CBS Jaarplan 2023
30 november 2022Over deze publicatie
In dit document is een aantal thema’s benoemd die de maatschappelijke opgave van het CBS weergeeft om data te leveren op deze belangrijke onderwerpen. Verder is en blijft het speerpunt in het beleid om de toegang tot data te vergroten en de kwaliteit onveranderd hoog te laten zijn van data en van de bedrijfsvoering. Een visie op de toekomst is gevat in het Meerjarenprogramma 2024-2028 (MJP24-28).
1. Voorwoord
Iedere vijf jaar zijn we als CBS onderwerp van een externe evaluatie. Daarin wordt gekeken naar onze doelmatigheid, doeltreffendheid en onafhankelijkheid. In 2022 verscheen het meest recente evaluatierapport. Fijn om te lezen dat onze organisatie doeltreffend is, dat onze doelmatigheid zich goed heeft ontwikkeld en dat onze interne governance goed functioneert.
Tegelijkertijd was ik ook heel blij met de aanbevelingen uit deze evaluatie. Er werd onder meer geadviseerd om de transparantie van het werkprogramma te vergroten en de maatschappelijke waarde van de statistieken die wij als aanvullende statistische dienstverlening maken meer aandacht te geven. Tevens werd er gewezen op de vrije ruimte die nodig is om op eigen initiatief statistieken te maken. Terugkijkend naar de afgelopen twee jaar, waarin is gebleken dat de actualiteit in toenemende mate vraagt om nieuwe of uitgebreidere statistieken, is dat een belangrijk punt.
Naast de evaluatie die plaats heeft gevonden, hebben onze Europese collega’s ons in 2022 onderworpen aan een collegiale toetsing. Deze zogenaamde peer review was gericht op de mate waarin Nederland voldoet aan de Praktijkcode voor Europese statistieken. Het resultaat was positief: het CBS heeft een sterke focus op kwaliteit, een actieve rol in de internationale statistische gemeenschap en is pionier in het verkennen en gebruiken van nieuwe methoden en databronnen.
Kortom, goed om van verschillende kanten te horen dat we als organisatie Nederland op een betrouwbare manier voorzien van relevante en onafhankelijke statistieken. Dat beschouw ik dan tevens als een oproep aan onszelf om juist nu zelfkritisch te blijven.
De afgelopen maanden hebben namelijk in het teken gestaan van de vorming van onze toekomstplannen. Dit meerjarenprogramma 2024-2028 zonden wij op 31 oktober 2022 toe aan de minister van Economische Zaken en Klimaat en het is gebaseerd op gesprekken met vele partijen. Daaruit blijkt dat de behoefte aan nieuwe inzichten en statistieken erg groot is. Zo groot dat realisatie daarvan wat ons betreft alleen tot stand kan komen door keuzes te maken, te prioriteren, actief de samenwerking met andere partijen op te zoeken en fors te investeren in onze eigen IT en vooral in onze eigen mensen.
Daarom staat 2023, naast het vele reguliere werk in ons werkprogramma, ook nadrukkelijk in het teken van de periode erna. We gebruiken 2023 als voorbereidingsjaar om onszelf klaar te maken voor de opgaven van de toekomst.
Angelique Berg,
Directeur-Generaal
2. Statistisch programma
2.1 Wettelijke taak
De wettelijke taak van het CBS is om van overheidswege statistieken samen te stellen en te publiceren waaraan behoefte is. Dit zijn alle statistieken die meerjarig worden gefinancierd door overheden, ongeacht welke overheidspartij dat is. Daarnaast voert het CBS in beperkte mate op verzoek “losse” onderzoeken voor overheden uit, binnen de ruimte die de Beleidsregel Taakuitoefening CBS biedt (zie paragraaf 4.1). Alle statistieken zijn van algemeen belang en worden op geaggregeerd niveau voor iedereen tegelijkertijd openbaar gemaakt, ongeacht de financieringsbron.
De statistieken gaan over de volgende thema’s:
Arbeid en inkomen
- Arbeid en sociale zekerheid
- Inkomen en bestedingen
Economie
- Bedrijven
- Bouwen en wonen
- Financiële en zakelijke diensten
- Handel en horeca
- Industrie en energie
- Internationale handel
- Landbouw
- Macro-economie
- Overheid en politiek
- Prijzen
Maatschappij
- Bevolking
- Gezondheid en welzijn
- Natuur en milieu
- Onderwijs
- Veiligheid en recht
- Verkeer en vervoer
- Vrije tijd en cultuur
- Dossiers en overige thema-overstijgende output
Dagelijks verschijnen er tabellen en nieuwsberichten met de meest recente informatie. Een van de bestuurlijke prioriteiten van het CBS is het fenomeen gericht beschrijven van maatschappelijke opgaven. Statistische informatie heeft voor de gebruikers immers de meeste waarde, als zij in onderlinge samenhang wordt beschouwd. Gedetailleerde cijfers zijn al vele jaren gratis te raadplegen via de databank StatLine. Ook stelt het CBS zijn volledige databank als open data beschikbaar.
In 2023 voert het CBS een aantal wijzigingen door binnen het programma. Deze hangen samen met ontwikkelingen in wet- en regelgeving, met ontwikkelingen in de maatschappij of zijn het gevolg van het beschikbaar komen van nieuwe bronnen of methoden.
In de volgende paragrafen worden (wijzigingen in) statistieken beschreven. Op de website is een overzicht te vinden van de statistieken die het CBS samenstelt.
2.2 Arbeid en inkomen
2.2.1 Arbeid en sociale zekerheid
Banen en lonen
Het CBS stelt ook in 2023 gegevens beschikbaar over banen en lonen op basis van de Polisadministratie, een register waarin de meeste Nederlandse inkomstengegevens worden opgeslagen. Het betreft hier met name maand- en jaartabellen. Dit geldt tevens voor de statistieken over banen en lonen over Caribisch Nederland. De Polisadministratie wordt beheerd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en is onderdeel van de Loonaangifteketen: een van de grootste informatieketens van de overheid. De eigenaren van de loonaangifteketen zijn het UWV, Belastingdienst en het CBS. In deze keten worden gegevens één keer opgevraagd en aan verschillende afnemers beschikbaar gesteld. Het CBS levert als mede-eigenaar en afnemer van de Loonaangifteketen inhoudelijke, operationele en strategische bijdragen in de verschillende bestuurslagen van de keten.
Arbeid en lonen
De reguliere statistieken op het gebied van arbeid en lonen worden in 2023 voortgezet. Het betreft hier de statistieken over ziekteverzuim en vacatures, regionale banen, woonwerkafstanden, cao-lonen, stakingen, minimumlonen, jaarlonen, loonkloof tussen mannen en vrouwen, werknemers geboren in het buitenland, koopkrachtpariteiten en flexibele schil. In aanvulling op de reguliere statistieken op het gebied van arbeid en lonen, wordt in 2023 de basisverlegging van de cao-lonenstatistiek afgerond: de cao-lonenstatistiek is gebaseerd op indexcijfers, met als huidige basisjaar 2010 (index =100). Dit indexjaar wordt verlegd naar 2020. In 2023 wordt gestart met het vierjaarlijkse Loonstructuuronderzoek (Structure of Earnings Survey).
Werkgelegenheid en lonen
Per 1 januari 2022 is de informatie over werkzame personen per vestiging in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel komen te vervallen. Een aantal CBS-statistieken waar een Europese richtlijn aan ten grondslag ligt, kan echter niet zonder deze informatie. Dat zijn bijvoorbeeld regionale rekeningen naar laag regionaal niveau en statistieken op basis van de nieuwe verordening voor Europese bedrijfsstatistieken. In 2022 heeft het CBS de regionale enquête werkgelegenheid en lonen uitgebreid, zodat het CBS naast de verdeling van banen over de vestigingen, ook over het kenmerk werkzame personen per (lokale) bedrijfseenheid beschikt. In 2023 wordt dit proces verder geoptimaliseerd naar aanleiding van de eerste resultaten.
Armoede en sociale uitsluiting
In 2023 publiceert het CBS op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een nieuwe uitgave van Armoede en sociale uitsluiting. Hierin presenteert het CBS de nieuwste gegevens over de bevolking die in financieel en sociaal opzicht is achtergebleven bij de rest. Door de financiële situatie ook in relatie tot sociale factoren te beschrijven, plaatst het CBS de armoedeproblematiek in een breed maatschappelijk perspectief.
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden en Zelfstandigen Enquête Arbeid
De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en de Zelfstandigen Enquête Arbeid (ZEA) geven een beeld van de ontwikkeling van de arbeidsomstandigheden van werknemers en zelfstandig ondernemers in Nederland en zijn producten van de langjarige samenwerking met de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) op het terrein van arbeid. In het voorjaar van 2023 komen de nieuwste cijfers uit de NEA 2022 beschikbaar. Het onderzoeksontwerp en de vragenlijst zijn aangepast, zodat er jaarlijks cijfers beschikbaar komen over vaste onderwerpen. Daarnaast is er meer ruimte voor wisselende onderwerpen en verdieping. In het vaste deel is meer ruimte gemaakt voor sociale veiligheid, technologische veranderingen en informeel leren. Voor het wisselende deel wordt in 2023 ingegaan op de onderwerpen rouw en werk, discriminatie, gevaarlijke stoffen, en de invloed van eventuele COVID-19-maatregelen. De NEA vormt tevens de basis voor gegevens over niet-dodelijke arbeidsongevallen in het kader van de EU-statistiek over arbeidsongevallen. Medio 2023 worden ook de uitkomsten uit de ZEA 2023 gepubliceerd.
Sociale zekerheid en bijstand
De statistieken van de sociale verzekeringen over arbeidsongeschiktheid, werkloosheidswet en algemene ouderdomswet, de pensioenaansprakenstatistiek, de algemene ouderdomswet-aansprakenstatistiek en statistieken over personen met een uitkering worden in 2023 voortgezet.
Ook het volledige palet aan statistieken van de bijstand (bijstandsuitkeringen, -debiteuren en -fraude alsmede re-integratie door gemeenten) krijgt in 2023 een vervolg. Het CBS voert daarnaast op verzoek van het ministerie van SZW in 2023 onderzoek uit naar onder andere de kwaliteit van de aangeleverde data, extra uitvragen bij gemeenten naar gegevens die niet in de registratie zijn opgenomen en kwantitatieve statistiekoverstijgende onderzoeken.
De in verband met COVID-19 ingevoerde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) liep tot 1 oktober 2021. Daarna hadden ondernemers die nog financiële hulp nodig hadden, recht op bijstand vanuit het versoepeld Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen). Sinds maart 2020 zijn deze gegevens op verzoek van het ministerie van SZW uitgevraagd en in kaart gebracht. Alle steunmaatregelen zijn gestopt in 2022. In 2023 onderzoekt het CBS op verzoek van het ministerie van SZW het effect van deze maatregelen.
Vakbondsmonitor
Voor de vakbondsmonitor van het ministerie van SZW maakt het CBS in 2023 statistieken over werkstakingen en vakbondsleden.
Enquête beroepsbevolking
Per 1 januari 2021 ging de nieuwe Europese verordening voor de Enquête beroepsbevolking in. Hiervoor is de vragenlijst aangepast en wordt gebruik gemaakt van een personensteekproef in plaats van een adressensteekproef. Aangezien er in 2021 geruime tijd geen interviews aan huis mogelijk waren vanwege COVID-19-maatregelen, is besloten om langer op basis van het oude design te blijven publiceren. Sinds januari 2022 publiceert het CBS de resultaten van de vernieuwde Enquête beroepsbevolking: de maandcijfers werklozen en werkzame beroepsbevolking.
Barometer culturele diversiteit
Het CBS heeft een statistiek opgezet over de culturele diversiteit in bedrijfstakken en sectoren. Dat is gebeurd op verzoek van het ministerie van SZW om organisaties inzicht te bieden in de culturele diversiteit van hun personeelsbestand en organisaties de mogelijkheid te geven om beleid over culturele diversiteit te maken en te evalueren. Ook zijn barometers ontwikkeld voor organisaties waarmee zij zich kunnen spiegelen aan hun sector of bedrijfstak. Vanwege de overgang naar een nieuwe classificatie naar migratieachtergrond zijn deze barometers in de loop van 2021 tijdelijk gestopt. In 2022 heeft het CBS dit aan de hand van de nieuwe indeling weer opgepakt en dit wordt in 2023 voortgezet.
2.2.2 Inkomen en bestedingen
Inkomen
In 2022 heeft het CBS na in- en externe consultatie een nieuw raamwerk ontwikkeld om de betaalbaarheid van uitgaven in kaart te brengen. Doel van dit raamwerk is om een breed inzetbaar instrument te zijn om huishoudens met betaalbaarheidsrisico’s in kaart te brengen. Het raamwerk wordt in 2023 als eerste gebruikt voor het thema wonen.
2.3 Economie
2.3.1 Bedrijven
Herziening indeling van de economische statistieken
Binnen Europa is in 2019 een gebruikersconsultatie uitgevoerd naar de wensen voor de indeling van de economische statistieken. Het betreft de standaard bedrijfsindeling volgens de NACE (Nomenclature statistique des Activités économiques dans la Communauté Européenne), de statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Unie. Er is een taskforce met 20 landen opgericht, waar het CBS namens Nederland aan deelneemt. Deze taskforce heeft alle verzamelde voorstellen behandeld en van een advies voorzien hoe deze, waar wenselijk, te integreren in de NACE-revisie. Hierbij is afgestemd met de International Standard Industrial Classification of All Economic Activities (ISIC) die eveneens wordt herzien. De wettelijke procedure om de herziening officieel te kunnen doorvoeren wordt naar verwachting medio 2023 afgerond. Verder worden in 2023 de toelichtingen van de herziene NACE opgeleverd en wordt de NACE Rev. 2.1 officieel vastgelegd. Ook de CPA (Statistical Classification of Products by Activity), waarvan de structuur sterk afhankelijk is van de NACE, wordt in 2023 herzien. De herziene NACE en de daarvan afgeleide herziene Standaard Bedrijfsindeling (SBI) worden op 1 januari 2025 van kracht. In Europees verband is vastgelegd vanaf wanneer de verschillende bedrijfseconomische en macro-economische statistieken van de lidstaten op de herziene classificatie gebaseerd moeten zijn.
Staat van het midden- en kleinbedrijf
In 2023 zet het CBS op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de informatievoorziening over het midden- en kleinbedrijf (mkb) voort. De verwachting is dat de focus in 2023 ligt op duurzame groei van het midden- en kleinbedrijf en de transitiethema’s verduurzaming, digitalisering en arbeidsmarkt.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)-gebruik bij bedrijven
Samen met andere Europese statistische bureaus doet het CBS ook in 2023 onderzoek naar nieuwe ICT-ontwikkelingen bij bedrijven als onderdeel van het onderzoek ‘ICT-gebruik bedrijven’. Hierbij wordt voor het eerst ook aandacht besteed aan het onderwerp ransomware. De uitkomsten van het onderzoek uitgevoerd in 2022 publiceert het CBS in 2023 in de webpublicatie ICT, Kennis en Economie 2023.
Cybersecurity
In 2023 werkt het CBS aan een nieuwe editie van de Cybersecuritymonitor. In deze publicatie worden alle beschikbare resultaten over cybersecurity en cybercrime uit CBS-enquêtes gebundeld en waar mogelijk aangevuld met extra onderzoek. Met de Autoriteit Persoonsgegevens wordt samengewerkt om in de Cybersecuritymonitor ook uitgebreider te publiceren over datalekken.
Platformeconomie
Activiteiten van bedrijven die actief zijn als internetplatform hebben in potentie een grote impact, zowel economisch als sociaal. In de eerste helft van 2023 publiceert het CBS een nieuwe editie van de platformeconomiemonitor. Het onderzoek wordt uitgevoerd op verzoek van het ministerie van EZK.
Beleidsaanvullende statistieken Bedrijfsleven en Innovatie (BAS-B&I)
Op verzoek van het ministerie van EZK publiceert het CBS beleidsaanvullende statistieken vanuit het zogenoemde BAS-B&I-programma. Het omvat statistieken over de thema’s ICT, Research en Development (R&D) en innovatie, toerisme, bedrijven en bedrijvendemografie, en regionalisering.
2.3.2 Bouwen en wonen
Woningmarktstatistieken
Het convenant Bouwen en Wonen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wordt jaarlijks overeengekomen. Het convenant omvat jaarlijks terugkerende onderzoeken die het CBS op verzoek van het ministerie van BZK uitvoert over onder andere transformaties, eigendomtypes, woningproductie en tijdelijke woningen.
Vastgoedprijzen
De informatie over vastgoedprijzen wordt in 2023 verder aangevuld en verbeterd door middel van meerdere projecten, op verzoek van het ministerie van BZK en Eurostat. Het gaat daarbij onder meer om huurprijzen van commercieel vastgoed, spanningsindicatoren op de koopwoningmarkt en het mogelijk versnellen van de huizenprijsindex. In 2023 publiceert het CBS tevens elk kwartaal de prijsindex voor commercieel vastgoed. Intussen onderzoekt het CBS verdere verbeteringen en uitbreidingen van deze statistiek.
In 2023 wordt naar verwachting een nieuwe Europese wet (implementing act) aangenomen voor de geharmoniseerde samenstelling van huizenprijsindices (HPI) en zogeheten ‘Owner Occupied Housing Price Indices’ (OOHPI). In dat verband vindt in 2023 verder onderzoek plaats en worden verbeteringen doorgevoerd in de Nederlandse huizenprijsindices en prijsindices voor eigenwoningbezit.
In 2023 bereidt het CBS zogeheten basisverleggingen voor van de vastgoedprijsindices van het jaar 2015=100 naar het jaar 2021=100 en het jaar 2020=100.
Woningbehoefte Onderzoek
De uitkomsten van het woningbehoefte onderzoek 2021 zijn op 9 juni 2022 gepresenteerd. De voorbereidingen voor de volgende editie zijn daarna gestart. De dataverzameling van deze editie start in het najaar van 2023. Het CBS voert dit onderzoek éénmaal in de drie jaar uit op verzoek van het ministerie van BZK. Voor gemeenten bestaat de mogelijkheid om via het ministerie van BZK in te schrijven voor extra enquêtes binnen hun gemeente, de zogeheten oversampling.
Statistiek op basis van de waardering onroerende zaken (WOZ)
Sinds 2022 verwerkt het CBS de databron Landelijke Voorziening WOZ op een nieuwe manier. Dit leidt tot meer eenduidige statistiekuitkomsten van onder meer statistieken over de WOZ-waarde en over de belastingcapaciteit van gemeenten. Aan de outputkant worden het proces en het systeem in 2023 opnieuw ingericht voor meer efficiency, flexibiliteit en eenduidigheid.
2.3.3 Financiële en zakelijke diensten
Net als in voorgaande jaren publiceert het CBS ook in 2023 over de bedrijfsopbrengsten en –lasten en de omzetontwikkeling van bedrijven in de financiële en zakelijke dienstverlening.
2.3.4 Handel en horeca
Ook in 2023 publiceert het CBS over de omzetontwikkelingen en de bedrijfsopbrengsten en –lasten in de branches handel en horeca.
2.3.5 Industrie en energie
Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET)
De publieke samenwerking VIVET – Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Kadaster, Rijkswaterstaat (RWS) en het CBS – speelt een rol in het informatielandschap voor de energietransitie. Op basis van de ervaringen uit de eerste periode (2019-2021) heeft de stuurgroep van VIVET onder andere besloten de activiteiten nog beter af te stemmen op concrete vragen van de regionale overheden. Twee keer per jaar wordt de datawensenlijst bijgewerkt, door de betrokken partijen beoordeeld op urgentie en relevantie en waar nodig nieuwe projecten opgestart die invulling geven aan de informatiebehoeften.
Beleidsaanvullende statistieken Klimaat en Energie
Sinds 2022 voert het CBS op verzoek van het ministerie van EZK een jaarprogramma Klimaat en energie. Dit zijn statistische diensten van structurele aard die nodig zijn voor de ontwikkeling, monitoring en evaluatie van het beleid en de daarbij behorende beleidsinstrumenten. Onderdeel hiervan zijn de bijdrage aan de Klimaat- en Energieverkenning, de kwartaalcijfers broeikasgasemissies volgens de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)-indeling en de actualisatie, het aandeel hernieuwbare energie en een nieuwe vaste biomassastatistiek voor de Europese Unie (EU), de rapportage over energieverbruik en energiekosten van huishoudens (de ‘energierekening’) en het volgen van de in de EU afgesproken vermindering op aardgas- en elektriciteitsverbruik. De borging van projecten die in het VIVET-programma zijn ontwikkeld valt hier ook onder, zoals regionale uitsplitsingen van landelijke cijfers over zonnestroom, biomassa, hernieuwbare energie naar Regionale Energiestrategie (RES)-regio, energieverbruik van utiliteitsbouw en levering van aardgas en elektriciteit aan woningen en bedrijven tot op postcodegebied.
Energiearmoede
Een nieuw onderdeel van het jaarprogramma Klimaat en Energie is de Energiearmoedemonitor. In 2022 heeft het CBS hier een methode voor ontwikkeld, in nauwe samenwerking met TNO, en zijn de eerste cijfers gepubliceerd. De monitoring van energiearmoede bestaat uit een beperkte indicatorenset met daarin aandacht voor de energieuitgaven in relatie tot het inkomen en de energiekwaliteit van huizen, alsmede het inkomen dat overblijft na de energieuitgaven. In 2023 geeft het CBS in samenwerking met diverse partijen hier een verdere ontwikkeling aan. Denk aan het exacter bepalen welke huishoudens na betaling van de energierekening onvoldoende overhouden voor levensonderhoud, of bepalen hoeveel geld een huishouden tekort komt voor noodzakelijke investeringen in de woning.
Belevingen
In 2023 verschijnt de publicatie Belevingen 2022 over leefstijl en preventie. Het onderzoek Belevingen staat in 2023 in het teken van klimaat en energietransitie. Belevingen is een jaarlijks onderzoek over actuele onderwerpen die in de samenleving spelen, waarbij de nadruk ligt op de vraag hoe de Nederlandse bevolking deze onderwerpen ervaart. De publicatie van dit onderzoek volgt uiterlijk in de eerste helft van 2024.
2.3.6 Internationale handel
Ontwikkelprogramma Globalisering
Het CBS voert het ontwikkelprogramma Globalisering uit op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). Het CBS legt de resultaten van dit programma vast in de reguliere edities van de Internationaliseringsmonitor en in een aantal onderzoeksnotities. In 2023 verschijnen drie edities van de Internationaliseringsmonitor. In de eerste monitor van 2023 staat de handel met India centraal. De andere twee monitors hebben als thema duurzaamheid en handelsbeleid, en digitalisering en handel.
De kern van het ontwikkelprogramma is onderzoek naar de samenhang van internationale economische activiteiten van ondernemingen en hun impact op de nationale economie in termen van economische groei, werkgelegenheid, zowel sectoraal als regionaal. De aanpak bestaat veelal uit het integreren van uiteenlopende bestaande en nieuwe bronnen waarmee inmiddels een succesvolle portfolio van gekoppelde databases is ontwikkeld. In combinatie met de toepassing van geavanceerde methodes en innovatieve technieken voor datakoppeling is hiermee een basis gelegd voor verder onderzoek naar de structuur, ontwikkeling en effecten van economische globalisering.
Het programma globalisering in 2023 omvat naast de drie thema’s die in de internationaliseringsmonitors behandeld worden een aantal andere verdiepende thema’s. Dit zijn de volumeontwikkeling van de goederenhandel, “groene” provisies in handelsakkoorden, de voetafdruk van bepaalde productgroepen, een analyse van de grondstoffenhandel, een analyse van de digitale handel, digitalisering in het productieproces en internationalisering, en robotisering, waardeketengedrag en werkgelegenheid.
Nederland Handelsland
In 2023 brengt het CBS op verzoek van het ministerie van BZ voor de vijfde keer de jaarlijkse publicatie Nederland Handelsland uit met kerngegevens en indicatoren op het vlak van internationalisering van de Nederlandse economie en het bedrijfsleven. De publicatie en de bijbehorende tabellensets bevatten vele tijdreeksen, hoofdzakelijk op een hoog macro- of mesoniveau, met enkele onderwerpen specifiek gericht op prioriteiten uit de handelsagenda van het kabinet.
2.3.7 Macro-economie
Revisie nationale rekeningen en overheidsfinanciën
Conform het Europese geharmoniseerde revisiebeleid vindt er periodiek een revisie plaats van de nationale rekeningen en de hiermee samenhangende statistieken met betrekking tot de overheidsfinanciën. Bij een revisie worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen. Zo sluit het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aan bij alle onderliggende statistieken, bronnen en de internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. De vorige revisie werd in 2018 gepubliceerd en ging over het verslagjaar 2015. De volgende revisiepublicatie staat conform Europese afspraak gepland voor 2024 en heeft betrekking op het verslagjaar 2021. De voorbereidingen zijn in 2019 gestart en in de jaren tot publicatie worden revisiewerkzaamheden uitgevoerd. De revisie van 2024 is voornamelijk een bronnenrevisie waarbij wordt aangesloten op nieuw beschikbaar gekomen bronnen en inzichten, onder andere door de nieuwe Europese kaderverordening voor bedrijfsstatistieken. Ook enkele voorbehouden die voortkwamen uit de Europese verificatie van het Bruto Nationaal Inkomen worden meegenomen in deze revisie.
Sub-sectoren niet-financiële vennootschappen in nationale rekeningen
Bij de (macro) economische statistieken worden instellingen en bedrijven onderverdeeld in sectoren. Eén van die sectoren is die van de niet-financiële vennootschappen. Dit zijn ondernemingen met als hoofdactiviteit het produceren van goederen en niet-financiële diensten. Deze sector kent een grote diversiteit in samenstelling. Naast multinationals en het midden- en kleinbedrijf vallen hier ook ziekenhuizen, woningcorporaties en overheidsbedrijven onder. Beleidsmakers en andere (inter)nationale gebruikers hebben behoefte aan een verdere uitsplitsing van deze sector. Het doel is meer inzicht te krijgen in hoe geldstromen door Nederland lopen en een beter inzicht te krijgen in het hoge overschot op de Nederlandse lopende rekening. Dat laatste is een belangrijke indicator voor macro-economische disbalans in Europa. Het CBS onderzoekt hoe grote multinationals in Nederlandse of buitenlandse handen, of juist het midden- en kleinbedrijf, hieraan bijdragen. In 2022 publiceerde het CBS de eerste resultaten van de uitsplitsing over alle jaren doorgerekend en gepubliceerd tot en met 2021. In 2023 voert het CBS procesverbeteringen uit, om de kwaliteit van de opsplitsingen in de toekomst nog verder te verbeteren en onderdeel van het reguliere productieproces te maken.
2.3.8 Overheid en politiek
Informatie voor Derden (Iv3)-informatie
Het CBS is het centrale Nederlandse aanleverloket voor de zogeheten Informatie voor Derden (Iv3)-informatie, die door decentrale overheden dient te worden verstrekt aan het ministerie van BZK en het CBS. Deze financiële informatie wordt door het CBS enerzijds onbewerkt gedeeld in de vorm van open data en anderzijds bewerkt tot macro-economische output. Het CBS heeft in de afgelopen jaren, mede op verzoek van het ministerie van BZK, een vernieuwing doorgevoerd in de aanlevermogelijkheden waardoor de Iv3-informatiestroom beter wordt geborgd en de aanleverlasten voor de decentrale overheden afnemen. Bovendien kan de Iv3-informatie in de nieuwe opzet makkelijk worden uitgebreid met (facultatief aan te leveren) aanvullende financiële detailinformatie, wat tegemoetkomt aan de informatiebehoefte van de Open State Foundation, die hiervoor momenteel zelf gegevens uitvraagt. In 2022 zijn de eerste decentrale overheden gestart met aanlevering volgens de nieuwe werkwijze. In 2023 wordt het gebruik van deze nieuwe aanlevermogelijkheden uitgebreid en waar nodig wordt de werkwijze verder verbeterd. Daarnaast wordt de Iv3-uitvraag licht uitgebreid op het gebied van zorgkosten.
Financiële verhoudingswet
In het kader van de Financiële verhoudingswet keert het ministerie van BZK jaarlijks geld uit aan gemeenten. Met ingang van januari 2023 vindt er een herijking van de maatstaven van de Algemene Uitkeringen, Participatiewet en Jeugdwet plaats. Deze gegevens worden in een nieuwe StatLinetabel gepubliceerd, die onder meer gegevens bevat over demografie, woningen, sociale zekerheid, inkomen, fysieke omgeving, en onderwijs.
