompensatie door het ministerie van EZK op basis van de MEV 2023 van september 2022. Het restant wordt gefinancierd uit de gestegen -opbrengsten van aanvullende statistische diensten. Momenteel zijn de prijsontwikkelingen nog steeds erg onzeker. Ook is onzeker hoeveel prijscompensatie het CBS uiteindelijk zal ontvangen van het ministerie van EZK. Een verdere prijsstijging, dan wel onvoldoende compensatie door het ministerie van EZK kan forse impact hebben op het uiteindelijke financiële resultaat.
- In de nieuwe cao zijn afspraken gemaakt dat een medewerker gemiddeld ongeveer 7 extra spaarverlofdagen krijgt. Dit is om de afschaffing van de PAS-regeling te compenseren. Het risico bestaat dat dit leidt tot een verlaging van de productieve uren. Hierdoor kunnen de begrote opbrengsten van aanvullende statistische diensten niet gerealiseerd worden. Ook zal dit ertoe leiden dat de dotatie aan de verlofvoorziening flink zal toenemen, wat niet binnen de huidige begroting opgevangen kan worden. Deze reservering zal de komende jaren naar verwachting nog verder toenemen: in de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van € 2,5 miljoen. Ook kent deze reservering een lange looptijd, aangezien deze spaaruren in de regel pas aan het einde van het dienstverband van medewerkers worden opgenomen of uitgekeerd. Deze reservering heeft dus een zeer beperkt effect op de liquiditeit van het CBS.