Jeugdbescherming en de toeslagenaffaire

2. Gedupeerdengroep

In Nederland kunnen ouders kinderopvangtoeslag aanvragen bij de Belastingdienst/Toeslagen. Dit is een tegemoetkoming in de kosten van geregistreerde kinderopvang. Er zijn meerdere voorwaarden voor het ontvangen van een dergelijke toeslag.5) Zo moet een persoon en een eventuele partner werken, een opleiding of inburgeringscursus volgen of in een traject naar werk zitten. Ook moeten de aanvrager en het kind waar toeslag voor wordt aangevraagd op hetzelfde adres staan ingeschreven bij de gemeente.6) Tot slot bestaat er een verplichte eigen bijdrage. Een deel van de kosten van de opvang moet dus door de aanvrager zelf betaald worden. Het kan voorkomen dat een aanvrager te veel kinderopvangtoeslag ontvangen heeft. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het inkomen of de huishoudsituatie van een aanvrager verandert.7) Het te veel uitgekeerde bedrag aan kinderopvangtoeslag wordt dan teruggevorderd door de Belastingdienst/Toeslagen.

De Belastingdienst/Toeslagen controleert de aangevraagde en verstrekte kinderopvangtoeslagen met het doel om vast te stellen of een aanvrager recht heeft op kinderopvangtoeslag en het juiste bedrag heeft ontvangen. Door de processen en werkwijzen waar de Belastingdienst/Toeslagen in het verleden mee gewerkt heeft om fraude bij kinderopvangtoeslagen op te sporen, zijn er aanvragers onterecht als fraudeur aangemerkt. Ook de afhandeling van frauderisicosignalen was onzorgvuldig en soms niet rechtmatig.8)  Er is gewerkt met een ‘alles-of-niets’-benadering waarbij bij het vaststellen van onvolkomenheden (zoals een niet volledig betaalde eigen bijdrage of een ontbrekende handtekening) de toeslag voor het hele jaar teruggevorderd werd bij de ouders, met een ‘80/20’-benadering waardoor er een groepsgewijze aanpak was en onschuldige ouders aan intensieve controles bloot konden komen te staan en met een ‘opzet/grove schuld’-benadering waardoor geen passende persoonlijke betalingsregelingen werden getroffen.9) Deze aanvragers kregen te maken met een streng terugvorderingsbeleid wat grote financiële gevolgen kon hebben voor de aanvrager en hand in hand kon gaan met onzekerheid over de toeslagen en terugvorderingen. Dit wordt aangeduid als de toeslagenaffaire.10) Deze problematiek heeft vanaf ongeveer 2004 gespeeld.

Mogelijke gedupeerden van de toeslagenaffaire kunnen zich melden bij de Belastingdienst. In 2020 is de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) opgericht om te herstellen wat in het verleden niet goed gegaan is. UHT heeft aan het CBS een bestand geleverd met daarin personen die op 1 juli 2022 bij UHT geregistreerd stonden als gedupeerde. De privacy van de gedupeerden is hierbij gewaarborgd. Zie bijlage 2 voor meer informatie over hoe het CBS in dit onderzoek (en in overige onderzoeken) omgaat met privacy. Het bestand dat UHT geleverd heeft is de basis van dit onderzoek. In dit bestand zitten meer dan 25 duizend vastgesteld gedupeerden. Een ouder/aanvrager zit in dit bestand wanneer deze een formele beschikking van de Belastingdienst heeft ontvangen waarin meegedeeld wordt dat hij/zij gedupeerde is en/of een bedrag van 30 duizend euro heeft ontvangen. In december 2020 heeft het kabinet besloten dat alle gedupeerde ouders 30 duizend euro moeten krijgen. Dit wordt aangeduid als de Cathuisregeling Kinderopvangtoeslag. Personen komen in aanmerking voor dit bedrag als zij aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • ze hebben zich gemeld als gedupeerde
  • de kinderopvangtoeslag is tussen 2005 en 2019 onterecht stopgezet of iemand heeft in die periode onterecht kinderopvangtoeslag terug moeten betalen
  • er een bedrag van minimaal 1 500 euro mee gemoeid was.11)