2.3.9 Prijzen
Binnen de consumentprijsindex (CPI) spelen verschillende internationale ontwikkelingen: het mogelijk op termijn opnemen van huizenprijzen in de Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) en het aanpassen van de standaard classificatie voor de CPI/HICP. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in 2021 de resultaten van haar ‘monetary policy strategy review’ gepresenteerd en hieruit komt de wens naar voren om de HICP uit te breiden met de prijsontwikkeling van huizen. Momenteel zitten noch de huizenprijs noch de gebruikskosten van de eigen woning in de HICP. Er vindt overleg plaats tussen Eurostat en de lidstaten over de manier waarop huizenprijzen, dan wel de gebruikskosten van de eigen woning, in de HICP moeten worden opgenomen en per wanneer.
Vanuit de Verenigde Naties is een nieuwe classificatie opgezet voor de consumentenprijsindex: Coicop2018 (Classification of Individual Consumption by Purpose). Eurostat heeft in overleg met de lidstaten bepaald dat per 2025 de huidige Ecoicop-classificatie (European Classification of Individual Consumption by Purpose) vervangen wordt door de nieuwe Coicop2018-classificatie. Het veranderen van de classificatie is ingrijpend, omdat de classificatie als rode draad door het productieproces van de statistiek heen loopt. Voorbereidende werkzaamheden voor de aanpassing van de classificatie zijn al gestart en worden in 2023 voortgezet.
Een derde onderwerp waarover internationale afstemming plaatsvindt, betreft de dataverzameling van energieprijzen. Landen gebruiken hier nu verschillende methoden voor, waardoor verschillende beelden over de ontwikkeling van deze prijzen ontstaan. Het CBS heeft hier in 2022 een onderzoek naar uitgevoerd. Resultaten worden ook in 2023 meegenomen bij de jaarlijkse publicatie over de energierekening.
Naast de internationale ontwikkelingen speelt ook dat het CBS vanaf begin 2023 overgaat tot publicatie van een eerste flashraming van de inflatie. Dit vindt plaats op het moment waarop tot dusver de flashraming van de HICP werd uitgebracht. Door de, soms substantiële, verschillen tussen flash-HICP en reguliere CPI was continu uitleg over deze verschillen nodig. Met deze publicatie wil het CBS de aandacht meer vestigen op de CPI en verwarring over de verschillen voorkomen.
2.4 Maatschappij
2.4.1 Bevolking
Demografische gegevens
Ook in 2023 publiceert het CBS maandelijks op StatLine diverse actuele demografische gegevens, zoals geboorten, sterfte, immigratie, emigratie, de bevolking naar demografische kenmerken en huishoudens naar type en omvang. Sinds het begin van de COVID-19-pandemie in 2020 publiceert het CBS de sterftecijfers wekelijks. Afhankelijk van de ontwikkeling van de COVID-19-sterfte publiceert het CBS ook in (een deel van) 2023 de sterftecijfers wekelijks op StatLine.
In de driejaarlijkse cyclus Bevolkingsprognose, Huishoudensprognose en Regionale bevolkings- en huishoudensprognose brengt het CBS in december 2023 een nieuwe Bevolkingsprognose uit. De bevolkingsprognose beschrijft tot 2070 de meest waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling van de bevolking naar leeftijd, geslacht en herkomstland. Ter onderbouwing van de hypotheses van deze prognose voert het CBS trendanalyses van de bevolkingsontwikkeling naar leeftijd, geslacht en land van herkomst uit. Daarnaast geeft het CBS samen met het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) de komende jaren vervolg aan de eerder uitgebrachte Bevolkingsverkenning 2050 op verzoek van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Bevolkingskernen
De in het kader van de Volkstelling 2021 vastgestelde gebiedsindelingen van bevolkingskernen worden van statistieken voorzien en gepubliceerd. De gebiedsbegrenzing bevolkingskernen is de Nederlandse invulling van “population clusters” zoals die voor de Europese Volkstellingen wordt gehanteerd en bestaat uit aaneengesloten bebouwd gebied met woongebied als kern.
Migratie en integratie
Er kunnen inhoudelijke en/of methodologische bezwaren zijn tegen het uitvoeren van een onderzoek waarin naar migratieachtergrond wordt uitgesplitst. Hiervoor heeft het CBS in 2021 een afwegingskader migratie- en integratiestatistieken opgesteld. Een interne expertgroep beoordeelt het gebruik van migratiekenmerken aan de hand van de uitgangspunten uit dit afwegingskader.
In 2021 is de vraag ‘op welke manier moet migratieachtergrond worden ingedeeld?’ opgepakt, aangezien de indeling naar westers/niet-westers niet meer actueel was en niet aansloot op de huidige maatschappij. Begin 2022 is er een nieuwe standaardindeling vastgesteld en is gestart met de implementatie van deze nieuwe standaardindeling in nieuwsberichten en StatLine. In 2023 wordt deze implementatie afgerond.
Eens per twee jaar (de even jaren) stelt het CBS het Jaarrapport integratie op, mede op verzoek van het ministerie van SZW. In de tussenjaren 2023 en 2025 voert het CBS een verdiepende studie uit naar de sociaal-economische positie van specifieke, nader te bepalen bevolkingsgroepen in Nederland. In deze studie kan de sociaal-economische en maatschappelijke positie van een specifieke herkomstgroepering worden onderzocht of wordt binnen een specifiek onderwerp met betrekking tot integratie naar de positie van verschillende groepen gekeken. Het CBS en het ministerie van SZW stemmen vooraf met elkaar af welke groepering of onderwerp in de betreffende publicaties centraal staat.
Het CBS publiceert ook in 2023 de statistiek Migratiemotieven die het CBS op verzoek van het ministerie van Justitie & Veiligheid (JenV) samenstelt. Deze statistiek geeft informatie over de immigratie van niet-Nederlanders met een uitsplitsing naar de reden waarom zij zich in Nederland vestigen. Hierbij maakt het CBS onderscheid naar onder andere asiel-, arbeids-, gezins- en studiemigranten. Daarnaast doet het CBS op verzoek van het ministerie van SZW onderzoek naar arbeidsmigratie buiten EU/EFTA (European Union/European Free Trade Association) en bijbehorende gezinsmigratie. Vanuit de ministeries van SZW en JenV is de ambitie uitgesproken de migratiemotieven en het dashboard Arbeidsmigratie niet-EU/EFTA te integreren tot één product. In 2023 onderzoekt het CBS in overleg met beide ministeries hoe deze integratie er uit gaat zien.
Binnen het nieuwe inburgeringsstelsel, dat op 1 januari 2022 in werking is getreden, is een belangrijke rol weggelegd voor monitoring en evaluatie. Het gaat hierbij om het verkrijgen van inzicht in de doeltreffendheid, het doelbereik, en de werking van het nieuwe beleid. In dit kader en ten behoeve van monitoring en evaluatie, heeft het CBS het verzoek van het ministerie van SZW gehonoreerd om de kwantitatieve gegevens te verzamelen en deze te verrijken met andere statistieken. In 2022 zijn tijdens de ontwikkelfase systemen opgezet en is het CBS gestart met het verzamelen en verwerken van de data over inburgering van gemeenten, Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In 2023 richt het CBS het proces voor het samenstellen van het analysebestand van de monitoring en evaluatie van de Wet inburgering in en ontwikkelt het CBS de jaarlijkse monitor inburgering. Het analysebestand wordt beschikbaar gesteld in de Remote Access omgeving van het CBS voor onderzoek door externe onderzoekers. De jaarlijkse monitor inburgering bevat een aantal visueel weergegeven kerncijfers over inburgering op landelijk niveau. De monitor geeft inzicht in de omvang van het aantal inburgeraars en hun demografische en sociaal-economische kenmerken en kenmerken over hun inburgeringstrajecten. Medio 2023 komen de eerste uitkomsten over 2022 beschikbaar.
2.4.2 Gezondheid en welzijn
Niet-financiële zorgstatistieken
In 2023 publiceert het CBS cijfers over het gebruik van medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en huisartsenzorg. Deze cijfers zijn uitgesplitst naar diagnose en verschillende persoons- en zorgkenmerken. In verband met COVID-19 is de informatie over ziekenhuiszorggebruik uitgebreid met een extra diagnosegroep voor COVID-19. Daarnaast werkt het CBS met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Zorginstituut, het Trimbos-instituut en ZorgTTP verder aan het inrichten van een strategie voor het verzamelen van data om de continuïteit van diagnosegegevens in de geestelijke gezondheidszorg te borgen. Vanaf begin 2024 moet deze route operationeel zijn.
Doodsoorzakenstatistieken
Sinds 1901 publiceert het CBS gegevens over de doodsoorzaken van alle overleden inwoners van Nederland. Hierbij wordt voortdurend aandacht besteed aan Internationale vergelijkbaarheid, onder andere door afstemming met de World Health Organization (WHO), door reproduceerbaarheid en door het op peil houden en vergroten van kennis over deze statistiek bij artsen en artsen in opleiding. In 2020 is deze statistiek uitgebreid met COVID-19-gerelateerde gegevens. Daarnaast is vanaf 1 januari 2022 de nieuwe Wet op de Lijkbezorging van kracht geworden. Die wet geeft artsen de keuze om gegevens ook digitaal aan te leveren aan het CBS. In 2022 is voor een groot deel van de artsen toegang tot digitaal aanleveren gerealiseerd door het CBS in samenwerking met softwareleveranciers. Het CBS continueert deze aanpak en blijft in 2023 de mogelijkheid om digitaal aan te leveren onder de aandacht brengen bij artsen.
Financiële zorgstatistieken (inclusief personeel)
In 2023 publiceert het CBS financiële en personeelsgegevens van zorginstellingen, zorgpraktijken en overige aanbieders van zorg en welzijn. Door een groot aantal gegevens over zorg en welzijn van binnen en buiten het CBS tot een volledig en samenhangend beeld te integreren, specificeren de zorgrekeningen de totale uitgaven aan zorg en welzijn naar financieringsbron, functie en type zorgaanbieder.
Het CBS publiceert daarnaast over het aantal medisch geschoolden en hun achtergrondkenmerken, zoals leeftijd, geslacht, arbeidspositie, woonregio, sector en arbeidsduur. De afzonderlijke tijdreekstabel over medisch geschoolden heeft 1999 als startjaar. Daarnaast is in 2022 gestart met de periodieke revisie van de financiële zorgstatistieken, deze wordt in 2023 afgerond. Ook wordt in 2023 aandacht besteed aan de afronding van de implementatie van de nieuwe Europese verordening voor Europese bedrijfsstatistieken in de gezondheidsstatistieken.
Arbeidsmarkt zorg en welzijn (AZW)
Het Rijksbrede onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt zorg en welzijn (AZW) draagt bij aan een optimaal functionerende arbeidsmarkt in de sectoren zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg en kinderopvang. Het CBS beheert hiervoor een datawarehouse (AZW-StatLine) en een dashboard met kernindicatoren over AZW, zowel landelijk als regionaal.
Naast deze basis data-infrastructuur werkt het CBS aan innovatieve projecten binnen het AZW-programma, waarbij actuele vraagstukken in de sector zorg en welzijn worden meegenomen. Ook publiceert het CBS informatie die via panels van werkgevers en van werknemers verzameld is. Het onderzoek vindt plaats op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Monitor langdurige zorg (MLZ)
Sinds 2013 geeft het CBS op verzoek van het ministerie van VWS in de Monitor langdurige zorg (MLZ) inzicht in de indicatie, het gebruik en de kosten van de langdurige zorg. De actuele kerncijfers, metadata en maatwerktabellen van de monitor worden gepubliceerd op www.monitorlangdurigezorg.nl. Meer uitsplitsingen van deze cijfers zijn beschikbaar in de bijbehorende MLZ-StatLine omgeving.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Om de stapeling van de kosten van zorg en ondersteuning voor zorggebruikers te beperken, is in 2019 voor de Wet maatschappelijke ondersteuning een abonnementstarief voor de eigen bijdrage ingevoerd. Het CBS levert een kwantitatieve bijdrage aan de monitoring van de effecten van deze maatregel. Op verzoek van het ministerie van VWS is er informatie ontwikkeld over het Wmo-gebruik, de samenhangende kosten en opbrengsten en de instroom van zorggebruik in de Wet langdurige zorg (Wlz). Het project is verlengd tot en met 2023.
Hospital standardized mortality ratio (HSMR)
Het CBS levert jaarlijks een berekeningsmodel voor het bepalen van gestandaardiseerde sterfte ratio’s in ziekenhuizen, de zogenaamde hospital standardized mortality ratio (HSMR). In overleg met Dutch Hospital Data (DHD), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is in 2021 onderzocht op welke wijze de berekening van de HSMR over 2020 aangepast moet worden in verband met de ziekenhuisopnamen van COVID-19-patiënten. Deze aanpak wordt ook in 2023 gehanteerd.
Onderzoek COVID-19
In 2021 is het CBS op verzoek van het ministerie van VWS gestart met het uitvoeren van statistisch onderzoek naar COVID-19. Het doel van dit statistisch onderzoek is beleid en onderzoek te voorzien van relevante informatie die bijdraagt aan de bestrijding van COVID-19 en het in kaart brengen van de maatschappelijke effecten. De onderzoeken hebben onder meer geleid tot diverse publicaties waarin sociaal-economische en demografische analyses werden beschreven. In 2022 leidde dit tot de publicatie van een onderzoeksrapport over de oorzaken van oversterfte dat in nauwe samenwerking met het RIVM tot stand was gekomen. Onderzoek naar COVID-19 wordt in 2023 voortgezet.
2.4.3 Natuur en milieu
Natuurstatistieken: Netwerk ecologische monitoring (NEM)
De natuurstatistieken vinden ook in 2023 hun basis in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Daarnaast voert het CBS op beperkte schaal opnieuw werkzaamheden uit voor de provincies (via BIJ12, onderdeel van de vereniging Interprovinciaal overleg IPO), waaronder flora-monitoring en monitoring voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, evenals het Informatiehuis Marien in verband met monitoring van Noordzee, Waddenzee en delta. Voor de monitoring in het kader van het NEM werkt het CBS onder meer samen met de unit Wettelijke Onderzoekstaken (WOT) Natuur & Milieu van Wageningen University & Research.
In 2023 vindt naar verwachting uitbreiding van natuurmonitoring in het kader van het NEM plaats in verband met de wensen om op provinciaal niveau en op gebiedsniveau (Natuur Netwerk Nederland (NNN) en Natura 2000) de informatievoorziening te verbeteren, met name rond de effecten van stikstofdepositie op kwetsbare natuur. Daarnaast worden – waar mogelijk - verbeteringen nagestreefd, zowel op het niveau van tellingen als bij statistische verwerking. In 2023 wordt ook weer gestart met de voorbereidingen voor de nieuwe Vogel- en Habitat Richtlijn rapportages die in 2024 gereed moeten komen.
Circulaire economie
In 2023 geeft het CBS verder invulling aan een aantal onderwerpen op het snijvlak van milieu en economie. Het CBS draagt bij aan het ontwikkelen en verbeteren van informatie over de kosten van de energietransitie, actuele cijfers over broeikasgassen volgens Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)-definities en over de waterproblematiek.
Het CBS draagt met zijn kennis en data, in nauwe samenwerking met andere kennisinstellingen, ook in 2023 bij aan het monitoren van de transitie naar een circulaire economie via de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) van het PBL. Het gaat onder andere om een verbeterde wijze van de dataverzameling van de inzet van secundaire grondstoffen en materialen bij bedrijven, een update van een inventarisatie van bedrijven op het terrein van circulaire economie en de materialenmonitor. Daarnaast ontwikkelen het CBS en PBL, gelet op de grote beleidsbehoefte, de komende jaren complete en samenhangende cijfers over milieu-voetafdrukken. Een belangrijke ontwikkeling is het doelentraject van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) waarbij de doelen richting een circulaire economie scherper worden geformuleerd. Het CBS neemt deel aan de gesprekken over hoe de monitoring hiervan (op het niveau van productgroepen) kan worden opgezet.
2.4.4 Onderwijs
Onderwijsachterstanden
Het CBS berekent op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) achterstandsscores die informatie geven over de verwachte onderwijsachterstand op basisscholen en in gemeenten. Het ministerie van OCW wil de berekening regelmatig evalueren zodat de achterstandsscores een actueel beeld blijven geven. Het CBS zoekt, samen met het ministerie van OCW, naar de beste manier om de achterstandsscores actueel te houden. Daarnaast ontwikkelt het CBS, eveneens op verzoek van het ministerie van OCW, indicatoren over de verwachte onderwijsachterstand in het voortgezet onderwijs.
Monitor Laaggeletterdheid
Het doel van de Monitor Laaggeletterdheid is dat Rijk en gemeenten op landelijk niveau inzicht krijgen in de effecten van de uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs op de aanpak van laaggeletterdheid. Afgelopen jaar is een pilot Monitor Laaggeletterdheid op verzoek van het ministerie van OCW uitgevoerd door het CBS in samenwerking met de projectgroep vanuit het Rijk en gemeenten ondersteund door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)/Divosa. Vanuit deze pilot gaat het CBS op verzoek van het ministerie van OCW, een proefdraai-jaar Monitor Laaggeletterdheid uitvoeren, waarbij de opgedane ervaringen tijdens de pilot de basis vormen voor het verder inrichten van de monitor.
2.4.5 Veiligheid en recht
Veiligheidsmonitor
In het voorjaar van 2022 zijn de resultaten van de Veiligheidsmonitor gepubliceerd. Dit onderzoek is in een nieuwe opzet uitgevoerd om beter aan te sluiten bij de veranderde informatiebehoefte van de gebruikers. In het najaar van 2023 start de dataverzameling voor de volgende editie. De voorbereidingen hiervoor zijn in het najaar van 2022 gestart. De publicatie van de resultaten vindt in het voorjaar van 2024 plaats. De veiligheidsmonitor wordt in de oneven jaren uitgevoerd, in samenwerking met het ministerie van JenV.
Monitor Online Criminaliteit
Na een pilot in 2019 vond in 2022 de dataverzameling voor de Monitor Online Criminaliteit plaats. Publicatie van de resultaten vindt in het voorjaar van 2023 plaats. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op verzoek van het ministerie van JenV. De ambitie is om hier een tweejaarlijks onderzoek van te maken en dit te laten plaatsvinden in de jaren dat er geen Veiligheidsmonitor wordt uitgevoerd.
Prevalentiemonitor huiselijk en seksueel geweld
In 2023 start het CBS de voorbereidingen voor de editie van 2024 van het onderzoek naar huiselijk en seksueel geweld. Het CBS voert dit onderzoek uit op verzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en het ministerie van JenV.
Monitor Zelfgerapporteerde jeugddelinquentie
Het doel van de Monitor Zelfgerapporteerde jeugddelinquentie (MZJ 2023-2025) is inzicht te krijgen in de aard en omvang van door jongeren zelfgerapporteerde delinquentie, slachtofferschap en risico- en beschermende factoren, verschillen tussen diverse subgroepen, regio’s en typen delicten. Het vormt onderdeel van werkzaamheden van de Monitor Jeugdcriminaliteit (MJC). Het nieuwe MZJ-onderzoek heeft een hogere frequentie (tweejaarlijks), een andere wijze van dataverzameling (internetwaarneming en smartphonegeschikt), een kortere invulduur en bevat naast een vast deel een flexibel vragendeel. Het CBS voert de dataverzameling uit in 2023, de publicatie van de resultaten vindt in mei 2024 plaats.
2.4.6 Verkeer en vervoer
Herontwerp statistiek Verkeersprestaties
In 2022 is gestart met het herontwerp van de statistiek over verkeersprestaties. Deze statistiek beschrijft de afgelegde voertuigkilometers (de zogenaamde verkeersprestatie) van personenauto’s, bestelauto’s, vrachtauto’s, trekkers voor oplegger, speciale voertuigen en bussen. Deze statistiek vormt tevens de basis voor de berekening van de omvang van de emissies door het wegverkeer. In 2023 wordt dit traject grotendeels afgerond. Het herontwerp bestaat uit procesverbeteringen en inhoudelijke verbeteringen die leiden tot inhoudelijk betere en meer gedetailleerde output.
Herontwerp statistiek Motorvoertuigenpark
In 2023 gaan de statistieken van het Motorvoertuigenpark over op de Europese voertuigclassificatie. Deze classificatie wordt momenteel al veelvuldig door externe partijen zoals TNO en Eurostat gebruikt. Voordeel hiervan is dat de CBS-cijfers beter aansluiten bij de externe gegevens.
Onderweg in Nederland
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) is een bekostigd continu onderzoek naar de mobiliteit van de Nederlandse bevolking dat het CBS op verzoek van het ministerie van IenW uitvoert. Dagelijks verzamelt het CBS gegevens over verplaatsingen van personen. De steekproefomvang van het landelijke basisonderzoek in een regio kan, op verzoek van een publiekrechtelijke instelling worden uitgebreid ten behoeve van meer gedetailleerde regionale informatievoorziening. Bij zo’n aanvullend onderzoek benadert het CBS een groter aantal personen in de betreffende regio. In het tweede kwartaal van 2023 publiceert het CBS de uitkomsten van het onderzoek Onderweg in Nederland 2022.
Buisleidingtransport
In tegenstelling tot de statistieken van de modaliteiten wegvervoer, binnenvaart en spoorvervoer is er voor het buisleidingentransport geen Europese verordening op basis waarvan deze statistiek dient te worden samengesteld. Het buisleidingentransport wordt (steeds meer) als duurzaam alternatief gezien om goederen naar het achterland te transporteren. In het kader hiervan heeft het CBS in 2022 op verzoek van het ministerie van IenW deze statistiek gemaakt. In 2023 wordt deze statistiek (over statistiekjaar 2022) gecontinueerd en waar mogelijk uitgebreid. Om lastendruk voor het bedrijfsleven en informatiebehoefte zorgvuldig tegen elkaar af te wegen wordt een klankbordgroep opgericht waarin naast het CBS ook de beleidsafdeling van het ministerie van IenW, Rijkswaterstaat en VELIN, de branchevereniging van buisleidingeigenaren, zitting nemen.
Logistieke (container)ketens
De afgelopen jaren heeft het CBS intensief met Rijkswaterstaat, het ministerie van IenW en het bedrijfsleven samengewerkt om stap voor stap te komen tot betere statistieken over logistieke (container)ketens. Van oudsher, zo is het ook afgebakend in Europese verordeningen, maakt het CBS statistieken van het transport via afzonderlijke modaliteiten (wegvervoer, spoorvervoer, zeevaart en binnenvaart). Het transport loopt echter juist vaak via meerdere modaliteiten: bijvoorbeeld goederen die in China worden geproduceerd en via de Rotterdamse haven per binnenvaartschip naar Venlo gaan om vervolgens per vrachtauto naar Duisburg (het verdeelpunt van Europa) te worden getransporteerd. In 2023 brengt het CBS de complete containerketen in beeld en kunnen investeringsbeslissingen in infrastructuur of duurzaamheidsbeleid beter worden afgewogen.
Vehicle Emission Shipment Data Interface (VESDI)
Met het project Vehicle Emission Shipment Data Interface (VESDI) heeft het CBS in 2022 een samenwerking gerealiseerd met Stichting Uniform Transport Code (SUTC), een infrastructuur om elektronisch de basisgegevens van transport te verzamelen en aan te leveren aan het CBS. Bedrijven kunnen op die manier makkelijker gedetailleerde, statistische data aanleveren. Daardoor wordt de kwaliteit van de statistische data voor gebruikers van CBS-data - overheden en bedrijven - veel hoger. Voor beleidsontwikkeling is dat van groot belang. De voordelen zijn meervoudig: van betere data voor statistiek en beleid tot het verbeteren van data delen in logistiek door inzet van open IT-standaarden (Open Trip Model (OTM)). Ondernemers hoeven in het geval van OTM net als de XML (Extensible Markup Language) geen CBS-enquête meer in te vullen, wat een verlaging van de regeldruk bij ondernemers betekent. In 2023 wordt dit met meer bedrijven opgeschaald. Het betekent ook een versnelling van digitalisering in het bedrijfsleven. In deze samenwerking zijn verder ook partijen zoals Stichting Uniform Transport Code (SUTC), Transport en Logistiek Nederland, Dalti, Ishare en Evofenedex betrokken. Het project past de principes van de Basis Data Infrastructuur toe die het ministerie van IenW momenteel ter uitvoering van de Digitale Elektronische interface ontwikkelt.
Naast betere inputdata is in 2022 ook een VESDI output platform tot stand gekomen en is een laagdrempelig proces vastgesteld zodat zowel nationale als regionale overheidspartijen snel relevante gegevens bij het CBS kunnen ophalen. Het doel is dat in 2023 steeds meer partijen toe treden tot een gebruikersgroep, waarbij deze partijen structureel samen met het CBS nadenken om dit platform verder door te ontwikkelen en uit te bouwen, zodat het steeds beter aansluit bij de informatiebehoefte met betrekking tot met name duurzaamheidsvraagstukken in de Nederlandse steden.
Basisdata goederenvervoer voor de ontwikkeling van strategische verkeers- en vervoersmodellen
Voor de verdere ontwikkeling van strategische verkeers- en vervoersmodellen en voor de beleidsmonitoring en –evaluatie heeft het CBS het verzoek van Rijkswaterstaat gehonoreerd om de komende jaren data te leveren over economie, handel, transport en logistiek. Daarnaast vindt specifieke innovatieve kennisoverdracht plaats. Het CBS en Rijkswaterstaat tekenden hiervoor een vierjarige samenwerkingsovereenkomst. Op jaarbasis, dus ook in 2023, stemmen beide partijen af welke leveringen er per module plaatsvinden.
Vervoersstromen en circulaire economie
Voor het meten van de transitie naar een circulaire economie hebben regionale overheden belang bij gegevens over regionale handels- en vervoerstromen. In samenwerking met de gemeente Amsterdam en de provincies Noord-Holland en Utrecht heeft het CBS de waarde en het brutogewicht van de goederenstromen geschat voor regionale gebieden. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen vijfentwintig goederengroepen en de stromen invoer, uitvoer, doorvoer, distributie en productie voor eigen regio. In 2023 worden deze schattingen geactualiseerd met de gegevens over 2022.
Het samenstellen van deze regionale goederenstromendata sluit aan bij het nationaal Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, geleid door het PBL en uitgevoerd in samenwerking met onder andere CBS, CPB, RIVM en TNO.
2.4.7 Vrije tijd en cultuur
Sportstatistieken
Het CBS doet elke drie jaar onderzoek bij sportorganisaties, sportverenigingen en sportaccommodaties, waaronder ook fitnesscentra. Begin 2023 publiceert het CBS de nieuwste cijfers die het jaar 2021 betreffen.
Vrije tijd omnibus (VTO)
In de Vrije Tijd Omnibus (VTO) 2022-2023 onderzoekt en beschrijft het CBS de vrijetijdbestedingen van Nederlanders aan met name cultuur en sport op verzoek van de ministeries van OCW en VWS. De dataverzameling is in 2022 gestart, de resultaten volgen in 2023.
Bibliotheken
Het CBS start op verzoek van de Koninklijke Bibliotheek in 2023 – in aanvulling op de statistiek bibliotheken – met een tweede uitgebreider onderzoek naar achtergrondkenmerken van bibliotheekleden. Het CBS publiceert de cijfers medio 2023.
2.5 Dossiers en thema-overstijgende publicaties
2.5.1 Monitor Brede Welvaart
In 2023 verschijnt de zesde editie van de Monitor Brede Welvaart. Deze bevat cijfers over de voortgang en de Europese positie van Nederland met betrekking tot de Sustainable Development Goals (SDG’s). De monitor wordt jaarlijks besproken tijdens het Verantwoordingsdebat in de Tweede Kamer. In de komende edities van 2023 tot en met 2026 wordt elk jaar extra geïnvesteerd in de kwaliteit van een aantal Sustainable Development Goals. Ook wordt gewerkt aan stroomlijning van de monitoring van de SDG’s voor de Verenigde Naties bijvoorbeeld door afstemming met departementen over wie welke gegevens verzamelt. Daarnaast is het CBS betrokken bij initiatieven om het concept van brede welvaart (beter) te verankeren in de beleids- en begrotingscycli. Zo heeft het CBS bij wijze van proef factsheets ontwikkeld die de brede welvaartsontwikkeling op de beleidsvelden van enkele departementen in één oogopslag zichtbaar maken. In 2022-2023 stelt het CBS voor alle departementen factsheets op.
