Auteur: Valérie Wijnen
Personenvervoer en -mobiliteit tijdens de coronacrisis

2. Het belang van de transportsector voor de Nederlandse economie

De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de gehele transportsector groeide van 30,7 miljard euro in 2015 naar 34,7 miljard euro in 2019. In dat laatste jaar bedroeg het aandeel van de transportsector in de Nederlandse economie  4,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In vergelijking met de omringende landen was het aandeel van de volledige transportsector in de totale Nederlandse economie hoog. In 2019 bedroeg het aandeel in Frankrijk 4,1 procent. In Duitsland was dit 4,0 procent. Nederland heeft in vergelijking met deze landen een vrij grote luchtvaartsector (vooral rondom Schiphol). Ook is het vervoer over het water relatief groter dan in Frankrijk en Duitsland. De Rotterdamse haven draagt hier het meeste aan bij. 

2.1 Ontwikkeling van de transportsector, toegevoegde waarde
JaarTransportsector (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoer door de lucht (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoer over land (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Opslag, dienstverlening voor vervoer (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoer over water (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Post en koeriers (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)
2016-1,312,90,1-4,1-9,1-6,5
20174,21,35,66,32,3-6,1
20180,85,11,42,4-8,9-7,3
20192,8-1,95,02,70,82,3
2020-14,6-73,5-11,4-8,2-2,411,7
 

De transportsector in België droeg in 2019 voor ongeveer 5,0 procent bij aan het bbp en is daarmee relatief groter dan in Nederland. In België is vooral de branche opslag en dienstverlening voor vervoer belangrijk voor de economie. Deze branche was in 2018 goed voor zo’n 2,4 procent van het bbp. In Nederland was dit 1,6 procent in 2018 (Eurostat, 2021). 

In 2020 kromp het volume van de toegevoegde waarde van de Nederlandse transportsector met maar liefst 14,6 procent. Hiermee was de krimp van de transportsector veel groter dan die van de gehele economie. Het bbp kromp namelijk met 3,8 procent. Door de sterkere krimp van de transportsector nam het aandeel hiervan in de gehele economie af van 4,3 procent in 2019, naar 3,9 procent van het bbp in 2020.  

Bijna alle bedrijfstakken binnen de transportsector krompen in 2020. De luchtvaart kromp met 73,5 procent het sterkst, gevolgd door het vervoer over land en de opslag en dienstverlening voor vervoer. Het volume van de toegevoegde waarde van het vervoer over water kromp met 2,4 procent minder sterk. Het volume van de toegevoegde waarde van de post- en koeriersdiensten groeide tijdens de corona-crisis zelfs met 11,7 procent. Een deel van deze groei hangt samen met de toegenomen online aankopen die bij mensen thuis bezorgd moesten worden. De online omzet van de Nederlandse detailhandel nam in 2020 met 43,6 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. 

2.1 Opbouw van de transportsector 

Niet alle branches binnen de transportsector zijn even groot. In termen van toegevoegde waarde draagt het vervoer over land gemiddeld het meeste bij. Deze branche was in 2016 goed voor ongeveer 36 procent van de totale toegevoegde waarde van de transportsector. Daarna volgde de opslag en dienstverlening voor vervoer met bijna een gelijk aandeel, en het vervoer door de lucht met 13 procent. De opbouw van de transportsector bleef in de jaren daarna redelijk stabiel. Tussen 2016 en 2019 groeide het aandeel van het vervoer over land met enkele procentpunten naar 38 procent. Dit ging ten koste van de luchtvaart en het vervoer over water. 

In 2020 was wel een duidelijke herverdeling van de toegevoegde waarde binnen de transportsector te zien. Het aandeel van de luchtvaart halveerde dat jaar van meer dan 10 procent naar 5 procent. Tegelijkertijd stegen de aandelen van het vervoer over water en de post en koeriers, waardoor deze branches de luchtvaart voorbijstreefden. Hierdoor was de luchtvaart in 2020 de kleinste branche binnen de transportsector. 

2.1.1 Verdeling transportsector (bruto toegevoegde waarde)
 Opslag, dienstverlening voor vervoer (%)Post en koeriers (%)Vervoer door de lucht (%)Vervoer over land (%)Vervoer over water (%)
201635,46,912,8369
201936,76,210,538,58,2
202038,884,939,38,9

2.2 Personen en goederen 

De transportsector kan niet alleen worden opgedeeld in verschillende branches, maar ook naar wat deze branches vervoeren: personen of goederen. Met name de personenmobiliteit is geraakt door de corona-crisis. Het totaal aantal afgelegde reizigerskilometers door Nederlanders van 6 jaar of ouder nam af van 211,9 miljard kilometers in 2019 naar 147,6 miljard kilometers in 2020, oftewel een afname van 30 procent. Het gaat hierbij om alle soorten binnenlandse verplaatsingen, ongeacht het vervoermiddel of reismotief. Het aantal voertuigkilometers met Nederlandse personenauto’s in binnen- en buitenland daalde met 18 procent vergeleken met 2019; bussen reden 24 procent minder voertuigkilometers. 

