Auteur: André Mares
De Nederlandse economie in 2022

2. Economische groei en bestedingen

De Nederlandse economie is in 2022, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, met 4,5 procent gegroeid. Dat was iets minder dan in 2021, toen de economie met 4,9 procent groeide. Twee jaar op rij met deze groeicijfers is echter deze eeuw nog niet voorgekomen. Nadat de Nederlandse economie in 2020 en 2021 werd belemmerd door de coronapandemie, was 2022 het eerste jaar dat grotendeels vrij was van coronamaatregelen. De economische ontwikkeling werd echter verstoord door de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de hoge inflatie.

Door het snelle herstel van de coronarecessie in 2021 en de oorlog in Oekraïne in 2022 stegen de energieprijzen sinds het najaar van 2021 ongekend hard. Dit zorgde voor de hoogste inflatie sinds de eerste helft van de jaren zeventig. Consumenten voelden in de loop van het jaar de prijsstijgingen steeds meer in hun portemonnee. Ook bedrijven kregen steeds meer te maken met de hoge energieprijzen. Grote industriële bedrijven die normaal gesproken veel aardgas verbruiken, verbruikten in 2022 ruim een kwart minder aardgas dan een jaar eerder. De groei van de economie nam in de loop van 2022 af door de aanhoudende onzekerheid en snel stijgende energieprijzen. In het derde kwartaal kromp de economie licht, maar in het laatste kwartaal werd dit weer goedgemaakt.

Net als in 2020 en 2021 werd het groeicijfer in 2022 beïnvloed door corona. In een deel van 2021 en het begin van 2022 waren namelijk nog maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus van kracht. Zo gold er van januari tot eind april 2021 en van 19 december 2021 tot halverwege januari 2022 in Nederland een harde lockdown. Daarna werd de samenleving geleidelijk opengesteld en in maart 2022 vervielen de laatste coronamaatregelen.

De economie kan groeien doordat er in meer wordt gewerkt en/of doordat werkenden productiever zijn geworden. Nog meer dan in 2021 was in 2022 de groei van de economie toe te schrijven aan een stijging van de werkgelegenheid. De arbeidsproductiviteit, hier berekend als het bbp per gewerkt uur, was 0,6 procent hoger dan in 2021. De toename van het aantal gewerkte uren kwam uit op 3,8 procent.

2.1 Bbp, arbeidsproductiviteit en gewerkte uren
JaarBbp (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Arbeidsproductiviteit (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Gewerkte uren (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20012,311,3
20020,20,7-0,5
20030,21,3-1,1
200421,70,3
20052,12,4-0,3
20063,51,51,9
20073,80,92,9
20082,20,61,6
2009-3,7-2,3-1,4
20101,32,1-0,7
20111,60,60,9
2012-1-0,1-0,9
2013-0,10,8-0,9
20141,40,70,7
2015211
20162,2-0,22,3
20172,90,52,3
20182,4-0,32,7
20192-0,72,6
2020-3,9-1,1-2,8
20214,91,53,3
20224,50,63,8

Bestedingen

Ondanks de hoge inflatie was de consumptie door huishoudens de groeimotor in 2022. De economische groei was voor ruim de helft te danken aan de kooplust van huishoudens. Ook het handelssaldo (uitvoer-invoer) leverde een substantiële bijdrage. De positieve bijdrage van de investeringen was beperkter. De overheidsconsumptie, ten slotte, droeg slechts licht bij. De groei van deze bestedingscategorie viel behoorlijk terug in vergelijking met 2021.