Vanaf het begin in 2018 hebben politici, gemeenten en provincies uitgesproken dat ook regionalisering van de Monitor Brede Welvaart zeer wenselijk is. Er is een groeiende vraag naar informatie over de brede welvaart waarmee beleidsontwikkeling en besluitvorming op gemeentelijk en provinciaal niveau – dichtbij de leefomgeving van burgers – wordt ondersteund. In 2020 verscheen de eerste editie van de regionale Monitor Brede Welvaart, die in een aantal stappen kan worden doorontwikkeld. Op verzoek van het ministerie van BZK stelt het CBS de monitor voor de jaren 2022, 2023, 2024 en 2025 samen.
2.5.2 Milieurekeningen en natuurlijk kapitaalrekeningen
De milieurekeningen kwantificeren de relatie tussen economie en milieu. Om tot een consistente statistische beschrijving te komen van deze relatie, sluiten de milieurekeningen aan op de classificaties en definities van de nationale rekeningen. Voor bijvoorbeeld afval-, water-, energie- en luchtemissies worden op deze wijze rekeningen opgesteld. Het CBS draagt met zijn expertise ook in 2023 bij aan de verdere ontwikkeling van (inter)nationale standaarden op dit terrein zoals het System of Environmental-Economic Accounting: Ecosystem Accounting (SEEA EA) van de Verenigde Naties.
In de afgelopen jaren hebben het CBS en Wageningen universiteit de Natuurlijk Kapitaal Rekeningen voor Nederland ontwikkeld. Deze zijn samengesteld op basis van System of Environmental-Economic Accounting: Ecosystem Accounting. In 2021 zijn de Natuurlijk Kapitaal Rekeningen officieel gepubliceerd. In 2022 en 2023 wordt op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in overleg met de overheid, het bedrijfsleven en diverse belangengroepen zoals agrarische natuurorganisaties, in workshops gewerkt aan concrete beleidstoepassingen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, ruimtelijke inrichting, waterbeheer, landbouw en natuur.
De komende jaren wordt het stelsel van Europees milieurekeningen uitgebreid met drie nieuwe milieurekeningmodules: bosrekeningen, ecosysteemrekeningen en rekeningen voor milieusubsidies en soortgelijke overdrachten.
Het ministerie van EZK heeft het CBS in 2022 gevraagd een voorstel te doen voor de ontwikkeling en meerjarige productie van een monitor verduurzaming industrie (MVI). De MVI wordt geproduceerd op basis van een datainfrastructuur waarin bedrijven worden gekoppeld aan bestanden met microdata over aspecten van economische en milieuprestaties. Dit betreft bijvoorbeeld emissies, investeringen, productiekosten en energieverbruik. Waar mogelijk worden uitkomsten internationaal vergeleken. De MVI wordt een aparte aanvulling op de Monitor Klimaatbeleid. Met de MVI levert het CBS een bijdrage aan de feitenbasis van het klimaatbeleid. Momenteel wordt een rapport opgesteld met de pilotbevindingen. Dit rapport vormt de basis voor EZK om te besluiten tot een meerjarige monitor.
2.5.3 Regionale statistieken
Het CBS zet in 2023 de in 2022 ontwikkelde fietspaden- en openbaar vervoersnetwerken in voor bijvoorbeeld regionale nabijheidsstatistieken.
Dankzij Europese financiering levert het CBS informatie voor één van de Sustainable Development Goals (SDG’s), namelijk SDG 11 Duurzame mobiliteit. Onderdeel daarvan is het aanboren van nieuwe databronnen om meer gegevens op regionaal niveau aan te bieden. In dit kader onderzoekt het CBS de geografische koppeling van adressen met de emissieregistratie, een samenwerkingsverband van het RIVM, het CBS, PBL, Wageningen University & Research (WUR) en Deltares.
In 2023 is het mogelijk voor de grote steden om stadsdeelgebieden te introduceren in de CBS-codering. Deze tussenlaag maakt het grote aantal wijken voor de gemeentes hanteerbaarder voor hun beleidsvormings- en uitvoeringsonderdelen.
2.5.4 Basis Survey Data Infrastructuur (BSDI)
In 2021 startte het CBS op verzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) de dataverzameling voor de Basis Survey Data Infrastructuur (BSDI). Deze survey vervangt diverse onderzoeken die eerder voor het SCP werden uitgevoerd, zoals het onderzoek Culturele Veranderingen / SCP Leefsituatie Index. De survey bestaat uit twee delen: een subjectief deel (normen, waarden, opvattingen, ervaringen van burgers) en een objectief deel (leefsituatie, gedrag van burgers). De dataverzameling is einde 2021 gestart en loopt vier jaar door. In 2023 worden zowel kwartaalbestanden als jaarbestanden opgeleverd aan het SCP. De publicatie wordt verzorgd door het SCP.
2.5.5 Jeugd
Op verzoek van het ministerie van VWS beheert het CBS van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 de Landelijke Jeugdmonitor. Hierbij gaat het om het verzamelen van data uit bestaande databronnen en het publiceren over deze data. Om de situatie van de jeugd in Caribisch Nederland goed in beeld te brengen, voert het CBS aanvullend een scholierenonderzoek uit.
In 2023 publiceert het CBS elk halfjaar actuele informatie over het aantal personen met Jeugdzorg. Deze informatie komt regionaal beschikbaar (jeugdregio/gemeente/wijk) in een aantal StatLinetabellen en ook in een aantal interactieve regionale dashboards. Tevens worden elk halfjaar cijfers gepubliceerd over kindermishandeling en huiselijk geweld, bezien vanuit de regierol die de Veilig Thuis organisaties daarin uitvoeren. Het onderzoek vindt plaats op verzoek van het ministerie van VWS.
2.5.6 Bevorderen van werken met data
Het CBS zet in 2023 de inzet om het werken met gebruik van data binnen overheidsorganisaties te stimuleren voort door in voorkomende gevallen te participeren in projecten en door het organiseren van workshops. Het doel hiervan is om het toepassen en het gebruik van data voor beleidsonderzoek en -vorming laagdrempeliger te maken. Daarnaast participeert het CBS op landelijk niveau actief in initiatieven rond de interbestuurlijke datastrategie (zie ook paragraaf 5.2).
2.5.7 Caribisch Nederland
Door de bijzondere status van en het specifieke beleid op de Caribische eilanden, Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, is de informatiebehoefte buiten het reguliere statistische programma voor Caribisch Nederland relatief groot. Zo voert het CBS in 2023 statistisch onderzoek uit dat betrekking heeft op het bruto binnenlands product (bbp) als indicator voor het economisch welzijn en in het kader van het woonlandbeginsel (het afstemmen van de hoogte van de uitkeringen op het kostenniveau van het land waar de ontvanger van de uitkering woont), over het aantal banen in verschillende loonklassen als werkgelegenheidsindicator, en over de inkomenspositie van personen en huishoudens op de eilanden. Onder dat laatste onderwerp valt ook informatie over de koopkrachtontwikkeling op Caribisch Nederland en over het aantal huishoudens rond het ijkpunt voor het sociaal minimum, zoals vastgesteld door het ministerie van SZW. Monitoring van de huishoudens met een inkomen onder of rond het sociaal minimum wordt vanwege beleid hierover gevolgd en informatie hierover gebruikt door verschillende ministeries. Hierover wordt regelmatig in de Tweede Kamer gerapporteerd.
In 2023 publiceert het CBS de uitkomsten van het in 2022 gehouden Arbeidskrachtenonderzoek (AKO), een tweejaarlijks onderzoek naar de arbeidsmarktsituatie van de bewoners van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius.
Jaarlijks vindt een update plaats van de bevolkingsprognose en van cijfers over de jeugd op Caribisch Nederland.
Het CBS maakt op verzoek van het ministerie van EZK een Monitor Brede Welvaart voor Caribisch Nederland. De monitor wordt jaarlijks geactualiseerd en doorontwikkeld. Prioritering van de nieuw te ontwikkelen indicatoren gebeurt in nauw overleg met de opdrachtgevers en stakeholders. Doel van de Monitor is om naast de economische aspecten ook de ecologische en sociaal-maatschappelijke aspecten van de welvaart in brede, samenhangende zin te beschrijven.
In 2023 wordt de consumentenprijsindex (CPI) Caribisch Nederland onder de loep genomen en wordt bezien op welke manier tegemoet kan worden gekomen aan wensen van ministeries om additionele informatie over uitgaven en prijzen, zoals een maandelijkse CPI, een aparte prijsindex voor huisvesting, energie en water, en een budgetonderzoek ten behoeve van het weegschema van de CPI en de schatting van de consumptie.
De behoefte aan inzicht rond de woonopgave straalt ook uit naar Caribisch Nederland. De interesse leeft bij een aantal partijen waaronder het ministerie van BZK. Voor Caribisch Nederland ontbreekt een Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) die op een goede wijze de objecten in beeld brengt. In 2023 verkent het CBS daarom met andere partijen hoe een goed datafundament voor de woonmarkt voor Caribisch Nederland samengesteld kan worden.
2.6 Nieuwe Europese verplichtingen
Europese statistieken hebben als doel om de ontwikkeling, monitoring en evaluatie van het beleid van de Europese Unie te ondersteunen met betrouwbare, objectieve, vergelijkbare en coherente informatie. In 2023 gelden de volgende nieuwe Europese verplichtingen.
Volkstelling
In alle EU-landen was 2021 weer een Volkstellingsjaar. Ook Nederland heeft een Volkstelling 2021 gehouden, waarbij de samenstelling van de bevolking en de woningen in Nederland op 1 januari 2021 in kaart zijn gebracht. De Volkstelling wordt in Nederland samengesteld op basis van gegevens uit registers en de Enquête Beroepsbevolking en is daarmee virtueel. De Volkstelling van 2021 is verplicht gesteld op basis van de in 2008 aangenomen Europese Volkstellingswet en vier daarop gebaseerde zogenaamde implementatieverordeningen.
In de periode 2019-2021 is door het CBS een viertal projecten uitgevoerd ter voorbereiding op de Volkstelling 2021. Daarin zijn de bronnen in kaart gebracht, is de schattingsmethode ontwikkeld, is gekeken hoe de data statistisch moeten worden beveiligd en is getest hoe de uitgebreide tabellenset kan worden gepubliceerd conform INSPIRE-richtlijnen via een server (de Census Hub). Het doel van de INSPIRE-richtlijnen is dat geo-informatie van goede kwaliteit beschikbaar, vindbaar en bruikbaar is en dat de inhoud ervan, binnen de Europese lidstaten, op elkaar is afgestemd. In 2021 is begonnen met het proefdraaien. In 2022 zijn de productiewerkzaamheden gestart voor de Volkstelling 2021. Eind 2022 zijn de tabellen en metadata met als eenheid de vierkanten van 1km × 1km opgeleverd. In 2023 wordt gewerkt aan de overige tabellen en metadata met de bekende administratieve eenheden, zoals provincies en gemeenten. Deze worden in het eerste kwartaal 2024 opgeleverd.
Asiel en verblijfsvergunningen
De omvang van de data omtrent het thema asiel en verblijfsvergunningen die het CBS ten behoeve van Europese verplichtingen moet verzamelen, is in 2021 en 2022 sterk uitgebreid. De gewijzigde Europese verordening verplicht de lidstaten om nieuwe en/of meer gedetailleerde maand-, kwartaal- en jaarstatistieken te publiceren. In 2021 en 2022 is samengewerkt met de ketenpartners aan het verkrijgen van de nieuwe brondata bij oude en nieuwe dataleveranciers (IND, Ministerie JenV/DRM, COA, NIDOS, UWV). In 2023 wordt dit nieuwe proces in gebruik genomen.
European Business Statistics
Na veel ontwikkelwerkzaamheden in voorgaande jaren publiceert het CBS sinds 2022 conform de vereisten van de nieuwe verordening voor Europese bedrijfsstatistieken (EBS). Naast veel kleine en enkele grotere veranderingen brengt dit ook uitbreiding in statistieken met zich mee. In 2023 publiceert het CBS enkele nieuwe onderdelen voor het eerst. Dit betreft onder andere een uitbreiding van de publicatie van de financiële jaarstatistieken met extra gegevens over de zorg, onderwijs, cultuur, sport en recreatie. Daarnaast worden er uitbreidingen gepubliceerd bij statistieken die het belang van Nederlandse bedrijven in het buitenland beschrijven, maar ook het buitenlands belang in het Nederlandse bedrijfsleven. Tevens komt er extra informatie beschikbaar over Research & Development en innovatie. Door het inzetten van nieuwe methoden en reeds voor handen zijnde bronnen houdt het CBS de gevolgen van al deze statistiekuitbreidingen voor de regeldruk en de interne productiekosten zo beperkt mogelijk.
Door de inwerkingtreding van deze verordening moeten per verslagjaar 2021 financieel-economische statistieken worden samengesteld over alle gezondheidszorg- en welzijnsaanbieders. Op dit moment worden voor grote delen van de gezondheidszorg en welzijn jaarlijks statistieken samengesteld op basis van register- en enquêtedata. Er bestaan echter nog witte vlekken; niet voor alle branches binnen zorg en welzijn zijn financieel-economische statistieken beschikbaar. Na ontwikkelwerkzaamheden in voorgaande jaren heeft het CBS in 2022 voor het eerst conform de vereisten van de nieuwe verordening gepubliceerd. In 2023 wordt de implementatie afgerond.
Energiestatistieken
In 2023 verschijnen de eerste cijfers uit de uitgebreide EU-verordening voor de energiestatistiek. Deze uitbreiding is ingegeven door veranderingen in het energiesysteem, die voortkomen uit de ambities en doelen voor energietransitie in het Europese Energie en Klimaatbeleid (o.a. Green Deal). Het CBS publiceert specifiek nieuwe cijfers over het gebruik van grote batterijen voor opslag van elektriciteit, de elektriciteitsproductie naar bron (kolen, gas, wind, zon) uitgesplitst naar sectoren, meer details over productie van zonnestroom, warmtekrachtinstallaties en distributieverliezen. De levering van de gedetailleerde dataset aan Eurostat onder andere voor formele toetsing van EU-doelen wordt een maand vervroegd. Ook op StatLine voert het CBS deze versnelling door, wat eisen stelt aan automatisering en overdraagbaarheid van werk. Tevens worden in 2023 nieuwe statistieken verder ontwikkeld die in 2024 of 2025 voor het eerst zullen verschijnen. Dit betreft waterstof, niet-energetisch gebruik van biomassa en een uitsplitsing van het finaal energieverbruik in dienstensectoren en vervoer.
Nieuwe kaderverordening voor statistieken over de input en output van de landbouw (SAIO)
Een nieuwe kaderverordening voor statistieken over de input en output van de landbouw (Statistics on Agricultural Input and Output, SAIO) gaat naar verwachting in per 2025. Deze nieuwe verordening verplicht het CBS om statistieken samen te stellen over de volgende domeinen: dierlijke productie, plantaardige productie, landbouwprijzen, voedingsstoffen, en gewasbescherming.
In 2023 starten de ontwikkelwerkzaamheden voor nieuwe statistische verplichtingen over dierlijke productie en gewasproductie in het kader van deze verordening.
Ter voorbereiding op de nieuwe wetgeving voert het CBS een doorlichting van de bestaande processen uit. Momenteel levert Nederland de landbouwprijzen op basis van een gentlemen’s agreement aan bij Eurostat. De dataverzameling en de samenstelling van de indices wordt nu uitgevoerd door Wageningen Economic Research (WEcR). Nu dit een statistische verplichting wordt, zal het CBS ook verantwoordelijk worden voor de kwaliteit van de data. De werkzaamheden blijven grotendeels bij WEcR, maar het CBS gaat kwaliteitschecks inbouwen. In 2023 start het CBS met het opzetten van een kwaliteitsraamwerk. Daarnaast neemt het CBS de huidige dataverzameling samen met WEcR onder de loep. Voor eventuele voorziene ontbrekende waarnemingen worden samen oplossingen gezocht. Ten slotte geeft het CBS feedback aan Eurostat bij de afstemming over de definitieve uitvoeringsverordening, die zich op dit moment nog in de conceptfase bevindt.
3. Communicatie en disseminatie
3.1 Communicatiestrategie
Het CBS heeft de wettelijke taak om de geproduceerde officiële overheidsstatistieken openbaar te maken en te verspreiden (dissemineren) onder alle doelgroepen in de samenleving, van wetenschap en onderwijs, beleid en politiek tot het algemene publiek. Deze taak wordt ingevuld door het ter beschikking stellen van de statistieken als open data. Deze zijn voor iedereen gratis en direct toegankelijk via bijvoorbeeld StatLine (databank van het CBS). Daarnaast worden de nieuwe publicaties van datasets en indicatoren onder de aandacht gebracht en nader toegelicht. Hiervoor wordt een scala aan communicatiemiddelen ingezet, zoals nieuwsberichten, onderzoeksrapporten, multimediale producten, social media en evenementen. In nauwe samenwerking met de Nederlandse nieuwsmedia wordt het algemene publiek ook bereikt.
Het CBS heeft zichzelf tot doel gesteld sneller het juiste antwoord te geven op vragen van gebruikers naar CBS-data, en stelt daarmee de gebruiker centraal. Hieruit vloeit ook de noodzaak voort om de online-omgeving waarop het CBS zijn open data en informatie daaromheen aanbiedt verder te ontwikkelen. Interactie met de eindgebruiker – het luisteren naar de informatievraag, eventueel in (geautomatiseerde) dialoog en daarmee een beter antwoord kunnen genereren – staat daarbij voorop.
Dat zal vaker met geautomatiseerde systemen gebeuren en het vraagt tevens om het actueel houden en verder ontwikkelen van competenties van medewerkers. Hierbij spelen onder andere de volgende ontwikkelingen:
- Van publicatie van losse kerncijfers naar sets van gerelateerde, fenomeengerichte indicatoren, met dynamische vernieuwingen zoals dashboards en visualisaties die permanent beschikbaar zijn en automatisch vernieuwd worden.
- Van eendimensionale rapportages naar informatie die door gebruikers aanpasbaar is aan eigen wensen, zoals een uitsplitsing naar regio of doelgroep. Dashboards zijn hier een voorbeeld van. Ze bieden ruime toegang tot onderwerpen door op het eerste niveau overzichtelijk de belangrijkste kerncijfers in heldere visualisaties te tonen, van waaruit snel naar verdiepende informatie genavigeerd kan worden die daarmee samenhangt.
- Van statische tabellen die niet altijd makkelijk te interpreteren zijn en niet alles laten zien naar rapportages die gebaseerd zijn op interactieve visualisaties van complexe statistische data door de inzet van informatieve illustraties, de zogeheten infographics.
Om bovenstaande ontwikkelingen te kunnen faciliteren voert het CBS het programma “information dialogue” uit. Dit programma omvat diverse methoden om sneller het juiste antwoord te geven aan de gebruiker. In 2023 gaat het CBS verder met de doorontwikkeling en de vernieuwing van de bestaande CBS-website met als focus “de gebruiker centraal”.
De toegang tot de open data wordt voor de meeste eindgebruikers aangeboden via een drietal kanalen:
- voor het algemene publiek de online interface of viewer, StatLine. Daar kan men via zoekopdrachten of thema-onderwerpselectie een relevante tabel opvragen;
- voor grootschalig gebruik is er een rechtstreekse downloadfaciliteit voor tabellen via selectie op het CBS-dataportaal;
- geautomatiseerde opvragingen voor gebruikers die hoogfrequent en actueel datasets willen binnenhalen via de CBS API waarop men kan programmeren.
In 2023 worden de drie kanalen in samenhang op de CBS-website aangeboden. Hierdoor kunnen gebruikers hun data meer intuïtief op één plek vinden en ophalen.
3.2 Toegang tot CBS-gegevens voor onderzoek
Het CBS verzamelt data op persoons-, bedrijfs- en adresniveau door middel van enquêtering of vanuit secundaire bronnen. Het CBS biedt gemachtigde instellingen, zoals Nederlandse universiteiten, wetenschappelijke organisaties, planbureaus en statistische instanties in een EU-land, onder strikte voorwaarden de mogelijkheid om op een veilige manier statistische analyses en wetenschappelijk onderzoek te doen op deze zogenoemde microdata. Daarvoor heeft het CBS de remote access voorziening ontwikkeld. De maatschappelijke vraag naar deze voorziening neemt toe. Het CBS heeft in 2021 het toegangsbeleid herijkt en beleidsregels opgesteld. Daarnaast is de controle van de onderzoeksresultaten op herleidbaarheid verbeterd.
In 2023 werkt het CBS in het kader van privacyborging door aan bovenstaande ontwikkeling. Dat gebeurt vanuit het project Veilig Data Delen. Het doel van dit project is om de fysieke leveringen van data te reduceren door op afstand toegang tot deze data te verlenen. Fysieke leveringen brengen immers meer veiligheidsrisico’s met zich mee dan het werken via toegang op afstand. Het CBS investeert hiertoe reeds in het vergroten van de gebruiksvriendelijkheid en de functionaliteit van de bestaande dienstverlening. Niet voor alle partijen waaraan momenteel microdata worden verstrekt, is een overgang naar het werken via de remote access voorziening op heel korte termijn mogelijk. Met deze partijen kan het CBS voor de korte en middellange termijn afspraken maken over fysieke levering van microdata op basis van een gericht afwegingskader zodat het delen van de data zo veilig mogelijk blijft plaatsvinden. Hierbij minimaliseert het CBS de onthullingsrisico’s door met de ontvangers in gesprek te gaan over het gebruik van de data en door het beoordelen van de maatregelen die de ontvangers hebben getroffen om de privacy- en gegevensbescherming te waarborgen.
4. Kaders voor een adequate statistische voorziening
4.1 Naleving regelingen Werkzaamheden derden en Taakuitoefening CBS
Op 1 juli 2020 zijn de Regeling werkzaamheden derden CBS (hierna: Regeling) en de Beleidsregel Taakuitoefening CBS (hierna: Beleidsregel) van kracht geworden. De Regeling regelt wat het CBS mag doen voor derden. De Beleidsregel legt vast binnen welke procedurele randvoorwaarden de in de CBS-wet omschreven taak uitgevoerd moet worden. Met de regelgeving is beoogd duidelijkheid te verschaffen over de taakverdeling tussen het CBS en marktpartijen met betrekking tot aanvullend statistisch onderzoek. Specifiek gaat het daarbij om onderzoek dat niet bekostigd wordt uit de algemene bijdrage van het ministerie van EZK. Voor deze dienstverlening hanteert het CBS de integrale kostprijs. De competitive neutrality officer ziet toe op de naleving van de Regeling en Beleidsregel en rapporteert hierover aan de directeur-generaal en de minister van EZK. De raad van advies van het CBS adviseert periodiek over de naleving.
De Regeling en Beleidsregel zijn inmiddels volledig geïmplementeerd binnen het CBS. Zo worden verzoeken voor statistisch onderzoek van zowel derden als overheden getoetst. Daarnaast is er doorlopend aandacht voor de bewustwording in de organisatie en zijn diverse interne controlemaatregelen ingevoerd. Het CBS spant zich tevens in om zoveel mogelijk data in de remote access-faciliteit beschikbaar te stellen. Daarmee vergroot het CBS de mogelijkheden van andere aanbieders van statistische diensten om ook deze diensten aan te kunnen bieden met de data waarover het CBS beschikt. Tenslotte is een klachtenregeling van kracht waarop partijen een beroep kunnen doen indien zij menen dat het CBS zich niet houdt aan de regels. Klachten worden behandeld door een externe commissie.
Het CBS brengt in dit jaarplan gestructureerd in kaart welke innovatieve projecten het CBS verwacht in 2023 uit te gaan voeren.
4.2 Kwaliteitszorg
Kwaliteitsmanagement
“Kwaliteit is van iedereen". Medewerkers van het CBS zetten zich dagelijks in om het beste product of de beste dienst te leveren. Het (kwaliteits)managementsysteem van het CBS biedt een raamwerk waarbinnen medewerkers kunnen werken, zodat het CBS het gewenste resultaat op een doeltreffende en doelmatige manier bereikt.
Het CBS heeft de ambitie om een lerende organisatie te zijn, die continu verbetert op alle niveaus in de organisatie. Het CBS maakt hierbij gebruik van het PDCA-model, oftewel Plan, Do, Check, Act. Het kwaliteitsmanagementsysteem van het CBS voldoet aan de internationale managementstandaard ISO 9001. Dit is aantoonbaar door middel van onafhankelijke certificering. Sinds 2019 is het CBS ISO 9001 gecertificeerd.
Het CBS streeft naar een meer centrale aansturing van het kwaliteitsmanagementsysteem. Dit was een van de redenen dat het CBS in 2022 een Chief Quality Officer heeft aangesteld. Dit is een nieuwe functie. De Chief Quality Officer adviseert over organisatie brede beleidskaders op het terrein van kwaliteitszorg. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de kwaliteits- en procescoördinatoren in de verschillende afdelingen en met de interne auditdienst.
In 2023 richt het CBS zich op het vergroten van de efficiëntie en effectiviteit van zijn managementsysteem door:
- te starten met het toewerken naar één kwaliteitsmanagementsysteem;
- het verbinden van de managementsystemen voor kwaliteit, informatiebeveiliging en privacy;
- het versterken van verbetermanagement door op centraal niveau te werken met één verbeterregister, waarbij openstaande punten uit audits op het gebied van kwaliteit, informatiebeveiliging en privacy gestructureerd gemonitord en aantoonbaar opgevolgd worden. Dit register sluit aan op het aanwezige auditbevindingenregister van de interne auditdienst;
- een verbeterslag door te voeren op het terrein van risicomanagement binnen het CBS.
Een cruciaal onderdeel van een goedwerkend (kwaliteits)managementsysteem betreft het uitvoeren van interne audits. De interne auditdienst stelt jaarlijks, op basis van een onafhankelijke risicoanalyse, een integraal auditplan op. Los van het jaarlijkse auditprogramma kan de interne auditdienst op verzoek van de DG ook op ad-hoc-basis audits uitvoeren.
Externe validatie
Voor een aantal statistiekprocessen vindt externe validatie plaats. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het bepalen van het overheidstekort en –schuld als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is een continu proces, waarin iedere twee jaar ook een zogeheten dialogue visit plaatsvindt en waarmee de Europese Commissie methoden, proces, revisiebeleid, et cetera beoordeelt. Dit bezoek is onderdeel van de afspraken binnen de EU in het kader van het stabiliteits- en groeipact om de stabiliteit van de Europese Monetaire Unie te handhaven. De Europese Commissie heeft de resultaten van het meest recente bezoek aan Nederland, dat plaatsvond in 2020, in 2021 op haar website gepubliceerd. Daarnaast controleert de Europese Commissie doorlopend het bruto nationaal inkomen (bni) dat als basis dient voor de Nederlandse bni afdracht aan de Europese Unie. De nieuwe EU-verificatieronde is voor alle landen in 2022 gestart. Onderdeel van die verificatie zijn naast het schrijven van een uitgebreide bni-inventory ook verficatiebezoeken van de Europese Commissie aan de lidstaten. Nederland is als laag-risico land aangemerkt in deze procedure en krijgt naar verwachting eind 2023/begin 2024 een verificatiebezoek.
Eurostat vraagt jaarlijks om verschillende kwaliteitsrapportages over Europees verplichte statistieken. Deze kwaliteitsrapportages bevatten voor een groot aantal variabelen informatie over compleetheid (relevantie), nauwkeurigheid, betrouwbaarheid, tijdigheid, toegankelijkheid, duidelijkheid, samenhang en vergelijkbaarheid. Ook bevatten de kwaliteitsrapporten informatie over revisiebeleid, metadata, publicatie van methoden en bronnen, en de lengte en samenstelling van de tijdreeksen. Het CBS streeft ernaar voor alle statistieken inzicht te geven in de nauwkeurigheid van cijfers.
4.3 Privacy en informatiebeveiliging
Privacy en informatiebeveiliging zijn voor het CBS belangrijke waarden die prominent onderdeel uitmaken van de bedrijfscultuur. Sinds 2021 is naar analogie van de governance van het ministerie van EZK een privacy governance gecreëerd die duidelijkheid biedt over de verschillende verantwoordelijkheden. Zo kent het CBS een Functionaris Gegevensbescherming. Daarnaast kent het CBS een Chief Information Security Officer en sinds 2021 een Chief Privacy Officer. Beide functionarissen hebben als taak om voorstellen te doen voor en te adviseren over concernbreed beleid. De verantwoordelijkheid voor de bescherming van persoons- en bedrijfsgegevens is in de eerste plaats belegd bij het lijnmanagement. De hoofddirecteuren worden bijgestaan door privacycoördinatoren om deze verantwoordelijkheid in te vullen.
