2. Woningtransformaties
In dit hoofdstuk wordt kort aangegeven hoe het aantal feitelijke woningtransformaties wordt bepaald en wat de verhouding is tussen het aantal nieuwbouwwoningen en aantal woningtransformaties in de periode 2015-2023.
2.1 Hoe worden woningtransformaties bepaald?
Om de woningtransformaties te bepalen vormt de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) de basis. De BAG is een registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. De registratie omvat verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen die gevestigd zijn op een bepaald adres. Daarnaast bevat de BAG gegevens over panden waarin de verblijfsobjecten liggen.
Op basis van de gegevens in de BAG wordt bepaald hoeveel woningtransformaties mogelijk hebben plaatsgevonden (per jaar). Om mogelijke woningtransformaties in een jaar vast te stellen zijn de kenmerken van panden en vbo’s op 1 januari van een jaar (peilmoment 1) vergeleken met die op 1 januari een jaar later (peilmoment 2). Nadat alle mogelijke woningtransformaties zijn vastgesteld, worden administratieve correcties zoveel mogelijk onderscheiden van feitelijke woningtransformaties. Om dit onderscheid te kunnen maken, zijn een aantal beslisregels opgesteld. Deze zijn uitgebreid beschreven in Bijlage 1.
2.2 Nieuwbouw, ‘Overige toevoegingen’ en woningtransformaties
Op basis van de toegepaste methode blijkt dat er in 2023 8,8 duizend woningen door transformatie aan de woningvoorraad zijn toegevoegd. Dat is een daling van 8,5 procent ten opzichte van 2022, toen 9.565 woningtransformaties werden opgeleverd. De grootste afname is zichtbaar in het aantal getransformeerde kantoorpanden, zie paragraaf 3.1 voor een verdere beschrijving.
De woningvoorraad neemt toe door nieuwbouw en ‘overige toevoegingen’. Onder ‘overige toevoegingen’ vallen woningen die niet door nieuwbouw toegevoegd worden aan de woningvoorraad zoals bijvoorbeeld woningtransformaties. Andere overige toevoegingen zijn bijvoorbeeld woningen die zijn ontstaan door woningsplitsing. In figuur 2.2.1 is het totaal van alle toevoegingen aan de woningvoorraad weergegeven. Nieuwbouw blijft de belangrijkste reden dat de woningvoorraad toeneemt.
Nieuwbouw | Woningtransformatie | Andere overige toevoeging | |
---|---|---|---|
2015 | 48381 | 10770 | 19709 |
2016 | 54849 | 10235 | 21074 |
2017 | 62982 | 10235 | 17606 |
2018 | 66585 | 12210 | 15152 |
2019 | 71548 | 12480 | 14731 |
2020 | 69985 | 10215 | 12874 |
2021 | 71221 | 10480 | 15883 |
2022 | 74560 | 9565 | 14918 |
2023 | 73638 | 8755 | 12319 |
Woningen die aan de woningvoorraad worden onttrokken door bijvoorbeeld sloop zijn in deze figuur buiten beschouwing gelaten. In 2023 zijn in totaal 94,7 duizend woningen 3) aan de voorraad toegevoegd, in 2022 waren dat 99 duizend woningen. Het aandeel van woningtransformaties in het totaal aantal toevoegingen aan de woningvoorraad was in 2023 9,2 procent.