Opgroeiende kinderen met van criminaliteit verdachte familieleden in de regio Rotterdam Rijnmond
Over deze publicatie
In dit onderzoek is op verzoek van het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond in kaart gebracht hoeveel opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond op 1 januari 2020 van criminaliteit verdachte familieleden hadden. Ook is weergegeven hoe deze problematiek verdeeld is over gemeenten en wijken in de regio. Tot slot is in kaart gebracht in hoeverre jongeren met verdachte familieleden zelf verdacht zijn van een misdrijf en/of een Halt-registratie hebben.
Erratum (6 juli 2023)
In het hoofdstuk Resultaten is de titel van figuur 3.1.1. vervangen. De figuur gaat, zoals ook in de tekst staat, over de ‘brede definitie’. Dat staat nu correct in de titel.
Samenvatting
Het doel van het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (ZVHRR) is het aanpakken van complexe multi-problematiek bij personen en gezinnen, om daarmee zowel veiligheid voor de samenleving als veiligheid voor de cliënt en zijn/haar omgeving te creëren. Om deze complexe problematiek aan te kunnen pakken, is het belangrijk dat gemeenten, zorgpartners en justitiepartners nauw samenwerken. Het ZVHRR brengt deze organisaties bij elkaar waardoor deze informatie uit kunnen wisselen en zo een integraal plan van aanpak op kunnen stellen.
Eén van de aandachtsgebieden van het ZVHRR is criminaliteit binnen families. De problematiek van criminaliteit binnen families en de mogelijke invloed op opgroeiende kinderen komt vaak naar voren in gesprekken met de partners van het samenwerkingsverband. Ook vanuit de landelijke politiek is aangegeven dat lokale organisaties een belangrijke rol kunnen spelen bij de aanpak van dit probleem. Op dit moment ontbreken goede cijfers over de omvang van deze problematiek. Het ZVHRR heeft daarom het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om het volgende in kaart te brengen:
- Hoeveel opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond hebben van criminaliteit verdachte familieleden?
- Hoe is deze problematiek verdeeld over gemeenten en wijken in deze regio?
- In welke mate zijn jongeren in deze regio met verdachte familieleden zelf verdacht geweest van een delict?
Het aantal opgroeiende kinderen met verdachte familieleden in de regio Rotterdam Rijnmond is op meerdere manieren in kaart gebracht:
- Er is rekening gehouden met de geografische nabijheid van familieleden. Zo wordt gekeken naar familieleden die in hetzelfde huishouden wonen, familieleden woonachtig in dezelfde regio en familieleden woonachtig in Nederland.
- Er worden twee definities van criminaliteit gebruikt. Een brede definitie waarbij gekeken wordt naar alle relatief zware misdrijven en een smalle definitie waarbij gefocust wordt op specifieke misdrijven (afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en gijzeling).
- Ook wordt naast het aantal opgroeiende kinderen met verdachte familieleden onderzocht om hoeveel gezinnen het gaat (aangezien er meerdere kinderen in een gezin kunnen wonen).
De resultaten laten zien dat op 1 januari 20201) (volgens de brede definitie) 5,7 procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond samenwoonde met een volwassen familielid dat ergens in de 5 jaar daarvoor verdacht2) is geweest van een relatief zwaar misdrijf. Dit zijn meer dan 14 duizend kinderen in 8 duizend gezinnen. Voor bijna 22 procent van de kinderen in deze regio (afgerond 55 duizend kinderen in 32 duizend gezinnen) geldt dat zij minimaal één volwassen verdacht familielid in de regio Rotterdam Rijnmond hebben wonen en meer dan een kwart van de kinderen (afgerond 69 duizend kinderen in 40 duizend gezinnen) heeft minimaal één volwassen verdacht familielid in Nederland wonen.
Als de smalle definitie gebruikt wordt, woont anderhalf procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond (afgerond 3,5 duizend kinderen in 2 duizend gezinnen) samen met een volwassen familielid dat verdacht is geweest van afpersing, witwassen, een drugsmisdrijf, mensenhandel, een (vuur)wapenmisdrijf of gijzeling. Afgerond negen procent van de kinderen (21 duizend kinderen in 12 duizend gezinnen) heeft een familielid in de regio wonen dat verdacht is van een dergelijk misdrijf en 11 procent van de kinderen (27 duizend kinderen in 15 duizend gezinnen) heeft een familielid ergens in Nederland wonen verdacht van een dergelijk misdrijf.
Het percentage opgroeiende kinderen dat samenwoont met een volwassen familielid verdacht van een relatief zwaar misdrijf (brede definitie) is het hoogst in de gemeente Rotterdam (7 procent). Ook in de gemeenten Nissewaard, Schiedam en Vlaardingen is dit percentage relatief hoog (afgerond 6 procent). In de gemeenten Albrandswaard, Brielle, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland en Westvoorne is dit percentage juist relatief laag (minder dan 3 procent). Een vergelijkbaar beeld komt naar voren als ook gekeken wordt naar familieleden buiten het huishouden en naar gezinnen in plaats van kinderen. Ook indien gefocust wordt op specifieke misdrijven (afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapen misdrijven en gijzeling) is het percentage opgroeiende kinderen met verdachte familieleden het hoogst in de gemeente Rotterdam gevolgd door de gemeente Schiedam.
Aangezien professionals in de wijk (jeugdwerkers en wijkagenten) een belangrijke rol kunnen spelen bij de aanpak van criminele gezinnen en families zijn ook analyses op wijkniveau uitgevoerd. Zoals bij elk CBS-onderzoek is hierbij veel aandacht besteed aan het tegengaan van onthulling: zo zijn de resultaten enkel getoond als de groep kinderen met verdachte familieleden (statistisch gezien) voldoende groot was en zijn de getoonde aantallen afgerond op tientallen. Dergelijke analyses op wijkniveau zijn daarom enkel uitgevoerd voor de gemeenten Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen. Het percentage kinderen dat opgroeit in een gezin waarin minimaal één volwassen familielid woont dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf is het hoogst in de Rotterdamse wijken Charlois, Feijenoord, IJsselmonde en Delfshaven en in de wijk Oostgaarde Noord in Capelle aan den IJssel.
Een probleem bij de aanpak van criminele families is de jonge aanwas. Daarom is onderzocht in hoeverre kinderen in Rotterdam Rijnmond die opgroeien met verdachte familieleden zelf ook vaker het criminele pad op lijken te gaan (verdacht zijn van een misdrijf en/of een Halt-registratie hebben). Het onderzoek toont aan dat kinderen (vanaf 12 tot 18 jaar) die samenwonen met minimaal één verdacht volwassen familielid drie keer zo vaak verdacht zijn geweest van een delict dan kinderen die niet samenwonen met een familielid verdacht van een relatief zwaar misdrijf.
Dit is een beschrijvend onderzoek. Er kunnen op basis van dit onderzoek geen conclusies worden getrokken over de richting van de verbanden (causaliteit) of over de oorzaken van criminaliteit in gezinnen, wijken en gemeenten.
2) Het proces van het al dan niet schuldig verklaren kan soms enkele jaren duren. Om te voorkomen dat familieleden die (nog) niet veroordeeld zijn geweest buiten beeld blijven worden verdachten-registraties gebruikt. Geregistreerde verdachten zijn personen die door de politie geregistreerd worden wanneer een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf bestaat. Er wordt naar een periode van vijf jaar gekeken, omdat dit een completer beeld geeft dan verdachtencijfers in één enkel jaar.
1. Inleiding
Het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (ZVHRR) is een regionaal samenwerkingsverband. Het doel van het ZVHRR is het aanpakken van complexe multi-problematiek bij personen en gezinnen, om daarmee zowel veiligheid voor de samenleving als veiligheid voor de cliënt en zijn/haar omgeving te creëren. Het uitgangspunt is dat voor een succesvolle aanpak van criminaliteit en ernstige overlast door personen/gezinnen met complexe problemen vaak meer nodig is dan zorg of straf alleen, en dat juist een gecombineerde aanpak effectief is. ZVHRR bevordert en coördineert deze integrale, domeinoverstijgende aanpak. In dit samenwerkingsverband worden partijen uit de strafketen (denk hierbij aan het OM, de politie en reclasseringsorganisaties), de zorgketen (onder meer de GGZ, Veilig Thuis, de jeugdzorg en de verstandelijk gehandicaptenzorg) en bestuurlijke partners (gemeenten) samengebracht.3)
Het ZVHRR richt zich op personen en gezinnen met complexe problematiek. Een aandachtsgebied dat hieronder valt, zijn criminele gezinnen en families. Vanuit meerdere partners komen al langere tijd signalen naar voren over problematiek rondom “criminele families”. Goede cijfers over de mate van deze problematiek in de regio Rotterdam Rijnmond ontbreken op dit moment. ZVHRR heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daarom gevraagd om in kaart te brengen hoeveel kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond opgroeien met verdachte familieleden. Voor de ontwikkeling van een effectieve aanpak is het daarnaast belangrijk om te weten waar in de regio deze problematiek relatief sterk aanwezig is. Tot slot wordt in kaart gebracht in welke mate kinderen die opgroeien met verdachte familieleden zelf delicten plegen.
Inzicht in deze cijfers is op meerdere manieren waardevol. Een gezonde en stabiele thuissituatie kan ervoor zorgen dat kinderen zichzelf goed kunnen ontwikkelen en volwaardig mee kunnen draaien in de maatschappij. Wanneer sprake is van criminaliteit binnen het gezin/familie dan wordt het gezin en de bredere familie mogelijk eerder een risicofactor dan een beschermingsfactor. Met andere woorden, dit kan deze opgroeiende kinderen kwetsbaar maken.4) Cijfers over de omvang van deze problematiek kunnen een stimulans zijn tot ontwikkeling van een aanpak om deze kinderen te helpen. Er is nog een tweede reden waarom inzicht in criminele gezinnen/families relevant is voor de ontwikkeling van een effectieve aanpak. Het is bekend dat criminele families een hardnekkig probleem zijn. Zo zijn criminele families vaak gesloten netwerken waarin bepaalde normen en waarden en solidariteit centraal staan die ervoor kunnen zorgen crimineel gedrag goed gedijt en overgedragen kan worden naar andere familieleden (al dan niet van een jongere generatie).5) Beleid gericht op het helpen van kwetsbare kinderen en het doorbreken van patronen rondom criminaliteit in gezinnen en families kan een preventieve werking hebben (nu en in de toekomst).
Het doel van het onderzoek is daarom om het ZVHRR meer inzicht te geven in de omvang van deze problematiek zodat samen met de partners in het samenwerkingsverband een effectieve aanpak ontwikkeld kan worden. In een recente Kamerbrief (eind januari 2023) over de aanpak van criminele families gaf de Minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius aan dat Zorg- en Veiligheidshuizen met de persoonsgerichte, integrale en lokale aanpak een belangrijke rol kunnen spelen bij de aanpak van criminele families.