De toezichthoudende taken van de Functionaris Gegevensbescherming vloeien onder meer voort uit de Europese verordening op het gebied van gegevensbescherming (Algemene Verordening Gegevensbescherming, AVG) en de CBS-wet. De Functionaris Gegevensbescherming bewaakt de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. CBS-medewerkers melden nieuwe verwerkingen van persoonsgegevens aan deze functionaris. De Chief Privacy Officer is onder andere verantwoordelijk voor het opstellen van en adviseren over organisatiebreed privacybeleid, het inrichten van een organisatiebreed kwaliteitsmechanisme voor privacybescherming en het rapporteren daarover. De Chief Information Security Officer is verantwoordelijk voor het opstellen, bijstellen, vernieuwen en herzien van het informatiebeveiligingsbeleid, inclusief controle op de werking en naleving van dit beleid.
In 2023 staan privacybescherming en informatiebeveiliging onverminderd hoog op de bestuurlijke agenda van het CBS. Het vergroten van de interne bewustwording rondom privacybescherming en informatiebeveiliging blijft in 2023 een belangrijk punt. Ook zal het CBS in 2023 meer aandacht besteden aan de externe bewustwording en communicatie over privacy bij het CBS. Dit is in lijn met een aanbeveling naar aanleiding van de vijfjaarlijkse peer review in 2022 naar de naleving van de Praktijkcode voor Europese statistieken (ES CoP). Daarin wordt gesteld: “Statistics Netherlands should reconsider its approach towards communicating privacy-related issues, by making the confidentiality-related messages easy to understand, with all additional information readily available1).” Daarom zal het CBS werken aan betere en begrijpelijke informatie over privacy thema’s voor burgers en gebruikers, zowel in het Nederlands als in het Engels.
Door blijvend aantoonbaar te voldoen aan de kwaliteitsstandaard rondom informatiebeveiliging (ISO 27001) laat het CBS zien op het terrein van informatiebeveiliging in controle te zijn. Het CBS voldoet tevens aan het European Statistical System (ESS) IT security framework. Daarnaast wil het CBS via jaarlijkse externe audits blijvend aantoonbaar ‘geheel privacy proof’ zijn. Daarmee wordt gewaarborgd dat het CBS blijft voldoen aan de hoogste eisen op het gebied van privacybescherming. De uitdagingen op het terrein van informatiebeveiliging zijn onverminderd hoog. Bedreigingen rondom cybersecurity, zoals data-exfiltratie door statelijke actoren en de dreiging van ransomware door criminele organisaties, zijn niet te onderschatten. Hierdoor zijn de eisen op het gebied van privacy en informatieveiligheid strenger geworden en vergroot het CBS zijn investeringen op deze terreinen om deze bedreigingen het hoofd te kunnen bieden.
4.4 Versterking van de dienstverlening
Investeringsplannen
Het CBS heeft diverse investeringsplannen die expliciet gericht zijn op het verbeteren van de dienstverlening, met als doel om een merkbaar verschil voor burgers en bedrijven te realiseren. Het CBS maakt hierbij onderscheid tussen dienstverlening bij gebruik van de informatie van het CBS en dienstverlening bij het aanleveren van gegevens. Voor deze investeringen heeft het CBS budget ontvangen van het ministerie van EZK.
Dienstverlening bij gebruik van de informatie van het CBS
Het CBS implementeert maatregelen om de dienstverlening bij gebruik van de informatie van het CBS te verbeteren. In 2022 lag de focus van de maatregelen op de verdere uitrol van Information Dialogue. Information Dialogue faciliteert de interactie met de gebruiker om deze te helpen bij het snel vinden van het juiste antwoord op een statistische of CBS-gerelateerde vraag. Dit betreft onder andere verbeteringen voor de vindbaarheid in Google, het zoeken op CBS-kanalen en de navigatie op de CBS-website. Deze dienstverlening zal in 2023 verder uitgebreid worden, door verbeteringen gebaseerd op gebruikersfeedback door te voeren.
Daarnaast investeert het CBS in 2023 in de faciliteit voor toegang tot microdata. Deze remote accesvoorziening van het CBS voorziet onderzoekers bij overheden, universiteiten en kennisinstellingen onder strikte voorwaarden van gepseudonimiseerde microdata. Gebruikers dringen aan op meer flexibiliteit, vergroting van de rekenkracht, en de mogelijkheid om nieuwe analysemethoden en specifieke tools in te kunnen zetten. Het CBS gebruikt de extra middelen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld in 2023 om de rekenkracht uit te breiden en de stabiliteit van de IT-omgeving te verbeteren.
Dienstverlening bij het aanleveren van gegevens
Voor de dienstverlening bij het aanleveren van gegevens neemt het CBS diverse maatregelen om deze aanlevering te vergemakkelijken. Zo startte in 2021 de implementatie van het referentiegrootboekschema voor het MKB, en startte in 2022 de implementatie van een bedrijvenportal: een centraal en veilig communicatiemiddel voor bedrijven. Een goede benadering en communicatie met bedrijven is essentieel. Met name de grotere bedrijven hebben behoefte aan een overzicht wanneer welke data moeten worden aangeleverd. Het referentiegrootboekschema is een instrument om administratieve gegevens rechtstreeks vanuit de administratie in te lezen in de vragenlijst van de productiestatistiek. Voor zowel het bedrijvenportal als het referentiekadergrootboekschema wordt deze dienstverlening in 2023 uitgebreid, gericht op verder opschalen van het gebruik.
Daarnaast investeert het CBS in 2023 in de implementatie van de maatregel om de handhaving van de verplichte statistieken te moderniseren. Door het stringenter opvolgen van deze verplichtingen hoeven minder bedrijven gegevens aan te leveren en zal de kwaliteit van de statistieken verbeteren. Om dit mogelijk te maken moeten aanpassingen in het dataverzamelings- en handhavingsproces worden gedaan. Er wordt ingezet op eerlijker handhaving, door overtredingen zoveel mogelijk te handhaven. Dat doet recht aan bedrijven die zich wel inspannen om tijdig te leveren. Daarvoor wordt de capaciteit bij de afdeling handhaving vergroot.
Vermindering regeldruk
Een belangrijke doelstelling van het CBS is de vermindering van de regeldrukkosten die worden veroorzaakt door de dataverzameling bij het bedrijfsleven. Uitvraag bij het bedrijfsleven vindt alleen plaats als er geen alternatieve databronnen beschikbaar zijn. Hierdoor houdt het CBS de regeldruk zo laag mogelijk. Zo maakt het CBS bijvoorbeeld gebruik van data die al door andere overheidsorganisaties zijn vergaard of van innovatieve methoden om de data te verzamelen, zoals webscraping (zie paragraaf 5.2.1). Indien het CBS de benodigde data niet tot zijn beschikking heeft, onderzoekt het CBS of andere (big)databronnen, al dan niet via innovatieve technieken, op een veilige manier zijn te gebruiken. De afgelopen jaren hebben deze inspanningen ertoe geleid dat de regeldrukkosten, ondanks een toename van het aantal Europese verplichtingen, min of meer gelijk zijn gebleven.
Jaarlijks rapporteert het CBS de regeldrukkosten aan het ministerie van EZK, zoals beschreven in het gehanteerde Handboek Meting Regeldrukkosten (ATR, 2018). Vanaf het referentiejaar 2017 zijn de regeldrukkosten tussen de 22 en 23 miljoen euro gebleven. De meest recente gegevens zijn afkomstig uit 2021. De totale regeldrukkosten bedroegen toen 22,4 miljoen euro. In verhouding met de totaal door de Nederlandse overheid veroorzaakte regeldruk, zijn de regeldrukkosten die door het CBS worden veroorzaakt erg laag: minder dan 0,2 procent van het landelijk totaal.
Bij regeldruk gaat het naast het verminderen van het aantal vragenlijsten en het verkorten van de vragenlijstduur ook over de beleefde regeldruk, de hele ervaring van de bedrijven met het CBS. Vooral op het gebied van de beleefde regeldruk is nog de nodige winst te behalen. Dat laatste wordt steeds belangrijker. Het CBS heeft hier op voorgesorteerd en zich de ambitie gesteld om zowel de beleefde regeldruk als de regeldrukkosten te beperken. In 2023 en de jaren daarna gaat de aandacht uit naar:
- Het zoveel mogelijk voorkomen dat bedrijven een meer dan proportioneel aantal vragenlijsten moeten invullen.
- De verdere implementatie van het Referentie GrootboekSchema (RGS) in de Productie Statistiek-vragenlijst, waarbij de benodigde gegevens direct vanuit de bedrijfsadministratie worden geïmporteerd in de vragenlijst (met één druk op de knop aanleveren).
- Het realiseren van een portal voor bedrijven (veilig inloggen, overzicht wanneer welke informatie aanleveren, dashboard voor bedrijven).
- Intensivering van handhaving met het doel om de uitvraag bij bedrijven verder te verminderen.
- Wijzigingen in Europese regelgeving implementeren met een minimaal mogelijke verhoging van de regeldruk.
- Versteviging van de samenwerking met branches en bedrijven, zodat het CBS zo accuraat mogelijk inzicht heeft in de wijze waarop het CBS het bedrijfsleven kan helpen.
- De implementatie van een herijkte visie op het verzamelen van data met het doel de uitvraag zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de werkwijze van de bedrijven.
Bovenstaande ontwikkelingen worden in samenhang met elkaar opgepakt, ze versterken elkaar onderling. In het kader van de herijkte visie op het verzamelen van data wordt het proces in 2023 tegen het licht gehouden. Dat gebeurt vanuit het perspectief van de bedrijven die verplicht zijn gegevens te verstrekken. Zij worden dan ook nauw betrokken bij dit proces. Op basis van de bevindingen worden in 2023 enkele experimenten voorbereid om zo het proces nog beter aan te laten sluiten bij de werkwijze van bedrijven.
Daarnaast wordt er een vervolg gegeven aan nieuwe technieken, zoals de implementatie van het Referentie Grootboek Schema, dat ervoor zorgt dat de invultijd wordt verkort. De intensivering van handhaving helpt om de steekproef te verkleinen, waardoor minder bedrijven een vragenlijst hoeven in te vullen. Bij al deze ontwikkelingen wil het CBS de samenwerking met branches en bedrijven verstevigen.
De aandacht gaat niet alleen uit naar de verplichte enquêtes voor bedrijven, maar ook naar de alsmaar dalende respons bij persoonsenquêtes. Innovatieve vormen van het verzamelen van data moeten daarbij de deelname vergemakkelijken en de respons verhogen, zodat het CBS zijn hoge kwaliteit en standaarden kan behouden.
4.5 Handhaving
Bedrijven zijn wettelijk verplicht om bepaalde gegevens aan te leveren bij het CBS. Deze gegevens zijn nodig om bijvoorbeeld de economische groei, prijsontwikkelingen, investeringen, omzetten en de werkgelegenheid in beeld te brengen. Die informatie is van belang voor de overheid om beleid te kunnen maken. Ook voor bedrijven zelf leveren deze gegevens een schat aan informatie op. Het geeft bijvoorbeeld inzicht in de economische ontwikkeling in een bepaalde branche.
Als bedrijven de gevraagde gegevens niet, niet goed en/of niet op tijd aanleveren, is het CBS bevoegd om handhavend op te treden. Het CBS kan bedrijven dan een last onder dwangsom, en bij herhaalde overtreding een boete opleggen. Deze bevoegdheid is vastgelegd in de CBS-wet.
Het CBS beschouwt handhaving als een uiterst middel. Handhaving wordt pas ingezet nadat er inspanningen zijn verricht om bedrijven ertoe te bewegen aan hun verplichtingen te voldoen. Het CBS tracht handhaving te voorkomen door goed te communiceren over het belang en de verplichting om gegevens aan te leveren en door het aanleveren van gegevens voor bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken. Op deze vlakken heeft het CBS de afgelopen jaren vorderingen geboekt. Hoewel handhaving een uiterst middel blijft, acht het CBS een minder terughoudende inzet en tegelijkertijd een rechtvaardiger inzet van het handhavingsinstrumentarium op zijn plaats.
De handhavingsinspanningen zijn geïntensiveerd. Die intensivering heeft een meerledig doel, namelijk verhoging van de respons waardoor de kwaliteit van de statistieken verbetert en, zoals voorgaand beschreven, de regeldruk verminderd wordt. Intensivering van de handhaving is bovendien rechtvaardig richting de bedrijven die zich wel inspannen om hun gegevens op tijd aan te leveren. Als gevolg van die intensivering worden sinds 2022 meer bedrijven die hun gegevens niet of niet op tijd aanleveren gehandhaafd. Bedrijven die in overtreding zijn, lopen een groter risico dan voorheen om gehandhaafd te worden. In 2023 wordt deze intensivering voortgezet, maar voorlopig niet verder verhoogd.
4.6 Ethiek en integriteit
Om de integriteit te bewaken maakt het CBS gebruik van verschillende codes.
Het CBS onderschrijft de Praktijkcode voor Europese statistieken (European Statistics Code of Practice) en brengt deze in praktijk. De Praktijkcode heeft tot doel bij het publiek vertrouwen in de statistische autoriteiten en de Europese statistieken te waarborgen. De Praktijkcode beschrijft hoe Europese statistieken in overeenstemming met de beginselen van professionele onafhankelijkheid, onpartijdigheid, objectiviteit, betrouwbaarheid, statistische geheimhouding, kosteneffectiviteit en de statistische praktijk moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. In 2017 heeft de Europese praktijkcode een revisie ondergaan, waarbij toegang tot nieuwe databronnen, moderne productiemethoden en innovatie nadrukkelijk zijn meegenomen. In 2021 is een nieuwe ronde gestart van intensieve monitoring van de principes van deze Europese praktijkcode, de zogenoemde peer review. Alle nationale statistische autoriteiten van de EU en Europese vrijhandelsassociatie (EFTA) en Eurostat zelf moeten eerst een uitgebreid self assessment doen, waarna een internationaal team van peer reviewers de statistische bureaus bezoekt. In juli 2022 heeft het peer review team van vijf Europese experts het CBS bezocht. Het team heeft beoordeeld hoe Nederland de principes van de praktijkcode in de praktijk brengt. Naar goed gebruik heeft het peer review team een set van aanbevelingen geformuleerd om Nederland te helpen het werk nog beter te doen. Eind 2022 zal het CBS een implementatieplan indienen waarin wordt beschreven hoe het de aanbevelingen oppakt. Het CBS voert de meeste van deze werkzaamheden vervolgens in 2023 uit.
In de CBS-gedragscode is uitgewerkt hoe de beginselen onpartijdigheid, betrouwbaarheid, relevantie, efficiency, statistische geheimhouding en transparantie van belang zijn voor de maatschappij als geheel, voor de gebruikers van statistieken, voor de partijen die informatie aan het CBS verstrekken die de basis van de statistieken vormt en voor de CBS-medewerkers zelf.
Bij de verzoeken die het CBS krijgt voor statistisch onderzoek spelen soms ethische vraagstukken die niet in eenvoudige vuistregels te vatten zijn. Het gaat hier bijvoorbeeld om kwesties waarbij de vraagstelling in combinatie met de datasets onthullend of stigmatiserend kan zijn. Een belangrijke afweging is of de maatschappelijke baten van een onderzoek opwegen tegen de (emotionele) belasting voor betrokkenen. Daartoe kent het CBS een ethische commissie die op verzoek van het lijnmanagement om advies gevraagd wordt. In 2022 vond een eerste bijeenkomst met een aantal externe deskundigen plaats. De huidige werkwijze van de ethische commissie is besproken en er is gereflecteerd op een casus van het afgelopen jaar. In 2023 gebruikt het CBS de opgedane interne en externe ervaring om de werkwijze verder te stroomlijnen. Daarnaast zal het CBS meer ervaringen uitwisselen met ethische commissies van andere organisaties.
Integriteit is ook een centraal thema in het werkgeverschap van het CBS. Het CBS heeft conform het bestuursreglement het beleid inzake integriteit vastgelegd in een gedragscode. Daartoe heeft het CBS de Gedragscode Rijk, die met ingang van 1 januari 2020 als gevolg van de wet normalisering arbeidsvoorwoorden rijksambtenaren is herijkt, integraal overgenomen. De Gedragscode Integriteit biedt kaders voor het integer gedrag van werkgever en werknemer zoals nevenwerkzaamheden, omgang met koersgevoelige informatie, het aannemen van geschenken en het publicatiebeleid. De Gedragscode bevat daarnaast de handvatten om melding te doen van ongewenste omgangsvormen en/of schending van gedragscodes. Het CBS moedigt medewerkers aan te rapporteren over vermeende onregelmatigheid of schending van gedragscodes en wet- en regelgeving en wil daarvoor een veilige omgeving bieden. Daartoe kent het CBS vertrouwenspersonen, ombudsfunctionarissen en bedrijfsmaatschappelijk werkers. Ook beschikt het CBS over een interne klachtenregeling voor ongewenste omgangsvormen. In 2022 heeft het CBS door middel van een gerichte vragenlijst en diverse bijeenkomsten extra aandacht besteed aan de integriteitsregels, met als doel de bewustwording over het onderwerp te vergroten. In 2023 wordt deze bewustwording verder verdiept door middel van sessies binnen de teams, gerichte modules van de CBS Academy en door integriteit als onderwerp te bespreken tijdens de personeelsgesprekken.
Integriteit is ook een thema in de omgang met de buitenwereld. Het CBS vraagt veel bedrijven en ook burgers om gegevens bij het CBS aan te leveren. In het geval dat deze bedrijven en/of burgers daarbij menen onheus bejegend te zijn, kent het CBS een externe klachtenregeling.
4.7 Beleidsvoornemens Wet Open Overheid
Transparantie in Informatie
In lijn met het programma Transparantie in Informatie werkt het CBS aan het verbeteren van zijn bestuurlijke informatiehuishouding. Het doel is maximaal transparant zijn in zijn handelen, besluitvorming en verantwoording. Het CBS heeft voor 2022 en 2023 een aantal doelen vastgesteld, die gericht zijn op de invoering van beleid voor bestuurlijke informatiehuishouding, het proactief openbaar maken van informatie, betere archivering en het vergroten van het bewustzijn bij CBS’ers over wat wel en niet gearchiveerd moet worden. Daarnaast is het CBS bezig met de aanschaf van een “zoek en vind”-instrument dat het makkelijker maakt documenten uit het archief te halen en tevens bijdraagt aan de snelheid van de beantwoording van informatieverzoeken.
In 2022 is een start gemaakt met de realisatie van deze doelen. Het is in lijn der verwachting dat het CBS in 2023 deze doelen behaalt.
Implementatie Wet open overheid
Op 1 mei 2022 ging de Wet open overheid (Woo) in. De Woo is bedoeld om de overheid transparanter te maken en zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtstaat, de burger, het bestuur en de economische ontwikkeling beter te dienen. Alle bestuursorganen, waaronder het CBS, worden verplicht om overheidsinformatie openbaar te maken, zowel uit eigen beweging (actieve openbaarmaking) als op verzoek (passieve openbaarmaking).
De Woo verplicht het CBS bepaalde informatiecategorieën actief openbaar te maken. Deze verplichte informatiecategorieën zijn beschreven in artikel 3.3 van de Woo. Het CBS voert de openbaarmaking van deze categorieën gefaseerd in.
In 2022 ligt de focus van het CBS op de informatie die reeds openbaar was, maar waarvan de vindbaarheid soms te verbeteren valt. Hieronder vallen onder andere bereikbaarheidsgegevens van het CBS, inzicht in organisatie en werkwijze, en informatieverzoeken.
In 2023 richt het CBS zich op de voorbereiding van het openbaar maken van de volgende categorie van informatie waarvan de verplichting per 1 januari 2024 ingaat.
4.8 Afhankelijkheden
Zoals in paragraaf 5.2 wordt aangegeven, is het CBS afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens voor het maken van statistieken.
De beschikbaarheid van hoogkwalitatieve data en bronhouders die bereid en capabel zijn deze data aan het CBS te leveren is essentieel voor de wettelijke taak van het CBS. Het CBS mag overheidsinstanties die registraties beheren verplichten de benodigde gegevens aan te leveren. Om de kwaliteit en continuïteit te waarborgen maakt het CBS afspraken met deze organisaties over de levering van gegevens.
Inwoners van Nederland zijn niet verplicht om deel te nemen aan CBS-enquêtes. Om betrouwbare statistieken te maken met enquêtedata is het belangrijk dat de deelnemers aan enquêtes een afspiegeling zijn van de gehele populatie en dat elke groep voldoende respondeert. Het CBS heeft extra aandacht voor groepen die traditioneel moeilijker deelnemen aan enquêtes zoals ouderen, jongeren en personen die de Nederlandse taal minder machtig zijn. Het CBS blijft in 2023 de responsbereidheid onder deelnemers volgen. Tevens verkent het CBS voortdurend waar het mogelijk is de respons te verbeteren door de implementatie van nieuwe of aangepaste dataverzamelingsmethoden.
Private data zijn registraties die niet beheerd worden door een overheidspartij maar door een private partij. Deze data zijn een veelal onontgonnen bron van maatschappelijk relevante gegevens die toepasbaar zijn in het statistisch proces. Voorbeelden van private databronnen zijn de ov-chipkaart, slimme energiemeters, en draagbare en vaste sensoren, zoals activity trackers en indoor climate systemen. Private data hebben de potentie om op plaatsen de lacunes in het statistische beeld van Nederland in te vullen of om de enquêtedruk te verminderen. Voor de toegang tot deze bronnen is het CBS is afhankelijk van de bereidheid van private databronhouders om gegevens aan te leveren. Het CBS besteedt ook in 2023 expliciet aandacht aan de bronhouders van private databronnen en gaat waar mogelijk met de bronhouders en belanghebbenden in gesprek over de mogelijkheden tot gebruik van de private databron binnen het kader van de CBS-wet. Het CBS ziet zich gesterkt in dit streven vanuit Europese wetgeving, zoals de European Data Act.
5. Innoveren & verbeteren
5.1 Innovaties
Inleiding
Het CBS ontwikkelt doorlopend nieuwe methoden en technieken om op basis van nieuwe en bestaande databronnen statistieken te verbeteren, efficiënter te produceren of maatschappelijke fenomenen op nieuwe manieren inzichtelijk te maken. Dit kan zowel door grootschalige innovatie-trajecten als incrementele verbeteringen van bestaande statistische processen. De Beleidsregel taakuitoefening CBS schrijft daarbij voor dat het CBS in het jaarplan in kaart brengt welke grootschalige innovatieprojecten het CBS verwacht in het komende jaar uit te voeren, hoe marktbelangen daarin zijn meegewogen en waarom een innovatief project door het CBS wordt uitgevoerd.
Alle inspanningen zijn gericht op de ontwikkeling van het CBS als het statistisch bureau van Nederland en de bijbehorende fenomeengerichte betrouwbare statistieken. Ze worden gefinancierd uit de algemene bijdrage van het ministerie van EZK of via specifieke onderzoekssubsidies van bijvoorbeeld Eurostat, het statistische bureau van de Europese Commissie. Uitkomsten van innovatie-inspanningen zijn te vinden op https://www.cbs.nl/innovatie.
In deze paragraaf worden de grote innovatie-inspanningen in 2023 omschreven. In de volgende paragraaf is een selectie van de verbeteringen van bestaande processen en statistieken opgenomen.
Gebruik van apps en sensoren via smart surveys
Het CBS gebruikt heel veel data uit registers, maar daarnaast worden ook nog enquêtes gebruikt. Om personen en bedrijven niet te veel te belasten enquêteert het CBS zo min mogelijk. Er zijn echter gebieden waar primaire waarneming (het uitvragen van statistisch grondmateriaal aan bedrijven en personen via vragenlijsten – via internet, telefonisch of face-to-face) altijd nodig zal zijn. Daarom kijkt het CBS voortdurend of op dat terrein innovatie mogelijk is. Ook in 2023 ligt hierbij de nadruk op zogenaamde smart surveys die gebruik maken van apps op de telefoon en van sensormetingen die mogelijk zijn met de telefoon. Daarmee kunnen personen nadat ze zelf toestemming hebben gegeven automatisch data aan het CBS leveren.
In 2022 lag de focus op het ontwikkelen van een app voor het meten van verplaatsingen in samenwerking met Rijkswaterstaat. Dit betrof vooral het gereed maken van deze app voor een veldtest. In 2023 krijgt dit opvolging door de resultaten van deze veldtest te implementeren. De lessen uit deze test worden gebruikt voor het verder ontwikkelen van een brede visie op het inzetten van apps voor het verzamelen van data.
Eerdere ontwikkelingen rondom smart surveys zijn deels gefinancierd via Europese grants. Het CBS heeft gereageerd op een aanbesteding (call for tender) vanuit Eurostat om meer smart survey projecten te kunnen starten in de periode tot halverwege 2025.
In 2023 werkt het CBS verder aan meer inzicht verkrijgen in het verzamelen van data via sensoren. Daartoe heeft het CBS eerder samenwerking gezocht met (markt)partijen die onderzoek doen waarbij gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld beweegmeters. Op basis van deze expertise staat voor 2023 een pre-pilot gepland. In deze pre-pilot onderzoekt het CBS hoe interviewers via een bezoek aan huis een bijdrage kunnen leveren door aan personen die mee willen werken aan datadonatie uitleg te geven over hoe het beschikbaarstellen van data in de praktijk werkt. Deze pilot is ter voorbereiding op een grotere studie naar effectiviteit van het meten met beweegmeters in 2024.
Datadonatie
In 2023 continueert het CBS het verkennen van de mogelijkheden van datadonatie, waarbij personen wordt gevraagd of ze bereid zijn om persoonlijke gegevens op te vragen bij derde partijen en deze informatie met het CBS te delen. In 2023 worden ontwikkelingen rondom beweegmeters doorgezet. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van smartmeters, zoals energiemeters, en banktransacties. Deze verkenning is vooral een zoektocht naar de (on)mogelijkheden van datadonatie en voor welke doeleinden datadonatie voor het CBS waardevol kan zijn. Op het moment dat het CBS besluit dit verder te ontwikkelen, wordt overwogen in hoeverre samenwerking met marktpartijen mogelijk is.
Textmining
In 2023 werkt het CBS verder aan methoden om gegevens uit tekst te kunnen verwerken, ook wel textmining genoemd. Voorbeeld van tekstbronnen zijn sociale media en websites. Het CBS onderzoekt bijvoorbeeld of informatie van bedrijfswebsites kan worden gebruikt voor het identificeren van specifieke bedrijfsactiviteiten. Een voorbeeld hiervan is het identificeren van platformeconomiebedrijven voor de CBS-publicatie over online platformen. Hierbij worden onder andere gegevens van een marktpartij gebruikt om vast te stellen welke website bij welk bedrijf hoort.
Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van een nieuwe statistiek over gevraagde vaardigheden op de arbeidsmarkt. Deze statistiek is een verdieping van de reeds bestaande vacaturestatistiek en wordt ontwikkeld in een consortium met onder meer UWV, TNO en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Voor deze innovatie is voor de ontwikkeling zelf bewust géén samenwerking met de markt gezocht omdat de resultaten als open source producten worden opgeleverd. Daarmee zijn ze voor iedereen bruikbaar. Wel is samen met het consortium voortdurend afstemming met de markt gezocht om goed aan te sluiten bij de behoeften in de markt.
Privacy preserving techniques
In de afgelopen jaren is de data-uitwisseling tussen de verschillende onderdelen van de overheid en tussen overheidspartijen en private partijen fors gegroeid. Het komt echter ook voor dat deze data-uitwisseling niet kan of mag plaatsvinden vanwege wettelijke beperkingen, privacy of commerciële overwegingen vanuit de private partij. Privacy preserving technologieën maken het mogelijk dat in deze gevallen analyses op gecombineerde databronnen kunnen worden uitgevoerd zonder dat de betrokken partijen inzicht krijgen in elkaars onderliggende microdata. Het CBS werkt met partners aan de ontwikkeling van deze technieken.
In 2023 zal het CBS ten minste drie onderzoeken uitvoeren/afronden waarbij deze technieken worden ingezet. Twee onderzoeken hiervan zijn reeds in 2022 gestart en worden uitgevoerd in samenwerking met respectievelijk het RIVM en de Zeeuwse Zorg Coalitie. In beide gevallen worden privacy preserving technieken toegepast die door een marktpartij zijn ontwikkeld. Daarnaast voert het CBS een meerjarig onderzoek uit in samenwerking met de Universiteit Maastricht, waarbij het CBS (deels) privacy preserving technieken gebruikt die het CBS zelf ontwikkeld heeft.
