9. Conclusie
In maart 2022 werden de laatste coronabeperkende maatregelen opgeheven. Tegelijkertijd trad in februari een nieuwe economische verstoring op toen Rusland Oekraïne binnenviel. Toch groeide de Nederlandse economie in 2022 met 4,5 procent maar iets minder hard dan de 4,9 procent in 2021. Twee jaar op rij met dergelijke groeicijfers is deze eeuw nog niet voorgekomen. De groei van de Nederlandse economie in 2022 was groter dan gemiddeld in de Europese Unie.
Aanvankelijk overheerste het positieve effect van het heropenen van de economie na corona, maar in de tweede helft van 2022 vertraagde de groei. Dat ging samen met de aanhoudende geopolitieke onzekerheid en de sterk oplopende energieprijzen. In het derde kwartaal kromp de economie. In het vierde kwartaal groeide de economie echter weer. Net als in 2021 werd in 2022 de groei van de economie vooral gerealiseerd door een stijging van het aantal gewerkte uren. De productiviteit nam nauwelijks toe.
Ondanks de hoge inflatie was de consumptie door huishoudens de motor achter de groei in 2022. Huishoudens gaven vooral meer uit aan diensten zoals horeca, recreatie, cultuur, vervoer en communicatie. In 2021 waren deze diensten in een aantal maanden niet of nauwelijks beschikbaar. Verder droeg ook de toename van het handelssaldo substantieel bij aan de economische groei.
Zwaar getroffen branches door corona, zoals de horeca, het vervoer, de recreatie- en cultuursector, de reis- en uitzendbranche hadden in 2022 een sterke groei van de toegevoegde waarde en droegen hiermee substantieel bij aan de economische groei. Verder lag de productie van de industrie in 2022 gemiddeld hoger dan in 2021 en bereikte in april 2022 het hoogste niveau ooit. In 2022 bleef het aantal faillissementen laag.
De arbeidsmarkt bleef ook in 2022 ongekend krap. De werkloosheid was historisch laag en het aantal openstaande vacatures juist onverminderd groot. Ook het deel van de bevolking van 15 tot 75 jaar dat betaald werk heeft, was niet eerder zo hoog als in 2022. In 2022 lagen de cao-lonen 3,3 procent hoger dan in 2021. De inflatie was in 2022 echter flink hoger zodat de reële cao-loonontwikkeling (de cao-loonontwikkeling gecorrigeerd voor inflatie) ongeveer -6 procent bedroeg in 2022. Sinds de start van de publicatie van deze jaarcijfers in 1973 is zo’n groot verschil tussen cao-loonstijging en de inflatie nog niet voorgekomen.
Al vrij snel na de coronacrisis veerde de Nederlandse economie op en in augustus 2021 was het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklokindicator van het CBS weer positief. De oorlog in Oekraïne leverde echter opnieuw verstoringen in de economie op, onder meer door extra druk op de inflatie. Het conjunctuurbeeld kantelde in juli 2022 en was begin 2023 negatief, onder andere door een laag consumentenvertrouwen en een afkoelende woningmarkt.