Het doel van dit CBS-onderzoek is nadrukkelijk niet de opsporing van personen, gezinnen en/of families. Hier werkt het CBS nooit aan mee. Het CBS publiceert altijd enkel cijfers op groepsniveau. Cijfers over individuele personen worden nooit gemaakt. Ook wordt in elk CBS-onderzoek veel aandacht besteed aan het tegengaan van de kans op (groeps-)onthulling. Zo worden de cijfers in dit rapport afgerond en worden de cijfers onderdrukt (niet weergegeven) indien de aantallen te beperkt zijn. De privacy van de personen waar dit onderzoek zich op richt heeft gedurende het hele onderzoek centraal gestaan. Voor dit onderzoek zijn bijvoorbeeld bestanden uit meerdere bronnen (bijvoorbeeld Basisregistratie Personen en informatie over criminaliteit) aan elkaar gekoppeld. Dit gebeurt op basis van een zogenaamde gepseudonimiseerde koppelsleutel/nummer dat buiten het CBS betekenisloos is. De Burgerservicenummers van de personen zijn ook voor de onderzoekers van dit project nooit zichtbaar geweest. Zie de website van het CBS voor meer informatie over hoe het CBS omgaat met privacy.
In het volgende hoofdstuk wordt meer informatie gegeven over de opzet van het onderzoek. Meer specifiek wordt informatie gegeven over de doelpopulatie van het onderzoek (opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond), wordt beschreven welke vormen van criminaliteit zijn meegenomen in dit onderzoek en wordt beschreven hoe familienetwerken in kaart gebracht zijn. In het derde hoofdstuk komen de onderzoeksresultaten aan bod. Eerst wordt het aantal opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond met verdachte familieleden weergeven volgens de verschillende definities (paragraaf 3.1.). Vervolgens wordt door middel van kaartjes weergegeven in welke gemeenten en wijken de problematiek het grootst is (paragraaf 3.2.). Dit hoofdstuk sluit af met informatie over de mate waarin opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond met verdachte familieleden zelf delicten gepleegd hebben (paragraaf 3.3.). In het laatste hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies en discussiepunten weergegeven.
4) Zie bijvoorbeeld Janssen, J. (2019). 'Zij vreet er ook van'. Over de ongemakkelijke relatie tussen huiselijk geweld en zware en georganiseerde criminaliteit. Tijdschrift voor Criminologie, 61(2), 203-212.
5) Voor meer informatie over intergenerationele overdracht zie: Van de Weijer, S., & Spapens, T. (2019). Intergenerationele overdracht en criminele families: introductie. Tijdschrift voor Criminologie, 61(2), 119-131. Meer informatie over aanpak van criminele families is te vinden in Spapens, T. (2013). Kruipolie. Aanpak criminele families Tilburg. Tilburg University & Ferwerda, H. (2017). Aanpak criminele families in Amsterdam. Lessen voor de aanpak op basis van een pilot. Arnhem: Bureau Beke.
2. Opzet van het onderzoek
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de onderzoeksopzet. In paragraaf 2.1. wordt kort informatie gegeven over de afbakening en omvang van de doelpopulatie. In paragraaf 2.2. wordt beschreven welke definities van criminaliteit in dit onderzoek gehanteerd zijn en in de laatste paragraaf staat meer informatie over de meting en omvang van de familienetwerken.
2.1 Onderzoekspopulatie
Het (hoofd)doel van dit onderzoek is in kaart brengen hoeveel opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond van criminaliteit verdachte familieleden hebben. Opgroeiende kinderen zijn afgebakend als personen tussen de 0 en 18 jaar die thuiswonend zijn én in de regio Rotterdam Rijnmond wonen.
De focus op thuiswonende kinderen betekent dat kinderen die in institutionele huishoudens wonen niet meegenomen worden in dit onderzoek. Institutionele huishoudens zijn bijvoorbeeld internaten of instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten. De reden voor de focus op thuiswonende kinderen is dat voor deze kinderen een grotere invloedsfeer verwacht kan worden van eventuele verdachte familieleden in het hetzelfde huishouden.
De regio Rotterdam Rijnmond bevat de volgende 15 gemeenten: Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Ridderkerk, Maassluis, Nissewaard, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Het peilmoment van het onderzoek is 1 januari 2020. Dit is het peilmoment van het onderzoek omdat op dit moment de familienetwerken in kaart gebracht zijn (zie paragraaf 2.3.). Deze informatie is (nog) niet van een later moment beschikbaar. Dit is dus het meest recente moment waarvoor alle benodigde data beschikbaar zijn.
In totaal zijn er (op 1 januari 2020) ongeveer 249 duizend thuiswonende kinderen (0-18 jaar) in de regio Rotterdam Rijnmond. In dit onderzoek wordt naast het aantal opgroeiende kinderen met verdachte familieleden ook weergegeven om hoeveel gezinnen dit gaat. Het idee hierachter is dat met een interventie in een gezin meerdere kinderen tegelijk geholpen kunnen worden. De 249 duizend thuiswonende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond wonen in 145 duizend gezinnen.
2.2 Criminaliteit
In dit onderzoek worden verdachten-registraties gebruikt om mogelijke criminaliteit bij familieleden te meten. Geregistreerde verdachten zijn personen die door de politie worden geregistreerd wanneer een redelijk vermoeden van schuld aan een misdrijf bestaat. Het proces van het al dan niet schuldig verklaard worden kan soms enkele jaren in beslag nemen. In dit onderzoek wordt daarom naar verdachtencijfers gekeken en niet naar veroordelingen. Hierbij wordt voorkomen dat familieleden die verdacht zijn van een misdrijf, maar nog niet veroordeeld zijn op het peilmoment van het onderzoek buiten beeld blijven.
Er zijn verschillende soorten misdrijven. Het CBS heeft informatie over de volgende categorieën6):
- Vermogensmisdrijven
- Vernielingen en misdrijven tegen openbare orde en gezag
- Gewelds- en seksuele misdrijven
- Verkeersmisdrijven
- Drugsmisdrijven
- (Vuur)wapenmisdrijven
Op verzoek van het ZVHRR wordt in dit onderzoek gewerkt met twee definities van criminaliteit om in kaart te brengen of opgroeiende kinderen in Rotterdam Rijnmond verdachte familieleden hebben:
- Brede definitie. Op verzoek van het ZVHRR ligt in dit onderzoek de focus op zwaardere vormen van criminaliteit. Hiermee wordt voorkomen dat familieleden die bijvoorbeeld verdacht zijn van het stelen van een fiets of gepakt zijn voor een winkeldiefstal in dit onderzoek als mogelijk crimineel aangemerkt worden. Onder de brede definitie vallen alle categorieën met zwaardere misdrijven.7)
- Smalle definitie. Voor deze definitie wordt gefocust op misdrijven die in verband worden gebracht met “georganiseerde misdaad”8) in lijn met het idee dat criminele families ook bekend staan om de structuren. Meer specifiek wordt gefocust op de volgende misdrijven: afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en gijzeling.
Meer informatie over welke misdrijven onder welke definitie vallen staat in tabel 2.2.1 weergegeven.
Hoofdcategorie | Delict | Valt onder brede definitie | Valt onder smalle definitie |
---|---|---|---|
Vermogen | Diefstal van personenauto | V | |
Diefstal uit/vanaf personenauto | V | ||
Diefstal van fiets | |||
Diefstal van brom-of snorfiets | V | ||
Inbraak in school | V | ||
Inbraak in sportcomplex | V | ||
Zakkenrollerij | |||
Straatroof | V | ||
Diefstal/inbraak uit winkel/kantoor/bedrijf | V | ||
Winkeldiefstal | |||
Inbraak in woning | V | ||
Inbraak in schuur of garage | V | ||
Diefstal en inbraak overig | V | ||
Bedrog | V | ||
Valsheidsmisdrijven | V | ||
Heling | V | ||
Afpersing en afdreiging | V | V | |
Overige vermogensmisdrijven | V | V | |
Vernieling/ | Vernieling aan auto | ||
openbare orde | Vernieling aan openbaar gebouw | ||
Vernieling/ beschadiging overig | |||
Openlijke geweldpleging | V | ||
Huisvredebreuk | |||
Computervredebreuk | V | ||
Overige openbare orde misdrijven | V | ||
Brandstichting/ontploffing | V | ||
Niet opvolgen van ambtelijk bevel | |||
Overige openbaar gezag misdrijven | V | ||
Geweld | Mishandeling | V | |
Bedreiging | V | ||
Stalking | |||
Aanranding | V | ||
Verkrachting | V | ||
Schennis van de eerbaarheid | V | ||
Ontucht met een minderjarige | V | ||
Overige seksuele misdrijven | V | ||
Levensmisdrijven | V | ||
Vrijheidsbeneming | V | V | |
Overige geweldsmisdrijven | V | V | |
Verkeer | Verlaten plaats ongeval | ||
Rijden onder invloed | |||
Rijden tijdens ontzegging/ onbevoegd besturen | |||
Overige verkeersmisdrijven | |||
Drugs | Drugsmisdrijven | V | V |
(Vuur)wapen | (Vuur) Wapenmisdrijven | V | V |
Om te kijken of familieleden al dan niet verdacht zijn geweest van een misdrijf (volgens de smalle of de brede definitie) wordt naar verdachtenregistraties in de periode 2015-2019 gekeken. Meerdere jaren geven een completer beeld van de mogelijke omvang van de problematiek dan een focus op één enkel jaar. Zoals aangegeven is het peilmoment van het onderzoek 1 januari 2020. De periode 2015-2019 is dus de meest recente periode die bekeken kan worden in dit onderzoek.
2.3 In kaart brengen van familieleden
2.3.1 Methode
Om de familieleden van opgroeiende kinderen in kaart te brengen is gebruik gemaakt van integrale registerdata die het CBS ontvangt voor wetenschappelijk en statistisch onderzoek. De belangrijkste bron om familieleden van kinderen in kaart te brengen is de Basisregistratie Personen (BRP). In de BRP wordt vastgelegd wie de juridische ouders van een persoon zijn. Met kennis van deze ouder-kind relaties is het mogelijk om vervolgens een uitgebreid familienetwerk af te leiden. Relaties van overledenen worden hierin ook gebruikt. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld broers en zussen geïdentificeerd worden van wie de ouders niet meer leven. In het definitieve familienetwerk worden alleen de relaties opgenomen tussen personen die op 1 januari 2020 ingeschreven stonden in de BRP. Niet van iedere in Nederland woonachtige persoon is bekend wie zijn of haar ouders zijn. Vooral voor de mensen die geboren zijn voor 1966 wil kennis over de ouders soms ontbreken net als voor mensen die niet zijn geboren in Nederland. Ook als familieleden in het buitenland wonen kunnen zij op basis van de BRP niet in kaart worden gebracht.9) Van 85 procent van de Nederlandse bevolking is wel bekend wie de ouders zijn.