Synthetische data
Het CBS wil data op een veilige manier gebruiken en delen. Synthetische data worden steeds vaker gezien als alternatief voor het delen van privacygevoelige data. Binnen het CBS worden synthetische data beschouwd als data die gegenereerd worden uit computersimulaties of algoritmes, waarbij idealiter de analytische waarde die de echte wereld weerspiegelt wordt behouden en het risico op onthulling zo laag mogelijk is. Hoewel het onderwerp synthetische data niet nieuw is, groeit de belangstelling hiervoor en is er ook buiten het CBS al veel vraag naar synthetische data. Het CBS was in 2022 betrokken bij verschillende trajecten met verschillende partners, zoals de Verenigde Naties, TNO en Brightlands.
In 2023 zal het CBS blijven samenwerken met andere partijen om kennis op te doen en onderzoek te doen naar zowel de bruikbaarheid van, als de onthullingsrisico’s bij synthetische data. Daarnaast wil het CBS in 2023 meer praktijkervaring opdoen met het genereren van synthetische data. Het CBS zal ten minste drie onderzoeken uitvoeren met deze techniek. Eén onderzoek betreft de inzet van synthetische data bij het ontwikkelen van testdata en het intern testen van software. Een tweede onderzoek betreft het ontwikkelen van een synthetische dataset voor onderwijsdoeleinden. Ten derde zal het CBS onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een synthetische dataset voor een remote access-aanvraag als oefenbestand beschikbaar te stellen.
5.2 Verbeteringen
5.2.1 Verbeteren van processen
Statistische processen
Het CBS voert in 2023 een aantal projecten uit ter verdere verbetering van bestaande statistische processen. Bij deze procesverbetering is altijd het uitgangspunt of hergebruik van CBS-materiaal mogelijk is. Daarna wordt er gekeken of er op de markt een open source of volledige marktoplossing beschikbaar is. Als het oordeel negatief is, gaat het CBS over tot eigen ontwikkeling. Ook wanneer er sprake is van gevoelige data, waar alleen het CBS toegang toe heeft of omdat het CBS specifiek hiervoor is gevraagd, gaat het CBS over tot eigen ontwikkeling. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor Eurostat-projecten. Voorbeelden van verbeteringen in 2023 staan hieronder genoemd.
Verwerkingsprocessen economisch domein
Bij de vernieuwing van meerdere verwerkingsprocessen in het economische domein maken standaardisatie en inzet van generieke tools de statistische verwerking efficiënter en flexibeler en de IT beheersbaar. Dit maakt het CBS wendbaarder om te kunnen blijven inspelen op de maatschappelijke informatiebehoefte. Zo kan het CBS nieuwe producten blijven ontwikkelen in aanvulling op bestaande statistieken en op basis van gebruikerswensen.
Verwerking van registers
In 2019 is het CBS met een programma gestart om te komen tot een efficiëntere verwerking van registers en het sneller beschikbaar krijgen van de informatie uit registers voor het samenstellen van statistische output. Dit wordt gerealiseerd door de processen te standaardiseren en meer IT-componenten te hergebruiken.
In 2022 kwamen de eerste generieke IT-componenten beschikbaar en in 2023 zal een verdere groei van deze generieke componenten zichtbaar zijn. Hiermee maakt het CBS de processen efficiënter, wat onder meer tot uitdrukking komt in het sneller beschikbaar krijgen van registerinformatie voor het samenstellen van statistische output.
Ov-data
In overleg met spoorvervoerders werkt het CBS aan het verzamelen en ontsluiten van reizigersinformatie in het openbaar vervoer op basis van ov-(chipkaart)data. De vervoerders verstrekken de benodigde data voor het samenstellen van Europese statistieken over het personenvervoer per spoor, geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (HICP) en indexcijfers van dienstenprijzen (DPI). In 2022 zijn in samenwerking met Translink en de vervoerders voor het eerst spoorcijfers samengesteld op basis van onder andere de ov-chipkaartdata. Op basis van de bevindingen begint het CBS in 2023 in samenwerking met de vervoerders en Translink met een praktische haalbaarheidtoets (proof of concept) waarbij aan de hand van ov-data enerzijds een methode wordt ontwikkeld en anderzijds het productieproces voor de spoorstatistiek voor personen en de prijsontwikkeling in het ov wordt ingericht.
Linked data en DOI’s
Het CBS kijkt naar de toepassingsmogelijkheden van Linked data en Digital Object Identifiers (DOI’s). Linked data zijn gestructureerde gegevens die door hun structuur eenvoudig gekoppeld (linked) kunnen worden aan andere gegevenssets. Dit maakt het zoeken en combineren van datasets eenvoudiger, zeker als ook metadata - zoals codes waarmee gemeenten worden onderscheiden - beschikbaar worden gesteld als linked data. Daarnaast onderzoekt het CBS of het mogelijk is om de beschikbare datasets te voorzien van DOI’s. Een DOI is een uniek blijvend identificatiemiddel (permalink) voor een bestand of publicatie op het World Wide Web, waardoor de publicatie of dataset altijd eenvoudig gevonden kan worden door mensen en zoekmachines, ook als er iets verandert in de digitale omgeving van het CBS. Daarmee is altijd vastgelegd welke versie van welke publicatie of dataset is gebruikt.
Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata
In 2022 is het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) van start gegaan in de programmafase. Daarbij is gestart met het inrichten van de organisatie. Het doel van het NTM is de vindbaarheid en bereikbaarheid van mobiliteitsdata te vergroten en data-uitwisseling tussen private en publieke partijen mogelijk te maken. Het CBS is partner in dit traject samen met het samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten (DOVA) en Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW). In 2023 wordt bezien op welke themagebieden het CBS een bijdrage kan leveren.
Toegang tot nieuwe databronnen
Door maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de opkomst van de internet-economie, digitale gegevensstromen en een teruglopende respons op enquêtes, maar ook door nieuwe statistische behoeftes (zoals sneller, gedetailleerder en fenomeengericht) zijn traditionele databronnen niet altijd toereikend. Data zijn niet volledig en niet altijd actueel. Dat heeft gevolgen voor de kwaliteit van de statistiek. Deze veranderingen en nieuwe Europese verplichtingen vragen om aanvullende informatie, in de vorm van andere databronnen.
Veel bronnen zijn in handen van private partijen. Private partijen zijn (vaak) niet wettelijk verplicht deze gegevens aan het CBS te leveren. Het CBS kan daardoor niet altijd beschikken over deze informatie en is dan ook afhankelijk van vrijwillige medewerking. Dat biedt onvoldoende waarborgen voor de continuïteit en geen zekerheid dat het CBS van alle partijen beschikbare informatie krijgt.
Door de toegang wettelijk te regelen, kan het CBS formeel de beschikking krijgen over deze databronnen en kan de continuïteit van de datavoorziening worden gegarandeerd. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het CBS ongelimiteerde toegang krijgt tot dergelijke gegevens. Het gaat alleen over die data die noodzakelijk zijn voor het maken van statistieken, het zogenaamde proportionaliteitsbeginsel. Om data veilig te delen worden altijd beveiligingsmaatregelen genomen. In de CBS-wet zijn bovendien bepalingen opgenomen over het gebruik van gegevens. Zo worden gegevens uitsluitend voor statistische doelen gebruikt en worden individuele gegevens nooit aan andere organisaties verstrekt. De gegevens worden zo gepubliceerd dat de informatie niet tot individuele personen of organisaties te herleiden is.
In 2023 werkt het CBS verder aan het toevoegen van bronnen over COVID-19-gerelateerde patiëntendata ten behoeve van gezondheidsstatistieken, zoals NICE (ziekenhuisdata) en OSIRIS (besmette personen).
Daarnaast loopt er een pilot om in samenwerking met John Deere te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor agrarische bedrijven om diverse enquêtes (gedeeltelijk) rechtstreeks en semiautomatisch in te vullen vanuit de administratieve gegevens in hun eigen informatiesystemen. Als deze technologie succesvol is, wordt dit in de toekomst ook voor andere informatiesystemen aangeboden.
Na een eerste inventarisatie in 2022 werkt het CBS in 2023 samen met partijen om toegang tot nieuwe bronnen te krijgen. Het betreft transactiedata van diverse Payment Service Providers en banken voor economische statistieken, vacaturegegevens voor arbeidsmarktstatistieken, gegevens van vervoerders over pakketten voor economische statistieken, en woning- en huurgegevens van makelaars voor statistieken over de woningmarkt.
Referentie GrootboekSchema (RGS)
Om te zorgen voor minder regeldruk heeft het CBS het Referentie GrootboekSchema (RGS) geïmplementeerd in de productiestatistiek-vragenlijst. Deze vragenlijst is een van de enquêtes die bedrijven veel regeldruk oplevert. Hierdoor kunnen bedrijven nu hun gegevens uit de financiële administratie importeren in de vragenlijst, waarna deze voor een groot deel automatisch ingevuld wordt. Dit scheelt veel tijd bij het invullen van de vragenlijst. Na een succesvolle introductie in 2021 voor de sectoren horeca, detailhandel en accountancy lag het accent in 2022 op het verbeteren van de gebruikerservaring van de RGS-functionaliteiten en een uitbreiding naar de branches bouw en groothandel. In 2023 continueert en verbetert het CBS de RGS-methodiek verder. Dit doet het CBS in samenwerking met de verschillende RGS-groepen waarin overheidspartijen, softwareleveranciers, en boekhouders en accountants vertegenwoordigd zijn.
Webscraping
Ook in webscraping - met software op internet zoeken naar informatie - blijft het CBS in 2023 investeren, om (aanvullende) gegevens te verkrijgen die bestaande statistieken versterken en nieuwe statistieken mogelijk maken zonder daarbij extra regeldruk voor het bedrijfsleven te veroorzaken. In 2022 is een centraal webscraping productieproces ingericht om data te verzamelen van bedrijven en de adressen van websites van bedrijven te koppelen aan de betreffende bedrijven in het bedrijvenregister van het CBS. In 2023 realiseert het CBS vervolgens verdere faciliteiten voor webscraping, zoals gestandaardiseerde analyses op geïntegreerde webscrapedata.
Herontwerp proces inkomensstatistiek
De software die wordt gebruikt voor het proces van de inkomensstatistiek voldoet niet meer aan de functionele eisen en past niet meer in de IT-architectuur van het CBS. Uit vooronderzoek is een oplossingsrichting gekomen voor een nieuw productieproces voor de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS). In 2022 wordt een planning gemaakt, worden de acceptatiecriteria opgesteld en worden de functionele wensen verder gespecificeerd. Dit is de basis om in 2023 te starten met de bouw van een nieuw systeem. Het verwerkingsproces van de inkomensstatistiek zal in 2023 stap voor stap worden omgezet naar dit nieuwe systeem.
Datastrategie
De groeiende hoeveelheid beschikbare data en technologische ontwikkelingen hebben geleid tot een beweging die de samenleving geleidelijk transformeert tot een informatiesamenleving. De potentie van het gebruik van data om bij te dragen aan maatschappelijke opgaven wordt ook door de overheid steeds meer erkend. Hierdoor is een trend in gang gezet die heeft geresulteerd in meerdere bestuurlijke initiatieven, rapporten en agenda’s met betrekking tot data. Het doel is om gezamenlijk maatschappelijke opgaven aan te pakken door op een verantwoorde manier gebruik te maken van data. Door samen op te trekken worden kennis en ervaringen gebundeld en kunnen gedeelde belemmeringen sneller worden overkomen. De totstandkoming van de Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) is hier een onderdeel van. De Interbestuurlijke Datastrategie is een initiatief van rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen. Vanaf 2022 geeft een interbestuurlijk programma concreet invulling aan de Interbestuurlijke Datastrategie.
Om te bepalen wat deze ontwikkelingen voor het CBS kunnen betekenen brengt het CBS in 2023 in kaart wat de (brede) datatrends zijn, wie de spelers zijn en welke bestuurlijke initiatieven al bestaan rondom dit thema. Voor het CBS zijn niet alleen thema´s als het opzetten van overheidsbrede datasystemen, -architecturen, -governance en de ontwikkelingen in Europa van belang, maar ook het actuele debat over de publieke waarden als het gaat om het gebruik van data en Artificial Intelligence (AI). In de Interbestuurlijke Datastrategie wordt bijvoorbeeld gesproken over het opbouwen van een zogenaamd centraal federatief datastelsel. Dit afsprakenstelsel moet voorkomen dat elke organisatie zelf generieke systemen gaat bouwen om te werken met data.
Het CBS vervult een sleutelrol bij de praktische invulling van de Interbestuurlijke Datastrategie, onder andere via zogeheten use-cases (VIVET, woonopgave), via vraagstelling voor juridisch advies van de landadvocaat (Zicht op Ondermijning, toegang tot COVID-19-data) en via overleggen rond bijvoorbeeld het stelsel voor Chief Data Officers. Deze betrokkenheid dient als basis voor de rol die het CBS naar de toekomst kan, wil en mag spelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de producten- en dienstenportefeuille en de wettelijke taak van het CBS. Hierbij is het CBS enkel bevoegd gebruik te maken van data voor statistische doeleinden.
Eenvoudig data delen
Het CBS is voortdurend bezig om zijn datalandschap te verbeteren. Een goed georganiseerd datalandschap is van belang om de databronnen efficiënt te kunnen gebruiken binnen het CBS, maar ook om data zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften in de samenleving. In 2023 verbetert het CBS de metadata en maakt het data gemakkelijker beschikbaar. Dit vormt ook een belangrijk uitgangspunt voor de actualisatie van de CBS-datastrategie.
Agile transitie
Agile werken en continu verbeteren gaan hand in hand. Het CBS heeft enkele jaren geleden werkenderwijs Agile werken geïntroduceerd bij IT en softwareontwikkeling. Dit houdt in dat gewerkt wordt met vaste teams, waarin medewerkers van de statistische afdeling (“business”) en IT nauw samenwerken. Deze teams doen zowel het beheer als de ontwikkeling van maatwerksoftware. De teams werken in sprints van enkele weken om ervoor te zorgen dat resultaten eerder zichtbaar zijn voor de gebruiker en ingezet kunnen worden in de praktijk. Teams pakken de zaken met de grootste meerwaarde voor de organisatie op. Dit alles gebeurt op basis van gezamenlijke doelen en met een mentaliteit die draait om experimenteren en leren. Door deze werkwijze kunnen medewerkers beter omgaan met werkdruk en is er openheid over waar de teams mee bezig zijn.
In 2023 evalueert het CBS de bestaande werkwijze om zicht te krijgen op verbeterpunten. Dat betreft met name de sturing op lange termijn, CBS-brede verbeterdoelen, en onderhoud.
5.2.2 Verbeteren van statistieken
Woononderzoek
Het doel van het verbeterproject WoON is om een woononderzoek op basis van registers en andere integrale gegevensbronnen (Woonbase) te ontwikkelen. In 2022 zijn de eerste resultaten uit 2021 doorontwikkeld en is de Woonbase via de remote accessvoorziening beschikbaar gesteld voor onderzoek door externe onderzoekers. Dit project loopt tot en met 2024. In 2023 zullen onder andere kenmerken worden geharmoniseerd, aandachtsgroepen worden afgebakend en de vragenlijst voor de nieuwe enquêtering van het woningbehoefte-onderzoek worden aangepast. De informatie die uit het register is te halen, hoeft dan niet langer meer uitgevraagd te worden. De Woonbase levert daarmee in 2023 steeds meer bouwstenen voor de informatievoorziening van de woningmarkt.
Mobiliteitsonderzoek
Enkele jaren geleden stelden RWS, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) en het CBS een samenwerkingsovereenkomst op, om te verkennen of met behoud van kwaliteit de kosten van het mobiliteitsonderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) verlaagd en beter beheersbaar konden worden qua ontwikkeling over de jaren heen. In 2023 omvat dit traject twee onderdelen:
- Trendmodellering: er is een robuust model ontwikkeld om plausibele trendschattingen over mobiliteit te maken op basis van gegevens uit ODiN en eerdere mobiliteitsonderzoeken. Voor 2023 worden nieuwe schattingen gemaakt.
- Verplaatsingenapp: de in 2022 ontwikkelde app wordt eind 2022/begin 2023 uitgebreid in het veld getest. Op basis van de bevindingen uit deze test wordt een uitspraak gedaan over de mogelijkheid om dataverzameling met een app onderdeel te laten worden van de benaderstrategie van het reguliere ODiN in de komende jaren.
Cybercrime en cybersecurity
Het CBS verkende in 2022 de mogelijkheden om meer statistieken te maken over de thema’s cybercrime en cybersecurity. In de politiestatistieken en in de cybersecuritymonitor zijn voor de twee thema’s, respectievelijk, al cijfers beschikbaar. Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en de bestuurlijke prioriteit van dit thema binnen het domein justitie en veiligheid heeft het CBS in 2022 met onder andere de Politie en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) in een verkenningsonderzoek de beschikbaarheid van data bij Nederlandse organisaties over aanvallen met ransomware en de mogelijkheden voor het samenbrengen van de data in kaart gebracht. In 2023 wordt in overleg met het NCSC de volgende stap in het onderzoek bepaald.
Bedrijvennetwerk
In 2023 worden in samenwerking met universiteiten en andere externe partijen analyses uitgevoerd op de datasets over het bedrijvennetwerk van Nederland die het CBS eind 2021 in de remote acces-omgeving beschikbaar stelde. Daarbij gaat het onder andere om onderzoek naar de weerbaarheid van de economie, de doorwerking van schokken, de flexibiliteit in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, en om het detecteren van relevante ketens en clusters van bedrijven. Ook wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van deze netwerkdatasets (verbreding en verdieping van het netwerk en verbetering van de kwaliteit) en het ontwikkelen van afgeleide publicaties en analysetools in samenwerking met externe partijen. In 2023 probeert het CBS op dit thema internationale samenwerkingen met buitenlandse statistiekbureaus, universiteiten en dergelijke op te zetten en uit te bouwen, onder andere om internationale vergelijkingen mogelijk te maken. Binnen het CBS worden diverse toepassingen ontwikkeld voor gebruik bij andere statistieken, bijvoorbeeld voor input/output-tabellen van de nationale rekeningen.
Fenomeengericht adequaat meten van de economie
Het CBS wil toonaangevend zijn als het gaat om het signaleren, meten en beschrijven van (nieuwe) economische fenomenen. Om het maatschappelijk debat goed te kunnen blijven voeden is focus nodig, ook om te voorkomen dat de statistische beschrijving (te) versnipperd raakt. In 2023 stelt het CBS voor de economische statistieken drie inhoudelijke thema’s centraal voor het ontwikkelen van nieuwe statistieken en output. Het CBS richt zich daarbij op het nog beter vertellen van het grote, fenomeengerichte verhaal achter de thema’s:
- Klimaat en duurzaamheid
- Digitalisering, kennis en economie
- Globalisering en waardeketens
Binnen de thema’s zoomt het CBS in op de rol van de verschillende actoren in de economie: personen, huishoudens, bedrijven en overheid. Daarnaast kijkt het CBS wat dit betekent voor verdelingsvraagstukken en de link tussen micro- en macrodata. Gebruikers(wensen) staan voor deze thema’s centraal. Leden van de externe expertgroep denken met het CBS mee over de invulling van de thema’s en zullen waar mogelijk en wenselijk samenwerken. Om de economie adequaat te meten en beschrijven werkt het CBS samen met verschillende partijen binnen en buiten Nederland.
Modernisering agrarische statistieken
De werkzaamheden voor de Eurostat-grant Agri-Sisa (Agriculture System Integration and Spatial Analyses) worden in 2023 afgerond. Samen met externe partners onderzoekt het CBS de mogelijkheden van nieuwe databronnen ten behoeve van statistieken over oogsten van gewassen en gewasbescherming, zoals sensordata van landbouwmachines, satellietdata en farm-management informatiesystemen. Zo kan de regeldruk verlaagd worden en kunnen de effecten van droogte geanalyseerd worden.
Vernieuwing visualisatie CBS in uw Buurt
Het CBS ontwikkelt een nieuwe versie van CBS in uw buurt. De visualisatieomgeving wordt gebruiksvriendelijker en is beter te onderhouden dan de huidige versie. In 2023 wordt deze vernieuwde versie gepubliceerd.
In die omgeving kunnen gebruikers snel en eenvoudig een selectie maken van onderwerpen en perioden waarover regionale informatie over gemeentes, wijken en buurten in kaartvorm getoond wordt. Dat wordt ook mogelijk voor andere gebiedsindelingen, zoals postcodegebieden en vierkanten.
De doorzoekbaarheid en vergelijkbaarheid van de onderliggende datasets zijn belangrijke kenmerken van de techniek die gebruikt wordt. De regionale statistische informatie zal met deze aanpak niet alleen makkelijker snel gevisualiseerd kunnen worden, maar de vindbaar van de statistische informatie verbetert voor de gebruiker.De generieke aanpak maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk dat in nieuwsberichten eenvoudig naar relevant kaartmateriaal kan worden gelinkt.
Netwerkanalyses persoonsnetwerken
Vanaf 2020 is het CBS bezig met het ontwikkelen van een persoonsnetwerk met behulp van registerdata uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB). Het persoonsnetwerk bevat 1,4 miljard relaties van 17 miljoen Nederlanders: relaties tussen huisgenoten, familie, buren, collega’s en klasgenoten. Het bestand kent een grote belangstelling van buiten. Zo wordt het door externe onderzoekers gebruikt in de beveiligde microdata-omgeving en vindt er op basis van het netwerkbestand statistisch onderzoek plaats.
In 2022 is het bestand verder doorontwikkeld door validatie en verbetering van de afleidingsregels. Daarnaast is begonnen met het opzetten van een proces voor de productie van jaarlijkse netwerkbestanden en het maken van een visuele weergave van regionale segregatiepatronen. Deze werkzaamheden worden in 2023 voortgezet.
6. Strategische samenwerking
6.1 Algemeen
Samenwerking met overheden en wetenschap is cruciaal voor het CBS om zijn wettelijke taken zo adequaat mogelijk uit te kunnen voeren. Het CBS werkt echter niet alleen samen met veel partners om een zo hoog mogelijke kwaliteit van de bestaande statistische dienstverlening te creëren, maar ook om kennis en kunde met kennispartners uit te wisselen en op een hoger niveau te brengen of om te werken aan innovatieve methoden van dataverzameling en –verwerking. Daarbij dient deze samenwerking altijd het doel om stappen te zetten op het gebied van toekomstbestendige, relevante en onafhankelijke statistiek. Samenwerking is voor het CBS dus geen doel maar een middel. Grofweg onderscheidt het CBS samenwerking met leveranciers van data, zoals beheerders van overheidsregisters of bedrijven, samenwerking met academische en kennisinstituten, thematische samenwerking rond innovatieve methoden en internationale samenwerking. Bij de samenwerking worden de Beleidsregel taakuitoefening CBS vanzelfsprekend geëerbiedigd.
In dit hoofdstuk worden enkele voorbeelden genoemd van samenwerkingsverbanden. Meer concrete samenwerkingsprojecten zijn elders in dit jaarplan te vinden, bijvoorbeeld in hoofdstuk 2.
6.2 Diverse samenwerkingsrelaties
Kennisinstituten
In 2023 zet het CBS de samenwerking met het SCP, PBL, Centraal Planbureau (CPB), TNO, NIDI en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voort. De samenwerking met deze partijen vindt onder meer plaats bij (methodologisch) onderzoek, analyse en publicaties, bij steekproeftrekking en bij enquêtering. Dit leidt in 2023 tot een aantal nieuwe en herhaalde onderzoeken. Hiermee bewerkstelligen de samenwerkingspartners een doelmatige inzet van publieke middelen. De onderzoeksterreinen van het CBS, SCP, PBL, CPB, RIVM, NIDI en TNO overlappen immers deels. Daarnaast bestaan er lacunes in de informatievoorziening die met de samenwerking kunnen worden voorkomen. Verder kan de samenwerking de eenduidigheid van cijfers bevorderen.
De samenwerking met het SCP gaat over het sociaal en cultureel terrein en is bekrachtigd in een convenant. Het SCP en het CBS streven door middel van deze samenwerking naar verbetering van de informatieverzameling en –voorziening op de wederzijdse werkterreinen.
Met het CPB wordt samengewerkt op diverse thema’s, waaronder macro-economie, inflatie, globalisering, inkomens en werkgelegenheid. In 2023 worden bijeenkomsten tussen het CPB en het CBS georganiseerd waarin kennis wordt uitgewisseld en de werkprogramma’s van het CPB en het CBS op de diverse thema’s worden besproken.
De samenwerking met het PBL op het brede domein leefomgeving betreft diverse thema’s, zoals natuur, energie, klimaatadaptatie, circulaire economie en emissies. Dit komt terug in onder andere de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning, de tweejaarlijkse Integrale Circulaire Economie Rapportage en het Compendium voor de Leefomgeving. Daarnaast werkt het CBS bij het thema bevolking intensief met het PBL en het NIDI samen, vooral op het gebied van (regionale) bevolkingsprognoses.
De samenwerking met TNO is al jaren intensief rondom het thema arbeid. Ook wordt ingezet op samenwerking op andere thema’s zoals gezondheid, mobiliteit, duurzaamheid, veiligheid en energie. Daarnaast wordt samengewerkt op het gebied van Artificial Intelligence (AI), waar CBS en TNO in 2019 gezamenlijk het CBS-TNO-partnership Trusted AI hebben opgezet. In dit kader werken CBS en TNO bijvoorbeeld, op verzoek van de Nederlandse AI Coalitie en de Stichting AiNed, aan het opzetten van een systeem om ontwikkeling en gebruik van AI in Nederland te monitoren. In 2023 wordt op basis van beschikbare bronnen en methodieken verder gewerkt aan in 2022 gestarte activiteiten. Het gaat daarbij om het meten van het effect dat deelname door bedrijven aan de activiteiten vanuit de AI Coalitie heeft op hun ontwikkeling in vergelijking tot bedrijven die niet deelnemen aan die activiteiten. Het moment van publiceren over resultaten verloopt in nauw overleg met TNO en de Stichting AiNed. Naar verwachting worden in 2023 al wel eerste beelden gedeeld. Daarnaast heeft TNO met het CBS op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gewerkt aan een AI-model om bereidheid om mee te werken aan energietransitie op wijkniveau in te schatten. De pilot is succesvol afgerond. In 2023 worden de mogelijkheden voor een vervolg onderzocht. Aan verschillende AI-gerelateerde onderzoeken werken studenten als gemeenschappelijke CBS-TNO-stagiaires mee. Dat blijkt een goed middel om de onderlinge relaties verder te versterken.
Met het RIVM kijkt het CBS naar onder andere gezondheid en leefstijlonderzoek. De samenwerking met RIVM wordt in 2023 verder verbreed en verdiept op het gebied van onderzoek op het terrein van COVID-19, preventie en voeding. Met het ministerie van VWS gaan het RIVM en het CBS na welke mogelijkheden er zijn om vaccinatiedata beschikbaar te stellen voor wetenschappelijk onderzoek en vanuit de eigen rol en taak bij te dragen aan pandemische paraatheid en een toegankelijke data-infrastructuur in Nederland. De samenwerking tussen het CBS en het RIVM wordt voortgezet in 2023 zowel op thema’s gerelateerd aan gezondheid als aan milieu en duurzaamheid. Om de samenwerking op diverse terreinen tussen het CBS en het RIVM efficiënter te laten verlopen en te borgen, is eind 2021 een raamovereenkomst in werking getreden.
Kadaster
In 2017 sloten het Kadaster en het CBS een strategische alliantie. Dit heeft geresulteerd in een aantal samen ontwikkelde nieuwe producten, zoals een nieuwe landelijke monitor leegstand en informatie over transacties en prijsontwikkelingen van nieuwbouw en commercieel vastgoed. Ook is er een stap gemaakt om de open data van beide organisaties te verbinden. Voor 2023 en verder zal de toegevoegde waarde die de alliantie het maatschappelijk debat oplevert verder worden vergroot. Dit gebeurt onder andere in het VIVET-traject rond de energietransitie, waarin het Kadaster en het CBS samen met andere partners optreden. Er wordt samengewerkt op het gebied van data en innovatieve technieken.
De Nederlandsche Bank
De afgelopen jaren is de samenwerking tussen het CBS en De Nederlandsche Bank (DNB) geïntensiveerd. Het CBS en DNB produceren nu gezamenlijk de cijfers van de Sectorrekeningen en de Betalingsbalans. Hierdoor sluiten de macro-economische statistieken over de relatie van Nederland met het buitenland volledig op elkaar aan. Er zijn afspraken gemaakt over de verdeling van werkzaamheden tussen het CBS en DNB, in het bijzonder over de verzameling van data ten behoeve van elkaars statistieken, de onderlinge uitwisseling van data en de bewerking en integratie daarvan. Als onderdeel van de samenwerking is een gezamenlijk bedrijvenregister opgezet voor het coördineren van de benadering van bedrijven en productie van statistieken. Dit register is gebaseerd op het Algemeen Bedrijven Register (ABR) van het CBS.