Op basis van een integrale behandeling van de dossiers van de gedupeerden onderzoekt UHT wat wanneer exact is misgegaan met de kinderopvangtoeslag. UHT werkt bij de integrale behandeling van dossiers in principe op basis van volgorde van aanmelden.12) Van de 25 duizend gedupeerden die in het bestand zitten dat UHT geleverd heeft aan het CBS, is bij ongeveer 7,5 duizend gedupeerden sprake geweest van een integrale behandeling.13) Van de integraal behandelde gedupeerden is een datum bekend waarop een correctie met betrekking tot kinderopvangtoeslag is doorgevoerd bij de Belastingdienst/Toeslagen waarvan na integrale behandeling blijkt dat deze onterecht is geweest. Deze datum is na integrale behandeling handmatig aan het dossier toegevoegd en geeft een indicatie vanaf wanneer de gedupeerdheid is gestart.14) Deze datum is niet beschikbaar voor gedupeerden waarbij (nog) geen integrale behandeling heeft plaatsgevonden. De enige datum die voor deze groep gedupeerden bekend is, is de datum van de eerste invordering met betrekking tot kinderopvangtoeslag in het systeem van de Belastingdienst/Toeslagen. Zonder integrale behandeling van de dossiers is echter niet te zeggen of deze datum betrekking heeft op een onterechte terugvordering (en dus de toeslagenaffaire) of op een terechte correctie omdat bijvoorbeeld het inkomen of de huishoudsituatie van de aanvrager veranderd is.15) Voor gedupeerden van wie de dossiers niet integraal behandeld zijn, is daarom geen goede informatie beschikbaar over het moment waarop de gedupeerdheid ontstaan is. In het voorliggend onderzoek is de hoofdvraag of ouders die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire hierna vaker te maken hebben gekregen met een kinderbeschermingsmaatregel dan vergelijkbare niet gedupeerde ouders. Het moment van dupering is daardoor belangrijke informatie voor dit onderzoek. Daarom richt dit onderzoek zich enkel op de integraal behandelde gedupeerden.

Het CBS beschikt over data over jeugdbescherming vanaf 2011. Dit betekent dat voor dit onderzoek enkel naar personen gekeken kan worden die vanaf 2012 gedupeerd zijn geraakt. In het onderzoek wordt namelijk ook gekeken naar kinderbeschermingsmaatregelen in het gezin voor dupering. Op dit moment beschikt het CBS over data over jeugdbescherming tot en met 2021. In het onderzoek is besloten om te kijken of er 3 jaar na dupering sprake is geweest van een kinderbeschermingsmaatregel bij de gezinnen (zie ook hoofdstuk 6). Dit betekent dat het laatste cohort dat meegenomen kan worden in dit onderzoek personen zijn die in 2018 gedupeerd zijn geraakt (voor deze personen kan in kaart gebracht worden of er in 2019, 2020 of 2021 sprake is geweest van een kinderbeschermingsmaatregel in het huishouden). Van de 7,5 duizend integraal behandelde gedupeerden zijn iets minder dan 5 duizend16) personen gedupeerd geraakt tussen 2012 en 2018.

Tabel 2.1. Integraal behandelde gedupeerden naar jaar waarin ze gedupeerd zijn geraakt
Totaal 2012201320142015201620172018
Aantal4 8851 095840925890530330270

Bovenstaande tabel laat zien dat het aantal (integraal behandelde) gedupeerden in de latere jaren (vanaf 2016) beduidend lager is dan in de eerdere jaren (van 2012 tot 2016). Een aanpassing van het beleid rondom terugvorderingen rond 2016 zal hier waarschijnlijk een rol bij hebben gespeeld. Zo konden voor 2016 toeslagen stop gezet worden alvorens bewijsmateriaal opgevraagd en beoordeeld was.17) Tot medio 2016 werd bijvoorbeeld gebruik gemaakt van het toepassen van een zogenaamde zachte stop: het door de Belastingdienst/Toeslagen stopzetten van een toeslag in het lopende toeslagjaar voorafgaand aan de beoordeling of behandeling van de aanvraag om zo uitbetaling van mogelijk onterecht toegekende toeslagen te voorkomen.18)

 