Aanvullend op de kind-ouder relaties zijn gegevens gebruikt om partners van personen in kaart te brengen. Er worden twee typen partners onderscheiden. De eerste soort partners zijn formele partners: met deze persoon is een huwelijk of een geregistreerd partnerschap afgesloten en hij/zij woont op hetzelfde adres als het individu zelf. De tweede soort partners zijn personen met wie het individu volgens de CBS-definitie waarschijnlijk wel een ‘affectieve samenwoonrelatie’ heeft, maar met wie geen huwelijk of geregistreerd partnerschap is afgesloten.10) Op basis van deze partnerrelaties kunnen schoonfamilieleden (enerzijds familie van de partner en anderzijds partners van kinderen, broers of zussen), stieffamilieleden (nieuwe partner van ouder en eventuele kinderen daarvan), en aangetrouwde familieleden worden afgeleid.
In dit onderzoek is enkel gekeken naar volwassen familieleden (18 jaar en ouder). Dit omdat personen onder de 18 jaar oud overlappen met de onderzoekspopulatie (opgroeiende kinderen). De verschillende type familieleden11) die in kaart gebracht kunnen worden voor opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond en de bijbehorende afleidingsregels staan kort toegelicht in tabel 2.3.1.1.
Familieleden | Omschrijving van afleiding |
---|---|
Ouder | Ouder |
Grootouder | Ouder van ouder |
Zus/broer | Kind van dezelfde ouder |
Nicht/neef | Kind van zus/broer |
Tante/oom | Zus/broer van ouder |
Volle nicht/neef | Kind van tante/oom |
Schoonzus/broer | Zus/broer van partner of partner van zus/broer |
Stiefouder | Partner van ouder die niet ouder is van het individu |
Stiefzus/broer | Kind van partner van ouder van individu van wie individu niet zelf een kind is |
Aangetrouwde tante/oom | Partner (gehuwd en niet gehuwd) van tante/oom |
Voor dit onderzoek zijn vervolgens drie verschillende groepen familieleden gemaakt op basis van hun woonadres:
- Familieleden woonachtig binnen hetzelfde huishouden. Op basis van onder andere gegevens uit de BRP is het mogelijk af te leiden welke personen samen op een adres ingeschreven staan. Deze groep omvat alle volwassen familieleden die op hetzelfde adres wonen als het kind. Huisgenoten die geen familieleden zijn vallen niet onder deze groep (deze worden niet meegenomen in het onderzoek omdat dit onderzoek over familieleden gaat). Aangezien de familieleden op hetzelfde adres/in hetzelfde huishouden wonen als het kind is het aannemelijk dat hier doorgaans dagelijks contact is.
- Familieleden woonachtig binnen de regio Rotterdam Rijnmond. Deze groep omvat de eerste groep én alle andere volwassen familieleden die binnen deze regio wonen. Deze familieleden wonen dus ook relatief dichtbij het kind wat de kans op contact (en dus beïnvloeding) vergroot. Ook vallen deze familieleden onder de invloedsfeer van het ZVHRR.
- Familieleden woonachtig in Nederland. Deze groep omvat de tweede groep én alle andere volwassen familieleden in Nederland. Het gaat hier om familieleden die in het land Nederland wonen (familieleden in overige delen van het Koninkrijk der Nederland vallen hier niet onder). Dit is dus de meeste brede groep. In het algemeen kan aangenomen worden dat hoe groter de geografische afstand is hoe kleiner de kans op veel en intensief contact en beïnvloeding.
Het is belangrijk om te realiseren dat familieleden in kaart gebracht zijn op basis van administratieve bronnen. De gebruikte bronnen zeggen niets over daadwerkelijke contacten. Ook al zijn twee personen volgens de gegevens familie van elkaar dat betekent nog niet dat zij ook daadwerkelijk (frequent en/of goed) contact hebben. In het meest extreme geval zien ze elkaar niet. Deze kans is gemiddeld genomen waarschijnlijk groter bij de derde groep (familieleden woonachtig in Nederland) dan bij de eerste groep (familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden).
In dit onderzoek wordt gekeken naar het aantal kinderen met verdachte familieleden, maar worden ook analyses op gezinsniveau uitgevoerd. Een gezin kan bestaan uit meerdere opgroeiende kinderen. In dit onderzoek tellen alle opgroeiende kinderen op hetzelfde woonadres samen als één gezin. In de meeste gevallen hebben alle opgroeiende gezinnen binnen hetzelfde gezin dezelfde volwassen familieleden. Uitzondering hierop zijn samengestelde gezinnen. In deze gevallen zijn er naast biologische/juridische familieleden mogelijk ook stieffamilieleden aanwezig. Het aantal familieleden van opgroeiende kinderen in samengestelde gezinnen is daarom gemiddeld genomen groter.
2.3.2 Aanwezigheid en omvang van de familienetwerken
Deze paragraaf gaat in op de aanwezigheid en omvang van de verschillende groepen familieleden (binnen huishouden, binnen dezelfde regio of binnen Nederland). Bijna alle opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond hebben volwassen familieleden binnen het huishouden. Voor 9 op de 10 kinderen kunnen ook volwassen familieleden buiten het huishouden in kaart gebracht worden. Omdat familieleden in regio Rotterdam Rijnmond en familieleden in Nederland beide ook familieleden binnen hetzelfde huishouden omvatten kunnen deze groepen ook voor bijna alle kinderen in kaart gebracht worden. Hetzelfde patroon is zichtbaar voor gezinnen.
De gemiddelde omvang van het aantal familieleden verschilt wel tussen de groepen familieleden. Wanneer enkel gekeken wordt naar familieleden binnen hetzelfde huishouden dan hebben opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond gemiddeld twee volwassen familieleden. Indien gekeken wordt naar alle familieleden woonachtig in de regio Rotterdam Rijnmond betreft dit gemiddeld 8 familieleden. De breedste groep zijn alle familieleden in heel Nederland. Een opgroeiend kind in de regio Rotterdam heeft gemiddeld 12 volwassen familieleden in heel Nederland. Ook hier is hetzelfde patroon zichtbaar bij gezinnen.
Niveau | Familieleden | Totaal | Aanwezigheid (minimaal 1 familielid) | Gemiddeld aantal familieleden (indien aanwezig) |
---|---|---|---|---|
Kinderen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 249 420 | 249 360 (100%) | 2 |
Kinderen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 249 420 | 249 380 (100%) | 8 |
Kinderen | Woonachtig in Nederland | 249 420 | 249 380 (100%) | 12 |
Gezinnen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 144 680 | 144 660 (100%) | 2 |
Gezinnen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 144 680 | 144 670 (100%) | 8 |
Gezinnen | Woonachtig in Nederland | 144 680 | 144 670 (100%) | 12 |
7) Om zwaardere misdrijven te selecteren is in het onderzoek gekeken naar misdrijven waar volgens het Wetboek van Strafrecht een strafdreiging van 4 jaar of meer voor staat. Als er in een categorie minimaal één misdrijf zit met een strafdreiging van vier jaar of meer dan wordt de gehele categorie als zwaar aangemerkt. De categorieën “overige misdrijven Wetboek van Strafrecht” en “Misdrijven overige wetten” worden in dit onderzoek niet meegenomen omdat deze te divers zijn om goed in te kunnen delen in een bepaalde categorie (wel of niet zwaar). Voor vermogensmisdrijven is een vrij gedetailleerde uitsplitsing naar verschillende soorten misdrijven beschikbaar op het CBS. Voor vermogensdelicten geldt ook dat er een strafdreiging van 4 jaar of meer is. Om toch een onderscheid te kunnen maken tussen relatief lichte en relatief zware vermogensdelicten is gekeken naar de vermoedelijke financiële schade.
8) De definitie voor georganiseerde misdaad is gebaseerd op: van Deuren, S., Blokland, A.A.J. & Kleemans, E.R. Differentiating Between Outlaw Motorcycle Gangs (OMCGs): Estimating the Effect of Membership of the Most Crime-Prone OMCGs on Crime Using Matching Weights. Journal of Developmental and Life-Course Criminology, 7, 649–675 (2021).
9) Het gaat hier om het land Nederland. Indien familieleden in een ander deel van het Koninkrijk der Nederland wonen (bijvoorbeeld Bonaire) dan staan zij niet ingeschreven in de BRP en kunnen zij niet in kaart gebracht worden.
10) Voor meer informatie zie de documentatie over de partnerbus en de samenwonersbus van het CBS.
11) Er zijn meer familierelaties die met de gebruikte methode in kaart gebracht kunnen worden. Deze komen echter zeer weinig voor bij opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond. Dit zijn de relaties co-ouder, partner, schoonouder, stiefkind en aangetrouwde nicht/neef. Dit komt omdat personen tot 18 jaar meestal nog geen partner en/of kinderen hebben. Deze relaties zijn daarom niet meegenomen in dit onderzoek.
3. Resultaten
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek op hoofdlijnen beschreven. In paragraaf 3.1. wordt antwoord gegeven op de vraag hoeveel kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond verdachte familieleden hebben. In paragraaf 3.2. wordt door middel van kaartjes weergegeven hoe deze problematiek verdeeld is over verschillende gemeenten en wijken in deze regio. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt beschreven in welke mate kinderen met verdachte familieleden zelf verdacht zijn geweest van een delict.
3.1 Aanwezigheid verdachte familieleden
Zoals hierboven beschreven wordt het aantal opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond met verdachte familieleden op meerdere manieren in kaart gebracht:
- Er worden twee definities van criminaliteit gebruikt: een brede definitie waarbij naar alle relatief zware misdrijven gekeken wordt en een smalle definitie waarbij gefocust wordt op specifieke misdrijven (die gelabeld zouden kunnen worden als “georganiseerde misdaad”).
- Er wordt rekening gehouden met het woonadres van de familieleden. Meer specifiek wordt het onderscheid gemaakt tussen familieleden die in hetzelfde huishouden wonen, familieleden die in dezelfde regio (Rotterdam Rijnmond) wonen en familieleden die in Nederland wonen.
- Naast het aantal kinderen wordt ook in kaart gebracht om hoeveel gezinnen dit gaat.
In Figuur 3.1.1. staat weergeven hoeveel procent van de kinderen en gezinnen op 1 januari 2020 volgens de brede definitie minimaal één verdacht familielid hadden. Figuur 3.1.2. toont hetzelfde voor de smalle definitie van criminaliteit.
niveau | familieleden | geen verdacht familielid | minimaal 1 verdacht familielid |
---|---|---|---|
Kinderen | Familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden | 94,3 | 5,7 |
Kinderen | Familieleden woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 78,1 | 21,9 |
Kinderen | Familieleden woonachtig in Nederland | 72,5 | 27,5 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden | 94,3 | 5,7 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 78,2 | 21,8 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in Nederland | 72,5 | 27,5 |
niveau | familieleden | geen verdacht familielid | minimaal 1 verdacht familielid |
---|---|---|---|
Kinderen | Familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden | 98,5 | 1,5 |
Kinderen | Familieleden woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 91,5 | 8,5 |
Kinderen | Familieleden woonachtig in Nederland | 89 | 11 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in hetzelfde huishouden | 98,5 | 1,5 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 91,8 | 8,2 |
Gezinnen | Familieleden woonachtig in Nederland | 89,3 | 10,7 |
Zoals in Figuur 3.1.1. te zien is, heeft 5,7 procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond een volwassen familielid in hetzelfde huishouden wonen dat ergens in de 5 jaar daarvoor verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf (brede definitie). Dit betekent dat in een klas van 20 kinderen gemiddeld genomen één kind zit met een verdacht familielid in het huishouden. Zoals eerder aangegeven waren er op het peilmoment van het onderzoek ongeveer 249 duizend thuiswonende kinderen in Rotterdam Rijnmond. In absolute aantallen betekent dit dus dat op 1 januari 2020 meer dan 14 duizend kinderen in Rotterdam Rijnmond samenwoonden met een familielid dat (ergens in de 5 jaar daarvoor) verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf. In bijlage 1 is meer informatie opgenomen over de absolute aantallen kinderen met van criminaliteit verdachte familieleden. In deze bijlage is ook een uitsplitsing te vinden naar het aantal verdachte familieleden. Bij de meerderheid van de kinderen betreft het één verdacht familielid in het huishouden. Ongeveer duizend kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond wonen samen met twee volwassen familielieden die verdacht zijn van een relatief zwaar misdrijf.