Informatie-analyseteam
Sinds 2019 participeert het CBS in het Informatie-analyseteam (IAT) van de Politie en het Directoraat Generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGP&V) van het ministerie van JenV. Het CBS draagt bij aan de uitvoering van thema-analyses, de door het Informatie-analyseteam opgezette generieke monitor, inzicht in kenmerken van politiepersoneel en de uitvoering van validaties. Daarnaast zijn innovatie en kennisdeling onderwerpen waarop wordt samengewerkt.
Ten behoeve van de generieke monitor van de Politie, getiteld Galileo, stelt het CBS in 2022 maandelijks een datalevering samen met daarin kenmerken van slachtoffers en verdachten van misdrijven. Ook worden twee keer per jaar kenmerken van politiepersoneel in beeld gebracht. In het verlengde daarvan werken het CBS en de Politie samen aan het in beeld brengen van de arbeidsmarkt rondom de politietaken, met Arbeidsmarkt zorg en welzijn (AZW) als inspiratiebron. Bovendien wordt er in 2023 gewerkt aan het aanpassen van de generieke monitor naar aanleiding van samen uitgevoerd verdiepend onderzoek naar kenmerken die samenhangen met crimineel gedrag.
Toerisme-onderzoek
Er is in Nederland behoefte aan data op het gebied van toerisme, om daarmee beleidsbeslissingen met gebruik van data te ondersteunen en de concurrentiekracht van toerismeondernemers te vergroten. Hiertoe is een Landelijke data alliantie opgericht waarin het ministerie van EZK, Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality (CELTH), het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC), Kennisnetwerk Destinatie Nederland (KNDNL), Destinatie Marketing Organisaties (DMO’s), provincies en het CBS participeren. De partijen trekken gezamenlijk op om tot aanvullende, actuele en volledige data te komen over toerisme.
In 2023 werkt het CBS ook samen met NBTC en CELTH binnen het Data en Development Lab (DDL) aan nieuw dataonderzoek op het terrein van toerisme. Via de landelijke data alliantie vinden de kennis en inzichten die uit het Data en Development Lab voortkomen hun weg naar alle relevante stakeholders.
6.3 Academische samenwerking
De bestaande samenwerkingen en relaties met hogescholen en universiteiten worden voortgezet en verder uitgebouwd. Deze samenwerking is op verschillende fronten van essentieel belang voor het CBS. Om te beginnen wordt bevorderd dat het CBS daar waar nodig de meest actuele kennis en kunde in huis krijgt en houdt. Hierbij kan worden gedacht aan ontwikkelingen op het terrein van privacy preserving techniques en veilig data delen, maar ook aan vernieuwingen op methodologisch en statistisch terrein (zoals onderzoek naar mixed-mode waarnemingsstrategieën) en aan meer inhoudelijke thema’s (zoals voor het adequaat meten van de economie, zie 5.2.2). Samenwerking met hogescholen en universiteiten vergroot bovendien de innovatieruimte van het CBS (zie ook hoofdstuk 5) en het is tevens van groot belang voor personeelsontwikkeling en recruitment (zie ook paragraaf 7.1). Niet alleen helpt het bij versterken van het kennisniveau van bestaande medewerkers en bij de uitdaging die (en het werkplezier dat) medewerkers vinden in (en ontlenen aan) hun werk, ook zijn universiteiten en hogescholen een belangrijke bron van nieuw personeel. Het onderhouden van korte lijnen met de hoger onderwijsinstellingen vergemakkelijkt het rekruteren van nieuwe collega’s. Tot slot draagt het CBS, tezamen met de universiteiten en hogescholen, bij aan de totstandkoming van nieuwe (maatschappelijke) inzichten en daarmee aan de wetenschappelijke kennis in Nederland.
Academische samenwerking vindt plaats met verschillende universiteiten en binnen diverse onderzoeksprojecten – groot en klein. Een aantal voorbeelden hiervan wordt hieronder benoemd, waarbij opgemerkt moet worden dat dit zeker geen uitputtend overzicht betreft. Bovendien vindt veel samenwerking plaats in de vorm van personele uitwisseling, bijvoorbeeld door het instellen van bijzondere leerstoelen aan universiteiten. Ook hierop wordt nader ingegaan (zie bijlage D voor een overzicht van de CBS-lector en hoogleraren).
De samenwerking met de Universiteit van Maastricht wordt in 2023 gecontinueerd, onder meer in het kader van de CBS-leerstoelen “Survey Methodology” van prof. dr. Jan van den Brakel, “Sociale statistiek, in het bijzonder de empirische benadering van de sociale samenhang” van prof. dr. Hans Schmeets en “Arbeidsmarktflexibilisering vanuit werkgeversperspectief” van prof. dr. Wendy Smits. Het CBS werkt ook in 2023 samen met het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht. De samenwerking concentreert zich op de impact van technologisering en globalisering op de beroepsloopbanen van (flexibele) werknemers, de opkomst van zzp’ers en de arbeidsmarktpositie van platformwerkers. Tevens wordt samengewerkt met het Instituut voor Grensoverschrijdende Mobiliteit en Samenwerking (ITEM) en met de afdeling Gedragseconomie van de Maastricht University School of Business and Economics. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar sociaal kapitaal, integratie, migratie, naturalisatie, (beoordelen van) verkiezingen, vertrouwen, welzijn, risicogedrag, taal, duurzaamheid, genderongelijkheid op werkplekken en sociale cohesie.
De samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, die in 2022 weer is bekrachtigd door ondertekening van een vernieuwde raamovereenkomst, wordt in 2023 voortgezet, onder meer in het kader van de CBS-leerstoel “Registeranalyses van Levensloopdynamiek” van prof. dr. Ruben van Gaalen aan de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen. De focus van deze samenwerking ligt op longitudinaal onderzoek naar gezinnen, generaties en de demografische levensloop.
Ook de samenwerking rond de leerstoel ”Complexiteit voor Officiële Statistiek” van prof. dr. Frank Pijpers aan de Universiteit van Amsterdam wordt in 2023 gecontinueerd. De netwerkstructuur van de samenleving en de bedrijfspopulatie wordt in kaart gebracht. Ook wordt er gewerkt aan een digitale tweeling van Nederland, zodat ‘agent based modelling’2) gebruikt kan worden om de mogelijke mechanismen achter maatschappelijke ongelijkheid, segregatie, en veerkracht te kunnen toetsen. Het doel is om de systeemeigenschappen van de Nederlandse samenleving en economie beter in kaart te brengen en zo het fundament van feiten voor beleid te verdiepen. De lopende samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en het ministerie van EZK om complexiteitstheorie toe te passen op het gebied van energietransitie in industrieclusters zet het CBS voort. Het Institute for Advanced Study (IAS) van de Universiteit van Amsterdam heeft zich afgelopen jaren toegelegd op interdisciplinaire complexiteitswetenschap. Het is de gezamenlijke intentie de kennis en technieken van deze wetenschap in te zetten voor officiële statistiek. Met de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden wordt bovendien het werk voortgezet om een ‘digital infrastructure for population scale network analysis’ te ontwikkelen (POPnet). Het doel hiervan is het beschikbaar maken van longitudinale sociale netwerkdata over de gehele Nederlandse populatie voor wetenschappelijk onderzoek. Een belangrijk onderdeel daarin is nog lopend onderzoek naar verdere verbeteringen in het beveiligen van dergelijke privacygevoelige data. Eveneens in het kader van complexiteitsonderzoek doen meerdere PhD-studenten onderzoek op de door het CBS ontwikkelde experimentele bedrijvennetwerkdataset.
Samenwerking met de Universiteit Leiden (UL) vindt op meerdere fronten plaats. Naast samenwerking binnen POPnet, is prof. dr. Paul Nieuwbeerta, hoogleraar Criminologie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UL, sinds het voorjaar van 2022 verbonden aan het CBS als affiliated professor. Met zijn vakinhoudelijke kennis over met name de strafrechtketen en levensloopcriminologie helpt hij in 2023 de inhoudelijke kennis bij het CBS op dit terrein verder verbreden en verdiepen. Daarnaast zal hij een bijdrage leveren aan de vernieuwing en verbetering van statistieken over criminaliteit in Nederland. Paul Nieuwbeerta is de eerste hoogleraar die als affiliated professor bij het CBS aan de slag is.
Met het Leiden-Delft-Erasmus Centre for BOLD Cities en de Erasmus Universiteit Rotterdam (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) loopt sinds 2017 een samenwerking in het kader van de CBS-leerstoel “Stedelijke statistieken” van prof. dr. Marjolijn Das. De werkzaamheden voor dit hoogleraarschap en de CBS-onderzoeken liggen in elkaars verlengde of vallen samen en worden in 2023 voortgezet. Het onderzoek richt zich onder meer op sociale netwerken, verhuisgedrag en ruimtelijke ongelijkheden.
De samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen richt zich in 2023 onder meer op het bundelen van expertise op het gebied van toegang tot microdata op afstand (remote access) en virtuele werkplekken. Ook bij het thema adequaat meten van de economie (zie ook 5.2.2) vindt samenwerking plaats met de Rijksuniversiteit Groningen.
Binnen het ontwikkelprogramma Globalisering (zie ook 2.3.6) heeft het CBS in 2022 prof. dr. Javier Miranda aan zich verbonden als affiliated researcher. Javier Miranda is werkzaam op het gebied van bedrijvendynamiek en productiviteit bij de Friedrich Schiller Universiteit Jena en het Halle Institute for Economic Research. In 2023 wordt een langetermijn-onderzoeksagenda opgesteld op het gebied van bedrijvendynamiek en productiviteit in Nederland.
De samenwerking met Universiteit Utrecht wordt in 2023 voorgezet met onder meer de CBS-leerstoel “Mixed-mode survey technieken” van prof. dr. Barry Schouten. In 2022 is de leerstoel verlengd voor vijf jaar en is de focus aangepast, met meer nadruk op zogenaamde smart surveys (zie paragraaf 5.1). In 2022 is ook een samenwerking en deeltijd-detachering gestart van prof. dr. Barry Schouten bij het GESIS Leibniz Institute for the Social Sciences in Duitsland. Deze zal lopen tot de zomer van 2023. In het kader van de leerstoel vinden drie promotieonderzoeken plaats rond benaderstrategieën en schattingsmethodologie voor surveys met sensoren. Binnen de samenwerking valt het Waarneem Innovatienetwerk (WIN) van het CBS en de universiteit, gericht op innovatie van dataverzameling met nieuwe IT-instrumenten.
Met de CBS-leerstoel “Statistiek en Data Science” van bijzonder lector dr. ir. Kees van Berkel wordt de samenwerking met Zuyd Hogeschool in 2023 voorgezet. In het kader van deze leerstoel wordt onderzoek gedaan naar het samenstellen van relevante statistische informatie door surveys en andere databronnen te combineren.
De samenwerking met Tilburg University wordt in 2023 voorgezet met onder meer de CBS-leerstoel “Data-integratie” van prof. dr. Ton de Waal. In het kader van deze leerstoel zal onder andere promotieonderzoek worden uitgevoerd naar correctiemethoden voor selectiviteit in databestanden. Daarnaast zal, deels in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam, onderzoek worden gedaan naar het meten van de kwaliteit van schattingen, gebaseerd op databestanden die selectief zijn of meetfouten bevatten.
Met de Vrije Universiteit Amsterdam wordt de samenwerking (die in 2022 opnieuw is bekrachtigd door de verlenging van de raamovereenkomst) gecontinueerd met een strategisch onderzoeksprogramma en door de voortzetting van de leerstoel “Methodologie van administratieve en nieuwe databronnen”. De huidige leerstoelhouder, prof. dr. Bart Bakker, gaat in 2023 met emeritaat. Het streven is om in 2023 een nieuwe kandidaat op deze leerstoel te installeren. Het in 2022 gestarte promotieonderzoek naar het ontwikkelen van maten voor de kwaliteit van uitkomsten op basis van (combinaties van) administratieve en Big-Databronnen, evenals het eveneens in 2022 gestarte promotieproject ‘Big data as auxiliary data sources for official statistics’ (mede onder begeleiding van prof. dr. Jan van den Brakel; CBS en Universiteit Maastricht), wordt in 2023 gecontinueerd.
De samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven wordt in 2023 gecontinueerd door onder meer de CBS-leerstoelen “Big Data in Official Statistics” van prof. dr. Piet Daas en “Quantification of Sustainability” van prof. dr. Jan-Pieter Smits. Jan-Pieter Smits heeft van De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een subsidie toegewezen gekregen voor een onderzoeksproject dat analyseert hoe de grote milieudruk die Nederland op de allerarmste landen legt historisch zo is gegroeid. Het is de bedoeling dat dit onderzoek ook belangrijke beleidsvragen adresseert. Dit project zal worden uitgevoerd met andere onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Utrecht en de Wageningen Universiteit. Gedurende een aantal maanden zal een postdoc-onderzoeker bij het CBS onderzoek doen. Voor het CBS is academische validatie van de Monitor Brede Welvaart van belang en is het doel om door middel van onderwijs en onderzoek de Monitor en het onderliggende meetsysteem breder onder de aandacht te brengen.
In het programma Flexibilisering arbeidsmarkt wordt samen met studenten en promovendi verschillende onderzoeken uitgevoerd als onderdeel van stages, duale trajecten of proefschrifttrajecten. Zo worden er verdiepende artikelen gemaakt in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit Hasselt en de Universiteit Maastricht over loopbanen en beloning van flexibele werknemers en de relatie tussen de inzet van flexibele werknemers, bedrijfssucces en flexstrategieën van bedrijven en gezondheid van werknemers.
Voorts vindt veel samenwerking met wetenschappelijke faculteiten plaats via ODISSEI (Open Data Infrastructure for Social Science and Economic Innovations), de duurzame wetenschappelijke infrastructuur voor de sociale wetenschappen in Nederland, dat tot stand is gekomen dankzij een gezamenlijk initiatief van CBS, SURF, Centerdata en NWO. Via ODISSEI krijgen onderzoekers in de sociale wetenschappen toegang tot grootschalige en longitudinale dataverzamelingen die in een beveiligde omgeving gekoppeld kunnen worden aan CBS-registerdata. De universiteiten maken veelvuldig gebruik van de door het CBS geboden remote access-faciliteit voor het doen van onderzoek op microdata.
Binnen en buiten de onderzoeksprojecten die plaatsvinden in het kader van bovengenoemde bijzondere leerstoelen lopen bovendien verschillende promotietrajecten. Dit betreffen voor een deel onderzoekers van het CBS, die als buitenpromovendus een deel van hun tijd besteden aan het schrijven van een proefschrift, en voor een deel gaat het om promovendi werkzaam bij een universiteit, die als gastonderzoeker bij onderzoek worden betrokken en die (een deel van) hun proefschrift hieraan ontlenen. Regelmatig worden ook andere externe onderzoekers, zoals postdocs, nauw betrokken bij onderzoek dat binnen het CBS wordt uitgevoerd. Bovendien biedt het CBS jaarlijks aan vele studenten een stage- of afstudeerplaats. Een deel daarvan is in het kader van de European Master in Official Statistics, die de Universiteit Utrecht en de Universiteit Leiden samen met het CBS verzorgen.
6.4 Internationale samenwerking
Europese statistieken
Internationale statistische verplichtingen en toenemende internationale samenwerking maken een onlosmakelijk deel uit van de werkzaamheden van het CBS. Het CBS is op nationaal niveau verantwoordelijk voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. Deze taak van het CBS op het gebied van de Europese statistiek is vastgelegd in de CBS-wet.
Het CBS maakt deel uit van het Europees statistisch systeem (ESS), een partnerschap tussen de Europese Commissie (Eurostat) en de statistiekbureaus van de EU-lidstaten en van landen van de Europese Economische Ruimte (EER) en de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Het Europees statistisch systeem kent op diverse niveaus verschillende overlegstructuren en er zijn op jaarbasis ruim 100 Eurostat-vergaderingen waaraan CBS-collega’s deelnemen. Het CBS participeert actief in expertgroepen en task forces van het Europees statistisch systeem.
Het grootste deel van de CBS-begroting wordt besteed aan het maken van Europees verplichte statistieken. Dit onderstreept het belang van een adequate CBS-inbreng bij EU-vergaderingen. Dat begint bij de voorbereiding van nieuwe verordeningen in ESS-expertcomités, voorgezeten door de Europese Commissie (Eurostat) in Luxemburg, waarbij de Europese Commissie handelt vanuit haar recht van initiatief. Uiteindelijk beoordelen de Raad en het Parlement deze voorstellen, doen voorstellen voor wijzigingen en moeten uiteindelijk akkoord gaan. De raadswerkgroep voor de statistiek bestaat uit vertegenwoordigers van de 27 EU-lidstaten en is onderdeel van de Raad in Brussel.
Praktijkcode voor de Europese Statistieken
In 2022 waren het CBS en het nationale statistische systeem voor de derde keer onderwerp van een peer review vanuit het Europees Statistisch Systeem (ESS). Het peer review team heeft diepte-interviews gehouden met CBS senior management en junior collega’s, maar ook met externe stakeholders zoals het ministerie van EZK, gebruikers als ministeries, planbureaus, DNB, universiteiten, media en met dataproducenten. De focus lag ook op het innovatief vermogen en de toegang tot nieuwe databronnen. Het CBS neemt de aanbevelingen uit deze peer review op in een actieplan. Jaarlijks stuurt het CBS een voortgangsrapportage aan Eurostat.
Modernisatie en innovatie
Op Europees niveau is modernisatie en innovatie cruciaal. Het CBS was samen met Eurostat voorzitter van het uitvoerend comité van de ESS-Visie 2020. De resultaten van de ESS-Visie 2020 dragen bij aan betere kwaliteit en een lagere regeldruk. In 2023 wordt verder geïnvesteerd in ESS-brede invoering van de resultaten. Het CBS is actief in de vaste overlegorganen op verschillende managementniveaus, en neemt vaak een voortrekkersrol in Europees gefinancierde innovatieve projecten, waaronder Europese projecten op het gebied van Big Data, het verbeteren van datakwaliteit en –beveiliging. Het CBS heeft ook een actieve rol in ontwikkelingen rond het beschikbaar maken van privately held data, bijvoorbeeld door deelname aan de Task Force Privately Held data for Official Statistics (PDOS). Toegang tot deze data is (nog) niet wettelijk geregeld en zou een enorme meerwaarde hebben in aanvulling op de data uit van overheidswege gefinancierde administraties en registers, waarop wel een wettelijk recht bestaat. Denk bijvoorbeeld aan data van telefoniebedrijven en energieleveranciers.
Onderzoeksprogramma
In het kader van het CBS-onderzoeksprogramma wordt samengewerkt met verschillende internationale partners, soms uit eigen beweging en soms onder de vlag van een Europees programma, zoals Horizon2020, het Europese programma voor fundamenteel onderzoek. Voorbeelden van Horizon2020-activiteiten zijn projecten op het gebied van ziekteverspreiding, meten van luchtkwaliteit en Artificial Intelligence (AI). Het CBS heeft daarnaast samenwerkingsverbanden met externe internationale partners van buiten de wereld van de officiële statistiek. Zo wordt gebruik gemaakt van software van het Zwitserse CERN voor het ontwikkelen van een digital twin van Nederland als onderdeel van het bijzonder hoogleraarschap van Frank Pijpers (zie paragraaf 6.3). Tegelijkertijd is het CBS actief betrokken bij de Europese innovatieagenda. Modernisatie en innovatie zullen zo stevig verankerd blijven in het ESS.
Europese datastrategie
Het CBS continueert ook in 2023, samen met Eurostat en andere ESS-partners, zijn actieve betrokkenheid bij de Europese datastrategie, die door de Europese Commissie voor de komende jaren tot topprioriteit is bestempeld. In de Europese datastrategie heeft de Commissie in 2022 een voorstel voor een Europese gegevenswet (Data Act) gepresenteerd. Dit wetgevingstraject wordt in 2023 voortgezet. Dit voorstel heeft onder andere tot doel toegang tot en het verdere gebruik van datadeling van bedrijven naar overheden “Business-to-Government, B2G” te regelen. Duurzame toegang tot en het gebruik van private databronnen voor de productie van betrouwbare onafhankelijke officiële statistieken is een prioriteit om ervoor te zorgen dat de nationale bureaus voor de statistiek tijdig en op een meer efficiënte en kostenbesparende manier officiële statistieken van betere kwaliteit kunnen produceren. Het CBS zal hierbij betrokken worden. Het CBS zal zich verder inzetten voor een sterkere rol van de officiële statistiek in Europese besluitvormingsprocessen en het beter ontsluiten van statistische informatie.
Herziening rechtskader voor Europese statistiek
De Europese Commissie heeft het voornemen om in 2023 een wetgevingsvoorstel voor de herziening van verordening (EG) 223/2009 betreffende de Europese statistiek te presenteren.
Green deal
Een andere topprioriteit van de Commissie is de Europese Green Deal en de doelstelling de broeikasgasemissies in 2030 met 55% te reduceren. Het CBS spant zich met andere statistiekbureaus in de EU in om ervoor te zorgen dat de indicatoren om voortgang te meten van de doelstellingen van de Europese Green Deal aanwezig zijn.
Verenigde Naties en Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Ook buiten de Europese Unie is het CBS op verschillende niveaus een actieve speler in intergouvernementele organisaties als de Verenigde Naties (VN), de regionale VN Economische Commissie voor Europa (VNECE) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Deze organisaties spelen een steeds grotere rol in de ontwikkeling en vaststelling van statistische normen, concepten en methoden. Met andere landen worden krachten gebundeld om actieplannen op te zetten en voorstellen uit te werken voor nieuwe ontwikkelingen en innovaties in de statistiek.
Sinds 2021 is de Directeur-Generaal van het CBS lid van het OESO Bureau van het Comité voor Statistiek en Statistisch Beleid. Het Bureau staat momenteel onder voorzitterschap van Canada. Ook de Directeuren-Generaal van Polen, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, Mexico, Chili en Eurostat zijn lid van het Bureau. Prioriteiten betreffen onder andere digitalisering, globalisering en klimaat.
Kennisuitwisseling
Evenals in voorafgaande jaren zal het CBS zijn kennis en ervaring inzetten door een bijdrage te leveren aan doelgerichte kennisuitwisseling. Enerzijds investeert het CBS in bilaterale en multilaterale samenwerkingsverbanden, zoals de samenwerking met Korea op het gebied van innovatie en big data en met de Scandinavische landen die vergelijkbaar zijn met Nederland qua toegang tot registers en ontwikkelingsniveau. Ook samenwerking met andere landen onder de vlag van de Verenigde Naties vindt plaats, zoals in de “High Level Group on Modernisation of Official Statistics”. Anderzijds draagt het CBS ook actief bij aan de organisatie van internationale opleidingen en trainingen in het Europees Statistisch Trainingsprogramma (ESTP), waarmee de CBS-methodiek in Europees verband verder wordt uitgerold. Het CBS zal aan een beperkt aantal landen technische assistentie verlenen. De focus ligt met name op de (potentieel) kandidaat-lidstaten van de EU waarvoor pretoetredingssteun vanuit de Europese Unie bestaat.
Sinds 2016 verzorgt het CBS, samen met de Universiteiten van Utrecht en Leiden, de Europese masteropleiding European Master of Official Statistics (EMOS). De EMOS leidt op voor functies bij officiële statistiekbureaus en overheden.
CAS-eilanden en Dutch Caribbean Statistical System (DCSS)
Het CBS werkt sinds 2017 samen met de statistische bureaus van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten (CAS-eilanden) in het Dutch Caribbean Statistical System (DCSS). Het doel van DCSS is door middel van kennisuitwisseling tot kwalitatief nog beter vergelijkbare statistieken te komen. De landen werken daarom op verschillende statistische terreinen samen. Het CBS werkt met Sint-Maarten en Curaçao samen op het gebied van de consumentenprijsindex en met Curaçao op gebied van demografische statistieken.
Daarnaast is het CBS gevraagd om ondersteuning te bieden aan de statistische bureaus van de CAS-eilanden in het kader van de ‘Landspakketten’. Aan die steunpakketten aan de CAS-eilanden zijn ook maatregelen verbonden, waaronder een maatregel gericht op verbetering van het gebruik van statistieken. De ondersteuning bestaat uit het uitvoeren van een peer review of het bieden van voorbeelden van CBS Nederland.
Een ander verzoek, dat uit dezelfde landspakketten voortkomt, is om prijsinformatie tussen alle landen van het Koninkrijk te kunnen vergelijken. Hierbij hoort ook een op eenzelfde manier en gelijktijdig uitgevoerd budgetonderzoek. Het budgetonderzoek wordt mogelijkerwijs in 2023 al uitgevoerd.
7. Bedrijfsvoering
7.1 Personeelsontwikkeling
Investeren in het verder opleiden en ontwikkelen van de CBS-medewerkers draagt bij aan de groei en innovatie van het CBS. Deze investering is noodzakelijk, om de ontwikkelingen op het gebied van data, informatietechnologie en techniek, de arbeidsmarkt en samenwerkingen met de omgeving bij te houden. Dit vraagt om medewerkers die innovatie omarmen, graag met elkaar samenwerken en doorzettingsvermogen hebben als het een keer tegenzit. Medewerkers die er met elkaar voor zorgen dat het CBS het innovatieve kennisinstituut blijft zoals het is.
Met het oog hierop zijn in de HR-strategie 2020-2025 zes strategische thema’s opgenomen die aandacht krijgen en tot vernieuwingen leiden.
- Vooruitstrevend recruitment
Het CBS wil topkandidaten binnenhalen om een toporganisatie te blijven. Dat vraagt om een goede positionering van het CBS op de arbeidsmarkt, een aantrekkelijke werving met een uitdagend selectieproces en een goede introductie. In 2023 professionaliseert het CBS de selectie van nieuwe kandidaten verder, een proces waar het CBS in 2022 al een start mee heeft gemaakt. Het CBS gaat door met het verkennen van de mogelijkheden van via via-werving. Ook kijkt het CBS naar andere wervingskanalen en mogelijkheden om de groeiende arbeidsmarktproblematiek het hoofd te blijven bieden. - Continu leren als standaard
Voor de ontwikkeling en wendbaarheid van het CBS is continue ontwikkeling van medewerkers belangrijk. Formeel en informeel leren moet vanzelfsprekend zijn. De CBS Academy ondersteunt ook in 2023 medewerkers en leidinggevenden bij hun verdere ontwikkeling. Dit gebeurt onder andere met een toolkit voor loopbaangesprekken en een passend curriculum op het gebied van vakontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en managementontwikkeling. Daarnaast staat in 2023 de lerende organisatie als centraal aandachtspunt op de agenda en onderzoekt de CBS Academy verschillende manieren om hier verdere invulling aan te geven. - CBS-brede managementontwikkeling en opvolging
Goed functionerend en goed opgeleid management is cruciaal voor het functioneren van het CBS. Managementontwikkeling stelt het CBS in staat om bijvoorbeeld een prettige en uitdagende werkomgeving te organiseren. In 2023 bestendigt het CBS diverse leiderschapsprogramma’s. Daarnaast heeft opvolgingsplanning voortdurend prioriteit. - Fit voor de toekomst door mobiliteit
Goede medewerkers aantrekken is belangrijk, goede mensen behouden en met plezier aan het werk hebben zelfs nog belangrijker. Voor interne vacatures werkt het CBS nog op een traditionele wijze waarbij de potentiële kandidaat zelf solliciteert en de organisatie reactief handelt. In 2023 implementeert het CBS enkele werkwijzen zoals die voor buiten het CBS gebruikt worden, of variaties hierop, en die ook toepasbaar zijn voor interne vacatures. - Vitaliteit
Het CBS wil graag dat medewerkers hun huidige en toekomstige werk goed kunnen uitvoeren, dat ze gemotiveerd en gekwalificeerd zijn en een gezonde balans tussen werk en privé hebben. De komende jaren besteedt het CBS hier structureel meer aandacht aan. De focus ligt hierbij op interventies die zijn terug te leiden tot vier dimensies: mentale vitaliteit, fysieke vitaliteit, sociaal-emotionele vitaliteit en zingeving. In 2022 heeft het CBS een start gemaakt met een CBS-breed vitaliteitsprogramma, dit wordt in 2023 verder vormgegeven. - Uitstroom als kans
Door uitstroom van personeel gaat jaarlijks deskundigheid verloren. Daarom werkt het CBS aan een plan om de strategische instroom van medewerkers met de juiste kennis en vaardigheden te organiseren. Ook wil het CBS op een goede en effectieve wijze afscheid nemen van medewerkers. Dit thema werkt het CBS in 2023 verder uit.
