10. Consumptie
10.1 Uitgevraagde kenmerken
De informatie over het watergebruik voor consumptie is uitgevraagd in de vorm van het aantal glazen of kopjes water dat gedronken is, waarbij het ook om koffie of thee kan gaan, en het aantal pannen met drinkwater dat is gebruikt om eten te bereiden. Voor de pannen kon men aangeven of het om een kleine, middelgrote of grote pan gaat.
10.2 Resultaten
In totaal wordt er gemiddeld per persoon 2,6 liter water per dag geconsumeerd. Bij het aantal kopjes gaat het om 4,62 kopjes per persoon per dag. Dit aantal is onder vrouwen iets hoger dan onder mannen, respectievelijk 4,97 en 4,27 kopjes. Onder 65-plussers is het gemiddelde aantal kopjes relatief hoog, 6,32. Onder deze groep is een groot deel niet meer werkzaam en naar verwachting meer thuis. Dit laatste is niet met zekerheid vast te stellen. In de vragenlijst is niet gemeten of mensen vanwege de coronamaatregelen thuiswerken. Per keer gaat het om 0,2 liter en bij het gebruik van kopjes is het gemiddelde watergebruik per persoon per dag 1,1 liter.
Voor het koken wordt het meest gebruik gemaakt van een kleine pan. Het gaat daarbij om een gemiddelde frequentie van 0,59 keer per persoon per dag. Voor de middelgrote pan is dat 0,24 en voor de grote pan om 0,06 keer. Gemiddeld gaat het per persoon per dag om een watergebruik van respectievelijk 0,6 liter, 0,6 liter en 0,3 liter.
F (aantal keer per dag) | C (Liter per keer) | Hoeveelheid (liter/dag) | |
---|---|---|---|
Consumptie totaal | 2,6 | ||
Kopje | 4,62 | 0,2 | 1,1 |
Kleine pan | 0,59 | 1,0 | 0,6 |
Middelgrote pan | 0,24 | 2,5 | 0,6 |
Grote pan | 0,06 | 4,6 | 0,3 |