5. Andere factoren die aantalstrends beïnvloeden
De populatieontwikkeling van de ANLb-doelsoorten wordt natuurlijk niet uitsluitend bepaald door het uitgevoerde beheer. Het weer, predatie, voedselaanbod, omstandigheden op naburige percelen en zelfs omstandigheden die trekvogels in het buitenland ervaren zullen in veel gevallen de populatie van een ANLb-doelsoort sterker beïnvloeden dan het uitgevoerde beheer. Van de negen wintervogel soorten die ANLb-doelsoort zijn wordt de winterpopulatie van zeven soorten, die naast Nederlandse vogels ook (substantieel) aangevuld wordt met migranten, sterk beïnvloed door het weer, zowel in Nederland als ten noord(oost)en van ons land, of door de locatie van mastjaren (wel/niet in Nederland). Voor de groene glazenmaker is de afname van krabbenscheer (als gevolg van exotische rivierkreeften) waarschijnlijk een veel belangrijker factor dan de aan- af afwezigheid van ANLb in een km-hok.
Wanneer de beleidsmonitoring speciaal voor ANLb zou zijn ontworpen, was waarschijnlijk een opzet gekozen waarin ieder perceel met ANLb vergeleken zou worden met een zo vergelijkbaar mogelijk perceel met regulier beheer. Dat ‘zo vergelijkbaar mogelijk’ slaat dan op andere factoren die de populatieontwikkeling beïnvloeden. Dus bijvoorbeeld een perceel met hetzelfde gewas, dezelfde predatoren, even ver van de snelweg en ook zonder houtwallen. Een dergelijke gepaarde opzet is statistisch krachtiger dan een aanpak met een set van ANLb-meetpunten en een set REF-meetpunten. De keuze om uit te gaan van NEM-meetpunten maakte een gepaarde opzet echter onmogelijk.
Tegelijk is het voor veel soorten maar de vraag of een gepaarde opzet duidelijker inzicht in het effect van ANLb had gegeven. Daarvoor lijkt de invloed van andere factoren namelijk zo groot, dat het meten van een ANLb-effect erg moeilijk is. Voor bijvoorbeeld de groene glazenmaker is de populatie van 2018 op 2019 gedecimeerd, zowel in de ANLb- als REF-meetpunten. Een vergelijkbaar verschijnsel is te zien bij de grote modderkruiper, met juist een sterke toename van 2018 op 2019.
Sowieso zijn bij alle amfibieën en vissen de jaar op jaar schommelingen voor ANLb- en REF-meetpunten sterk vergelijkbaar. Dit wijst op een veel sterkere invloed van andere factoren dan ANLb. Dat wil niet zeggen dat ANLb op de locatie waar het uitgevoerd wordt geen effect heeft; waarschijnlijker is dat de omvang van het ANLb-beheer op-km-hokniveau te gering is om een verschil met REF-hokken te kunnen vaststellen.