Aanvullend op bovenstaande thema’s staan drie andere onderwerpen prominent op de agenda voor 2023: diversiteit en inclusie, ontwikkeling van HR analytics en het CBS traineeprogramma. Voor het thema diversiteit en inclusie is het CBS in 2022 een verkenning gestart om deze vervolgens te vertalen naar (aanpassingen in) beleid. In 2023 is het doel om diversiteit en inclusie een inherent onderdeel te laten worden van de bedrijfscultuur. Hieronder valt ook de extra inzet om personen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te trekken. Bij HR analytics worden data op het gebied van personeel, zoals verzuim, verlof en mobiliteit, omgezet in bruikbare managementinformatie. Tot slot wordt er in 2023 bij het CBS een traineeprogramma tot stand gebracht, onder andere om de positie van het CBS op de arbeidsmarkt te verbeteren.
7.2 Werkomgeving
In 2023 (ver)bouwt het CBS verder aan de gebouwen in Den Haag en Heerlen en monitort het de effecten van de nieuwe werkomgeving en het hybride werken. Aandachtspunten uit evaluaties die in 2022 zijn uitgevoerd, worden opgepakt. Dit betreft onder andere meer kleine ruimtes om te (video)bellen, meer planten en afscheidingen in de kamers.
7.3 Medezeggenschap
Het CBS hecht grote waarde aan constructief overleg met de ondernemingsraad. In 2023 wordt er zowel in formeel als informeel overleg met de ondernemingsraad en de vakbonden in het Georganiseerd Overleg over diverse zaken gesproken.
In 2022 is er een nieuwe CAO Rijk afgesloten, met een looptijd tot 1 juli 2024. Daarin zijn ook zaken opgenomen met betrekking tot de keuzevrijheid van de invulling van verlof en feestdagen en is de vraag gesteld aan werkgevers en werknemers om met ideeën te komen en voorstellen te doen waarmee er verder verduurzaamd kan worden. Deze onderwerpen zijn al, en worden ook in 2023, met de ondernemingsraad besproken. Het inrichten van tijdelijke werkorganisaties staat ook op de agenda.
Een onderwerp waar zowel de ondernemingsraad als bestuurder grote waarde aan hecht, is bewust belonen. Dat onderwerp blijft ook in 2023 onderwerp van gesprek.
De aanloopschalen van de startsalarissen bij de indiensttreding van startende hbo’ers en academici worden in 2023 anders ingericht.
Zowel de ondernemingsraad als de bestuurder vindt arbo en vitaliteit een belangrijk onderwerp. Het is van belang dat de verschillende disciplines binnen het CBS die arbogerelateerde zaken oppakken goed samenwerken en dit binnen de CBS-structuur goed vormgeven. Daarom heeft het CBS in 2021 in kaart gebracht welke verschillende rollen/functies zich bezighouden met arbo-zaken. Het betreft met name de taken van de arbo-coördinator en de preventiemedewerkers. Het bepalen van de juiste vorm en verdeling van taken kreeg in 2022 verder vorm en wordt in 2023 gefinaliseerd.
7.4 Maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering
Op het gebied van maatschappelijke verantwoord ondernemen (MVO) richt het CBS zich op de mens, de maatschappij en het milieu. Hierbij staan de volgende thema’s centraal:
- Energietransitie
Gegeven de huidige energiecrisis en de doelstelling van het CBS om in 2030 klimaatneutraal te zijn, is het van belang op het gebied van de energietransitie actie te ondernemen. Om te voldoen aan wetgeving op dit terrein, waaronder de European Energy Efficiency Directive (EED), zet het CBS al stappen om het energieverbruik te verminderen en te veranderen. Het CBS maakt hierover afspraken met de eigenaren van de kantoorpanden, die ook een verplichting hebben binnen deze EED. Het CBS volgt het voorstel van de Europese Commissie om het gasverbruik tot komende lente met 15% te reduceren. In de Heerlense vestiging wordt gedeeltelijk nog gas gebruikt voor verwarming. In 2023 onderneemt het CBS samen met de eigenaar van het bedrijfspand stappen om het gasverbruik te verminderen, bijvoorbeeld door uitbreiding van het gebruik van het aanwezige mijnwater voor verwarming en koeling van het pand. In navolging van de oproep van de Rijksoverheid voor energiebesparende acties heeft het CBS maatregelen genomen om de temperatuur binnen de kantoren aan te passen. In 2023 evalueert het CBS de effecten hiervan. - Efficiënt gebruik van de kantoorruimte
In 2022 heeft het CBS een besluit genomen om enkele bouwdelen niet meer te gebruiken op bepaalde dagen. In het najaar van 2022 is gestart met de sluiting van enkele etages op vrijdagen. De verwachting is dat dit effectief is en geïntensiveerd kan worden. Een van de mogelijkheden is om bouwdelen ook op andere momenten te sluiten. Daarnaast zoekt het CBS naar mogelijkheden om het gebruik van het kantoor verder te verbeteren om zodoende gebruik en verbruik meer in lijn met elkaar te brengen. - Mobiliteit
Om de doelstelling om in 2030 klimaatneutraal te zijn te kunnen halen heeft het CBS een CO₂-footprint opgesteld voor emissies die direct verband houden met de bedrijfsvoering, zoals energieverbruik en mobiliteit. Daaruit blijkt dat woon-werkverkeer en zakelijke mobiliteit belangrijke veroorzakers zijn van CO₂-uitstoot. Om aan de komende norm voor schoner woon-werk- en zakelijk verkeer te voldoen, stelt het CBS in 2023 scenario’s op met mogelijke stappen om het woon-werk en zakelijk verkeer te verduurzamen. - Inclusiviteit en diversiteit
Voor het thema ‘Het CBS is een diverse en inclusieve werkgever’ onderzoekt het CBS hoe de samenstelling van de huidige populatie is. Daarbij heeft de organisatie het voornemen om gebruik te maken van de barometer culturele diversiteit. Dit is een instrument dat door het CBS is ontwikkeld om duidelijkheid te verschaffen over de mate van diversiteit binnen een organisatie (zie ook 2.2.1). Daarnaast wordt bepaald op welke plekken sprake is van ondervertegenwoordiging en op welke manieren het CBS meer diversiteit kan bewerkstelligen. Om dit te bespoedigen is er in 2022 een regiegroep Inclusiviteit & Diversiteit opgericht, die zich bezighoudt met het onder de aandacht brengen en bevorderen van onderwerpen binnen dit thema. Binnen dit thema kijkt het CBS ook naar de manier van werving en selectie. Onderdeel daarvan is het borgen van het aantrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. - Maatschappelijk verantwoord inkopen
De doelstellingen op het gebied van klimaatneutraal in 2030 en meer inclusie en diversiteit wil het CBS ook uitdragen in de relatie met zijn ketenpartners. Deze partners worden veelal via inkopen gecontracteerd. In 2022 heeft het CBS een begin gemaakt met een analyse van de verschillende inkooppakketten en welke mogelijkheden daar zijn om te verduurzamen. Het CBS werkt de uitkomsten van deze analyse in 2023 uit in een actieplan. - Maatschappelijk betrokken ondernemen
Het CBS hecht juist op het gebied van maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering veel waarde aan een benadering waarbij de medewerkers nadrukkelijk worden betrokken. Het CBS wil zijn medewerkers continu oproepen en uitnodigen om vanuit hun eigen rol en taak na te denken over mogelijkheden om de maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering binnen het CBS te versterken. Dat geldt niet alleen voor initiatieven die met de bedrijfsvoering te maken hebben, maar ook daarbuiten, zoals vrijwilligerswerk. Het CBS gaat in 2023 na welke mogelijkheden hiervoor zijn en hoe deze uitgebouwd kunnen worden.
7.5 IT-ontwikkeling
De IT bij het CBS kan efficiënter ingericht worden door verdere modernisering, standaardisering en uniformering. Uitgaande van een centrale IT-visie, -strategie en –architectuur onderzoekt het CBS of, waar en hoe met standaarden zoals platformtechnologieën en standaardtools bestaande maatwerkoplossingen kunnen worden vernieuwd door inzet van generieke werkwijzen. Met deze inzet van architectuur en standaardisering is in 2022 gestart en dit wordt in 2023 voortgezet.
In 2022 zijn extra middelen vrijgemaakt binnen de CBS-begroting en ingezet ter versterking van de continuïteit van de IT, waaronder het verstevigen van de security. Om ook in 2023 en de opvolgende jaren de continuïteit van de IT en security bij het CBS te blijven garanderen, heeft het CBS in 2022 een separate aanvraag ingediend voor structurele middelen bij het ministerie van EZK. Deze middelen zijn door het ministerie toegekend voor de periode vanaf 2023.
Daarnaast maakt het CBS ook in de eigen begroting ruimte vrij voor de versterking van IT. De middelen worden ingezet voor de vijf volgende onderwerpen.
- Uitbreiding rekencentrum
Het werken met data is de kernactiviteit van het CBS. Een uitbreiding van de huidige opslagcapaciteit is noodzakelijk. In 2023 zijn extra middelen nodig om te voorzien in extra storage hardware, inclusief de bijbehorende extra netwerkapparatuur, extra back-up faciliteiten en infra software. Hierdoor wordt de reguliere groei in data storage voor de komende vijf jaren gefaciliteerd. - Uitbreiding uitwijkrekencentrum
Het uitwijkrekencentrum van het CBS is ingericht als startpunt voor het herstel bij een calamiteit in het primaire rekencentrum. De capaciteit is echter te klein om snel de belangrijkste productieprocessen weer actief en werkend te krijgen. Door de inzet van extra middelen kan er in 2023 voor de meest kritische processen een reductie van de hersteltijd gerealiseerd worden van twintig weken naar vijf dagen. - Versterking van de informatiebeveiliging
Net als andere organisaties heeft het CBS te maken met steeds groter wordende cyberdreigingen, zoals hacks of ransomware-aanvallen. Om deze het hoofd te kunnen bieden moet het CBS zijn IT-security aanpassen. Dit betekent dat de IT-security-organisatie wordt uitgebreid. De uitbreiding is in 2022 gestart en wordt in 2023 voortgezet. Het actualiseren van de IT-security is een continu proces, waar ook in opvolgende jaren aandacht voor nodig zal blijven. Daarnaast brengen leveranciers van hard- en software in een steeds hogere frequentie (security-)patches uit voor hun producten. Deze dienen door de IT-beheerorganisatie getest en geïmplementeerd te worden. Voor dit extra beheerwerk worden structureel meer uren gereserveerd. - Versterken beheer lifecycle management
Door de toename van de hardware en software, een verhoogde frequentie van updates voor applicaties en een toegenomen vraag naar IT-diensten heeft het CBS op dagelijkse basis meer operationele capaciteit nodig. Dit draagt bij aan minder securityrisico’s in de productieomgeving, het versterken van de informatiebeveiliging van het CBS en de continuïteit van IT. - Modernisering applicaties
Het CBS blijft professionaliseren op het gebied van softwareontwikkeling door het ter beschikking stellen van een moderne, beheerste en veilige omgeving voor applicatieontwikkeling en verdere opleiding en kennisdeling op basis van moderne best practices op dat gebied.
8. Governance
De raad van advies van het CBS adviseert de Directeur-Generaal gevraagd en ongevraagd over de uitvoering van haar taken en bevoegdheden. De raad van advies adviseert de Directeur-Generaal in ieder geval over:
- Het meerjarenprogramma en het werkprogramma van het CBS.
- De wijze waarop de nauwkeurigheid en de volledigheid van de van overheidswege openbaar te maken statistieken kunnen worden bevorderd, zodat deze voorzien in de behoeften van praktijk, beleid en wetenschap.
- De bedrijfsvoering van het CBS en een efficiënte besteding van middelen.
Wanneer de positie van Directeur-Generaal vacant komt, stelt de raad van advies een profielschets op, selecteert de raad van advies kandidaten op basis van een procedure die transparant is en uitsluitend gebaseerd op professionele criteria, en doet de raad van advies aan de minister een aanbeveling.
Om een advies voor te bereiden kan de raad van advies commissies vormen, waar ook anderen dan leden van de raad van advies deel van uit kunnen maken. Adviezen worden door de raad van advies vastgesteld. De adviescommissies worden voorgezeten door een lid van de raad van advies. De raad van advies stelt in elk geval de volgende adviescommissies in:
- Een auditcomité bereidt de adviezen aan de Directeur-Generaal voor over de bedrijfsvoering, inclusief de financiële verslaglegging en het risicomanagementbeleid.
- Een commissie ICT bereidt de adviezen aan de Directeur-Generaal voor over de strategie, het beleid en de implementatie daarvan op het gebied van informatiebescherming en ICT.
- Een programmaraad bereidt de adviezen aan de Directeur-Generaal voor op het gebied van het meerjarenprogramma, het werkprogramma en het bevorderen van de nauwkeurigheid en volledigheid van de statistiekvoorziening.
De samenstelling van de raad van advies/programmaraad is eind 2022:
Dr. G. (Gerrit) Zalm (voorzitter raad van advies)
Dr. M. (Martijn) Dekker (voorzitter commissie ICT)
Dr. F.J.H. (Henk) Don
Mr. C.M. (Charlotte) Insinger MBA (plaatsvervangend voorzitter raad van advies, voorzitter auditcomité)
A.M.A.E. (Anne-Marie) Rakhorst
Prof. dr. E.A. (Liesbet) van Zoonen
Leden van het auditcomité zijn eind 2022:
Mr. C.M. (Charlotte) Insinger MBA (voorzitter)
Drs. P.J.C.M. (Peter) van den Berg
Dr. E.M.A. (Ellen) van Schoten RA
De commissie ICT wordt eind 2022 gevormd door:
Dr. M. (Martijn) Dekker (voorzitter)
Prof. dr. B. (Bibi) van den Berg
J.J.W. (Jaap) Haenen
Prof. Dr. D. (Diego) Kuonen
Ir. F.K. (Karel) van Lambalgen
Prof. dr. B. (Barbara) Ubaldi
Per 1 januari 2023 eindigt de wettelijke (eerste) zittingstermijn mevrouw Van Zoonen en van mevrouw Rakhorst. Mevrouw van Zoonen ambieert geen tweede termijn. De minister van EZK heeft mevrouw Rakhorst per 1 januari 2023 voor een termijn van drie jaar herbenoemd. De heer Van den Berg stopt per 1 januari 2023 als lid van het audit comité.
Advies jaarplan en begroting
De raad van advies heeft positief geadviseerd over het jaarplan 2023 en de begroting 2023. De adviezen zijn voorbereid door het auditcomité en de commissie ICT.
9. Begroting 2023
9.1 CBS-begroting 2023
De CBS-begroting 2023 wordt hierna weergegeven:
Bedragen in duizenden euro's | Begroting 2023 | Prognose 2022 Q3 | Begroting 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Omzet EZK | 179.211 | 166.619 | 161.761 | 159.070 |
Aanvullende statistische diensten | 42.757 | 43.275 | 37.329 | 37.349 |
Gefinancierde niet-verplichte statistieken | 1.321 | 1.447 | 4.328 | 4.303 |
Remote Access | 4.000 | 3.800 | 3.800 | 3.914 |
Blaise | 4.300 | 4.158 | 3.782 | 3.882 |
Handhaving | 1.350 | 1.500 | 1.300 | 1.101 |
TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 232.939 | 220.799 | 212.300 | 209.619 |
Personele lasten | 179.761 | 166.929 | 162.668 | 161.356 |
Extern personeel | 7.392 | 6.144 | 7.712 | 7.280 |
Huisvesting | 12.316 | 10.496 | 10.335 | 9.959 |
Bureaukosten | 4.731 | 4.314 | 4.249 | 3.939 |
Automatiseringskosten | 14.030 | 11.700 | 11.939 | 10.531 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.836 | 1.462 | 1.707 | 580 |
Totaal advieskosten | 1.595 | 1.962 | 1.583 | 1.707 |
Overige bedrijfslasten | 4.016 | 3.560 | 4.096 | 3.399 |
Afschrijvingen | 6.248 | 5.049 | 5.011 | 4.051 |
BEDRIJFSLASTEN | 231.925 | 211.616 | 209.300 | 202.802 |
Resultaat voor mutatie voorzieningen | 1.014 | 9.183 | 3.000 | 6.817 |
Reservering knelpunten en voorzieningen | -1.000 | -3.750 | -2.000 | -1.085 |
Resultaat vóór mutatie reservering verlofsaldo | 14 | 5.433 | 1.000 | 5.732 |
Mutatie reservering verlofsaldo | -2.500 | 0 | -1.000 | -1.380 |
TOTAAL RESULTAAT excl. mutaties bestemmingsreserve | -2.486 | 5.433 | 0 | 4.352 |
EIGEN VERMOGEN | 4.587 | 7.073 | 1.640 | 1.640 |
9.2 Toelichting begroting 2023
Voor 2023 wordt een resultaat begroot van € 2,5 miljoen negatief. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door de geschatte dotatie aan de reservering voor verlofuren van € 2,5 miljoen. Exclusief deze geschatte dotatie wordt een nihil resultaat begroot. De reservering voor verlofuren zal met ingang van 2023 en de jaren erna nog verder toenemen door de verruimde spaarmogelijkheden die medewerkers hebben naar aanleiding van de nieuwe cao. De verwachte toename in het verlof als gevolg van deze nieuwe cao is daarmee een jaarlijkse kostenpost voor het CBS die niet binnen de huidige meerjarenbegroting is op te vangen. Deze reservering kent een langdurige looptijd, aangezien deze spaaruren in de regel pas aan het einde van het dienstverband van medewerkers worden opgenomen of uitgekeerd. Deze reservering heeft dus een beperkt effect op de liquiditeit van het CBS.
OPBRENGSTEN
Bedragen in duizenden euro's | Begroting 2023 | Prognose 2022 | Begroting 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Begrotingsbrief EZK juli 2017 | 139.184 | 139.184 | 139.184 | 139.184 |
Loon- en prijscompensatie 2018 | 3.264 | 3.264 | 3.264 | 3.264 |
Loon- en prijscompensatie 2019 | 3.809 | 3.809 | 389 | 3.864 |
Loon- en prijscompensatie 2020 | 4.471 | 4.471 | 4.471 | 4.500 |
Loon- en prijscompensatie 2021 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.438 |
Loon- en prijscompensatie 2022 | 5.136 | 5.143 | 3.200 | 0 |
Loon- en prijscompensatie 2023 | 6.686 | 0 | 0 | 0 |
EU tranche 2020 | 3.375 | 3.375 | 3.375 | 4.575 |
EU tranche 2021 | 801 | 801 | 801 | 2.245 |
EU tranche 2022 | 2.059 | 2.248 | 2.248 | 0 |
EU tranche 2023 | 3.467 | 1.215 | 0 | 0 |
WAU gelden | 2.300 | 1.700 | 0 | 0 |
ICT claim | 3.250 | 0 | 0 | 0 |
Verlaging jaarlijkse bijdrage EZK | -2.000 | -2.000 | -2.000 | -2.000 |
TOTAAL OPBRENGST EZK | 179.211 | 166.619 | 345.830 | 159.070 |
Onder de omzet EZK zijn de in 2023 te ontvangen gelden ten behoeve van de uitvoering van het programma opgenomen. Hierin zijn alle taakstellingen verwerkt. Voor 2023 wordt een loon- en prijscompensatie van € 6,7 miljoen geraamd rekening houdend met een indexatie van 3,3% voor de lonen en 5,9% voor de materiële kosten. De raming is gebaseerd op de loonvoet sector overheid en de prijs materiële overheidsconsumptie volgens de Macro Economische Verkenning (MEV) 2023 van het CPB. De percentages zijn met het ministerie van EZK afgestemd. De exacte omvang is pas bij Voorjaarnota 2023 (mei 2023) bekend. Inmiddels is duidelijk dat de stijging van de prijs materiële overheidsconsumptie zoals geraamd in september 2022 ruim lager is dan de verwachte prijsstijgingen bij een aantal materiële posten van het CBS (zoals huur en energie), zoals deze in deze begroting zijn meegenomen.
In de begroting 2023 wordt verder rekening gehouden met de door het ministerie van EZK toegekende claims (€ 3,5 miljoen) voor nieuwe EU-statistieken met ingang van 2023. In de begroting is verder rekening gehouden met extra middelen voor het Programma Werken aan Uitvoering (WaU) bestemd voor de ontwikkeling van de bedrijvenportal (€ 0,5 miljoen), de modernisering van het waarnemings- en handhavingsproces (€ 0,6 miljoen), de verbeterde ontsluiting van data (€ 0,7 miljoen) en het programma Information Dialogue (€ 0,5 miljoen). Het CBS ontvangt in 2022 een bijdrage van € 19,5 miljoen die het mogelijk maakt om voor de begroting 2023 tot en met 2028 jaarlijks € 3,25 miljoen te besteden aan de versterking en beveiliging van de IT. Verder heeft het CBS ter versterking van het eigen vermogen in 2017 een additionele bijdrage van € 12 miljoen ontvangen met de afspraak dat de EZK-bijdrage van 2021 tot en met 2026 met € 2 miljoen per jaar wordt verlaagd. Dit is ook in deze begroting verwerkt.
Aanvullende statistische diensten (€ 42,8 miljoen)
Hieronder vallen alle statistische diensten exclusief opbrengsten uit het beschikbaar stellen van data, opbrengsten uit gefinancierde niet verplichte statistieken, opbrengsten uit licenties Blaise en handhaving.
In de volgende staat wordt een specificatie gegeven van de omvang van de opbrengsten per hoofddirectie.
De toename van de opbrengsten ten opzichte van de begroting 2022 doet zich met name voor bij de Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken.
Directie | Begroot 2023 | Prognose 2022 | Begroot 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Economie, Bedrijven en Nationale Rekeningen | 4,5 | 5,1 | 4,5 | 5,1 |
Sociaal-Economische en Ruimtelijke Statistieken | 21,8 | 21,1 | 17 | 16,3 |
Dataservices, Research en Innovatie | 15,6 | 16,7 | 14,6 | 13,8 |
Overige | 0,9 | 0,4 | 1,2 | 2,1 |
Totaal | 42,8 | 43,3 | 37,3 | 37,3 |
Het werk voor derden dat het CBS in 2023 uitvoert, bedraagt naar verwachting circa 3% van de totale aanvullende statistische diensten.
Gefinancierde niet-verplichte statistieken (€ 1,3 miljoen)
Dit betreffen de niet-verplichte statistieken die voorheen uit het vaste budget van het ministerie van EZK werden gefinancierd en met ingang van 2017 rechtstreeks door de gebruikende departementen worden betaald. In de volgende staat wordt een specificatie gegeven van de omvang van de opbrengsten per hoofddirectie.
Directie | Begroot 2023 | Prognose 2022 | Begroot 2022 | Realisatie 2021 |
---|---|---|---|---|
Economie, Bedrijven en Nationale Rekeningen | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Sociaal-Economische en Ruimtelijke Statistieken | 0,3 | 0,3 | 2,6 | 2,5 |
Dataservices, Research en Innovatie | 0,0 | 0,2 | 0,7 | 0,8 |
Overige | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Totaal | 1,3 | 1,5 | 4,3 | 4,3 |
De begrote opbrengsten dalen ten opzichte van de begrote opbrengsten in 2022. Dit doet zich met name voor bij de Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken.
Remote access (€ 4,0 miljoen)
Dit betreffen de opbrengsten voor het beschikbaar stellen van microdata aan onderzoeksinstellingen. De opbrengsten (€ 4 miljoen) zijn gestegen ten opzichte van 2022 door volumegroei en indexering.
Blaise (€ 4,3 miljoen)
Dit betreffen de vergoedingen voor verstrekte Blaise licenties. De opbrengsten zijn met gemiddeld 3% geïndexeerd. De opbrengsten (€ 4,3 miljoen) zijn onder andere daardoor hoger dan in 2022.
Handhaving (€ 1,3 miljoen)
Dit betreffen opbrengsten uit boetes en dwangsommen voor bedrijven die hun responsverplichting niet nakomen. De verwachte opbrengsten zijn in lijn met 2022.
BEDRIJFSLASTEN
Personele kosten (€ 179,8 miljoen)
De personele kosten zijn gebaseerd op de verwachte gemiddelde loonkosten voor 2023, rekening houdend met de gemiddelde bezetting van 1.845 vte. In de gemiddelde loonkosten is rekening gehouden met een loonkostenstijging van 3% ten opzichte van 2022 door de onlangs afgesloten nieuwe cao Rijk. De verwachte bezetting stijgt ten opzichte van 2022 door een toename van aanvullende statistische diensten en door extra werkzaamheden als gevolg van nieuwe Europese statistische verplichtingen.
Ook in 2023 (net als in 2022) wordt een hybride vorm van werken verondersteld waarbij gemiddeld 50% op kantoor wordt gewerkt en 50% thuis. Voor thuiswerken is een thuiswerkvergoeding van € 2 per dag gebudgetteerd, zijnde € 250,- per vte (totale CBS kosten: € 0,5 miljoen).
Voor kosten voor leren en innoveren wordt in totaal 750 euro per vte (2022: 500 euro per vte) toegekend. Het budget wordt verhoogd van 500 euro naar 750 euro per vte formatie om extra te investeren in kennisdelen. Voor éénmalige beloningen en personeelsuitjes is 0,6% (2022: 0,4%) over het personele budget (gemiddelde bezetting x loonkosten) begroot. Het betreft een bedrag van circa € 1 miljoen en is € 0,3 miljoen meer dan in 2022 was begroot. Het budget is verhoogd ten opzichte van 2022 en is bedoeld voor meer teambuildingsactiviteiten om de sociale samenhang verder te verhogen. Voor kerstpakketten is separaat € 100 per CBS-medewerker begroot.
Extern personeel (€ 7,4 miljoen)
Dit betreft inhuur van personeel en uitzendkrachten. Voor uitzendkrachten is een bedrag van € 3,6 miljoen begroot (prognose 2022: € 3,6 miljoen) en voor inhuur personeel € 3,8 miljoen (prognose 2022: € 3,1 miljoen). Dit betreft met name inhuur op IT en niet bezette formatieplaatsen.
Materiële kosten (totaal € 38,9 miljoen)
Huisvesting (€ 12,3 miljoen)
In de huisvestingskosten zijn naast de huur ook de kosten voor energie en gebouw-gerelateerde kosten zoals bewaking, schoonmaak en exploitatie van het bedrijfsrestaurant, opgenomen. De huisvestingskosten zijn met € 2 miljoen gestegen door prijsindexering van huur (€ stijging van circa € 1 miljoen) en gestegen energieprijzen (stijging van € 1 miljoen).
Bureaukosten (€ 4,7 miljoen)
De bureaukosten hebben betrekking op telecommunicatie, porti, uitbesteed drukwerk voor publicatie en kosten bibliotheek. De kosten zijn met circa € 0,5 miljoen gestegen door indexering.
Automatiseringskosten (€ 14,0 miljoen)
Dit betreffen kosten voor uitbesteed beheer, onderhoud hardware en licenties. De kosten zijn ruim € 1 miljoen hoger dan de kosten in 2022 met name door extra kosten als gevolg van extra benodigde licenties en indexeringen.
Reis-en verblijfskosten (€ 1,8 miljoen)
Conform 2022 wordt voor 2023 een hybride vorm van werken verondersteld waarbij gemiddeld 50% op kantoor wordt gewerkt en 50% thuis (met uitzondering van de kosten van de veldinterviewers). De begrote reis- en verblijfskosten bedragen € 1,8 miljoen waar vóór corona nog jaarlijks voor € 3,5 miljoen aan reis- en verblijfskosten werd uitgegeven.
Advieskosten (€ 1,6 miljoen)
De advieskosten bestaan onder andere uit juridisch advies, fiscaal advies, kosten voor uitbesteden van de salarisadministratie, jaarlijkse accountantskosten, kosten samenwerking met universiteiten en IT-advies. De kosten zijn in lijn met 2022.
Overige materiële kosten (€ 4,0 miljoen)
De overige kosten bestaan uit projectgebonden kosten, kosten voor inkoop statistisch grondmateriaal en huur zalen. De kosten zijn in lijn met 2022.
