De Nederlandse sporteconomie 2019

1. Inleiding

Voorliggende publicatie geeft een beschrijving van de Nederlandse sporteconomie. Deze beschrijving is ontleend aan de zogeheten nationale rekeningen; de kwantitatieve beschrijving van de totale Nederlandse economie. Daarom wordt het ook wel een satellietrekening genoemd, als satelliet bij deze nationale rekeningen. In deze satellietrekening zijn voor de sporteconomie de belangrijkste macro-economische variabelen berekend (productie, consumptie, toegevoegde waarde, werkgelegenheid e.d.). Daar de satellietrekening – zoals gezegd – gedestilleerd is uit de beschrijving van de totale Nederlandse economie kan het aandeel van sport in de verschillende macro-economische totalen worden bepaald. Daarnaast kan voor de sporteconomie zélf worden aangegeven wat de belangrijkste goederen en diensten zijn en welke bedrijfstakken een meer of minder grote rol spelen binnen de sporteconomie.

Maar wát is de sporteconomie eigenlijk? Wat betekent sport in economische zin? Sport biedt vermaak, bevordert gezondheid en welzijn en vergroot maatschappelijke betrokkenheid. Het sporten zelf kan zelfstandig of in ongeorganiseerd verband worden beoefend, maar ook in sterk georganiseerd verband of op hoog niveau in competitieverband. Voor sommigen is (top)sport zelfs hun beroep. In 2020 deed 54,7 procent van de bevolking van 4 jaar en ouder wekelijks aan sport (52,3 procent in 2016). Sporten via een sportvereniging is hierbij overigens lang niet altijd meer de overheersende wijze van sportbeoefening. In 2020 had drie kwart van de wekelijkse sporters een lidmaatschap bij een sportvereniging en/of een abonnement bij een sportaanbieder. Wekelijks sportende kinderen en jongeren zijn voornamelijk lid van een sportvereniging (62 procent en 59 procent). Wekelijks sportende volwassenen en ouderen hebben vaker een abonnement bij een sportaanbieder (37 procent en 32 procent). In 2020 was fitness/conditietraining de meest beoefende sport door Nederlanders van 4 jaar en ouder. Ongeveer één vijfde van de beoefende sporten door wekelijkse sporters was fitness/conditietraining.

Ook het vermaak dat sport biedt varieert van een wedstrijd van de lokale club met een handjevol toeschouwers en een kort stukje in de plaatselijke krant, tot een groot evenement zoals het WK Vrouwenvoetbal met duizenden toeschouwers en integraal uitgezonden wedstijden op televisie. In 2020 bezocht 11 procent van de Nederlanders van 12 jaar en ouder maandelijks of vaker een sportwedstrijd of sportevenement. Dit is een daling ten opzicht van eerdere meetjaren. Door de coronamaatregelen waren er in 2020 ook minder sportwedstrijden en sportevenementen, daarnaast was het aantal bezoekers per evenement dikwijls beperkt. In ‘normale’ jaren bezocht een op de vijf mensen van 12 jaar en ouder minstens eenmaal per maand een sportwedstrijd of -evenement (20 procent in 2016; 21 procent in 2018). In 2020 volgde 55 procent van de Nederlanders van 6 jaar en ouder minimaal wekelijks sport via media zoals (online) kranten of tijdschriften, (online) radio of podcasts, sociale media, (online) televisie, en via (sport)websites en/of apps (dit was 59 procent in 2016).

De relatie tussen sport en gezondheid kent eveneens verschillende kanten. Enerzijds is er de algemene opvatting dat sport, of in ieder geval regelmatig bewegen, goed is voor de gezondheid. Dit wordt dan ook bijgehouden. Zo voldeed in 2020 52,7 procent van de Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de beweegrichtlijnen (44,2 procent in 2016; 46,8 procent in 2018). Aan de andere kant leidt sporten ook tot blessures. In 2020 rapporteerde 10,2 procent van de wekelijkse sporters van 4 jaar en ouder een sportblessure opgelopen te hebben in de afgelopen drie maanden (11,6 procent in 2018).