Uiteraard is het zo dat indien ook naar familieleden buiten het huishouden gekeken wordt het percentage kinderen met verdachte familieleden (volgens de brede definitie) toeneemt. Indien gekeken wordt naar familieleden die in de regio Rotterdam Rijnmond wonen heeft ongeveer 1 op de 5 kinderen (ongeveer 55 duizend kinderen) minimaal één volwassen verdacht familielid en wanneer naar familieleden in heel Nederland gekeken wordt is dit meer dan kwart (afgerond 69 duizend kinderen).
Wanneer naar gezinnen gekeken wordt in plaats van naar kinderen is wat betreft de percentages hetzelfde beeld te zien (zie de onderste helft in Figuur 3.1.1.). In absolute aantallen betekent dit dat er op 1 januari 2020 meer dan 8 duizend gezinnen waren in de regio Rotterdam Rijnmond waarin minimaal één volwassen verdacht familielid woonde (zie bijlage 1). Voor 32 duizend gezinnen geldt dat er opgroeiende kinderen aanwezig zijn die minimaal één verdacht familielid in dezelfde regio hadden wonen en indien naar familieleden in heel Nederland gekeken wordt, komt dit neer op 40 duizend gezinnen.
Indien gefocust wordt op specifieke misdrijven (smalle definitie) in plaats van op alle zwaardere misdrijven (brede definitie) dan liggen de percentages en aantallen logischerwijs lager (zie ook Figuur 3.3.2). Anderhalf procent van de opgroeiende kinderen in Rotterdam Rijnmond woonde op 1 januari 2020 samen met een volwassen familielid dat ergens in de 5 jaar daarvoor verdacht is geweest van afpersing, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en/of gijzeling. Dit komt neer op meer dan 3,5 duizend kinderen (zie ook bijlage 1). Afgerond 9 procent van de opgroeiende kinderen in Rotterdam Rijnmond heeft een familielid in dezelfde regio wonen dat verdacht is van een dergelijk misdrijf (dit zijn ongeveer 21 duizend kinderen) en 11 procent van deze kinderen heeft ergens in Nederland minimaal één familielid wonen dat verdacht is van een dergelijk misdrijf (27 duizend kinderen). Ook hier is te zien (net als bij de brede definitie) dat procentueel gezien hetzelfde beeld naar voren komt indien naar gezinnen gekeken wordt in plaats van naar kinderen.
3.2 Regionale spreiding
In de eerder genoemde Kamerbrief over de aanpak van criminele families is het belang van maatwerk op lokaal en regionaal niveau benadrukt. Het idee is dat professionals in de wijk (denk hierbij aan wijkagenten en jeugdwerkers) de jongeren en hun gezinnen kennen en dat zij, doordat zij weten wat er speelt, een belangrijke rol kunnen spelen in de aanpak van dit probleem. Om een dergelijke aanpak te kunnen faciliteren is het belangrijk om te weten waar in de regio de problematiek het grootst is. Zo kan ervoor gekozen worden om bij de lokale aanpak de focus te leggen op deze gebieden door in deze gemeenten/wijken extra middelen in te zetten. In deze paragraaf wordt weergegeven in welke gemeenten (paragraaf 3.2.1.) en in welke wijken (paragraaf 3.2.2.) relatief veel opgroeiende kinderen wonen met verdachte familieleden.
Zoals in de vorige paragraaf zichtbaar werd, lieten de resultaten voor kinderen een vergelijkbaar beeld zien als de resultaten voor gezinnen. Om de resultaten zo overzichtelijk mogelijk weer te geven worden in deze paragraaf daarom enkel de resultaten beschreven voor de kinderen. De resultaten voor de gezinnen staan weergegeven in bijlage 2. Ook wordt vanaf nu in de hoofdtekst, wederom vanuit het streven de resultaten zo overzichtelijk mogelijk weer te geven, enkel de resultaten getoond van criminaliteit volgens de brede definitie (alle relatief zware misdrijven). De resultaten voor de smalle definitie (specifieke zware misdrijven) staan ook weergegeven in bijlage 2. Indien er opvallende/afwijkende resultaten zijn, zullen deze in de (hoofd)tekst genoemd worden.
In deze paragraaf worden enkel cijfers getoond voor de gemeenten en wijken waarin minimaal 50 kinderen/gezinnen wonen die verdachte familieleden hebben. Stel dat in een bepaalde wijk drie kinderen wonen met verdachte familieleden. Wanneer dit gepubliceerd zou worden kan een persoon zichzelf en/of een bekende hierin mogelijk herkennen. Met andere woorden: er is dan sprake van onthulling. Aangezien het CBS analyses en informatie levert op groepsniveau en nooit op individueel niveau kan dit cijfer niet getoond worden. Zoals eerder aangegeven werkt het CBS nooit mee aan de opsporing van personen (of andere eenheden). Dergelijke lage aantallen publiceren zou opsporing mogelijk kunnen faciliteren. Dit is een aanvullende reden dat te lage aantallen niet weergegeven worden in deze publicatie. Door de aantallen in dit onderzoek af te ronden op tientallen wordt de kans op onthulling en opsporing verder verkleind.
3.2.1 Gemeenten
In Figuur 3.2.1.1. wordt per gemeente het percentage opgroeiende kinderen (op 1 januari 2020) getoond dat met minimaal één familielid in hetzelfde huishouden woonde dat (in de periode 2015-2019) verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf. In Figuur 3.2.1.2 wordt het percentage opgroeiende kinderen per gemeente getoond dat minimaal één verdacht familielid heeft dat in de regio Rotterdam Rijnmond woonde en in Figuur 3.2.1.3 zijn de percentages getoond wat betreft het al dan niet hebben van een verdacht familielid in Nederland.
Gemeente | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Albrandswaard | 2,5 |
Barendrecht | 3,5 |
Brielle | 2,7 |
Capelle aan den IJssel | 5,3 |
Goeree-Overflakkee | 2 |
Hellevoetsluis | 4,4 |
Krimpen aan den IJssel | 2,9 |
Lansingerland | 2,4 |
Maassluis | 5,4 |
Nissewaard | 5,6 |
Ridderkerk | 4,6 |
Rotterdam | 7,2 |
Schiedam | 6,2 |
Vlaardingen | 5,8 |
Westvoorne | 2,6 |
Gemeente | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Albrandswaard | 12,8 |
Barendrecht | 15,3 |
Brielle | 12,3 |
Capelle aan den IJssel | 19,6 |
Goeree-Overflakkee | 12,1 |
Hellevoetsluis | 17,6 |
Krimpen aan den IJssel | 12,9 |
Lansingerland | 10,7 |
Maassluis | 19,2 |
Nissewaard | 21,1 |
Ridderkerk | 16,9 |
Rotterdam | 27,1 |
Schiedam | 23,6 |
Vlaardingen | 21,5 |
Westvoorne | 11,7 |
Gemeente | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Albrandswaard | 18 |
Barendrecht | 20,9 |
Brielle | 16,3 |
Capelle aan den IJssel | 25,9 |
Goeree-Overflakkee | 16,6 |
Hellevoetsluis | 22,5 |
Krimpen aan den IJssel | 18,7 |
Lansingerland | 16,8 |
Maassluis | 25,5 |
Nissewaard | 26,3 |
Ridderkerk | 23,4 |
Rotterdam | 32,7 |
Schiedam | 28,7 |
Vlaardingen | 26,3 |
Westvoorne | 17,3 |
In de vorige paragraaf is beschreven dat 5,7 procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond met minimaal één volwassen verdacht familielid in hetzelfde huishouden woont (volgens de brede definitie). In Figuur 3.2.1.1. wordt duidelijk dat het percentage vooral in de gemeente Rotterdam relatief hoog is. In de gemeente Rotterdam woonde op 1 januari 2020 meer dan zeven procent van de opgroeiende kinderen samen met minimaal één volwassen familielid dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf. Ook in de gemeenten Schiedam en Vlaardingen is dit percentage relatief hoog (respectievelijk 6,2 procent en 5,8 procent). In de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland en Westvoorne is het percentage kinderen met minimaal één verdacht familielid in het huishouden juist relatief laag (maximaal 3,5 procent). De resterende gemeenten (Capelle aan de IJssel, Hellevoetsluis, Maassluis, Nissewaard en Ridderkerk) nemen een middenpositie in (het percentage is in deze gemeenten hoger dan 4 procent, maar wel lager dan het regionale gemiddelde van 5,7 procent). Indien gekeken wordt naar familieleden woonachtig in de regio Rotterdam Rijnmond (Figuur 3.2.1.2) en familieleden woonachting in Nederland (Figuur 3.2.1.3) komt een vergelijkbaar beeld naar voren. Ook dan is het percentage opgroeiende kinderen met minimaal één familielid dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf het hoogst in de gemeente Rotterdam gevolgd door de gemeente Schiedam. In bijlage 2 staat weergegeven om hoeveel kinderen het per gemeente gaat. In deze bijlage is ook te zien dat analyses op gezinsniveau een vergelijkbaar beeld tonen.
In bijlage 2 staan ook de resultaten voor de smalle definitie (Tabel B2.2). Zoals in paragraaf 3.1. beschreven woonde 1,5 procent van de kinderen in Rotterdam Rijnmond met minimaal één familielid samen dat verdacht is van afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven of gijzeling. Ook bij de smalle definitie is het percentage opgroeiende kinderen met verdachte familieleden in het huishouden het hoogst in de gemeente Rotterdam (2 procent).
3.2.2 Wijken
Zoals eerder aangegeven hecht het CBS er veel waarde aan dat haar cijfers nooit gebruikt zullen en kunnen worden voor opsporingsdoeleinden. Ook is het belangrijk dat (groeps)onthulling voorkomen wordt. Dit is de reden dat uitsplitsingen met te lage aantallen nooit getoond worden in CBS-publicaties. Daarom kunnen niet voor alle gemeenten uitsplitsingen op wijkniveau gemaakt worden. Of de aantallen te laag zijn hangt af van het totaal aantal opgroeiende kinderen in een gemeente en van het percentage kinderen met verdachte familieleden. Om deze redenen worden in dit onderzoek enkel cijfers getoond voor wijken in de gemeenten Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen en om dezelfde redenen kunnen niet de cijfers voor alle wijken in deze gemeenten getoond worden.
