7. Overheidsdiensten
De overheid is een belangrijke pijler van de sporteconomie vanuit haar rol sportbeoefening te faciliteren en te stimuleren. Tussen 2015 en 2019 zijn de aan sport gerelateerde overheidsbestedingen echter iets afgenomen. De bijdrage van de overheid aan de sporteconomie in 2019 kwam hiermee uit op tien procent.
7.1 Overheidsdiensten binnen de sporteconomie
Binnen de sporteconomie bestaan de overheidsdiensten uit alle taken van het openbaar bestuur om sport te faciliteren. De belangrijkste en meest concrete hiervan zijn de exploitatie van gemeentelijke zwembaden en sporthallen, het onderhouden van sportaccommodaties, het uitvoeren van sportstimuleringsprojecten, het mede-organiseren van topsportevenementen en het leveren van politie-inzet bij sportwedstrijden. De bijdragen van de overheid aan de sporteconomie worden voornamelijk op gemeenteniveau geleverd. Tussen 2015 en 2019 namen de uitgaven van de overheid aan diensten ten behoeve van sport af van 1,3 miljard euro naar 1,2 miljard euro.
Overheidsgoederen en -diensten (mln euro) | |
---|---|
2015 | 1301 |
2019 | 1230 |
Deze gegevens over de overheidsuitgaven aan sport zijn grotendeels afkomstig uit de eigen administratie van onder andere de gemeenten.18) Om het beeld compleet te maken zijn deze gegevens aangevuld met informatie uit het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme over de politie-inzet tijdens voetbalwedstrijden.19) Deze politie-inzet was tussen 2015 en 2019 iets toegenomen. Al met al was in 2019 één procent van de overheidsuitgaven gerelateerd aan sport.
7.2 Toegevoegde waarde openbaar bestuur en overheidsdiensten
In 2019 zorgde de overheid20) voor een aan sport gerelateerde toegevoegde waarde van 740 miljoen euro (760 miljoen euro in 2015). De toegevoegde waarde van de totale sporteconomie nam in de periode 2015-2019 met 23 procent toe. De bijdrage van de overheid aan de totale toegevoegde waarde van de sporteconomie nam dan ook af van 12 procent in 2015 tot tien procent in 2019.
x (mln euro) | |
---|---|
2015 | 763 |
2019 | 741 |
18) Het Rijk, de provincies, de gemeenschappelijke regelingen en de gemeenten met meer dan 50 duizend inwoners worden integraal waargenomen. Van de kleine gemeenten wordt een steekproef genomen. Zie StatLinetabel: StatLine - Gemeenterekeningen; gemeentelijke taakvelden, gemeentegrootteklasse, regio (cbs.nl).
19) Bron: civ-voetbal-jaarverslag-2019.pdf (politie.nl).
20) Onder overheid verstaan we in dit hoofdstuk de bedrijfstak openbaar bestuur en overheidsdiensten (dus geen zorg en onderwijs).