Auteur: Hans Schmeets, Jeanet Exel, Anton ten Westenend, Dennis MartensDe Heitjes en het politieke vertrouwen in Heerlen
2. De pandemie en het vertrouwen in de politiek
Om het politieke vertrouwen van de inwoners van Heerlen in een perspectief te plaatsen, is het van belang om op mogelijke effecten van maatschappelijke ontwikkelingen in te gaan. Het onderzoek, waar iets meer dan 1100 Heerlenaren aan deelnamen, vond plaats in de periode april tot september 2020. Het was de periode dat het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames als gevolg van Covid-19 razendsnel opliep. Het aantal personen dat als gevolg hiervan op de Intensive Care (IC) terecht kwam, bereikte op 7 april 2020 een piek met 1424 (Rijksoverheid, 2021b)3). De beelden op de IC’s kwamen via de media de huiskamer binnen, en het aantal patiënten op de IC werd een belangrijke graadmeter voor de ernst van de gevolgen van Covid-19. Het CBS publiceerde statistieken over de oversterfte (Traag en Hoogenboezem, 2021).
De voor de hand liggende vraag is of de pandemie gevolgen heeft voor het vertrouwen in de politiek. Uit langlopende trends op basis van cijfers van het CBS over het vertrouwen in de Tweede Kamer blijkt dat het vertrouwen in de politiek sinds 2012 tot de aanvang van de pandemie in 2020 gestaag is toegenomen, zonder noemenswaardige fluctuaties (Schmeets en Exel, 2021). In het tweede kwartaal van 2020 treedt echter een zeer forse toename op, van 44 naar 58 procent, en blijft in 2020 na een kleine dip op dit hoge vertrouwensniveau. Een sterke toename is verklaarbaar vanuit diverse theoretische perspectieven, waarbij vooral wordt gewezen op het zogenoemde ‘rally around the flag’-mechanisme (Mueller, 1970). Bij crisissen als gevolg van bepaalde gebeurtenissen zoals een natuurramp of een terroristische aanslag gaan mensen zich massaal achter hun (politieke) leider scharen als die beslissingen neemt om dergelijke externe gebeurtenissen en dreigingen af te wenden. Het vertrouwen in de politiek neemt dan toe, waarna het op een gegeven moment weer daalt naar het niveau van voor de crisis.
Voorlopige cijfers van drie kwartalen in 2021 laten zien dat het vertrouwen in de Tweede Kamer vooral vanaf het tweede kwartaal inzakt om uiteindelijk in het derde kwartaal met 39 procent onder het niveau van voor de crisis terecht te komen4). Dit past in het beeld van een recente studie van de Erasmus universiteit die liet zien dat het vertrouwen in zowel de landelijke als de lokale overheid in korte tijd scherp is gedaald (Engbersen, Bochove, Boom, e.a., 2021). Zo nam het vertrouwen in de landelijke overheid af van 69 procent in april 2020 naar 29 procent in september 2021, en in de lokale overheid reduceerde het vertrouwen van 60 naar 37 procent. Een dergelijk sterk verval is echter niet te zien bij het vertrouwen in de Europese Unie, waar de toename bij aanvang van de pandemie beklijft.
Zoals vermeld, er is de afgelopen twee jaar veel meer gebeurd dan louter de pandemie. Welke gebeurtenissen mogelijk een effect hebben gehad op het vertrouwen in de politiek is niet vast te stellen. Dat het onderzoek in Heerlen vooral plaatsvond in het tweede en deels in het derde kwartaal van 2020, de beginperiode van de pandemie in Nederland, is echter wel relevant om de cijfers van het Heerlen onderzoek in een context te plaatsen. Immers in deze periode was het vertrouwen van de Nederlandse bevolking in politici en de Tweede Kamer, met respectievelijk 15 en 13 procentpunt, fors gestegen.