Auteur: Edwin Horlings, Olaf Koops, Julius Hage
Monitor Verduurzaming Industrie 2022

4. Indicatoren

Op basis van de beleidstheorie en in nauw overleg met het ministerie van EZK zijn 15 kernindicatoren (kpi’s) geselecteerd. Deze kernindicatoren zijn in feite thematische groepen van (mogelijke) indicatoren. In iedere groep gaat het om een bepaald thema, zoals de circulaire economie, investeringen of emissies.

In de MVI gaat het om het observeren van ontwikkelingen die duiden op verduurzaming van de industrie. Iedere kernindicator betreft een aspect van verduurzaming. Gaan bedrijven andere materialen gebruiken en minder afval produceren (circulaire economie)? Stoten ze minder CO2 uit (emissies) en gebruiken ze meer hernieuwbare energie (energieverbruik)?

Voor iedere kernindicator worden een of twee primaire indicatoren gekozen die de basis vormen van de monitoring. Daarnaast zijn er verschillende secundaire indicatoren die aanvullende informatie geven. Die aanvullende informatie komt vooral van pas wanneer we informatie over verschillende aspecten van verduurzaming combineren.

Algemene indicatoren

De volgende thema’s en indicatoren zijn geselecteerd. In een aantal gevallen zijn de indicatoren wel genoemd maar niet te maken. Dit zijn witte vlekken in de selectie. Andere indicatoren kunnen het beste worden gemaakt door RVO.

kpi 1. Circulaire economie

Data voor de circulaire economie zijn voor een groot deel een witte vlek. Er is een gebrek aan microdata en aan indicatoren per bedrijfstak. Tegelijkertijd is de vraag naar statistische informatie groot en divers. Indicatoren die zijn voorgesteld zijn, onder andere:

  • Grondstofefficiency
  • (Her)gebruik van primaire (abiotische) grondstoffen versus secundaire en hernieuwbare grondstoffen
  • Productie van bedrijfsafval naar bedrijfstak en verwerkingsmethode
  • Betalingen voor afvoer en verwerking van afval

In de MVI 2022 is voor nu alleen per bedrijfstak de hoeveelheid bedrijfsafval opgenomen en het aandeel daarvan dat een nuttige toepassing als bestemming krijgt.

kpi 2. Toegevoegde waarde en werkgelegenheid

  • Arbeidsproductiviteit (toegevoegde waarde in constante prijzen per gewerkt uur) in euro’s

kpi 3. Emissie-intensiteit

  • CO2-emissies per eenheid toegevoegde waarde (ton per euro)

Een beperking is dat er geen cijfers gepubliceerd worden met hoeveelheid broeikasgasemissies per bedrijfstak volgens IPCC voorschriften. De emissie-intensiteit per bedrijfstak zijn afkomstig uit de Milieurekeningen (emissies naar lucht) en zijn berekend volgens de definities van de nationale rekeningen. De cijfers wijken af van de emissie-cijfers volgens de IPCC voorschriften, die leidend zijn voor de beleidsdoelstellingen. In het vervolg van de MVI wordt onderzocht of het mogelijk is om vanuit de IPCC emissiecijfers tot consistente informatie te komen op bedrijfstakniveau.

kpi 4. Energieverbruik - Energie-intensiteit

  • Totaal energieverbruik per eenheid toegevoegde waarde (joule per euro)

Voor de energie-intensiteit per bedrijfstak is een indicator ontwikkeld op basis van de Milieurekeningen (Energierekeningen). Dit rekenkader publiceert consistente cijfers op bedrijfstakniveau maar sluit op macroniveau niet aan op de beleidsdoelstellingen van het Klimaatakkoord, die uitgaat van de cijfers uit de Energiebalans. In het vervolg van de MVI wordt onderzocht of het mogelijk is om op basis van de Energiebalans tot consistente informatie te komen op bedrijfstakniveau.

kpi 4. Energieverbruik - Energie-mix

  • Aandeel van fossiele brandstoffen in totaal energieverbruik (%)
  • Aandeel van hernieuwbare energie in totaal energieverbruik (%)
  • Kosten van energieverbruik (per soort brandstof) als percentage van totale productiekosten (%)

kpi 5. Emissierechten

  • Inkopen van CO2-emissierechten en netto omzet uit verkopen van CO2-emissierechten
  • CO2-emissies onder het ETS en gratis toewijzing (ton CO2)
  • CO2-prijs emissiehandel (euro per ton; termijncontracten)

Opbouw innovatieve bedrijven / omvang en kwaliteit kennisecosysteem

kpi 6. Deelname aan projecten

Deelname aan regelingen wordt door RVO gemeten. Wanneer de RVO-databases zijn gekoppeld aan het ABR, kan de deelname worden onderscheiden naar bedrijfstak, grootte, regionaal cluster en andere bedrijfskenmerken. Daarbij kan ook onderscheid worden gemaakt tussen technologiegebieden in de RVO-regelingen.