Figuur 3.2.2.1. toont op wijkniveau (voor de vier eerder genoemde gemeenten) hoeveel procent van de opgroeiende kinderen op 1 januari 2020 in hetzelfde huishouden woonde als minimaal één verdacht familielid (een familielid dat in de periode 2015-2019 verdacht is van een relatief zwaar misdrijf). Voor Figuur 3.2.2.2. is gekeken naar familieleden die in Rotterdam Rijnmond woonden en voor Figuur 3.2.2.3. naar familieleden die ergens in Nederland woonden.
Wijk | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Capelle West en 's Gravenland | |
Middelwatering West | 4,3 |
Middelwatering Oost | 5,4 |
Oostgaarde Zuid | 3,7 |
Oostgaarde Noord | 8,7 |
Schenkel | |
Schollevaar Zuid | 8,3 |
Schollevaar Noord | |
Rivium | |
Rotterdam Centrum | 6,4 |
Delfshaven | 8,6 |
Overschie | 4,7 |
Noord | 6,5 |
Hillegersberg-Schiebroek | 3,8 |
Kralingen-Crooswijk | 6 |
Feijenoord | 9,2 |
IJsselmonde | 8,9 |
Pernis | 7,5 |
Prins Alexander | 5,1 |
Charlois | 9,7 |
Hoogvliet | 7,4 |
Hoek van Holland | 4,7 |
Spaanse Polder | |
Nieuw Mathenesse | |
Waalhaven-Eemhaven | |
Rozenburg | 7,2 |
Vondelingenplaat | |
Botlek-Europoort-Maasvlakte | |
Rotterdam-Noord-West | |
Rivium | |
Bedrijventerrein Schieveen | |
Centrum | |
Oost | 7,9 |
Tussen Havens en Grachten | |
West | 4,9 |
Zuid | 7,4 |
Nieuw Mathenesse | |
Nieuwland | 7 |
Groenoord en Kethel | 7 |
Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | |
Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 3,7 |
Centrum | 6 |
Westwijk | 7,7 |
Vettenoordse Polder | |
Oostwijk | 4,6 |
Vlaardinger Ambacht | 4,7 |
Holy Zuid | 6 |
Holy Noord | 5,7 |
Broekpolder |
Wijk | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Capelle West en 's Gravenland | 11,9 |
Middelwatering West | 18,4 |
Middelwatering Oost | 22,5 |
Oostgaarde Zuid | 14,4 |
Oostgaarde Noord | 27,2 |
Schenkel | 17,6 |
Schollevaar Zuid | 24,7 |
Schollevaar Noord | 15,2 |
Rivium | 18,6 |
Rotterdam Centrum | 22,4 |
Delfshaven | 34,2 |
Overschie | 20,1 |
Noord | 27,6 |
Hillegersberg-Schiebroek | 13,5 |
Kralingen-Crooswijk | 28,8 |
Feijenoord | 36,1 |
IJsselmonde | 30,8 |
Pernis | 22,9 |
Prins Alexander | 20 |
Charlois | 31,6 |
Hoogvliet | 25,3 |
Hoek van Holland | 13,1 |
Spaanse Polder | |
Nieuw Mathenesse | |
Waalhaven-Eemhaven | |
Rozenburg | 21,2 |
Vondelingenplaat | |
Botlek-Europoort-Maasvlakte | |
Rotterdam-Noord-West | |
Rivium | |
Bedrijventerrein Schieveen | |
Centrum | 25,8 |
Oost | 25,3 |
Tussen Havens en Grachten | 15,2 |
West | 17,5 |
Zuid | 27,4 |
Nieuw Mathenesse | |
Nieuwland | 29,7 |
Groenoord en Kethel | 27,1 |
Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | |
Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 16,5 |
Centrum | 22,7 |
Westwijk | 25 |
Vettenoordse Polder | |
Oostwijk | 18,6 |
Vlaardinger Ambacht | 19,3 |
Holy Zuid | 24 |
Holy Noord | 18,8 |
Broekpolder |
Wijk | % met minimaal 1 verdacht familielid (%) |
---|---|
Capelle West en 's Gravenland | 17 |
Middelwatering West | 25,5 |
Middelwatering Oost | 29,3 |
Oostgaarde Zuid | 21 |
Oostgaarde Noord | 32,4 |
Schenkel | 24,7 |
Schollevaar Zuid | 31,5 |
Schollevaar Noord | 21,3 |
Rivium | 24,3 |
Rotterdam Centrum | 27,8 |
Delfshaven | 38,9 |
Overschie | 26,2 |
Noord | 33 |
Hillegersberg-Schiebroek | 18,9 |
Kralingen-Crooswijk | 34,1 |
Feijenoord | 41,4 |
IJsselmonde | 37,1 |
Pernis | 29,1 |
Prins Alexander | 26,1 |
Charlois | 37,3 |
Hoogvliet | 31,5 |
Hoek van Holland | 21,8 |
Spaanse Polder | |
Nieuw Mathenesse | |
Waalhaven-Eemhaven | |
Rozenburg | 27,2 |
Vondelingenplaat | |
Botlek-Europoort-Maasvlakte | |
Rotterdam-Noord-West | |
Rivium | |
Bedrijventerrein Schieveen | |
Centrum | 30,6 |
Oost | 30,2 |
Tussen Havens en Grachten | 19,8 |
West | 23,1 |
Zuid | 33,6 |
Nieuw Mathenesse | |
Nieuwland | 35,5 |
Groenoord en Kethel | 32,4 |
Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | |
Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 20,5 |
Centrum | 27,8 |
Westwijk | 31 |
Vettenoordse Polder | |
Oostwijk | 23,8 |
Vlaardinger Ambacht | 23,5 |
Holy Zuid | 28,5 |
Holy Noord | 22,6 |
Broekpolder |
Het percentage kinderen met een verdacht familielid in het huishouden is het hoogst in de Rotterdamse wijk Charlois (9,7 procent, terwijl het regionale gemiddelde zoals eerder weergegeven 5,7 procent is). Ook in de Rotterdamse wijken Feijenoord, IJsselmonde, Delfshaven en in de wijk Oostgaarde Noord in de gemeente Capelle aan den IJssel is dit percentage relatief hoog (afgerond 9 procent). In de wijken Middelwatering West en Oostgaarde Zuid in de gemeente Capelle aan den IJssel, Hillegersberg-Schiebroek in de gemeente Rotterdam en Woudhoek/Spaland /Sveaparken in de gemeente Schiedam is het percentage relatief laag (afgerond 4 procent). Indien ook naar familieleden buiten het huishouden gekeken wordt, dus naar familieleden woonachtig in de regio en naar familieleden woonachtig in Nederland, komen wederom de Rotterdamse wijken Feijenoord, Delfshaven, Charlois en IJsselmonde naar voren als wijken met het hoogste percentage opgroeiende kinderen met verdachte familieleden. In bijlage 2 staan de cijfers voor alle onderzochte wijken weergegeven. Analyses op gezinsniveau tonen een vergelijkbaar beeld (zie ook bijlage 2).
In bijlage 2 staan ook de resultaten weergegeven voor de smalle definitie. Voor veel wijken worden de cijfers hier onderdrukt. Dit betekent dat in deze wijken de problematiek (statistisch gezien) te beperkt is om weer te geven. Een focus op afpersen, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en gijzeling levert verder deels een vergelijkbaar beeld op. Ook dan is het percentage opgroeiende kinderen dat samenwoont met minimaal één volwassen verdacht familielid relatief hoog in de Rotterdamse wijken Charlois, Feijenoord en Delfshaven. Indien ook naar familieleden buiten het huishouden gekeken wordt is het percentage ook relatief hoog in de Rotterdamse wijken Kralingen-Crooswijk en Noord.
De resultaten in bovenstaande paragrafen zijn louter beschrijvend. Aanvullend onderzoek is nodig om te weten waarom de problematiek in bepaalde gemeenten/wijken sterker aanwezig is. Zo zijn er verschillen tussen de gemeenten en wijken wat betreft de sociaal-economische status van de inwoners en de herkomst van de inwoners. Ook zijn hierboven de gemiddeldes per gemeente en wijk weergegeven. Binnen de gemeenten en wijken kunnen er ook verschillen zijn (bij bepaalde groepen meer en bij bepaalde groepen minder). Ook hier zijn aanvullende multivariate analyses nodig om te weten bij welke kinderen criminaliteit in het gezin en in de familie vaker voorkomt.12)
3.3 Delicten bij kinderen met verdachte familieleden
De derde, en laatste, onderzoeksvraag van dit onderzoek is in hoeverre opgroeiende kinderen die verdachte familieleden hebben zelf delicten gepleegd hebben. Het doorgeven van criminaliteit in families aan jongeren wordt in de literatuur “intergenerationele overdracht” genoemd.13) Ook de term “het Dalton-effect”, verwijzend naar de criminele familieleden uit de strip Lucky Luke, wordt gebruikt om beïnvloeding binnen families aan te duiden.14) Er zijn meerdere theoretische redenen waarom er sprake kan zijn van overdracht van criminaliteit binnen families.15) Zo kunnen genetische factoren een rol spelen (denk hierbij aan gevoeligheid voor verslaving). Ook kunnen risicofactoren (denk hierbij aan armoede) overgedragen worden binnen families. Een andere reden kan zijn dat jongeren crimineel gedrag al op jonge leeftijd internaliseren omdat zij het slechte voorbeeld krijgen in hun directe omgeving. Ook is het idee dat criminele kennis en kunde gemakkelijk en betrouwbaar uitgewisseld kunnen worden binnen families. De aanwas van jonge delinquenten kan een probleem zijn bij de aanpak van criminele families. Daarom wordt in dit onderzoek gekeken of criminaliteit vaker voorkomt bij jongeren in de regio Rotterdam Rijnmond die verdachte familieleden hebben (in vergelijking met jongeren die geen verdachte familieleden hebben).
Om crimineel gedrag bij jongeren in kaart te brengen is gekeken naar zowel alle verdachtenregistraties van de politie als naar Halt-registraties. Halt richt zich op het voorkomen en bestraffen van jeugdcriminaliteit. Halt heeft de wettelijke taak om strafbaar gedrag onder jongeren aan te pakken zonder dat de jongere een strafblad krijgt.16) Halt richt zich op jongeren vanaf 12 jaar oud. Daarom is in de volgende analyses een selectie gemaakt op thuiswonende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond in de leeftijd van 12 tot 18 jaar oud. Er wordt naar alle delicten gekeken (dus niet enkel naar bijvoorbeeld zware delicten of specifieke delicten zoals hierboven). Verder wordt naar delicten in dezelfde periode gekeken als in eerdere analyses (2015-2019).
In Figuur 3.3.1. staat het percentage van de jongeren dat zelf verdacht is van een misdrijf en/of een Halt-registratie heeft, weergegeven voor de groep jongeren die geen verdacht familielid heeft en voor de groep jongeren die minimaal één verdacht familielid heeft (volgens de brede definitie).