Afschrijvingskosten (€ 6,2 miljoen)
In deze begroting is rekening gehouden met vervangingsinvesteringen in het gebouw (€ 5 miljoen), en € 5 miljoen aan investeringen in IT-middelen.
De afschrijvingskosten bestaan met name uit afschrijvingen op cascomodificaties, verbouwingen en meubilair (ruim € 2 miljoen) en afschrijvingen op IT-middelen (ruim € 4 miljoen). De afschrijvingen nemen toe ten opzichte van voorgaande jaren door (geplande) investeringen in de verbouwingen en door investeringen in extra data-opslag en verbeterde back-up.
Reservering kosten knelpunten (€ 1 miljoen)
Er is een reservering gevormd voor mogelijke financiële knelpunten en onvoorziene mutaties van € 1 miljoen gevormd. Deze wordt gevormd voor mogelijke meerkosten in 2023 bijvoorbeeld voor extra investeringen in de ICT of voor personele knelpunten.
Mutatie reservering vakantiedagen (€ 1 miljoen)
In de nieuwe cao is overeengekomen dat werknemers ongeacht hun leeftijd jaarlijks 64 individueel keuzebudget (IKB)-uren krijgen. Voorheen kregen medewerkers tot 45 jaar 22 IKB-uren en medewerkers boven de 45 jaar aanvullend nog leeftijd gerelateerde IKB-uren. Werknemers die per 31 december 2022 45 jaar of ouder zijn kunnen straks kiezen of gebruik te maken van de PAS-(afbouw)regeling of extra leeftijdsafhankelijke IKB-uren te krijgen. Dit kan leiden tot een verdere stijging van de verlofreservering. Gedurende 2023 zal beter inzicht ontstaan in de financiële consequenties. Een forse stijging van het aantal openstaande IKB-verlofspaaruren als gevolg van de nieuwe cao is naar verwachting redelijkerwijs niet binnen de reguliere begroting op te vangen. Op basis van de huidige inzichten wordt een extra kostenpost ingeschat van circa € 2,5 miljoen, uitgaande van een gemiddeld recht van circa 56 extra IKB-uren (circa 7 dagen), waarvan grofweg ingeschat wordt dat 50% van de medewerkers deze zal opsparen in het spaarverlof.
9.3 Begroting reguliere en additionele werkzaamheden
Voor de begroting 2023 is onderscheid gemaakt tussen de begroting voor reguliere werkzaamheden en die voor additionele werkzaamheden ten behoeve van strategische projecten. Dit onderscheid is in onderstaande staat weergegeven:
Bedragen in duizenden euro's | Begroting algemeen 2023 | Begroting additioneel | Begroting totaal |
---|---|---|---|
BEDRIJFSLASTEN | |||
Personele lasten | 173.461 | 6.300 | 179.761 |
extern personeel | 5.892 | 1.500 | 7.392 |
Huisvesting | 12.316 | 0 | 12.316 |
Bureaukosten | 4.731 | 0 | 4.731 |
Automatiseringskosten | 12.455 | 1.575 | 14.030 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.836 | 0 | 1.836 |
Advieskosten | 1.495 | 100 | 1.595 |
Overige bedrijfslasten | 4.016 | 0 | 4.016 |
Afschrijvingen | 5.473 | 775 | 6.248 |
TOTAAL BEDRIJFSLASTEN | 221.675 | 10.250 | 231.925 |
Voor belangrijke CBS-brede projecten die in lijn zijn met de strategische prioriteiten is in 2023 voor € 10,25 miljoen aan budget gereserveerd. Deze projecten zijn hieronder weergegeven. Het merendeel van deze strategische projecten zijn al in voorgaande jaren opgestart en lopen nog enige jaren door. Deze strategische projecten zijn onderbouwd met projectplannen.
Specificatie strategische projecten | Bedrag x EUR 1.000 |
---|---|
1) Versterking IT | 5.250 |
2) Verbetering vindbaarheid en toegankelijkheid van data | 677 |
3) Standaardisatie van statistische verwerkingsprocessen (EBN2.x) | 738 |
4) Optimalisaties van verwerking van registers en registraties (KERS) | 448 |
5) Standaardisatie IT infrastructuur | 350 |
6) Reductie regeldruk van berichtgevers (o.a. bedrijvenportal | 600 |
7) Vergroting gebruik van CBS-informatie (information dialogue) | 416 |
8) Productinnovaties | 400 |
9) Overige | 1.371 |
Totaal | 10.250 |
1) Versterking IT (€ 5.250k)
In de afgelopen jaren moet een steeds groter beroep gedaan worden op IT om de statistische dienstverlening te kunnen leveren. Dat gaat gepaard met een toenemende complexiteit, bijvoorbeeld door meer en geavanceerdere software, meer werkomgevingen en het inrichten van een hybride technische infrastructuur door toenemend gebruik van in de markt beschikbare clouddiensten. Daarnaast zijn er toenemende veiligheidsrisico’s die steeds meer aandacht vragen en een groter wordend beroep doen op IT-capaciteit. Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat een toenemend deel van het CBS-budget nodig is om de continuïteit van de IT van het CBS te kunnen garanderen. Met name information security (legacy en monitoring) en continuïteit bij calamiteiten (hersteltijd en –mogelijkheden) staan hierbij onder druk. Daarvoor is in de begroting 2023 een budget van € 5,25 miljoen voor de versterking van de IT-continuïteit en de informatiebeveiliging. Hiervan is € 3,25 miljoen door het ministerie van EZK toegekend op basis van de ingediende claimbrief. Het restant van het voor 2023 benodigde budget (€ 2 miljoen) wordt door het CBS zelf gefinancierd, vrijgemaakt vanuit de eigen begroting. Structureel is na 2023 naar verwachting een bedrag van jaarlijks € 6,75 miljoen benodigd. De aanvullende middelen (€ 1,5 miljoen) zullen uit aanvullende statistische diensten gefinancierd worden.
2) Verbeteren vindbaarheid en toegankelijkheid van data (€ 677k)
De buitenwereld blijft veranderen en het is lastig om flexibel op veranderende wensen op het gebied van statistieken in te spelen. Het is nodig om de schatkamers aan data goed te ontsluiten om hergebruik te vergemakkelijken. Verder moeten de verwerkingsprocessen bij de statistische directies flexibeler worden én zodanig opgezet dat ze technisch en functioneel goed te onderhouden zijn. Daarom is dit budget nodig om op een efficiëntere manier data binnen het CBS te combineren, sneller en gebruikersvriendelijker output te generen en daarmee aan de vragen van de buitenwereld tegemoet te komen.
3) Standaardisatie van statistische verwerkingsprocessen (EBN2.X) (€ 738k)
Het doel van het programma EBN 2.X is een efficiënter en flexibeler verwerkingsproces in de economische statistieken, waarbij sneller ingespeeld kan worden op actuele economische ontwikkelingen. Er wordt daarvoor gebruik gemaakt van gestandaardiseerde processen, methoden, data en IT-middelen die deels afgelopen jaren gerealiseerd zijn en deels nog ontwikkeld moeten worden.
4) Optimalisatie van verwerking van registers en registraties (KERS) (€ 448k)
Het doel van het programma KERS (Keten Efficiency Registers SER) is optimalisatie van de verwerking van registers en registraties. Het resultaat is kwaliteitswinst en efficiency. De vrijgespeelde tijd kan worden ingezet voor werkdrukvermindering en innovatie. Dit wordt gerealiseerd door de introductie van een gestandaardiseerd verwerkingsproces waardoor vinden, delen en koppelen van data wordt vergemakkelijkt, processen flexibeler en wendbaarder worden, processen beter geborgd worden en processen volledig geautomatiseerd worden.
5) Standaardisatie IT infrastructuur (€ 350k)
Standaardisatie van processen draagt bij en is een voorwaarde om een gewenste beheersbare applicatielandschap te komen. Daarvoor is het nodig te werken binnen gemeenschappelijke kaders voor architectuur, softwaretoepassingen (toolkeuzes), ontwikkelrichtlijnen en security en in de verwerkingsprocessen zoveel mogelijk gebruik te maken van generieke standaardtools. Hiervoor is extra budget nodig.
6) Reductie regeldruk van berichtgevers (€ 600k)
Om blijvend de regeldruk op een zo laag mogelijk niveau te houden gaat de aandacht in 2023 en de jaren daarna uit naar het zoveel mogelijk voorkomen dat bedrijven een meer dan proportioneel aantal vragenlijsten moeten invullen; de verdere implementatie van het Referentie GrootboekSchema (RGS) in de Productie Statistiek-vragenlijst, waarbij de benodigde gegevens direct vanuit de bedrijfsadministratie worden geïmporteerd in de vragenlijst.
7) Vergroten gebruik van CBS-informatie (information dialogue) (€ 416k)
Het CBS maakt cijfers voor iedereen, maar om te zorgen dat deze informatie optimaal wordt gebruikt moeten de gebruikers die wel snel en gemakkelijk kunnen vinden. Om het gebruik van CBS-informatie te vergroten en faciliteren, wil het CBS investeren in tools en systemen die beter aansluiten bij de terminologie en beleving van de gebruiker. Daarvoor is het programma Information Dialogue gestart. De essentie van het programma is om op basis van (ongestructureerde) vragen een slimme en eenduidige verwijzing naar de relevante CBS-gegevens te faciliteren.
8) Productinnovaties (€ 400k)
Het CBS reserveert aanvullende middelen voor het stimuleren van productinnovaties onder andere door het doen van pilots om de innovatie skills van de CBS collega’s transparant te maken en de samenwerking tussen de verschillende betrokken disciplines te verbeteren. Het budget wordt ook ingezet om nieuwe samenwerkingen op te zetten met externe partijen.
9) Overige (€ 1,3 miljoen)
Aanvullend is budget gereserveerd voor nieuwe strategische doelen. Voor de begroting 2023 zijn plannen ingediend voor onder andere de vervanging van StatLine Tools, het herontwerp van de inkomensstatistiek, de vernieuwde waarnemingstrategie bij personen, nieuwe output (Green Deal, energieprijzen en de effecten op inkomens en het arbeidstekort) en de aanscherping van het inlogbeleid. Voor eventuele budgettoekenning zullen deze aanvragen eerst worden besproken en geprioriteerd in het directieberaad op basis van een businesscase.
9.4 Financiële meerjarenbegroting
In onderstaande tabellen is de meerjarenbegroting weergegeven, zowel qua resultatenrekening als qua balans.
Bedragen in duizenden euro's | Prognose 2022 Q3 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 |
---|---|---|---|---|---|
Omzet EZK | 166.619 | 179.211 | 184.266 | 188.031 | 193.769 |
Aanvullende statistische diensten | 43.275 | 42.757 | 45.820 | 48.898 | 51.343 |
Gefinancierde niet-verplichte statistieken | 1.447 | 1.321 | 750 | 0 | 0 |
Remote Access | 3.800 | 4.000 | 4.200 | 4.410 | 4.631 |
Blaise | 4.158 | 4.300 | 4.472 | 4.651 | 4.837 |
Handhaving | 1.500 | 1.350 | 1.350 | 1.350 | 1.350 |
TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN | 220.799 | 232.939 | 240.858 | 247.340 | 255.930 |
Personele lasten | 166.929 | 179.761 | 186.184 | 190.997 | 197.757 |
Extern personeel | 6.144 | 7.392 | 7.500 | 7.500 | 7.500 |
Huisvesting | 10.496 | 12.316 | 12.360 | 12.731 | 13.113 |
Bureaukosten | 4.314 | 4.731 | 4.873 | 5.019 | 5.170 |
Automatiseringskosten | 11.700 | 14.030 | 14.708 | 15.407 | 16.127 |
Totaal reis- en verblijfskosten | 1.462 | 1.836 | 1.750 | 1.750 | 1.750 |
Totaal advieskosten | 1.962 | 1.595 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
Overige bedrijfslasten | 3.560 | 4.016 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Afschrijvingen | 5.049 | 6.248 | 6.500 | 7.000 | 7.500 |
BEDRIJFSLASTEN | 211.616 | 231.925 | 239.375 | 245.904 | 254.417 |
Resultaat voor mutatie voorzieningen | 9.183 | 1.014 | 1.483 | 1.436 | 1.514 |
Reservering knelpunten en voorzieningen | -3.750 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Resultaat vóór mutatie reservering verlofsaldo | 5.433 | 14 | 483 | 436 | 514 |
Mutatie reservering verlofsaldo | 0 | -2.500 | -2.500 | -2.500 | -2.500 |
TOTAAL RESULTAAT excl mutaties bestemmingsreserve | 5.433 | -2.486 | -2.017 | -2.064 | -1.986 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Prognose | Begroot | Begroot | Begroot | Begroot | |
Activa | |||||
Materiële vaste activa | 20,0 | 24,0 | 25,0 | 26,0 | 27,0 |
Vorderingen | 18,0 | 18,0 | 18,0 | 18,0 | 18,0 |
Liquide middelen | 42,3 | 34,5 | 29,3 | 24,0 | 18,8 |
Totaal | 80,3 | 76,5 | 72,3 | 68,0 | 63,8 |
Passiva | |||||
Egalisatiereserve | 2,1 | -0,4 | -2,4 | -4,4 | -6,4 |
Bestemmingsreserve | 5,0 | 5,0 | 4,0 | 3,0 | 2,0 |
Voorzieningen | 8,0 | 7,5 | 7,0 | 6,5 | 6,0 |
Reservering openstaand verlof | 13,2 | 15,7 | 18,2 | 20,7 | 23,2 |
Vooruitontvangen ICT bijdrage EZK | 19,5 | 16,2 | 13,0 | 9,7 | 6,5 |
Overige kortlopende schulden | 32,5 | 32,5 | 32,5 | 32,5 | 32,5 |
Totaal | 80,3 | 76,5 | 72,3 | 68,0 | 63,8 |
Deze meerjarenbegroting is CBS-breed opgesteld, dus niet vanuit de afzonderlijke directies, en heeft de volgende uitgangspunten:
- Het huidige meerjarenbudget van EZK is inclusief een jaarlijkse loon- en prijscompensatie van 3%.
- Een geschatte toename van aanvullende statistische diensten, remote access en Blaise als gevolg van een jaarlijkse indexering, ter dekking van de toenemende materiële kosten als gevolg van prijsstijgingen en toenemende IT-kosten die deels uit aanvullende statistische diensten gedekt moeten worden.
- Nominaal (exclusief prijsindexering) wordt verondersteld dat de omvang van aanvullende statistische diensten, Remote Access en Blaise gelijk blijft.
- Een geschatte cao-loonstijging van jaarlijks 3%.
- Een jaarlijks strategisch budget van €5 miljoen, niet bestemd voor versterking van de IT.
- Een jaarlijks budget voor de versterking van de continuïteit en beveiliging van de IT oplopend tot een bedrag van jaarlijks € 6,75 miljoen.
- Er is zowel qua kosten als qua compensatie door het ministerie van EZK geen rekening gehouden met nieuwe EU-verplichtingen.
- Kosten voor huisvesting, automatisering en bureau worden met jaarlijks 3% geïndexeerd.
- Voor automatiseringskosten wordt jaarlijks een toename van € 250k verwacht voor softwarelicenties.
- De afschrijvingen nemen jaarlijks met € 0,5 miljoen toe door investeringen in het primaire en secundaire rekencentrum.
- Voor mogelijke incidentele knelpunten wordt jaarlijks een bedrag van € 1 miljoen begroot.
- Een deel van het gerealiseerde positieve resultaat over 2022 (namelijk een bedrag van € 5 miljoen) wordt in 2022 toegevoegd aan een bestemmingsreserve voor eventuele investeringen (schatting jaarlijks: € 1 miljoen) die nodig zijn om de doelen uit het meerjarenprogramma 2024-2028 te realiseren. Hoe deze bestemmingsreserve daadwerkelijk ingezet wordt, zal blijken wanneer de plannen verder geconcretiseerd zijn.
- Door de verruimde mogelijkheden om verlof te sparen naar aanleiding van de meest recente cao neemt de reservering voor openstaand verlof jaarlijks met € 2,5 miljoen toe. Dit veroorzaakt tevens het begrote verwachte negatieve resultaat voor de komende jaren.
- In 2022 ontvangt het CBS een bijdrage van € 19,5 miljoen vooruit om in de periode van 2023 tot en met 2028 een bedrag van jaarlijks € 3,25 miljoen te investeren in de versterking en beveiliging van de IT. Dit veroorzaakt de hoge stand van de liquide middelen in 2022 die daarna jaarlijks wat afneemt.
- Ondanks een verwachte negatieve egalisatiereserve als de verlofreservering fors gaat stijgen de komende jaren, blijft de liquiditeit positief. Aanvullend heeft het CBS nog een extra kredietfaciliteit van € 10 miljoen.
9.5 Risicoparagraaf
Het CBS heeft zestien risico’s geïdentificeerd en geanalyseerd. Op basis van deze risicoanalyse vergen de volgende risico’s extra aandacht:
- continuïteit IT in relatie tot het beperkte budget voor IT;
- afname financiële middelen vanuit EZK;
- incidenten in de productie-omgeving;
- inbreuken in de informatiebeveiliging;
- inbreuken in privacy.
Deze begroting bevat de volgende financiële risico’s:
- Het CBS genereert in 2023 naar verwachting voor ruim € 50 miljoen aan opbrengsten uit aanvullende statistische diensten. Indien deze opbrengsten teruglopen blijven de vaste personele lasten doorlopen, hetgeen financiële consequenties kan hebben. In de werkafspraken tussen CBS en het ministerie van EZK is ten aanzien van het risico van aanvullende statistische diensten afgesproken dat bij een substantiële vermindering van aanvullende statistische diensten het ministerie medeverantwoordelijk is voor het opvangen van de verliezen. Hierbij geldt dat er sprake moet zijn van een substantieel probleem dat veroorzaakt wordt door exogene omstandigheden en niet door beleidsbeslissingen die het CBS geïnitieerd heeft. Bovendien moet het CBS de gevolgen redelijkerwijs niet zelf kunnen dragen.
- In de begroting wordt verondersteld dat cao-loonstijgingen en pensioenpremiestijgingen in 2023 en volgende volledig worden gecompenseerd door het ministerie van EZK. Onvolledige compensatie van cao-loonstijgingen, pensioenkosten of prijsstijgingen kunnen niet zonder gevolgen voor het statistiekprogramma worden opgevangen. Wanneer dit risico zich voordoet zal het CBS in overleg treden met het ministerie van EZK om te komen tot passende oplossingen.
- Bij het opstellen van deze begroting bestond meer dan gewone onzekerheid over de prijsontwikkelingen van de materiële kosten. In deze begroting is er op basis van de verwachtingen van oktober 2022 gerekend met een stijging van circa € 3,5 miljoen op de kosten voor huisvesting (energie en huur), kantoor en licenties. Dit gaat ruim uit boven de nu voorziene prijscompensatie door het ministerie van EZK op basis van de MEV 2023 van september 2022. Het restant wordt gefinancierd uit de gestegen -opbrengsten van aanvullende statistische diensten. Momenteel zijn de prijsontwikkelingen nog steeds erg onzeker. Ook is onzeker hoeveel prijscompensatie het CBS uiteindelijk zal ontvangen van het ministerie van EZK. Een verdere prijsstijging, dan wel onvoldoende compensatie door het ministerie van EZK kan forse impact hebben op het uiteindelijke financiële resultaat.
- In de nieuwe cao zijn afspraken gemaakt dat een medewerker gemiddeld ongeveer 7 extra spaarverlofdagen krijgt. Dit is om de afschaffing van de PAS-regeling te compenseren. Het risico bestaat dat dit leidt tot een verlaging van de productieve uren. Hierdoor kunnen de begrote opbrengsten van aanvullende statistische diensten niet gerealiseerd worden. Ook zal dit ertoe leiden dat de dotatie aan de verlofvoorziening flink zal toenemen, wat niet binnen de huidige begroting opgevangen kan worden. Deze reservering zal de komende jaren naar verwachting nog verder toenemen: in de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van € 2,5 miljoen. Ook kent deze reservering een lange looptijd, aangezien deze spaaruren in de regel pas aan het einde van het dienstverband van medewerkers worden opgenomen of uitgekeerd. Deze reservering heeft dus een zeer beperkt effect op de liquiditeit van het CBS.
Bijlage A. Prestatie-indicatoren
De prestatie-indicatoren van het CBS hebben een functie als (extern) verantwoordingsinstrument en als (intern) sturingshulpmiddel. Alle indicatoren samen geven een beeld van de prestaties van het CBS, zowel op het gebied van de kerntaken als van de bedrijfsvoering.
Bijlage B. Organisatie eind 2022
Drs. A. (Angelique) Berg
Hoofddirectie CBS Communicatie en Nieuws
L.M. (Lara) Ankersmit MSc
Hoofddirectie Bedrijfsvoering en IT
Drs. W. (Wim) van Nunspeet (tevens plaatsvervangend directeur-generaal/CIO)
Hoofddirectie Dataverzameling
R. (Rob) van Kan MCI, BSc
Hoofddirectie Economie, bedrijven en nationale rekeningen
Drs. M.J.M. (Marleen) Verbruggen
Hoofddirectie Sociaal-economische en ruimtelijke statistieken
Drs. J.C.M. (Hanneke) Imbens
Directie Strategie en bestuursadvisering
Mr. drs. S.W.F.H. (Erik) Bruinsma
Blaise
Drs. H.J.A. (Harry) Wijnhoven
Bijlage C. Gebruikersraden
Om de hoofddirecteuren van het CBS te adviseren over specifieke thema’s en onderwerpen zijn diverse raden ingesteld.
Eind 2022 zijn de voorzitters van deze raden:
J.J. (Jan) Meerman Berichtgeversraad
Drs. E.E. (Eduard) van de Lustgraaf Gebruikersraad bedrijfseconomische statistieken
Ir. M. (Michel) van Baal Communicatieraad
Dr. ir. D. (Debby) Lanser Gebruikersraad macro-economische
statistieken
Prof. dr. P.G.M. (Peter) van der Heijden Methodology Advisory Board
Dr. M.J. (Michiel) Bijlsma Gebruikersraad microdata
Dr. V.C.M. (Véronique) Timmerhuis Gebruikersraad sociale statistieken en
statistieken van de leefomgeving
Bijlage D. CBS-hoogleraren en -lectoren eind 2022
Naam | leerstoel / lectoraat | universiteit / hogeschool | faculteit / vakgroep |
---|---|---|---|
Prof. Dr. B.F.M. (Bart) Bakker | Methodologie van registerdata voor sociaal wetenschappelijk onderzoek | Vrije Universiteit Amsterdam | Sociale Wetenschappen / Sociologie |
Dr. ir. C.A.M. (Kees) van Berkel | Bijzonder Lectoraat Statistiek en Data Science voor Fact Based Finance and Control | Zuyd Hogeschool | Academie voor Financieel Management |
Prof. Dr. J.A. (Jan) van den Brakel | Survey Methodology | Maastricht University | Quantitative Economics |
Prof. Dr. P.J.H. (Piet) Daas | Big data in Official Statistics | Technische Universiteit Eindhoven | Wiskunde & Informatica / Stochastics |
Prof. Dr. M. (Marjolijn) Das | Urban Statistics | Erasmus Universiteit Rotterdam | Public Administration and Sociology / Sociology |
Prof. Dr. I.A. (Ruben) van Gaalen | Registeranalyses van levensloopdynamiek | Universiteit van Amsterdam | Maatschappij- en Gedragswetenschappen |
Prof. dr. F.P. (Frank) Pijpers | Complexiteit voor Officiële Statistiek | Universiteit van Amsterdam | Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica |
Prof. Dr. J.J.G. ( Hans) Schmeets | Sociale Statistiek, in het bijzonder de empirische bestudering van sociale samenhang | Maastricht University | Cultuur- en Maatschappijwetenschappen / Capaciteitsgroep Politieke Wetenschap |
Prof. Dr. J.G. (Barry) Schouten | Methoden en Technieken, in het bijzonder mixed mode survey designs | Utrecht University | Sociale Wetenschappen / Maatschappijwetenschappen / Methoden en Statistiek |
Prof. Dr. J.P. (Jan Pieter) Smits | Quantification of Sustainability | Technische Universiteit Eindhoven | Industrial Engineering & Innovation Sciences |
Prof. Dr. W. (Wendy) Smits | Labour market flexibility: the employer’s perspective | Maastricht University | Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) |
Prof. Dr. A.G. (Ton) de Waal | Methodologie voor de officiële Statistiek, in het bijzonder m.b.t. integratie van data bronnen | Tilburg University | Methodology and Statistics |
Bijlage E. Wegwijzer
Het CBS verzamelt gegevens bij personen, bedrijven en instellingen. Het CBS stelt de uitkomsten van de onderzoeken zo snel mogelijk op verschillende manieren voor iedereen tegelijkertijd gratis beschikbaar.
CBS-website (www.cbs.nl)
De CBS-website geeft toegang tot resultaten van CBS-onderzoeken en biedt themagerichte informatie over kerncijfers van Nederland. Alle verschenen publicaties staan overzichtelijk gerangschikt op de website en gedetailleerde cijfers zijn te raadplegen via de gratis databank StatLine. Op de website staan ook een actuele publicatiekalender en een productencatalogus.
Daarnaast biedt het CBS nog vier doelgroepenwebsites aan. Kijk hiervoor op:
- www.werkenbijhetcbs.nl;
- www.cbsinuwbuurt.nl;
- www.cbsvooruwbedrijf.nl;
- www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/leren-met-het-cbs.
Naast de website verspreidt het CBS zijn output ook via:
- YouTube (www.youtube.com/statistiekcbs);
- Twitter (twitter.com/statistiekcbs);
- Facebook (www.facebook.com/statistiekcbs);
- Instagram (www.instagram.com/statistiekcbs);
- LinkedIn (www.linkedin.com/company/centraal-bureau-voor-de-statistiek/).
Open data
Sinds 2014 biedt het CBS alle tabellen in StatLine als open data (Odata3-formaat) aan in de vorm van datasets (http://opendata.cbs.nl/dataportaal/portal.html). Ook is een webapplicatie ontwikkeld die gebruik maakt van Open data en die alle tabellen uit StatLine in grafiek- of kaartvorm laat zien (https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/open-data/StatLine-als-open-data). De webapplicatie is geoptimaliseerd voor tablets.
Met ingang van 2022 worden de meeste datasets ook aangeboden als open data in Odata4-formaat en als CSV-download (https://dataportal.cbs.nl).
Corporate nieuws
CBS Corporate nieuws (www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/cbs-corporate-nieuws) bevat actuele achtergrondartikelen over onder andere samenwerking met externe partijen, gebruikers en relaties van het CBS, nieuwe producten en diensten, evenementen en internationale ontwikkelingen. De artikelen kunnen eenvoudig gedeeld worden via Facebook, Twitter en LinkedIn.
Innovatieportaal
Op het innovatieportaal (https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/innovatie) presenteert het CBS zijn diensten en producten in ontwikkeling op het gebied van innovatie.
Infoservice
Het centrale informatiepunt voor algemene vragen over het CBS en zijn producten is te bereiken via telefoon (088) 570 70 70 en infoservice@cbs.nl
CBS Contact Center
Het centrale informatiepunt voor bedrijven, instellingen en personen bij vragen over CBS-vragenlijsten of ander enquêtemateriaal is te bereiken via telefoon (045) 570 64 00 of via het contactformulier op de CBS-website: www.cbs.nl/cbsvooruwbedrijf.
Persdienst
Het centrale informatiepunt voor de media is te bereiken via telefoon (070) 337 44 44 of e-mail: persdienst@cbs.nl.
Meer informatie staat op de CBS-website: www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/contact/pers.
Centrum voor Beleidsstatistiek
Het Centrum voor Beleidsstatistiek biedt verschillende diensten aan:
- het verrichten van statistisch onderzoek op beschikbare brongegevens;
- het adviseren van gebruikers zoals departementen, planbureaus, gemeenten en andere overheidsinstellingen bij het vinden, het gebruik en het opstellen van de benodigde informatie voor beleidsvoorbereiding en de evaluatie daarvan;
- het toegankelijk maken van microdatabestanden waarmee onderzoekers die door de DG gemachtigd zijn onder strikte beveiligingsvoorwaarden zelf de gewenste analyses kunnen uitvoeren op deze microdatabestanden. Zie voor meer informatie: https://www.cbs.nl/microdata.
Aan de diensten van het Centrum voor Beleidsstatistiek zijn kosten verbonden. Nadere informatie is verkrijgbaar via telefoon (088) 570 70 70 of via: https://www.cbs.nl/maatwerk of maatwerk@cbs.nl of microdata@cbs.nl.