5)https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/kinderopvangtoeslag/content/kan-ik-kinderopvangtoeslag-krijgen
6)Dit hoeft niet als er sprake is van co-ouderschap. Er is sprake van co-ouderschap als het kind ten minste drie hele dagen per week bij een aanvrager woont en drie hele dagen per week bij de andere ouder of als het kind om en om een week bij de aanvrager en een week bij de andere ouder woont.
7)https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/kinderopvangtoeslag/kinderopvangtoeslag.
8)onderzoek-pwc-effecten-fsv-toeslagen.pdf (overheid.nl).
9)https://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/atoms/files/20201217_eindverslag_parlementaire_ondervragingscommissie_kinderopvangtoeslag.pdf.
10)In dit rapport wordt de gangbare term toeslagenaffaire gebruikt. Overige benamingen zijn de kinderopvangtoeslagaffaire en het toeslagenschandaal.
11)Zie voor meer informatie: https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/catshuisregeling-kinderopvangtoeslag/.
12)Hoewel dit het streven is geeft UHT in de meest recente Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen aan dat dit bemoeilijkt wordt vanwege beroepen niet tijdig beslissen.
13)Het is voor het CBS helaas niet mogelijk om goed te onderzoeken of er een mogelijke bias aanwezig is vanwege gedupeerden die wel integraal behandeld zijn en vanwege gedupeerden die niet integraal behandeld zijn. Het CBS beschikt enkel over data over wel of niet gedupeerd zijn. Het CBS heeft geen informatie over de mate van dupering. Met andere woorden over het bedrag waarvoor een ouder gedupeerd is. De meest recente cijfers tonen dat gerealiseerde compensatie- en tegemoetkomingsbedragen bij meer dan de helft van de ouders een bedrag tot 30 duizend euro is en bij minder dan de helft een bedrag van 30 duizend euro of meer. Het gemiddelde bedrag is ongeveer 43 duizend. Op individueel niveau zijn er dus geen gegevens beschikbaar op het CBS. Er is gecheckt of er grote verschillen zijn tussen gedupeerden die wel integraal behandeld zijn en gedupeerden die niet integraal behandeld zijn wat betreft herkomst (belangrijkste kenmerking van dupering, zie verderop in dit rapport). Er zijn geen grote verschillen, in beide groepen heeft ongeveer 1 op de 3 personen een Nederlandse herkomst, maar bij integraal behandelden is dit iets lager (29 procent) dan bij niet-integraal behandelden (32 procent).
14)Dit is een indicatie van start van gedupeerdheid. Dit is namelijk het eerste moment waarop in het system van de Belastingdienst/Toeslagen een correctie gevonden is die met de kennis van nu compensatie behoeft. Voor gedupeerden zelf begint gedupeerdheid natuurlijk potentieel pas nadat de eerste brief op de mat valt of misschien na meerdere (afgewezen) bezwaarschriften of op het moment dat de “schulden” daadwerkelijk teruggevorderd worden. Met andere woorden, het is onmogelijk om exact het moment van gedupeerdheid per gedupeerde te bepalen op basis van administratieve data. Deze door UHT aangeleverde datum is de beste beschikbare indicatie die het CBS voor dit onderzoek kon gebruiken.
15)In het bestand dat geleverd is voor de eerste beschrijvende publicatie van dit onderzoeksproject zat geen informatie over integraal behandelde gedupeerden. Deze datum was voor het CBS op dat moment dus de enige beschikbare informatie over moment van dupering.
16)Een zeer klein deel van de integraal behandelde gedupeerden uit de jaren 2012 tot en met 2018 kon alsnog niet meegenomen worden in het onderzoek. Zo zijn gedupeerden die in institutionele huishoudens woonden verwijderd omdat van deze personen de huishoudkenmerken niet zinvol meegenomen konden worden in het onderzoek. Ook gedupeerden die bijvoorbeeld niet teruggevonden konden worden in de huishoudensbestanden van het CBS konden niet meegenomen worden in het onderzoek.
17)https://open.overheid.nl/repository/ronl-1c359fdc-4398-44e2-9969-1f353c0c481d/1/pdf/rapport-caf-adr.pdf.
18)https://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/atoms/files/20201217_eindverslag_parlementaire_ondervragingscommissie_kinderopvangtoeslag.pdf.