3. De luchtvaart
Tussen de financiële crisis van 2007 en het laatste volledige jaar voor de coronacrisis (2019) is het vliegtuigverkeer via de Nederlandse luchthavens jaarlijks toegenomen. In 2019 werden er meer dan 81 miljoen passagiers vervoerd via de luchthavens van nationaal belang. Op 17 maart 2020 werden alle niet-noodzakelijke reizen echter opgeschort om de oplopende coronabesmettingen in te dammen. Deze verordening zorgde ervoor dat het aantal vervoerde passagiers in april met 98 procent afnam.
In 2019 werd 86 procent van de productie door de luchtvaartsector gewijd aan personenvervoer. De teruggang van het aantal vervoerde passagiers verklaart daarom ook de sterke krimp van de gehele luchtvaartsector in 2020. In 2019 bedroeg de toegevoegde waarde van de luchtvaartbranche nog 3,6 miljard euro, wat gelijk staat aan 0,5 procent van het bbp. In 2020 zakte de toegevoegde waarde als gevolg van de reisbeperkingen naar 1,5 miljard euro. De daling van het aantal reizigers werd nog enigszins goedgemaakt door meer en duurder goederenvervoer door de lucht. Het belang van de luchtvaart nam af naar 0,2 procent van het bbp.
Het volume van de toegevoegde waarde van de luchtvaartsector kromp met 96 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder het sterkst in het tweede kwartaal van 2020. In de zomermaanden van 2020 werden de reisrestricties iets versoepeld. Hierdoor trok het aantal reizigers en dus ook de toegevoegde waarde van de luchtvaartsector iets aan. In het laatste kwartaal van 2020 en in het eerste en het tweede kwartaal van 2021 werd door de overheid weer ingezet op alleen noodzakelijk reizen. In deze periode lag de toegevoegde waarde van de luchtvaartsector hierdoor nog altijd rond de 80 procent onder het niveau van de overeenkomstige kwartalen in 2019. In het derde kwartaal van 2021 was er meer herstel te zien. De toegevoegde waarde van de luchtvaartsector lag toen 62 procent onder het niveau van het overeenkomstige kwartaal in 2019.
Jaar | Kwartaal | Luchtvaart (eerste kwartaal 2019 = 100) |
---|---|---|
2019 | eerste kwartaal | 100,0 |
2019 | tweede kwartaal | 123,0 |
2019 | derde kwartaal | 129,8 |
2019 | vierde kwartaal | 114,1 |
2020 | eerste kwartaal | 78,0 |
2020 | tweede kwartaal | 5,3 |
2020 | derde kwartaal | 21,1 |
2020 | vierde kwartaal | 19,1 |
2021 | eerste kwartaal | 19,9 |
2021 | tweede kwartaal | 26,6 |
2021 | derde kwartaal | 49,4 |