Het voorgaande illustreert dat naast het sporten zelf er allerlei activiteiten zijn die daar voor nodig zijn (accommodaties, sportkleding, sportartikelen e.d.) dan wel uit voortvloeien (wedstrijdbezoek, mediagebruik, horecadiensten e.d.). In een satellietrekening sport worden al deze aan sport gerelateerde goederen en diensten samengebracht en uitgedrukt in geld. Sport wordt beschreven als een ‘gewone’ bedrijfstak die goederen en diensten produceert en daarmee een bijdrage levert aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft enige tijd geleden een aantal kernindicatoren in het domein sport en bewegen vastgesteld.1) Deze kernindicatoren zijn door de minister benoemd om de ontwikkelingen in de sport en de daaraan gerelateerde zaken, in de tijd op hoofdlijnen te kunnen volgen. Het bevat indicatoren over de deelname aan sport, maar ook over het aanbod van sportaccommodaties en het aantal blessures zoals hiervoor al genoemd. In deze lijst van zo’n twintig kernindicatoren komen ook twee indicatoren voor die afkomstig zijn uit de satellietrekening sport, te weten het bruto binnenlands product (bbp) van de sporteconomie en de werkgelegenheid in de sporteconomie.

Wat is een satellietrekening sport?

Deze twee indicatoren – en de satellietrekening sport in zijn algemeenheid – brengen de verschillende facetten van sport onder een noemer, namelijk onder die van de nationale rekeningen. De nationale rekeningen beschrijven alle transacties in de Nederlandse economie op een consistente en boekhoudkundig sluitende wijze. Bij het samenstellen van de satellietrekening sport wordt van al deze transacties bepaald welk deel hiervan sport betreft of hieraan gerelateerd is. Met uitzondering van de werkgelegenheid, worden al deze transacties uitgedrukt in hun monetaire waarde zodat ze op het punt van waarde met elkaar en met de rest van de economie vergeleken kunnen worden.

1.1 Overzicht van de sporteconomie in macro-economische termen Sport-gerelateerde productie voor finale bestedingen Aanbod sport-gerelateerde goederen en diensten Gebruik sport-gerelateerde goederen en diensten Sport-gerelateerde invoer voor finale bestedingen Sport-gerelateerde consumptie (huishoudens en overheid) Sport-gerelateerde productie voor finale bestedingen Intermediair verbruik Bruto toegevoegde waarde sport- economie in basisprijzen + - + = = = + + Bruto toegevoegde waarde sport- economie in basisprijzen Productgebonden belastingen minus productgebonden subsidies Bruto toegevoegde waarde sport- economie in marktprijzen (bbp) Sport-gerelateerde investeringen (inclusief voorraadvorming) Sport-gerelateerde uitvoer voor finale bestedingen1.1 Overzicht van de sporteconomie in macro-economische termenSport-gerelateerdeproductie voorfinale bestedingenAanbod sport-gerelateerde goederen en dienstenGebruik sport-gerelateerde goederen en dienstenSport-gerelateerdeinvoer voorfinale bestedingenSport-gerelateerdeconsumptie(huishoudensen overheid)Sport-gerelateerdeproductie voor finale bestedingenIntermediair verbruikBruto toegevoegdewaarde sport-economie in basisprijzen+-+===++Bruto toegevoegde waarde sport-economie in basisprijzenProductgebondenbelastingen minusproductgebondensubsidiesBruto toegevoegdewaarde sport-economie in marktprijzen (bbp)Sport-gerelateerdeinvesteringen(inclusiefvoorraadvorming)Sport-gerelateerdeuitvoer voorfinale bestedingen
 

In de satellietrekening sport wordt dus op systematische wijze voor alle goederen en diensten zoals onderscheiden in de nationale rekeningen, bepaald wat het aan sport gerelateerde deel is. Dit gebeurt voor verschillende macro-economische variabelen zoals productie, invoer, consumptie en uitvoer. Soms is dit makkelijk te bepalen omdat het aan sport gerelateerde deel apart wordt onderscheiden (bijvoorbeeld de goederengroep sportartikelen). Soms is het moeilijker te bepalen en wordt op basis van aanvullende bronnen het aan sport gerelateerde deel uit een groter geheel gefilterd (bijvoorbeeld de zorgkosten voortvloeiend uit sportblessures uit de totale zorgkosten). Het uiteindelijke resultaat is een consistente en sluitende beschrijving van de sporteconomie die vergeleken kan worden met de totale Nederlandse economie.