Het goederentransport had veel minder last van de coronacrisis: bij de zware vrachtvoertuigen en bestelauto’s bleef de daling beperkt tot 3 procent minder kilometers ten opzichte van 2019. Het grootste deel van de productie van de transportsector is gericht op goederenvervoer. In 2019 was dit ongeveer 64 procent. Daarna volgt het passagiersvervoer met zo’n 20 procent. Bij de productiewaarde van de categorie overig gaat het bijvoorbeeld om reisbemiddeling of maaltijdverstrekking. Voor 2020 zijn deze cijfers nog niet beschikbaar. 

2.2.1 Verdeling van de productiewaarde van de transportsector, 2019
SubbrancheGoederenPassagiersOverig
Transportsector
(totaal)
64,419,616,0
Opslag, dienstverlening voor vervoer69,60,030,4
Post en koeriers95,70,04,3
Vervoer door de lucht12,175,012,9
Vervoer over land71,521,76,8
Vervoer over water72,75,721,6
 

Het passagiersvervoer is alleen overheersend in de luchtvaart en in veel mindere mate aanwezig in het vervoer over land en water. Dit betreft het spoorvervoer, overig openbaar vervoer en taxivervoer. In de overige branches domineert het goederenvervoer.

Door naar de consumptie van vervoersdiensten1) te kijken wordt het goederenvervoer buiten beschouwing gelaten, omdat deze diensten via de handels- en vervoersmarges op goederen worden geconsumeerd. Bijkomend voordeel is dat hiervoor ook al voorlopige cijfers over 2020 beschikbaar zijn. Na enkele jaren van groei consumeerden huishoudens in 2020, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, bijna 55 procent minder vervoersdiensten dan een jaar eerder. In alle vervoersbranches daalde deze consumptie zeer sterk. 

De consumptie van vervoersdiensten door de lucht en vervoersdiensten over het water (zoals veerdiensten) daalden het sterkst. In absolute zin is de consumptie van vervoersdiensten door de lucht echter harder geraakt dan de consumptie van vervoersdiensten over het water. De consumptie van vervoersdiensten door de lucht was in 2019 namelijk tien keer zo groot als de consumptie van vervoersdiensten over het water. 

2.2.2 Ontwikkeling van de consumptie van diensten voor personenvervoer
 Totaal vervoersdiensten van personen (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoersdiensten door de lucht (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoersdiensten over het water (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)Vervoersdiensten over land (%-volumeverandering t.o.v. een jaar eerder)
20162,34,8-10,8
20171,55,51,6-1,1
20184,35,104
20193,72,26,34,7
2020-54,8-68,5-70,3-44,5

2.3 Een bredere blik op mobiliteit

Ook buiten de traditionele transportsector, zoals het openbaar vervoer, de taxisector en luchtvaart, zijn er bedrijfstakken die een bijdrage leveren aan het personenvervoer (en de personenmobiliteit) in Nederland. Dit kan door vervoermiddelen te fabriceren of te verhandelen (zoals fietsfabrieken en autohandelaren), of door hiervoor ondersteunende diensten te leveren (zoals autoleasemaatschappijen). 

De consumptie van vervoersdiensten van de traditionele transportsector maakte in de jaren voor de coronacrisis iets minder dan 2 procent uit van de totale nationale consumptie door huishoudens. De consumptie van vervoermiddelen en hieraan gerelateerde diensten2) lag met een aandeel van 5 procent een stuk hoger. Dit komt vooral door de consumptie van personenauto’s en reparatie- en onderhoudsdiensten. In 2020 daalde het aandeel van de consumptie van vervoersdiensten naar minder dan 1 procent. Tegelijkertijd nam het aandeel van de consumptie van vervoermiddelen en hieraan gerelateerde diensten juist toe. In 2020 werd 5,3 procent van de totale nationale consumptie hieraan besteed. In 2019 was dit nog 5,0 procent. 

In de volgende paragrafen wordt eerst dieper ingegaan op de ontwikkelingen in de transportsector: de luchtvaart, het openbaar vervoer en de taxibranche. Vervolgens wordt dieper ingegaan op branches die vervoermiddelen produceren, verkopen, verhuren, leasen of andere vervoergerelateerde diensten leveren. 

2.3.1 Aandeel van consumptie gerelateerd aan vervoer in de totale nationale consumptie door huishoudens
 Vervoersdiensten van de transportsector (%)Vervoermiddelen en hieraan gerelateerde diensten (%)
20151,94,7
20161,94,7
20171,94,7
20181,95
20191,95
20200,95,3

1) Het gaat hier om de consumptie van vervoersdiensten gericht op het personenvervoer. Dit wijkt af van de consumptie van vervoersdiensten dat op Statline is terug te vinden; dat is namelijk inclusief communicatiediensten.
2) Het gaat hier om de consumptie van vervoermiddelen gericht op het vervoer van personen. Dit wijkt af van de consumptie van vervoermiddelen zoals die op Statline is terug te vinden; dat is namelijk inclusief vrachtwagens en andere transportmiddelen die doorgaans niet voor personenvervoer gebruikt worden. Bovendien wordt de consumptie van aan vervoermiddelen gerelateerde diensten in dit artikel ook meegenomen in het aggregaat. Het gaat dan voornamelijk om reparatie- en onderhoudsdiensten, autolease, autoverhuur en autohandel.