Definitie familieleden | Geen crimineel familielid (brede definitie) (%) | Minimaal 1 crimineel familielid (brede definitie) (%) |
---|---|---|
Woonachtig in hetzelfde huishouden | 4,2 | 13,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 3,5 | 9 |
Woonachtig in Nederland | 3,3 | 8,2 |
Zoals in bovenstaande figuur is te zien is het percentage jongeren dat verdacht is geweest van een misdrijf en/of een Halt-registratie heeft hoger als de jongere een verdacht familielid heeft. Van de jongeren die geen volwassen familielid in het huishouden hebben dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf is vier procent verdacht geweest van een misdrijf en/of heeft een Halt-registratie. Bij jongeren die samenwonen met minimaal één volwassen verdacht familielid in hetzelfde huishouden is dit 13 procent. Dit is dus ongeveer drie keer zo vaak. Ook als familieleden buiten het huishouden meegenomen worden, is te zien dat jongeren die verdachte familieleden hebben zelf ook vaker verdacht zijn geweest van een delict en/of een Halt-registratie hebben. Wel is dit effect het sterkst als naar criminaliteit bij familieleden in het huishouden gekeken wordt. Met andere woorden de (mogelijke) beïnvloeding lijkt sterker aanwezig bij verdachte familieleden binnen het huishouden dan bij familieleden buiten het huishouden. Als naar de smalle definitie gekeken wordt is een vergelijkbaar patroon te zien (zie bijlage 3).
Dat jongeren die in de familie te maken krijgen met criminaliteit zelf ook vaker het criminele pad bewandelen is geen nieuwe bevinding.17) Wel bevestigt dit onderzoek dat deze problematiek ook speelt in de regio Rotterdam Rijnmond. Ook geeft het inzicht in de mate van de problematiek in deze regio.
Dat er samenhang is (jongeren met verdachte familieleden plegen zelf vaker criminele delicten) wil niet zeggen dat er per definitie ook een causale relatie is. Met andere woorden dit wil niet zeggen dat deze jongeren deze delicten gepleegd hebben omdat zij verdachte familieleden hebben. Het kan ook zo zijn dat zowel de jongere zelf als het familielid moeilijke omstandigheden hebben die de kans op criminaliteit vergroot (denk hierbij aan psychologische problemen of aan problematische schulden). Om meer zicht te krijgen op de richting van de relatie (de causaliteit) is aanvullend onderzoek nodig. In dit onderzoek is enkel vastgesteld dat er een relatie is: jongeren die verdachte familieleden hebben, plegen zelf vaker delicten (zijn verdacht geweest van een misdrijf en/of hebben een Halt-registratie).
12) Zie voor een voorbeeld van dergelijke multivariate analyses: Dieleman, D., van Gaalen, R. & de Regt, S. (2020). De rol van gezin, opleiding en migratieachtergrond bij veroordeelde jongvolwassenen. In de Mooij, M., Dieleman, D. & de Regt, S. (2020). Jaarrapport Integratie 2020. CBS: Den Haag/Heerlen/Bonaire.
13) Zie: Van de Weijer, S., & Spapens, T. (2019). Intergenerationele overdracht en criminele families: introductie. Tijdschrift voor Criminologie, 61(2), 119-131.
14) Nanninga, M. (2006). Prediagnostiek (afstudeerscriptie Leergang Recherchekunde, Amsterdam) en Ferwerda, H. (2016). Criminele jeugdgroepen als kraamkamer voor de onderwereld. Het Parool, 4 januari.
15) Voor meer informatie over (mogelijke redenen) voor overdracht van criminaliteit binnen families zie:
- Ferweda, H. (2017). Aanpak criminele families in Amsterdam. Lessen voor de aanpak op basis van een pilot. Bureau Beke.
- Ferwerda, H., de Graaf, B., Lesscher, H. & Saadat, N. (2018). Het Dalton-effect voorkomen. Nut, noodzaak en lessen voor de aanpak van criminele families. Het Tijdschrift voor de Politie, jaargang 80, nr. 8/9, 2018, pagina 44-48.
- Van de Weijer, S., & Spapens, T. (2019). Intergenerationele overdracht en criminele families: introductie. Tijdschrift voor Criminologie, 61(2), 119-131. Meer informatie over aanpak van criminele families is te vinden in Spapens, T. (2013).
16) Voor meer informatie over de CBS-registraties van Halt zie.
17) Zie bijvoorbeeld Besjes, G. & R. van Gaalen (2008). Jong geleerd, fout gedaan?, Bevolkingstrends CBS, 56 (2), p23-31.
4. Conclusie en discussie
4.1 Conclusies
- Op 1 januari 2020 woonde meer dan vijf procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond samen met een volwassen familielid dat in de vijf jaar daarvoor verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf. Dit komt neer op meer dan 14 duizend kinderen.
- Van de opgroeiende kinderen in Rotterdam Rijnmond heeft 22 procent een familielid in dezelfde regio wonen dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf en 28 procent van de opgroeiende kinderen heeft ergens in Nederland een familielid wonen dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf. Dit zijn respectievelijk 55 duizend en 69 duizend kinderen.
- Als naar gezinnen gekeken wordt (er kunnen meerdere kinderen in een gezin wonen) waren er op 1 januari 2020 meer dan 8 duizend gezinnen met opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond waar minimaal één volwassen familielid woonde dat verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf. Voor 32 duizend gezinnen geldt dat er opgroeiende kinderen aanwezig zijn die minimaal één verdacht familielid hebben in dezelfde regio en indien naar familieleden in heel Nederland gekeken wordt, komt dit neer op 40 duizend gezinnen.
- Anderhalf procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond woonde op 1 januari 2020 samen met een volwassen familielid dat in de 5 jaar daarvoor verdacht is van afpersing, witwassen, drugs, mensenhandel, (vuur)wapenmisdrijven en/of gijzeling. Dit komt neer op meer dan 3,5 duizend kinderen.
- Afgerond heeft 9 procent van de opgroeiende kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond een familielid in dezelfde regio wonen dat verdacht is van een dergelijk misdrijf (dit zijn ongeveer 21 duizend kinderen) en 11 procent van deze kinderen heeft ergens in Nederland minimaal één familielid wonen dat verdacht is van een dergelijk misdrijf (27 duizend kinderen).
- Het percentage kinderen dat opgroeit in een huishouden met minimaal één volwassen familielid dat verdacht wordt van een relatief zwaar misdrijf is in de regio Rijnmond het hoogst in de gemeente Rotterdam, gevolgd door de gemeente Schiedam en de gemeente Vlaardingen.
- Ook op wijkniveau zijn het Rotterdamse wijken die in het oog springen. Het percentage kinderen met minimaal één volwassen verdacht familielid in het huishouden is relatief hoog in de Rotterdamse wijken Charlois, Feijenoord, IJsselmonde en Delfshaven.
- Kinderen die opgroeien met verdachte familieleden zijn zelf ook vaker verdacht geweest van een misdrijf of geregistreerd bij Bureau Halt. Zo is het percentage kinderen dat verdacht is van een delict drie keer zo hoog (13 procent) bij kinderen die samenwonen met minimaal één volwassen familielid dat verdacht is van een relatief zwaar misdrijf dan bij kinderen die niet samenwonen met verdachte familieleden (vier procent).
4.2 Discussie
Dit onderzoek heeft meer zicht gegeven op het aantal kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond dat opgroeit met verdachte familieleden. Er zijn echter wel een aantal discussiepunten en aandachtspunten bij dit onderzoek. Deze worden hieronder kort benoemd.
- In dit onderzoek kwam naar voren dat 5,7 procent van de kinderen in de regio Rotterdam Rijnmond samenwoonde met een volwassen familielid dat verdacht is geweest van een relatief zwaar misdrijf. Onderzoek in andere regio’s in Nederland is nodig om te zeggen of dit percentage in Rotterdam Rijnmond relatief hoog of laag is. Is dit bijvoorbeeld in andere grote steden in Nederland even hoog?
- In dit onderzoek is de stand van zaken op peilmoment 1 januari 2020 beschreven. De reden hiervoor is de beschikbaarheid van de data: dit is het meest recente moment waarop de familieleden in kaart gebracht konden worden. Het zou interessant kunnen zijn om de problematiek over de tijd heen te monitoren. Neemt de problematiek toe of juist af?
- In dit onderzoek is rekening gehouden met hoe dichtbij de familieleden wonen (in hetzelfde huishouden, in dezelfde regio of ergens in Nederland). Het zou voor vervolgonderzoek nog interessant kunnen zijn om te kijken welk familielid verdacht is geweest en of dat uitmaakt. Hebben kinderen die biologische criminele familieleden bijvoorbeeld zelf vaker delicten gepleegd dan kinderen die criminele stieffamilieleden hebben? En is de rol van het familielid nog belangrijk (bijvoorbeeld of dit een oudere broer is of een vader)?
- Verder is in dit onderzoek gekeken naar familieleden van de opgroeiende kinderen. Het zou interessant kunnen zijn om niet alleen naar de familieleden te kijken, maar bijvoorbeeld ook naar de buren en de klasgenoten. Deze maken ook onderdeel uit van de sociale omgeving van de kinderen en kunnen daardoor mogelijk ook invloed hebben op de kinderen.
- In dit onderzoek is beschrijvende informatie gegeven over in welke gemeenten en in welke wijken relatief veel kinderen wonen met verdachte familieleden. Aanvullend onderzoek is nodig om te weten waarom de problematiek in bepaalde gemeenten en wijken relatief sterk aanwezig is.
- Tot slot is in dit onderzoek beschreven dat jongeren in de regio Rotterdam Rijnmond met criminele familieleden zelf ook vaker verdacht zijn geweest van een misdrijf en/of een Halt-registratie hebben. Dit wil niet zeggen dat deze jongeren deze delicten gepleegd hebben omdat zij verdachte familieleden hebben. Om meer zicht te krijgen op de richting van de relatie (de causaliteit) is aanvullend (longitudinaal) onderzoek nodig.