Om de satellietrekening sport op te kunnen stellen is een duidelijke afbakening van de sporteconomie nodig. In internationaal verband heeft de EU working group Sport and Economics in Vilnius hierover consensus bereikt. De hieruit voortgekomen Vilniusdefinitie van sport maakt onderscheid tussen een kerndefinitie, een smalle en een brede definitie van de sporteconomie (zie het kader in dit hoofdstuk). Sport en de hieraan gerelateerde zaken zijn hierbij gedefinieerd in termen van goederen en diensten die al dan niet tot de sporteconomie worden gerekend. De brede definitie van de sporteconomie wordt nationaal en internationaal gehanteerd als uitgangspunt voor het samenstellen van een satellietrekening sport. In bijgevoegde tabel I.1 is exact aangegeven welke goederen en diensten uit de Classification of products by activity 2008 (CPA 2008) (deels) tot sport zijn gerekend, hoe deze zich verhouden tot de goederenindeling zoals gehanteerd in de nationale rekeningen en hoe ze zijn gegroepeerd tot de goederengroepen zoals in de voorliggende satellietrekening gepubliceerd.

Historie en achtergrond

De satellietrekening sport wordt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samengesteld. Een eerste proeve van een satellietrekening is opgesteld voor het jaar 2006 in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (CBS/HAN 2012a). Dit heeft ook geresulteerd in een handboek voor het samenstellen van de satellietrekening sport (CBS/HAN 2012b). Samen met de richtlijnen voor het samenstellen van een satellietrekening sport genoemd in de Vilniusdefinitie ligt dit handboek ten grondslag aan de satellietrekening sport zoals die momenteel periodiek door het CBS wordt samengesteld. Na de eerste satellietrekening voor 2006 heeft het CBS ook voor de jaren 2008 en 2010 een satellietrekening sport gepubliceerd (CBS 2013), voor het jaar 2012 (CBS 2015) en voor het jaar 2015 (CBS 2019).

In het voorliggende rapport wordt de satellietrekening over 2019 gepresenteerd. Deze satellietrekening sport is gebaseerd op de definitieve nationale rekeningen van 2019. De definitieve nationale rekeningen hebben op het gebied van de onderscheiden goederen en diensten en bedrijfstakken, het meeste detail en bieden daarom de beste aanknopingspunten om er de aan sport gerelateerde goederen en diensten uit te destilleren. De op het eerste gezicht wat lange tijd tussen het verslagjaar en het jaar van verschijnen wordt verklaard door het feit dat de satellietrekening sport in zijn huidige opzet wordt samengesteld op basis van de definitieve cijfers uit de nationale rekeningen. Bij aanvang van dit project waren dit de nationale rekeningen van 2019.

Inhoud rapport

Hoofdstuk 2 begint met een vergelijking van de sporteconomie met de totale Nederlandse economie. Allereerst zal ingegaan worden op de belangrijkste macro-economische ontwikkelingen in de periode 2006-2019. De consumptieve bestedingen, de productie en de toegevoegde waarde staan hierbij centraal. Vervolgens zullen enkele structurele karakteristieken van de sporteconomie zelf worden uitgelicht aan de hand van de cijfers over het jaar 2019. Het zal zo niet alleen duidelijk worden welke producten en bedrijfstakken belangrijk zijn binnen de sporteconomie, maar ook welke bedrijfstakken het meest profiteren van het fenomeen sport.
Vervolgens wordt in de hoofdstukken 3 tot en met 9 steeds een onderdeel van de sporteconomie uitgelicht, bijvoorbeeld sportdeelname, sportbenodigdheden, onderwijs of media. In deze hoofdstukken wordt in meer detail beschreven om welke aan sport gerelateerde goederen en diensten het precies gaat en welke ontwikkelingen er zichtbaar zijn in de bestedingen en toegevoegde waarde in de periode 2015-2019. Ook wordt ingegaan op de berekening van de cijfers. Deze hoofdstukken bieden inzicht in de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan de macro-economische cijfers zoals gepresenteerd in hoofdstuk 2.
Deze rapportage is voorzien van een tweetal bijlagen. In bijlage I worden de methode en gehanteerde uitgangspunten bij het samenstellen van de voorliggende satellietrekening nader toegelicht. Bijlage II bevat een lijst met een korte toelichting op de belangrijkste gehanteerde begrippen. Ten slotte is de gedetailleerde tabellenset bijgevoegd die ten grondslag ligt aan de cijfers en het verhaal zoals in deze publicatie gepresenteerd.

1) Zie: https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren. De cijfers genoemd in deze inleiding zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig van deze website, geraadpleegd op 2 december 2021.