Auteur(s): Koen van ’t Boveneind, Nienke Oude Steenhof
De Nederlandse industrie vanaf 2022

4. Vertrouwen en verwachtingen producenten

Aan de hand van een aantal conjunctuurindicatoren kan een beeld worden geschetst van de verwachtingen van ondernemers in de industrie. Het producentenvertrouwen geeft een indicatie van de stemming in de industrie en van de ontwikkeling van de productie op korte termijn.

4.1 Producentenvertrouwen

Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator van ondernemers in de industrie gebaseerd op drie vragen uit de conjunctuurenquête. Het vertrouwen bereikte eind 2021 het hoogste punt sinds het begin van de reeks in 1985. Daarna was de trend dalend en vanaf halverwege 2023 waren producenten weer licht negatief gestemd. De daling van het producentenvertrouwen is de afgelopen jaren gedempt door ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie die gemiddeld genomen een stuk positiever (of minder negatief) waren gestemd dan ondernemers in andere branches.

Het producentenvertrouwen bestaat uit het gemiddelde oordeel over de verwachte bedrijvigheid, de voorraden en de orderpositie. Bij laatstgenoemde vraag geven ondernemers aan of de orderpositie (te) groot, normaal of (te) klein is voor de tijd van het jaar. In december 2024 waren er meer producenten die hun orderpositie als (te) klein beschouwden dan als (te) groot en was de stemming over de orderpositie dus per saldo negatief. Hoewel producenten gedurende 2024 positiever zijn geworden over de verwachte bedrijvigheid blijft het oordeel over de orderpositie sterk negatief. Dit duidt niet per se op een snelle groei van de productie in de komende periode.

Figuur 4.1 Producentenvertrouwen industrie
JaarMaandProducentenvertrouwen (gemiddelde van de deelvragen)Verwachte bedrijvigheid (gemiddelde van de deelvragen)Oordeel orderpositie (gemiddelde van de deelvragen)
2021januari-1,88,4-10,1
2021februari-2,65,5-9,3
2021maart0,612,7-6,5
2021april3,613,10,9
2021mei5,616,13,5
2021juni7,819,27,5
2021juli9,219,210
2021augustus7,111,712
2021september9,117,212,7
2021oktober10,418,913,9
2021november10,117,913,7
2021december7,312,913,4
2022januari6,511,712,7
2022februari5,811,114,2
2022maart5,78,912,1
2022april7,211,313
2022mei5,81012,6
2022juni4,2810,4
2022juli5,38,411,5
2022augustus2,479,9
2022september1,26,46,3
2022oktober0,95,85,4
2022november1,18,65,5
2022december19,14,9
2023januari1,110,34,4
2023februari0,98,73,6
2023maart0,99,81,9
2023april-0,37,9-0,3
2023mei-1,77,1-2,7
2023juni-2,75,9-3,9
2023juli-2,76,7-5,2
2023augustus-4,62,3-6,1
2023september-3,94,1-6,7
2023oktober-3,74,1-7,2
2023november-2,65,9-7,3
2023december-5,71,1-11,5
2024januari-4,41,8-8,5
2024februari-4,24,6-11,9
2024maart-4,83,5-11,4
2024april-3,65,3-10,2
2024mei-2,87,2-9,7
2024juni-2,49,5-12,8
2024juli-2,710,4-12,7
2024augustus-1,910,7-11,4
2024september-1,711,9-12
2024oktober-3,26,7-11,7
2024november-1,811,1-12,7
2024december-1,611,1-10,9

4.2 Verwachtingen voor 2025

Ieder jaar in oktober worden producenten gevraagd naar de verwachtingen voor het komende jaar voor de (buitenlandse) omzet, personeelssterkte en investeringen. Per saldo zijn de verwachtingen voor 2025 op alle onderwerpen positief; er zijn meer ondernemers die een toename verwachten dan een afname. Per saldo ruim 20 procent van de producenten verwacht in 2025 meer omzet te hebben dan in 2024. Een jaar eerder lag dat saldo nog op bijna 13 procent.

Het saldo over de buitenlandse omzet is ook gestegen en was bijna 17 procent tegen 13 procent een jaar eerder. Voor de personeelssterkte voorziet per saldo ruim 7 procent een toename in 2025 vergeleken met 2024, een jaar eerder was dat nog iets meer dan 6 procent. De verwachtingen over de investeringen zijn met een saldo van iets meer dan 3 procent het minst positief maar wel een fractie hoger dan vorig jaar.

Figuur 4.2 Verwachtingen volgend jaar industrie
Categorieoktober 2024 (saldo van de positieve en negatieve antwoorden)oktober 2023 (saldo van de positieve en negatieve antwoorden)
Omzet20,612,8
Buitenlandse omzet16,913,3
Personeelssterkte7,66,3
Investeringen3,12,6

Bij de investeringsverwachtingen voor 2025 zijn de producenten in de machine-industrie ondanks een lichte daling verreweg het meest positief gestemd. De helft van de branches verwachten in 2025 meer te investeren dan in 2024. In de overige branches zijn er dus meer ondernemers die een afname van de investeringen verwachten dan een toename. Het meest negatief gestemd zijn ondernemers in de farmaceutische industrie en de papier- en grafische industrie. Het saldo is het meest gedaald bij de metaalindustrie. In de aardolie-industrie en de hout- en bouwmaterialenindustrie is de stemming sterk verbeterd ten opzichte van een jaar geleden.

Figuur 4.3 Verwachte investeringen volgend jaar
Brancheoktober 2024 (saldo van de positieve en negatieve antwoorden)oktober 2023 (saldo van de positieve en negatieve antwoorden)
Industrie3,12,6
Machine16,518,3
Rubber en kunststof15,61,6
Overige industrie en reparatie14,6-1,3
Elektrische8,33,7
Hout- en bouwmaterialen4,7-15,6
Elektronische2,5-7,4
Chemie0,86,8
Voedings- en genotmiddelen-0,54,3
Aardolie-2-26,9
Transportmiddelen-3,8-2,4
Textiel-, kleding- en leder-5,7-2,8
Basismetaal en metaalproductie-7,37,7
Papier en grafische-10,8-21,2
Farmacie-11,1-3,6