2. Opzet van het onderzoek
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de onderzoeksopzet. In paragraaf 2.1. wordt kort informatie gegeven over de afbakening en omvang van de doelpopulatie. In paragraaf 2.2. wordt beschreven welke definities van criminaliteit in dit onderzoek gehanteerd zijn en in de laatste paragraaf staat meer informatie over de meting en omvang van de familienetwerken.
2.1 Onderzoekspopulatie
Het (hoofd)doel van dit onderzoek is in kaart brengen hoeveel opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond van criminaliteit verdachte familieleden hebben. Opgroeiende kinderen zijn afgebakend als personen tussen de 0 en 18 jaar die thuiswonend zijn én in de regio Rotterdam Rijnmond wonen.
De focus op thuiswonende kinderen betekent dat kinderen die in institutionele huishoudens wonen niet meegenomen worden in dit onderzoek. Institutionele huishoudens zijn bijvoorbeeld internaten of instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten. De reden voor de focus op thuiswonende kinderen is dat voor deze kinderen een grotere invloedsfeer verwacht kan worden van eventuele verdachte familieleden in het hetzelfde huishouden.
De regio Rotterdam Rijnmond bevat de volgende 15 gemeenten: Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Ridderkerk, Maassluis, Nissewaard, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Het peilmoment van het onderzoek is 1 januari 2020. Dit is het peilmoment van het onderzoek omdat op dit moment de familienetwerken in kaart gebracht zijn (zie paragraaf 2.3.). Deze informatie is (nog) niet van een later moment beschikbaar. Dit is dus het meest recente moment waarvoor alle benodigde data beschikbaar zijn.
In totaal zijn er (op 1 januari 2020) ongeveer 249 duizend thuiswonende kinderen (0-18 jaar) in de regio Rotterdam Rijnmond. In dit onderzoek wordt naast het aantal opgroeiende kinderen met verdachte familieleden ook weergegeven om hoeveel gezinnen dit gaat. Het idee hierachter is dat met een interventie in een gezin meerdere kinderen tegelijk geholpen kunnen worden. De 249 duizend thuiswonende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond wonen in 145 duizend gezinnen.
2.2 Criminaliteit
In dit onderzoek worden verdachten-registraties gebruikt om mogelijke criminaliteit bij familieleden te meten. Geregistreerde verdachten zijn personen die door de politie worden geregistreerd wanneer een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf bestaat. Het proces van het al dan niet schuldig verklaard worden kan soms enkele jaren in beslag nemen. In dit onderzoek wordt daarom naar verdachtencijfers gekeken en niet naar veroordelingen. Hierbij wordt voorkomen dat familieleden die verdacht zijn van een misdrijf, maar nog niet veroordeeld zijn op het peilmoment van het onderzoek buiten beeld blijven.
Er zijn verschillende soorten misdrijven. Het CBS heeft informatie over de volgende categorieën6):
- Vermogensmisdrijven
- Vernielingen en misdrijven tegen openbare orde en gezag
- Gewelds- en seksuele misdrijven
- Verkeersmisdrijven
- Drugsmisdrijven
- (Vuur)wapenmisdrijven
Op verzoek van het ZVHRR wordt in dit onderzoek gewerkt met twee definities van criminaliteit om in kaart te brengen of opgroeiende kinderen in Rotterdam Rijnmond verdachte familieleden hebben:
- Brede definitie. Op verzoek van het ZVHRR ligt in dit onderzoek de focus op zwaardere vormen van criminaliteit. Hiermee wordt voorkomen dat familieleden die bijvoorbeeld verdacht zijn van het stelen van een fiets of gepakt zijn voor een winkeldiefstal in dit onderzoek als mogelijk crimineel aangemerkt worden. Onder de brede definitie vallen alle categorieën met zwaardere misdrijven.7)
- Smalle definitie. Voor deze definitie wordt gefocust op misdrijven die in verband worden gebracht met “georganiseerde misdaad”8) in lijn met het idee dat criminele families ook bekend staan om de structuren. Meer specifiek wordt gefocust op de volgende misdrijven: afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en gijzeling.
Meer informatie over welke misdrijven onder welke definitie vallen staat in tabel 2.2.1 weergegeven.
