Jeugdbescherming en de toeslagenaffaire

6. Relatie dupering en kinderbeschermingsmaatregelen

In dit hoofdstuk wordt beschreven of gedupeerden van de toeslagenaffaire disproportioneel te maken hebben gekregen met kinderbeschermingsmaatregelen. Hiervoor is in kaart gebracht hoeveel gedupeerden te maken hebben gehad met een kinderbeschermingsmaatregel na dupering en hoeveel vóór dupering. Deze resultaten worden vergeleken met de smalle vergelijkingsgroep. Deze groep is op relevante kenmerken vergelijkbaar met de groep gedupeerden (zie vorige hoofdstuk). Ter informatie wordt ook van de brede vergelijkingsgroep weergegeven in welke mate deze groep te maken heeft gehad met kinderbeschermingsmaatregelen. Per jaar krijgt ongeveer 1,2 procent van de kinderen te maken met een kinderbeschermingsmaatregel.34) In dit onderzoek worden de analyses niet op kindniveau, maar op het niveau van huishoudens gedaan. Hierdoor liggen de percentages in dit onderzoek voor de brede vergelijkingsgroep wat lager (in één huishouden kunnen meerdere kinderen een kinderbeschermingsmaatregel krijgen).

Er is voor deze analyse gekeken naar de minderjarige kinderen die in het jaar voorafgaand aan dupering/selectie tot het huishouden van de aanvrager behoorden. Dit hoeven geen juridische kinderen te zijn, maar kunnen bijvoorbeeld ook kinderen zijn van een (nieuwe) partner. Aangezien zij echter op hetzelfde adres wonen, kan verwacht worden dat deze kinderen in het dagelijkse leven onder de opvoedsfeer van deze aanvrager vallen (en dat de situatie van deze aanvrager wat betreft dupering en/of gerelateerde problemen dus invloed zal hebben gehad op deze kinderen).

In Figuur 6.1.1. is het verloop van kinderbeschermingsmaatregelen in de drie verschillende groepen weergegeven over de tijd heen.35) Er is weergegeven hoeveel procent van de huishoudens in de verschillende groepen per jaar te maken had met een kinderbeschermingsmaatregel in het huishouden. Jaar t is hierbij het jaar van dupering/selectie (1 januari tot en met 31 december). In totaal worden 5 jaren bekeken (het jaar voor dupering/selectie (t-1) tot en met 3 jaar na dupering/selectie (t+3)). Zoals duidelijk wordt in deze grafiek hebben gedupeerden vaker kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin dan niet-gedupeerden uit de brede vergelijkingsgroep (respectievelijk rond de 3 procent en minder dan 1 procent). Dit lijkt echter niet te komen door dupering, maar door de kenmerken van deze gedupeerden. Ook voor dupering (t-1) hebben gedupeerden namelijk vaker kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin dan personen uit de brede vergelijkingsgroep. Ook is er geen sprake van een significante stijging voor de gedupeerden over de tijd heen (het percentage kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin schommelt over de tijd heen tussen de 2,5 en de 3 procent). Indien vergeleken wordt met de smalle vergelijkingsgroep (die dezelfde kenmerken heeft als de gedupeerdengroep) hebben gedupeerden zowel voor als na dupering niet vaker te maken met kinderbeschermingsmaatregelen; het percentage ligt voor beide groepen rond de 3 procent. Er lijken in de figuur kleine verschillen te zijn tussen de gedupeerden en de smalle vergelijkingsgroep, maar deze zijn niet statistisch significant. Voor alle afzonderlijke jaren (t-1 tot en met t+3) hebben de gedupeerden niet vaker (of minder vaak) kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin dan de smalle vergelijkingsgroep.36)  Dat er ook op t-1 geen significante verschillen waren tussen deze groepen toont, net als de resultaten uit het vorige hoofdstuk, dat door matching een geschikte vergelijkingsgroep is samengesteld.