  • Aantal bedrijven per technologiegebied (aantallen)
  • Aantal bedrijven naar kenmerk en regionaal cluster

Deze indicator wordt gemaakt door RVO aan de hand van gegevens over energieverduurzamingsregelingen van RVO, zoals SDE++, EIA, ISDE en MIA/VAMIL. Er is een koppeling gemaakt van de participanten aan RVO-regelingen aan het ABR. In het vervolg van de MVI zullen secundaire indicatoren worden ontwikkeld met kenmerken van bedrijven die participeren in de energieverduurzamingsregelingen (bedrijfstak, bedrijfsgrootte, regionaal cluster en bedrijfsleeftijd. Het CBS zal samen met RVO werken aan een classificatie van relevante technologiegebieden die in de statistieken kunnen worden uitgesplitst.

kpi 7. Samenstelling deelnemers innovatieprojecten

Deze indicator is een verbijzondering van kpi 6. Mogelijk statistieken zijn:

  • Aantal bedrijven naar kenmerk (bedrijfstak, grootteklasse, leeftijd en zeggenschap)
  • Aantal bedrijven per regionaal cluster (eventueel naar kenmerk).
  • Een combinatie van deelname aan regelingen met indicatoren als emissie-intensiteit, investeringen en productiviteit.

Deze indicator wordt in de volgende fase van de MVI als nieuwe indicator toegevoegd. Bij innovatie gaat het specifiek om de activiteiten (zoals R&D-investeringen) van bedrijven in het ontwikkelen van nieuwe kennis in technologiegebieden. Dit wordt uitgebreid met innovatieregelingen waar (sub)programma’s onder vallen die gericht zijn op verduurzaming van de industrie, zoals DEI+, TSE en MOOI.

kpi 8. Startups en spin-offs

De uitdaging in het maken van indicatoren voor startups en spin-offs is het identificeren van bedrijven op basis van kenmerken. Het CBS heeft eenmalig een maatwerktabel over scale-ups gepubliceerd. Daarin zijn scale-ups gedefinieerd als bedrijven met in jaar T-3 minimaal 10 VTE en in de drie daaropvolgende jaren gemiddeld 20 procent werkgelegenheidsgroei per jaar of meer en opgericht vóór het jaar T-3. Een andere mogelijkheid is om gebruik te maken van de databases van Techleap.nl, een door het ministerie van EZK gefinancierde stichting gericht op het versterken van het startup-ecosysteem.

  • Aantal startups per bedrijfstak en grootteklasse
  • Startups per technologiegebied (combinatie kpi 6)
  • Energieverbruik en emissies van startups per technologiegebied (combinatie kpi 6 en kpi 4)

kpi 9. Nieuwe, duurzame producten en processen

Deze indicator is niet eenvoudig te maken en vooralsnog een witte vlek. Er is veel vraag naar statistieken over duurzame producten. Het is echter moeilijk, zo niet onmogelijk, om duurzame producten te onderscheiden van niet-duurzame producten. Allereerst is duurzaamheid geen absoluut maar een relatief of gradueel verschijnsel. Ten tweede is de mate van duurzaamheid van productgroepen (zoals in de PRODCOM) niet bekend. Hiervoor moet worden gekeken naar de relevante kenmerken van de producenten.

kpi 10. Patentaanvragen

Patentaanvragen worden door RVO (Octrooicentrum) gemeten.

Ombouwbedrijven in regioclusters

kpi 11. Weglekrisico

Indicatoren voor het weglekrisico (indirecte effecten van het verduurzamingsbeleid) worden in een latere fase gemeten. In het kader van het weglekrisico is onder andere gesproken over knelpunten en over een internationale vergelijking van productiekosten en milieukosten per bedrijfstak of productgroep.

kpi 12. Investeringen in machines, apparaten en dergelijke

kpi 13. Investeringen in gebouwen en grond

Voor kpi 12 en kpi 13 is een indicator opgenomen over milieu-investeringen van bedrijven, totaal en specifiek voor klimaat en energie. Deze indicator is gebaseerd op de Enquête milieukosten van bedrijven (MKB) van het CBS, waar milieu-investeringen zijn gedefinieerd als investeringen met primair doel de bescherming, het herstel en de verbetering van het milieu. Daarnaast is bij RVO informatie beschikbaar over participatie van bedrijven in subsidieregelingen voor investeringen in verduurzaming. Dit levert extra informatie op over investeringen in verduurzaming, ook bij bedrijven die investeren waarbij het milieu niet het primaire doel is. In de volgende fase wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd of het mogelijk is om op consistente wijze indicatoren te maken over investeringen in verduurzaming door het combineren van microdata van CBS en RVO.

  • Investeringen door bedrijven in gebouwen en grond, machines en apparaten, software en andere kapitaalgoederen (nieuw gekocht, tweedehands gekocht, in eigen beheer gemaakt)
  • Milieu-investeringen (machines en apparaten = kpi 12; bouwkundig = kpi 13) in afvalbesparende maatregelen, energiebesparende maatregelen, hernieuwbare energie, om luchtverontreiniging te voorkomen of te beperken, in waterbesparende (de reductie van (drink)waterverbruik) maatregelen.
  • Geplande milieu-investeringen.

kpi 14. Ontwikkeling productievolume en -mix van belangrijkste productgroepen basisindustrie

Dit is nog een witte vlek in de indicatorenlijst.

kpi 15. Omvang werkgelegenheid

Het totale werknemersbestand per bedrijf is bekend. Vanuit de microdata kunnen kenmerken van werknemers worden toegevoegd, zoals het opleidingsniveau. Het is de vraag of opleidingsniveau een goede benadering is voor de feitelijke vaardigheden die mensen in de loop van hun werkzame leven hebben opgedaan. Krapte op de arbeidsmarkt, vooral voor technische beroepen, is nog een witte vlek.

  • Werkgelegenheid naar opleidingsniveau (hoog, gemiddeld, laag)
  • Opleidingskosten van bedrijven
  • Beschikbaarheid van personeel (krapte op de arbeidsmarkt, technische beroepen)