Overheidsfinanciën 2023

2. Inkomsten overheid naar ruim 457 miljard euro

De overheidsinkomsten stegen in 2023 met ruim 28 miljard euro naar 457,4 miljard euro. De stijging is weliswaar kleiner dan in 2022, maar groter dan in de meeste voorgaande jaren. Dit komt volledig door de belastingen en sociale premies, die goed zijn voor 90 procent van de totale inkomsten van de overheid. De overige inkomsten daalden daarentegen. Mede door lagere energieprijzen verdiende het overheidsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN) minder aan aardgas.

2.0.1 Overheidsinkomsten (mld euro)
20192020202120222023*
Belastingen en sociale premies325,6325,2349,8378,9412,9
Inkomsten uit productieactiviteiten27,826,429,736,731,5
Overige inkomensoverdrachten4,14,45,15,05,5
Rente1,71,41,21,42,4
Winstuitkeringen2,82,02,01,92,1
Inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen1,61,31,34,31,9
Overige inkomsten0,60,10,51,11,0
Totaal364,1360,9389,6429,3457,4
*voorlopige cijfers
Bron: CBS

2.1 Vennootschapsbelasting en dividendbelasting nemen flink toe

De overheid incasseerde in 2023 voor 412,9 miljard euro aan belastingen en sociale premies, 9 procent meer dan in het voorgaande jaar2). Hiermee is ondanks de lagere economische groei en lagere inflatie de toename groter dan in 2022. Om de ontwikkeling van de inkomsten uit belastingen en premies in perspectief te plaatsen worden deze vaak uitgedrukt als percentage van het bbp. De uitkomst hiervan is de zogenoemde collectievelastendruk. Deze lag in 2023 op 38,2 procent, tegenover 37,6 procent een jaar eerder.

De toename van de collectieve lasten komt vooral door stijgingen van de vennootschapsbelasting, dividendbelasting en loon- en inkomstenheffing (loon- en inkomstenbelasting plus premies volksverzekeringen). De inkomsten uit dividendbelasting verdubbelden ruim, van 5,4 miljard euro in 2022 naar 11,4 miljard euro in 2023. Hier speelt waarschijnlijk mee dat in 2024 het tarief van box 2 van de inkomstenbelasting is aangepast. Hogere inkomsten worden hierbij zwaarder belast. Directeur-grootaandeelhouders kunnen ervoor hebben gekozen om in 2023 meer winst aan zichzelf uit te keren, waardoor de winstuitkering nog onder het oude tarief valt. Bij een dergelijke winstuitkering wordt eerst als voorheffing dividendbelasting geheven, wat vervolgens later wordt verrekend met de inkomstenbelasting.

2.1.1 Belastingen en sociale premies
 2023* (mld euro)2022 (mld euro)
Loon- en inkomstenheffing128,4118
Belasting over de toegevoegde waarde (btw)75,970,5
Zorgverzekeringsfonds53,048,6
Vennootschapsbelasting47,538,3
Arbeidsongeschiktheidsfonds21,719,5
Accijnzen11,510,9
Dividendbelasting11,45,4
Algemeen Werkloosheidsfonds9,58,9
Energiebelasting (incl. Opslag duurzame energie)8,59,1
Motorrijtuigenbelasting6,46,1
Onroerendezaakbelasting5,24,9
Overige belastingen en sociale premies33,838,7
*voorlopige cijfers

De overheid ontving in 2023 voor 47,5 miljard euro aan vennootschapsbelasting, bijna een kwart meer dan in 2022. Dit komt deels doordat in 2022 bij veel bedrijven de voorlopige aanslag te laag was ingeschat, wat leidde tot een lagere afdracht in 2022 en nabetalingen in 2023. Het CBS corrigeert hier niet voor in de registratie van de inkomsten uit de vennootschapsbelasting. Daarnaast zijn in 2023 de tarieven verhoogd. Zo betaalden bedrijven in 2023 over de winst tot 200.000 euro 19 procent winstbelasting, tegenover 15 procent tot een winst van 395.000 euro in 2022. In beide jaren lag het tarief in de tweede schijf op 25,8 procent. 

De opbrengst van de loon- en inkomstenheffing, de grootste inkomstenbron van de overheid, steeg in 2023 naar 128,4 miljard euro. De toename van 9 procent komt vooral door toegenomen lonen. De inkomsten uit de btw namen door hogere prijzen voor goederen en diensten met 5,5 miljard euro toe tot 79,5 miljard euro. 

Tegenover de stijgingen staan enkele dalingen. Zo vulde in 2022 de zogenoemde solidariteitsbijdrage, een eenmalige belasting op de overwinsten van bedrijven in de fossiele sector, de schatkist met 5 miljard euro. De inkomsten uit de overdrachtsbelasting daalden met 1,6 miljard euro tot 3,1 miljard euro, voornamelijk door lagere huizenprijzen en dalende verkopen. Ten slotte is per 1 januari 2023 de verhuurderheffing afgeschaft. In 2022 bracht deze belasting nog 0,9 miljard euro op. 

2) Zie bijlage 1 voor een overzicht van de belastingen en sociale premies.