6.1.1. Kinderbeschermingsmaatregelen over de tijd heen per groep
Category","Smalle vergelijkingsgroep","Gedupeerden","Brede vergelijkingsgroep t-1","2,68","2,56","0,63 t","2,83","2,73","0,67 t+1","2,73","2,98","0,71 t+2","2,68","3,00","0,75 t+3","2,88","2,73","0,77Smalle vergelijkingsgroep (%)Gedupeerden (%)Brede vergelijkingsgroep (%)
t-12,682,560,63
t2,832,730,67
t+12,732,980,71
t+22,683,000,75
t+32,882,730,77
Bron: CBS,


In bovenstaande grafiek is het percentage huishoudens per groep dat te maken heeft gekregen met kinderbeschermingsmaatregelen in een bepaald jaar weergegeven. In de volgende grafiek staat weergegeven hoeveel procent van de huishoudens in de drie groepen op enig moment in de 3 jaar na dupering/selectie te maken heeft gekregen met kinderbeschermingsmaatregelen in het huishouden. Het gaat hierbij dus om het totaal aantal huishoudens met kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin ergens in de 3 jaar na dupering/selectie.

6.1.2. Kinderbeschermingsmaatregelen na dupering / selectie (t+1 t/m t+3) per groep
Category","Smalle vergelijkingsgroep","Gedupeerden","Brede vergelijkingsgroep ","3,95","3,98","1,07Smalle vergelijkingsgroep (%)Gedupeerden (%)Brede vergelijkingsgroep (%)
3,953,981,07
Bron: CBS,

Ook hier wordt duidelijk dat gedupeerden vaker dan de brede vergelijkingsgroep in aanraking komen met kinderbeschermingsmaatregelen (respectievelijk 4 procent en 1 procent). In vergelijking met de smalle vergelijkingsgroep komen kinderbeschermingsmaatregelen bij gedupeerden niet vaker voor na dupering/selectie (voor beide groepen ongeveer 4 procent). Significantietoetsen laten ook zien dat kinderbeschermingsmaatregelen na dupering/selectie in vergelijking met voor dupering/selectie bij gedupeerden niet vaker voorkomen dan bij de smalle vergelijkingsgroep. Gemiddeld genomen lijkt het feit dat iemand gedupeerd is geraakt, de kans op een kinderbeschermingsmaatregel niet verder verhoogd te hebben in vergelijking met vergelijkbare niet-gedupeerden. Dit sluit niet uit dat er bepaalde (subgroepen) gedupeerden zijn die wel als gevolg van de toeslagenaffaire en mogelijke opeenstapeling van problemen vaker te maken hebben gekregen met kinderbeschermingsmaatregelen. Daarom zijn verkennende analyses uitgevoerd om te kijken of er voor bepaalde subgroepen van gedupeerden wel effecten van de toeslagenaffaire te vinden waren. Meer specifiek is gekeken naar het hebben van een laag huishoudinkomen, alleenstaande ouders en het al dan niet hebben van een migratieachtergrond. Hier werden geen significantie interactie-effecten gevonden die suggereren dat dit effect er voor bepaalde subgroepen wel is (zie bijlage 4 voor een overzicht van de belangrijkste toetsen die uitgevoerd zijn).

34)http://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85099NED/table?dl=6ED2E.
35)Waarbij gekeken wordt naar de kinderen die in het huishouden zaten voor dupering. Van deze kinderen is voor de verschillende jaren in kaart gebracht of er al dan niet sprake was van een kinderbeschermingsmaatregel. Er is voor gekozen om niet per jaar naar de kinderen die op dat moment in het huishouden wonen te kijken, omdat verschillen in aantal kinderen na dupering in het huishouden tussen de groepen de resultaten dan mogelijk zouden kunnen beïnvloeden. Het aantal kinderen in het huishouden voor dupering is meegenomen bij de matching en dus voor de smalle vergelijkingsgroep en de gedupeerden vergelijkbaar waardoor een zuivere vergelijking gemaakt kan worden.
36)De lijnen in de grafiek tonen het gemiddelde. Indien rekening wordt gehouden met de betrouwbaarheidsintervallen is te zien dat per jaar de lijn/waarde van de gedupeerdengroep in het betrouwbaarheidsinterval valt van de smalle vergelijkingsgroep (er zijn dus geen significante verschillen).