Hoofdcategorie | Delict | Valt onder brede definitie | Valt onder smalle definitie |
---|---|---|---|
Vermogen | Diefstal van personenauto | V | |
Diefstal uit/vanaf personenauto | V | ||
Diefstal van fiets | |||
Diefstal van brom-of snorfiets | V | ||
Inbraak in school | V | ||
Inbraak in sportcomplex | V | ||
Zakkenrollerij | |||
Straatroof | V | ||
Diefstal/inbraak uit winkel/kantoor/bedrijf | V | ||
Winkeldiefstal | |||
Inbraak in woning | V | ||
Inbraak in schuur of garage | V | ||
Diefstal en inbraak overig | V | ||
Bedrog | V | ||
Valsheidsmisdrijven | V | ||
Heling | V | ||
Afpersing en afdreiging | V | V | |
Overige vermogensmisdrijven | V | V | |
Vernieling/ | Vernieling aan auto | ||
openbare orde | Vernieling aan openbaar gebouw | ||
Vernieling/ beschadiging overig | |||
Openlijke geweldpleging | V | ||
Huisvredebreuk | |||
Computervredebreuk | V | ||
Overige openbare orde misdrijven | V | ||
Brandstichting/ontploffing | V | ||
Niet opvolgen van ambtelijk bevel | |||
Overige openbaar gezag misdrijven | V | ||
Geweld | Mishandeling | V | |
Bedreiging | V | ||
Stalking | |||
Aanranding | V | ||
Verkrachting | V | ||
Schennis van de eerbaarheid | V | ||
Ontucht met een minderjarige | V | ||
Overige seksuele misdrijven | V | ||
Levensmisdrijven | V | ||
Vrijheidsbeneming | V | V | |
Overige geweldsmisdrijven | V | V | |
Verkeer | Verlaten plaats ongeval | ||
Rijden onder invloed | |||
Rijden tijdens ontzegging/ onbevoegd besturen | |||
Overige verkeersmisdrijven | |||
Drugs | Drugsmisdrijven | V | V |
(Vuur)wapen | (Vuur) Wapenmisdrijven | V | V |
Om te kijken of familieleden al dan niet verdacht zijn geweest van een misdrijf (volgens de smalle of de brede definitie) wordt naar verdachtenregistraties in de periode 2015-2019 gekeken. Meerdere jaren geven een completer beeld van de mogelijke omvang van de problematiek dan een focus op één enkel jaar. Zoals aangegeven is het peilmoment van het onderzoek 1 januari 2020. De periode 2015-2019 is dus de meest recente periode die bekeken kan worden in dit onderzoek.
2.3 In kaart brengen van familieleden
2.3.1 Methode
Om de familieleden van opgroeiende kinderen in kaart te brengen is gebruik gemaakt van integrale registerdata die het CBS ontvangt voor wetenschappelijk en statistisch onderzoek. De belangrijkste bron om familieleden van kinderen in kaart te brengen is de Basisregistratie Personen (BRP). In de BRP wordt vastgelegd wie de juridische ouders van een persoon zijn. Met kennis van deze ouder-kind relaties is het mogelijk om vervolgens een uitgebreid familienetwerk af te leiden. Relaties van overledenen worden hierin ook gebruikt. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld broers en zussen geïdentificeerd worden van wie de ouders niet meer leven. In het definitieve familienetwerk worden alleen de relaties opgenomen tussen personen die op 1 januari 2020 ingeschreven stonden in de BRP. Niet van iedere in Nederland woonachtige persoon is bekend wie zijn of haar ouders zijn. Vooral voor de mensen die geboren zijn voor 1966 wil kennis over de ouders soms ontbreken net als voor mensen die niet zijn geboren in Nederland. Ook als familieleden in het buitenland wonen kunnen zij op basis van de BRP niet in kaart worden gebracht.9) Van 85 procent van de Nederlandse bevolking is wel bekend wie de ouders zijn.
Aanvullend op de kind-ouder relaties zijn gegevens gebruikt om partners van personen in kaart te brengen. Er worden twee typen partners onderscheiden. De eerste soort partners zijn formele partners: met deze persoon is een huwelijk of een geregistreerd partnerschap afgesloten en hij/zij woont op hetzelfde adres als het individu zelf. De tweede soort partners zijn personen met wie het individu volgens de CBS-definitie waarschijnlijk wel een ‘affectieve samenwoonrelatie’ heeft, maar met wie geen huwelijk of geregistreerd partnerschap is afgesloten.10) Op basis van deze partnerrelaties kunnen schoonfamilieleden (enerzijds familie van de partner en anderzijds partners van kinderen, broers of zussen), stieffamilieleden (nieuwe partner van ouder en eventuele kinderen daarvan), en aangetrouwde familieleden worden afgeleid.