Bijlage 1. Aanwezigheid verdachte familieleden
Geen | Minimaal 1 | w.v. | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 familielid | 2 familieleden | 3 of meer familieleden | ||||
Niveau | Familieleden | |||||
Kinderen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 235 160 (94,3%) | 14 200 (5,7%) | 13 040 (5,2%) | 1 070 (0,4%) | 90 (0%) |
Kinderen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 194 740 (78,1%) | 54 640 (21,9%) | 34 590 (13,9%) | 11 090 (4,4%) | 8 960 (3,7%) |
Kinderen | Woonachtig in Nederland | 180 850 (72,5%) | 68 540 (27,5%) | 40 350 (16,2%) | 14 690 (5,9%) | 13 490 (5,4%) |
Gezinnen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 136 410 (94,3%) | 8 250 (5,7%) | 3 860 (2,7%) | 2 770 (1,9%) | 1 620 (1,1%) |
Gezinnen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 113 110 (78,2%) | 31 570 (21,8%) | 10 500 (7,3%) | 10 060 (7,0%) | 11 010 (7,6%) |
Gezinnen | Woonachtig in Nederland | 104 890 (72,5%) | 39 790 (27,5%) | 12 360 (8,5%) | 12 430 (8,6%) | 15 000 (10,3%) |
1) Door afronding kunnen er kleine verschillen in percentages zijn. |
Geen | Minimaal 1 | w.v. | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
1 familielid | 2 familieleden | 3 of meer familieleden | ||||
Niveau | Familieleden | |||||
Kinderen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 245 710 (98,5%) | 3 650 (1,5%) | 3 450 (1,4%) | . | . |
Kinderen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 228 200 (91,5%) | 21 190 (8,5%) | 15 710 (6,3%) | 3 510 (1,4%) | 1 960 (0,8%) |
Kinderen | Woonachtig in Nederland | 222 060 (89,0%) | 27 320 (11,0%) | 19 470 (7,8%) | 4 850 (1,9%) | 3 010 (1,2%) |
Gezinnen | Woonachtig in hetzelfde huishouden | 142 530 (98,5%) | 2 130 (1,5%) | 2 000 (1,4%) | . | |
Gezinnen | Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 132 780 (91,8%) | 11 890 (8,2%) | 8 970 (6,2%) | 1 920 (1,3%) | 1 000 (0,8%) |
Gezinnen | Woonachtig in Nederland | 129 180 (89,3%) | 15 490 (10,7%) | 11 250 (7,8%) | 2 700 (1,9%) | 1 540 (1,1%) |
1) Door afronding kunnen er kleine verschillen in percentages zijn. |
Bijlage 2. Regionale spreiding
Kinderen | Gezinnen | ||||
---|---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | ||
Familieleden | Gemeente | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Albrandswaard | 140 | 2,5 | 90 | 2,9 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Barendrecht | 370 | 3,5 | 220 | 3,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Brielle | 80 | 2,7 | 60 | 3,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | 670 | 5,3 | 390 | 5,3 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Goeree-Overflakkee | 200 | 2 | 120 | 2,3 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Hellevoetsluis | 320 | 4,4 | 190 | 4,4 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Krimpen aan den IJssel | 180 | 2,9 | 110 | 3,3 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Lansingerland | 370 | 2,4 | 230 | 2,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Maassluis | 340 | 5,4 | 200 | 5,4 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Nissewaard | 880 | 5,6 | 520 | 5,5 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Ridderkerk | 380 | 4,6 | 210 | 4,4 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | 8 550 | 7,2 | 4 900 | 7,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | 890 | 6,2 | 530 | 6,2 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | 790 | 5,8 | 460 | 5,7 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Westvoorne | 60 | 2,6 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 14 200 | 5,7 | 8 250 | 5,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Albrandswaard | 700 | 12,8 | 440 | 13,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Barendrecht | 1 640 | 15,3 | 960 | 15,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Brielle | 360 | 12,3 | 230 | 13,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | 2 460 | 19,6 | 1 460 | 19,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Goeree-Overflakkee | 1 170 | 12,1 | 650 | 12,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Hellevoetsluis | 1 290 | 17,6 | 800 | 18,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Krimpen aan den IJssel | 780 | 12,9 | 450 | 13,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Lansingerland | 1 670 | 10,7 | 990 | 11,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Maassluis | 1 200 | 19,2 | 680 | 18,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Nissewaard | 3 300 | 21,1 | 2 000 | 21,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Ridderkerk | 1 390 | 16,9 | 800 | 17,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | 32 100 | 27,1 | 18 180 | 26,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | 3 390 | 23,6 | 2 030 | 23,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | 2 930 | 21,5 | 1 730 | 21,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Westvoorne | 270 | 11,7 | 170 | 12,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 54 640 | 21,9 | 31 570 | 21,8 |
Woonachtig in Nederland | Albrandswaard | 990 | 18 | 610 | 19 |
Woonachtig in Nederland | Barendrecht | 2 250 | 20,9 | 1 320 | 21,6 |
Woonachtig in Nederland | Brielle | 480 | 16,3 | 310 | 17,5 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | 3 250 | 25,9 | 1 940 | 26,5 |
Woonachtig in Nederland | Goeree-Overflakkee | 1 610 | 16,6 | 900 | 17,2 |
Woonachtig in Nederland | Hellevoetsluis | 1 650 | 22,5 | 1 020 | 23,2 |
Woonachtig in Nederland | Krimpen aan den IJssel | 1 130 | 18,7 | 630 | 19,4 |
Woonachtig in Nederland | Lansingerland | 2 620 | 16,8 | 1 550 | 17,7 |
Woonachtig in Nederland | Maassluis | 1 590 | 25,5 | 910 | 25,1 |
Woonachtig in Nederland | Nissewaard | 4 110 | 26,3 | 2 490 | 26,5 |
Woonachtig in Nederland | Ridderkerk | 1 930 | 23,4 | 1 110 | 23,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | 38 820 | 32,7 | 22 140 | 32,2 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | 4 140 | 28,7 | 2 490 | 28,7 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | 3 590 | 26,3 | 2 120 | 26,3 |
Woonachtig in Nederland | Westvoorne | 400 | 17,3 | 250 | 17,9 |
Woonachtig in Nederland | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 68 540 | 27,5 | 39 790 | 27,5 |
1) Aantallen zijn onderdrukt wanneer er te weinig jongeren in een bepaalde regio woonden of wanneer er te weinig jongeren zijn met minimaal 1 verdacht familielid. 2) Alle aantallen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor is het mogelijk dat de cijfers niet optellen tot de totalen in de tabellen op gemeenteniveau. |
Familieleden | Gemeente | Kinderen | Gezinnen | ||
---|---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Albrandswaard | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Barendrecht | 100 | 0,9 | 60 | 1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Brielle | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | 140 | 1,1 | 90 | 1,2 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Goeree-Overflakkee | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Hellevoetsluis | 60 | 0,8 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Krimpen aan den IJssel | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Lansingerland | 90 | 0,6 | 50 | 0,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Maassluis | 80 | 1,3 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Nissewaard | 170 | 1,1 | 100 | 1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Ridderkerk | 90 | 1 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | 2 390 | 2 | 1 380 | 2 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | 220 | 1,5 | 140 | 1,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | 160 | 1,2 | 90 | 1,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Westvoorne | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 3 650 | 1,5 | 2 130 | 1,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Albrandswaard | 260 | 4,7 | 160 | 4,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Barendrecht | 590 | 5,5 | 340 | 5,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Brielle | 120 | 3,9 | 80 | 4,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | 810 | 6,5 | 480 | 6,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Goeree-Overflakkee | 300 | 3,1 | 160 | 3,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Hellevoetsluis | 360 | 5 | 230 | 5,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Krimpen aan den IJssel | 250 | 4,1 | 130 | 4,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Lansingerland | 520 | 3,3 | 300 | 3,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Maassluis | 370 | 6 | 210 | 5,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Nissewaard | 980 | 6,3 | 590 | 6,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Ridderkerk | 450 | 5,5 | 250 | 5,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | 13 950 | 11,8 | 7 640 | 11,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | 1 250 | 8,7 | 740 | 8,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | 910 | 6,6 | 530 | 6,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Westvoorne | 80 | 3,6 | 50 | 3,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 21 190 | 8,5 | 11 890 | 8,2 |
Woonachtig in Nederland | Albrandswaard | 360 | 6,5 | 210 | 6,6 |
Woonachtig in Nederland | Barendrecht | 820 | 7,6 | 470 | 7,8 |
Woonachtig in Nederland | Brielle | 160 | 5,5 | 110 | 6 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | 1 170 | 9,3 | 690 | 9,5 |
Woonachtig in Nederland | Goeree-Overflakkee | 420 | 4,3 | 230 | 4,4 |
Woonachtig in Nederland | Hellevoetsluis | 490 | 6,6 | 310 | 7,1 |
Woonachtig in Nederland | Krimpen aan den IJssel | 370 | 6,1 | 200 | 6,1 |
Woonachtig in Nederland | Lansingerland | 830 | 5,4 | 480 | 5,5 |
Woonachtig in Nederland | Maassluis | 500 | 8 | 290 | 7,9 |
Woonachtig in Nederland | Nissewaard | 1 310 | 8,4 | 790 | 8,4 |
Woonachtig in Nederland | Ridderkerk | 660 | 8 | 360 | 7,7 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | 17 360 | 14,6 | 9 630 | 14 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | 1 580 | 11 | 950 | 11 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | 1 190 | 8,7 | 700 | 8,6 |
Woonachtig in Nederland | Westvoorne | 110 | 4,9 | 70 | 5,2 |
Woonachtig in Nederland | Totaal regio Rotterdam Rijnmond | 27 320 | 11 | 15 490 | 10,7 |
1) Aantallen zijn onderdrukt wanneer er te weinig jongeren in een bepaalde gemeente woonden of wanneer het aantal jongeren met verdachte familieleden te laag is. 2) Alle aantallen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor is het mogelijk dat de cijfers niet optellen tot het totaal in de regio. |
Familieleden | Gemeente | Wijk | Kinderen | Gezinnen | ||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | |||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | 60 | 4,3 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | 90 | 5,4 | 60 | 6,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | 50 | 3,7 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | 110 | 8,7 | 70 | 8,8 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schenkel | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | 210 | 8,3 | 120 | 7,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Rivium | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 220 | 6,4 | 130 | 5,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Delfshaven | 1230 | 8,6 | 700 | 8,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Overschie | 210 | 4,7 | 120 | 4,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Noord | 500 | 6,5 | 290 | 6,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 390 | 3,8 | 230 | 4,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 500 | 6,0 | 280 | 6,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Feijenoord | 1400 | 9,2 | 790 | 9,1 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | IJsselmonde | 1090 | 8,9 | 620 | 8,8 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Pernis | 70 | 7,5 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Prins Alexander | 910 | 5,1 | 550 | 5,2 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Charlois | 1310 | 9,7 | 750 | 9,4 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hoogvliet | 470 | 7,4 | 280 | 7,3 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hoek van Holland | 90 | 4,7 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rozenburg | 170 | 7,2 | 90 | 6,7 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Centrum | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Oost | 150 | 7,9 | 90 | 7,9 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | West | 110 | 4,9 | 60 | 4,8 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Zuid | 80 | 7,4 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Nieuwland | 210 | 7,0 | 130 | 7,5 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Groenoord en Kethel | 190 | 7,0 | 110 | 7,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 100 | 3,7 | 60 | 3,7 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Centrum | 170 | 6,0 | 100 | 5,8 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Westwijk | 190 | 7,7 | 120 | 8,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Oostwijk | 60 | 4,6 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | 130 | 4,7 | 80 | 5,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Holy Zuid | 110 | 6,0 | 60 | 5,7 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Holy Noord | 130 | 5,7 | 70 | 5,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | 210 | 11,9 | 140 | 13,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | 250 | 18,4 | 140 | 18,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | 380 | 22,5 | 220 | 23,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | 210 | 14,4 | 130 | 15,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | 360 | 27,2 | 210 | 27,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schenkel | 210 | 17,6 | 110 | 17,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | 620 | 24,7 | 380 | 24,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | 70 | 15,2 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Rivium | 160 | 18,6 | 90 | 18,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 780 | 22,4 | 460 | 20,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Delfshaven | 4870 | 34,2 | 2660 | 32,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Overschie | 880 | 20,1 | 510 | 20,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Noord | 2120 | 27,6 | 1180 | 25,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 1370 | 13,5 | 790 | 14,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 2400 | 28,8 | 1270 | 27,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Feijenoord | 5540 | 36,1 | 3020 | 35,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | IJsselmonde | 3750 | 30,8 | 2170 | 30,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Pernis | 200 | 22,9 | 130 | 