8. Samenvattende conclusie
De ANLb-beleidsmonitoring levert na acht jaar monitoring nog niet de resultaten op waarop werd gehoopt. De belangrijkste reden hiervoor is waarschijnlijk de slechte match tussen NEM-meetpunten en ANLb-maatregelen. Het lag bij de start van het ANLb voor de hand om uit te gaan van het NEM, maar door de autonome (d.w.z. niet op het NEM afgestemde) uitrol van het ANLb blijkt het NEM minder geschikt dan gedacht en gehoopt. Wanneer nieuwe, op ANLb toegesneden monitoring zou zijn opgezet waren waarschijnlijk meetpunten gelegd op plekken met ANLb-maatregelen en zo vergelijkbaar mogelijke plekken zonder maatregelen daar dichtbij. Zo’n opzet had echter de kosten van de monitoring enorm verhoogd.
Deze conclusie over de beleidsmonitoring wil vanzelfsprekend niet zeggen dat het ANLb geen succes is. Van de meeste ANLb-maatregelen is immers genoegzaam bekend dat ze een gunstig effect hebben op de biodiversiteit. Het zou daarom goed zijn een overzicht te maken van de uitgevoerde maatregelen sinds de invoering van het ANLb en de daarbij behorende oppervlaktes agrarische grond. Overigens zou dit dan wel afgezet moeten worden tegen eenzelfde overzicht van maatregelen die door de komst van ANLb niet meer uitgevoerd worden, zoals SNL-A. Immers, mogelijk is de netto oppervlakte van natuurvriendelijk beheerd agrarisch gebied nauwelijks veranderd doordat de opkomst van ANLb teniet gedaan wordt door het tegelijkertijd uitfaseren van SNL-A.