In dit onderzoek is enkel gekeken naar volwassen familieleden (18 jaar en ouder). Dit omdat personen onder de 18 jaar oud overlappen met de onderzoekspopulatie (opgroeiende kinderen). De verschillende type familieleden11) die in kaart gebracht kunnen worden voor opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond en de bijbehorende afleidingsregels staan kort toegelicht in tabel 2.3.1.1.
Familieleden | Omschrijving van afleiding |
---|---|
Ouder | Ouder |
Grootouder | Ouder van ouder |
Zus/broer | Kind van dezelfde ouder |
Nicht/neef | Kind van zus/broer |
Tante/oom | Zus/broer van ouder |
Volle nicht/neef | Kind van tante/oom |
Schoonzus/broer | Zus/broer van partner of partner van zus/broer |
Stiefouder | Partner van ouder die niet ouder is van het individu |
Stiefzus/broer | Kind van partner van ouder van individu van wie individu niet zelf een kind is |
Aangetrouwde tante/oom | Partner (gehuwd en niet gehuwd) van tante/oom |
Voor dit onderzoek zijn vervolgens drie verschillende groepen familieleden gemaakt op basis van hun woonadres:
- Familieleden woonachtig binnen hetzelfde huishouden. Op basis van onder andere gegevens uit de BRP is het mogelijk af te leiden welke personen samen op een adres ingeschreven staan. Deze groep omvat alle volwassen familieleden die op hetzelfde adres wonen als het kind. Huisgenoten die geen familieleden zijn vallen niet onder deze groep (deze worden niet meegenomen in het onderzoek omdat dit onderzoek over familieleden gaat). Aangezien de familieleden op hetzelfde adres/in hetzelfde huishouden wonen als het kind is het aannemelijk dat hier doorgaans dagelijks contact is.
- Familieleden woonachtig binnen de regio Rotterdam Rijnmond. Deze groep omvat de eerste groep én alle andere volwassen familieleden die binnen deze regio wonen. Deze familieleden wonen dus ook relatief dichtbij het kind wat de kans op contact (en dus beïnvloeding) vergroot. Ook vallen deze familieleden onder de invloedsfeer van het ZVHRR.
- Familieleden woonachtig in Nederland. Deze groep omvat de tweede groep én alle andere volwassen familieleden in Nederland. Het gaat hier om familieleden die in het land Nederland wonen (familieleden in overige delen van het Koninkrijk der Nederland vallen hier niet onder). Dit is dus de meeste brede groep. In het algemeen kan aangenomen worden dat hoe groter de geografische afstand is hoe kleiner de kans op veel en intensief contact en beïnvloeding.
Het is belangrijk om te realiseren dat familieleden in kaart gebracht zijn op basis van administratieve bronnen. De gebruikte bronnen zeggen niets over daadwerkelijke contacten. Ook al zijn twee personen volgens de gegevens familie van elkaar dat betekent nog niet dat zij ook daadwerkelijk (frequent en/of goed) contact hebben. In het meest extreme geval zien ze elkaar niet. Deze kans is gemiddeld genomen waarschijnlijk groter bij de derde groep (familieleden woonachtig in Nederland) dan bij de eerste groep (familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden).
In dit onderzoek wordt gekeken naar het aantal kinderen met verdachte familieleden, maar worden ook analyses op gezinsniveau uitgevoerd. Een gezin kan bestaan uit meerdere opgroeiende kinderen. In dit onderzoek tellen alle opgroeiende kinderen op hetzelfde woonadres samen als één gezin. In de meeste gevallen hebben alle opgroeiende gezinnen binnen hetzelfde gezin dezelfde volwassen familieleden. Uitzondering hierop zijn samengestelde gezinnen. In deze gevallen zijn er naast biologische/juridische familieleden mogelijk ook stieffamilieleden aanwezig. Het aantal familieleden van opgroeiende kinderen in samengestelde gezinnen is daarom gemiddeld genomen groter.