2.2 Bestedingen naar categorie (volume)
Categorie2022 (% verandering t.o.v. jaar eerder)2021 (% verandering t.o.v. jaar eerder)
Bruto binnenlands product4,54,9
Invoer goederen en diensten4,34
Consumptie huishoudens6,63,6
Uitvoer goederen en diensten5,25,2
Investeringen in vaste activa3,13,2
Consumptie overheid0,35,2

Huishoudens hebben vorig jaar, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 6,6 procent meer besteed dan in 2021. Ze gaven vooral meer uit aan diensten zoals horeca, recreatie, cultuur, vervoer en communicatie. Dat hangt samen met feit dat in 2022 bijna het hele jaar de samenleving weer ‘open’ was. In 2021 gold in vijf van de twaalf maanden een harde lockdown. Consumenten gaven noodgedwongen minder uit aan diensten omdat die niet of nauwelijks beschikbaar waren. Dat lockdowneffect is vooral zichtbaar in de maandelijkse CBS-cijfers van de consumptie. In januari, februari, maart, april en december van 2022 groeide de consumptie door huishoudens een stuk sterker ten opzichte van dezelfde maanden in 2021, dan in de overige maanden.

Aan voeding hebben consumenten, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, minder besteed dan in 2021. De uitgaven aan deze producten hadden veel minder te lijden onder de lockdowns in 2021 dan de uitgaven aan diensten. Aan duurzame goederen, vooral aan kleding en schoenen, gaven huishoudens wel meer uit dan een jaar eerder. In tegenstelling tot bijvoorbeeld supermarkten hadden kleding- en schoenenwinkels wel last van winkelsluitingen in 2021.

Verder verbruikten huishoudens in 2022 een kwart minder aardgas dan in 2021. Een deel van deze daling komt door het warmere weer (10 procent). Als rekening wordt gehouden met de hogere temperaturen, was het verbruik 15 procent lager dan in 2021. Dit kwam grotendeels door de sterk gestegen gasprijzen.

2.3 Binnenlandse consumptie door huishoudens (volume, koopdaggecorrigeerd)
jaarmaand%-verandering (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2020januari1
2020februari2,1
2020maart-7,2
2020april-17
2020mei-11,9
2020juni-7,1
2020juli-2,4
2020augustus-2
2020september-3,7
2020oktober-5,8
2020november-6,2
2020december-11,2
2021januari-12,4
2021februari-11,6
2021maart-0,1
2021april12,1
2021mei11,2
2021juni6,9
2021juli2,6
2021augustus3,4
2021september4,7
2021oktober9,1
2021november9,2
2021december4,8
2022januari12,3
2022februari15,3
2022maart12,7
2022april11,7
2022mei6,8
2022juni5,1
2022juli4,1
2022augustus2,2
2022september2,4
2022oktober0,9
2022november2,3
2022december9,9

De overheidsbestedingen groeiden vorig jaar met 0,3 procent. Dat was een stuk minder dan de groei van 5,2 procent in 2021. Dit komt onder meer doordat er minder is uitgegeven aan coronatesten, en vaccinaties. Ook de collectieve consumptie door de overheid was lager dan in 2021. Dit betreft met name uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging, ordehandhaving, wet- en regelgeving, etcetera.

De uitvoer van goederen en diensten lag vorig jaar 5,2 procent hoger dan in 2021. Er zijn vooral meer diensten uitgevoerd. Hieronder vallen ook de uitgaven van toeristen in Nederland. Bij de goederen was vooral de export van (elektrotechnische) machines en apparaten hoger. Ook werden meer voedingsmiddelen, transportmiddelen en chemische producten uitgevoerd. De export van Nederlands fabricaat kromp met 0,3 procent, terwijl de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) 5 procent hoger uitkwam.

De invoer van goederen en diensten was 4,3 procent hoger dan een jaar eerder. Er werden vooral meer diensten ingevoerd, zoals de bestedingen van Nederlandse toeristen in het buitenland. De groei van de uitvoer was groter dan die van de invoer. Hierdoor had het handelssaldo een positieve bijdrage van ruim 1 procentpunt aan de economische groei.

In 2022 zijn de investeringen in vaste activa met 3,1 procent gegroeid. Er werd vooral meer geïnvesteerd in bedrijfsgebouwen. Ook de investeringen in machines, software en R&D waren hoger dan in 2021.