23,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Prins Alexander | 3560 | 20,0 | 2110 | 20,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Charlois | 4270 | 31,6 | 2440 | 30,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hoogvliet | 1620 | 25,3 | 980 | 25,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hoek van Holland | 240 | 13,1 | 140 | 12,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rozenburg | 490 | 21,2 | 300 | 22,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Centrum | 80 | 25,8 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Oost | 480 | 25,3 | 300 | 25,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | 50 | 15,2 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | West | 400 | 17,5 | 230 | 17,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Zuid | 280 | 27,4 | 170 | 26,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Nieuwland | 910 | 29,7 | 530 | 30,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Groenoord en Kethel | 720 | 27,1 | 420 | 26,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 460 | 16,5 | 290 | 16,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Centrum | 640 | 22,7 | 400 | 23,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Westwijk | 620 | 25,0 | 370 | 25,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Oostwijk | 240 | 18,6 | 150 | 18,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | 550 | 19,3 | 320 | 19,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Holy Zuid | 430 | 24,0 | 240 | 22,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Holy Noord | 440 | 18,8 | 250 | 18,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | 300 | 17,0 | 200 | 18,1 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | 350 | 25,5 | 200 | 26,3 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | 490 | 29,3 | 280 | 30,1 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | 310 | 21,0 | 190 | 22,1 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | 430 | 32,4 | 250 | 32,5 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schenkel | 290 | 24,7 | 160 | 25,2 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | 790 | 31,5 | 490 | 31,8 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | 100 | 21,3 | 60 | 21,6 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Rivium | 210 | 24,3 | 110 | 24,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 970 | 27,8 | 580 | 26,0 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Delfshaven | 5540 | 38,9 | 3050 | 37,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Overschie | 1150 | 26,2 | 660 | 26,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Noord | 2540 | 33,0 | 1430 | 30,4 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 1920 | 18,9 | 1100 | 19,5 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 2830 | 34,1 | 1530 | 33,0 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Feijenoord | 6350 | 41,4 | 3500 | 40,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | IJsselmonde | 4530 | 37,1 | 2640 | 37,4 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Pernis | 250 | 29,1 | 160 | 29,9 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Prins Alexander | 4640 | 26,1 | 2760 | 26,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Charlois | 5040 | 37,3 | 2900 | 36,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hoogvliet | 2020 | 31,5 | 1210 | 31,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hoek van Holland | 400 | 21,8 | 230 | 21,5 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rozenburg | 630 | 27,2 | 390 | 28,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Centrum | 100 | 30,6 | 60 | 29,5 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Oost | 570 | 30,2 | 360 | 30,1 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | 70 | 19,8 | ||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | West | 520 | 23,1 | 310 | 23,3 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Zuid | 350 | 33,6 | 210 | 32,5 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Nieuwland | 1090 | 35,5 | 630 | 36,3 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Groenoord en Kethel | 860 | 32,4 | 500 | 32,3 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 570 | 20,5 | 360 | 20,7 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Centrum | 780 | 27,8 | 490 | 28,9 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Westwijk | 770 | 31,0 | 460 | 31,1 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Oostwijk | 310 | 23,8 | 180 | 22,9 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | 670 | 23,5 | 390 | 23,4 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Holy Zuid | 520 | 28,5 | 280 | 27,1 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Holy Noord | 530 | 22,6 | 310 | 22,8 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
1) Aantallen zijn onderdrukt wanneer er te weinig jongeren in een bepaalde regio woonden of wanneer het aantal jongeren met verdachte familieleden te laag is. 2) Alle aantallen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor is het mogelijk dat de cijfers niet optellen tot de totalen in de tabellen op gemeenteniveau. |
Familieleden | Gemeente | Wijk | Kinderen | Gezinnen | ||
---|---|---|---|---|---|---|
aantal | % | aantal | % | |||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schenkel | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Capelle aan den IJssel | Rivium | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 60 | 1,6 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Delfshaven | 330 | 2,3 | 190 | 2,4 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Overschie | 60 | 1,5 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Noord | 160 | 2,0 | 90 | 1,9 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 80 | 0,8 | 50 | 0,9 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 150 | 1,8 | 90 | 1,9 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Feijenoord | 450 | 2,9 | 260 | 3,0 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | IJsselmonde | 260 | 2,2 | 150 | 2,2 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Pernis | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Prins Alexander | 280 | 1,6 | 160 | 1,5 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Charlois | 400 | 3,0 | 220 | 2,8 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hoogvliet | 100 | 1,6 | 60 | 1,6 |
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Hoek van Holland | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rozenburg | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Centrum | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Oost | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | West | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Zuid | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Nieuwland | 70 | 2,3 | ||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Groenoord en Kethel | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Centrum | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Westwijk | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Oostwijk | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Holy Zuid | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Holy Noord | ||||
Woonachtig in hetzelfde huishouden | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | 70 | 4,0 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | 70 | 4,9 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | 140 | 8,2 | 80 | 8,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | 80 | 5,3 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | 100 | 7,7 | 60 | 7,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schenkel | 80 | 7,0 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | 210 | 8,5 | 130 | 8,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Capelle aan den IJssel | Rivium | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 330 | 9,4 | 190 | 8,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Delfshaven | 2400 | 16,8 | 1250 | 15,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Overschie | 370 | 8,4 | 200 | 8,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Noord | 1050 | 13,7 | 550 | 11,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 500 | 4,9 | 290 | 5,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 1240 | 15,0 | 620 | 13,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Feijenoord | 2680 | 17,4 | 1440 | 16,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | IJsselmonde | 1400 | 11,5 | 790 | 11,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Pernis | 70 | 8,5 | ||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Prins Alexander | 1390 | 7,8 | 840 | 8,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Charlois | 1740 | 12,9 | 980 | 12,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hoogvliet | 570 | 8,8 | 330 | 8,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Hoek van Holland | 90 | 5,0 | 50 | 4,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rozenburg | 120 | 5,2 | 80 | 5,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Centrum | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Oost | 180 | 9,7 | 110 | 9,5 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | West | 140 | 6,1 | 80 | 6,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Zuid | 90 | 8,8 | 50 | 8,3 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Nieuwland | 370 | 12,2 | 210 | 12,4 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Groenoord en Kethel | 260 | 9,8 | 150 | 9,8 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 160 | 5,7 | 100 | 5,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Centrum | 180 | 6,4 | 120 | 6,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Westwijk | 200 | 7,9 | 120 | 7,9 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Oostwijk | 100 | 7,4 | 50 | 6,6 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | 180 | 6,4 | 100 | 6,0 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Holy Zuid | 130 | 7,3 | 70 | 7,1 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Holy Noord | 120 | 5,0 | 70 | 5,2 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Capelle West en 's Gravenland | 110 | 5,9 | 70 | 5,9 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Middelwatering West | 110 | 7,7 | 60 | 7,8 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Middelwatering Oost | 190 | 11,5 | 120 | 12,2 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Zuid | 110 | 7,5 | 60 | 7,3 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Oostgaarde Noord | 140 | 11,0 | 80 | 11,0 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schenkel | 120 | 10,0 | 60 | 10,2 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Zuid | 290 | 11,7 | 180 | 12,0 |
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Schollevaar Noord | ||||
Woonachtig in Nederland | Capelle aan den IJssel | Rivium | 70 | 8,6 | ||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rotterdam Centrum | 410 | 11,8 | 240 | 10,8 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Delfshaven | 2800 | 19,7 | 1490 | 18,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Overschie | 500 | 11,3 | 270 | 11,0 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Noord | 1270 | 16,6 | 670 | 14,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hillegersberg-Schiebroek | 720 | 7,0 | 420 | 7,4 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Kralingen-Crooswijk | 1530 | 18,4 | 770 | 16,7 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Feijenoord | 3170 | 20,7 | 1720 | 19,9 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | IJsselmonde | 1830 | 15,0 | 1030 | 14,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Pernis | 90 | 10,7 | 60 | 10,5 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Prins Alexander | 1860 | 10,4 | 1110 | 10,6 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Charlois | 2130 | 15,7 | 1220 | 15,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hoogvliet | 740 | 11,5 | 440 | 11,3 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Hoek van Holland | 150 | 8,1 | 90 | 8,1 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Spaanse Polder | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Waalhaven-Eemhaven | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rozenburg | 170 | 7,5 | 110 | 7,8 |
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Vondelingenplaat | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Botlek-Europoort-Maasvlakte | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rotterdam-Noord-West | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Rivium | ||||
Woonachtig in Nederland | Rotterdam | Bedrijventerrein Schieveen | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Centrum | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Oost | 220 | 11,7 | 140 | 11,5 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Tussen Havens en Grachten | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | West | 170 | 7,5 | 110 | 8,0 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Zuid | 120 | 11,3 | 70 | 10,8 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Nieuw Mathenesse | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Nieuwland | 470 | 15,3 | 270 | 15,6 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Groenoord en Kethel | 330 | 12,3 | 190 | 12,4 |
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Industriegebied ten noorden van Rijksweg 20 | ||||
Woonachtig in Nederland | Schiedam | Woudhoek/Spaland /Sveaparken | 210 | 7,6 | 130 | 7,4 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Centrum | 240 | 8,5 | 150 | 9,0 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Westwijk | 270 | 10,7 | 160 | 10,7 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Vettenoordse Polder | ||||
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Oostwijk | 130 | 9,6 | 70 | 8,6 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Vlaardinger Ambacht | 230 | 8,0 | 130 | 7,8 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Holy Zuid | 180 | 9,9 | 100 | 9,6 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Holy Noord | 150 | 6,5 | 90 | 6,5 |
Woonachtig in Nederland | Vlaardingen | Broekpolder | ||||
1) Aantallen zijn onderdrukt wanneer er te weinig jongeren in een bepaalde regio woonden of wanneer het aantal jongeren met verdachte familieleden te laag is. 2) Alle aantallen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor is het mogelijk dat de cijfers niet optellen tot de totalen in de tabellen op gemeenteniveau. |
Bijlage 3. Delicten bij kinderen met verdachte familieleden (smalle definitie)
Definitie familieleden | Geen verdacht familielid (smalle definitie) (%) | Minimaal 1 verdacht familielid (smalle definitie) (%) |
---|---|---|
Woonachtig in hetzelfde huishouden | 4,6 | 13,7 |
Woonachtig in regio Rotterdam Rijnmond | 4,3 | 9,7 |
Woonachtig in Nederland | 4,2 | 9,1 |