2.3.2 Aanwezigheid en omvang van de familienetwerken
Deze paragraaf gaat in op de aanwezigheid en omvang van de verschillende groepen familieleden (binnen huishouden, binnen dezelfde regio of binnen Nederland). Bijna alle opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond hebben volwassen familieleden binnen het huishouden. Voor 9 op de 10 kinderen kunnen ook volwassen familieleden buiten het huishouden in kaart gebracht worden. Omdat familieleden in regio Rotterdam Rijnmond en familieleden in Nederland beide ook familieleden binnen hetzelfde huishouden omvatten kunnen deze groepen ook voor bijna alle kinderen in kaart gebracht worden. Hetzelfde patroon is zichtbaar voor gezinnen.
De gemiddelde omvang van het aantal familieleden verschilt wel tussen de groepen familieleden. Wanneer enkel gekeken wordt naar familieleden binnen hetzelfde huishouden dan hebben opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond gemiddeld twee volwassen familieleden. Indien gekeken wordt naar alle familieleden woonachtig in de regio Rotterdam Rijnmond betreft dit gemiddeld 8 familieleden. De breedste groep zijn alle familieleden in heel Nederland. Een opgroeiend kind in de regio Rotterdam heeft gemiddeld 12 volwassen familieleden in heel Nederland. Ook hier is hetzelfde patroon zichtbaar bij gezinnen.
Niveau | Familieleden | Totaal | Aanwezigheid (minimaal 1 familielid) | Gemiddeld aantal familieleden (indien aanwezig) |
---|---|---|---|---|
Kinderen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 249 420 | 249 360 (100%) | 2 |
Kinderen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 249 420 | 249 380 (100%) | 8 |
Kinderen | Woonachtig in Nederland | 249 420 | 249 380 (100%) | 12 |
Gezinnen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 144 680 | 144 660 (100%) | 2 |
Gezinnen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 144 680 | 144 670 (100%) | 8 |
Gezinnen | Woonachtig in Nederland | 144 680 | 144 670 (100%) | 12 |
7) Om zwaardere misdrijven te selecteren is in het onderzoek gekeken naar misdrijven waar volgens het Wetboek van Strafrecht een strafdreiging van 4 jaar of meer voor staat. Als er in een categorie minimaal één misdrijf zit met een strafdreiging van vier jaar of meer dan wordt de gehele categorie als zwaar aangemerkt. De categorieën “overige misdrijven Wetboek van Strafrecht” en “Misdrijven overige wetten” worden in dit onderzoek niet meegenomen omdat deze te divers zijn om goed in te kunnen delen in een bepaalde categorie (wel of niet zwaar). Voor vermogensmisdrijven is een vrij gedetailleerde uitsplitsing naar verschillende soorten misdrijven beschikbaar op het CBS. Voor vermogensdelicten geldt ook dat er een strafdreiging van 4 jaar of meer is. Om toch een onderscheid te kunnen maken tussen relatief lichte en relatief zware vermogensdelicten is gekeken naar de vermoedelijke financiële schade.
8) De definitie voor georganiseerde misdaad is gebaseerd op: van Deuren, S., Blokland, A.A.J. & Kleemans, E.R. Differentiating Between Outlaw Motorcycle Gangs (OMCGs): Estimating the Effect of Membership of the Most Crime-Prone OMCGs on Crime Using Matching Weights. Journal of Developmental and Life-Course Criminology, 7, 649–675 (2021).
9) Het gaat hier om het land Nederland. Indien familieleden in een ander deel van het Koninkrijk der Nederland wonen (bijvoorbeeld Bonaire) dan staan zij niet ingeschreven in de BRP en kunnen zij niet in kaart gebracht worden.
10) Voor meer informatie zie de documentatie over de partnerbus en de samenwonersbus van het CBS.
11) Er zijn meer familierelaties die met de gebruikte methode in kaart gebracht kunnen worden. Deze komen echter zeer weinig voor bij opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond. Dit zijn de relaties co-ouder, partner, schoonouder, stiefkind en aangetrouwde nicht/neef. Dit komt omdat personen tot 18 jaar meestal nog geen partner en/of kinderen hebben. Deze relaties zijn daarom niet meegenomen in dit onderzoek.