Interlandelijke adoptie in Nederland

7. Adoptie en de zoektocht: een meer gedetailleerd beeld

Dit is tot op heden het meest grootschalige onderzoek in Nederland onder interlandelijk geadopteerde volwassenen ooit. In totaal hebben bijna 3 500 geadopteerde personen aan dit onderzoek meegewerkt. Doordat er veel, en veel verschillende, geadopteerde personen hebben meegewerkt aan dit onderzoek (die door middel van een aselecte steekproef zijn geselecteerd voor deelname), is het mogelijk om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van geadopteerde personen in Nederland. In de eerste hoofdstukken zijn geadopteerde personen steeds als groep beschreven en vergeleken met niet-geadopteerde personen. In het vorige hoofdstuk is meer gedetailleerd gekeken naar geadopteerde personen in Nederland. Meer specifiek is gekeken in hoeverre het voor hun adoptie en zoektocht uitmaakt uit welk land personen geadopteerd zijn. In dit hoofdstuk wordt nog naar enkele andere aspecten gekeken om een meer gedetailleerd beeld te krijgen van geadopteerde personen in Nederland. Zo wordt gekeken of de leeftijd waarop iemand is geadopteerd van invloed is op het welzijn tijdens de jeugd en in het volwassen leven, hoe men aankijkt tegen de eigen adoptie en of men al dan niet op zoek is gegaan naar meer informatie over de eigen achtergrond. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relatie tussen welzijn en houding ten aanzien van de eigen adoptie en de zoektocht naar meer informatie over de achtergrond.

7.1 Invloed van leeftijd waarop men is geadopteerd

Van alle personen die meegedaan hebben aan het onderzoek is net iets meer dan de helft in het eerste levensjaar geadopteerd (53%). Net iets minder dan de helft (47%) is na het eerste levensjaar geadopteerd. In deze paragraaf wordt gekeken of al dan niet in het eerste levensjaar geadopteerd zijn invloed heeft op hoe gelukkig men was tijdens de jeugd en hoe gelukkig men in het volwassen leven is en in hoeverre dit de houding ten aanzien van de eigen adoptie en zoekgedrag beïnvloedt.

Om te kijken naar hoe gelukkig men in het algemeen in de jeugd was wordt gebruik gemaakt van het item ‘ik heb al met al een gelukkig jeugd gehad’. Er blijkt een duidelijke relatie tussen de leeftijd waarop personen geadopteerd zijn en de mate waarin men aangeeft een gelukkige jeugd te hebben gehad. Personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn, geven vaker aan dat zij een gelukkige jeugd gehad hebben dan personen die na hun eerste levensjaar geadopteerd zijn (figuur 7.1.1). Bijna 70% van de geadopteerde volwassenen die in hun eerste levensjaar geadopteerd zijn geeft aan een gelukkige jeugd te hebben gehad. Voor geadopteerde volwassenen die na hun eerste levensjaar zijn geadopteerd was dit 56%.

7.1.1 Percentage dat een gelukkige jeugd heeft gehad, uitgesplitst naar of men geadopteerd is in het eerste levensjaar of daarna
Ik heb al met al een gelukkige jeugd gehadIn eerste levensjaar geadopteerd (%)Na eerste levensjaar geadopteerd (%)
Helemaal oneens4,27,9
Oneens11,714,5
Niet eens, niet oneens15,321,7
Eens34,332,5
Helemaal eens34,423,4


Verder is onderzocht in hoeverre er ook een relatie is tussen de leeftijd waarop men geadopteerd is en hoe gelukkig men is tijdens het volwassen leven. Hiervoor wordt gekeken naar het item ‘Ik ben tevreden met mijn leven alles bij elkaar genomen’. Figuur 7.1.2 laat zien dat, net als bij geluk tijdens de jeugd, de leeftijd waarop men geadopteerd is (al dan niet in het eerste levensjaar) invloed heeft op hoe gelukkig men tijdens het volwassen leven is. Personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn, geven vaker aan tevreden te zijn met hun leven dan personen die na het eerste levensjaar geadopteerd zijn (81% versus 76%).

7.1.2 Percentage dat tevreden is met zijn/haar leven, uitgesplitst naar of men geadopteerd is in het eerste levensjaar of daarna
Ik ben tevreden met mijn leven, alles bij elkaar genomenIn eerste levensjaar geadopteerd (%)Na eerste levensjaar geadopteerd (%)
Helemaal oneens1,92,6
Oneens7,49,0
Niet eens, niet oneens10,112,4
Eens46,246,7
Helemaal eens34,429,4


In lijn met deze bevindingen is er ook een relatie tussen leeftijd waarop men geadopteerd is en de mate waarin men ooit contact heeft gehad met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Personen die na het eerste levensjaar geadopteerd zijn, hebben vaker psychologische hulp gehad (66%) dan personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn (63%).

7.1.3 Percentage dat ooit psychologische hulp gehad heeft, uitgesplitst naar of men geadopteerd is in het eerste levensjaar of daarna
Heeft u ooit voor uzelf contact gehad met een psycholoog, psychiater of psychoterapeut?In eerste levensjaar geadopteerd (%)Na eerste levensjaar geadopteerd (%)
Niet beantwoord1,61,7
Nee35,732,5
Ja62,765,8
 

Er is ook duidelijk een relatie tussen de leeftijd waarop men geadopteerd is en hoe blij men is dat hij/zij geadopteerd is. Figuur 7.1.4 laat zien dat geadopteerde personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn vaker aangeven het (helemaal) eens te zijn met de stelling blij te zijn dat ze geadopteerd zijn dan personen die na het eerste levensjaar geadopteerd zijn (73% versus 66%).

7.1.4 Percentage dat blij is geadopteerd te zijn, uitgesplitst naar of men geadopteerd is in het eerste levensjaar of daarna
Ik ben blij dat ik geadopteerd benIn eerste levensjaar geadopteerd (%)Na eerste levensjaar geadopteerd (%)
n.v.t.1,21,4
Helemaal oneens3,26,7
Oneens3,34,1
Niet eens, niet oneens19,621,5
Eens23,825,3
Helemaal eens48,941,0


De relatie tussen de leeftijd waarop men geadopteerd is en of men wel of niet op zoek is gegaan naar meer informatie over de achtergrond is kleiner (figuur 7.1.5). Personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn, geven iets vaker aan zelf op zoek te zijn gegaan naar meer informatie over zijn/haar achtergrond (53% versus 49%).

7.1.5 Percentage dat zelf op zoek is gegaan naar meer informatie over zijn/haar achtergrond, uitgesplitst naar of men geadopteerd is in het eerste levensjaar of daarna
Bent u zelf op zoek gegaan naar meer informatie over uw achtergrond?In eerste levensjaar geadopteerd (%)Na eerste levensjaar geadopteerd (%)
Ja53,149,4

7.2 Welzijn en zoekgedrag

Uit hoofdstuk 3 komt naar voren dat het welzijn van geadopteerde personen in Nederland in het algemeen hoog is en dat geadopteerde volwassenen in het algemeen positief staan ten opzichte van hun eigen adoptie (hoofdstuk 4). Tegelijkertijd is duidelijk dat veel geadopteerde personen op zoek zijn naar hun roots en dat veel personen hier problemen bij ondervinden doordat zij foute documenten tegenkomen tijdens hun zoektocht (hoofdstuk 5). Tot slot wordt in dit onderzoek nog ingegaan op de relatie tussen algemeen welzijn en houding ten aanzien van hun eigen adoptie en de zoektocht naar meer informatie. Mensen die het eens of helemaal eens zijn met de volgende drie items: 1) Mijn leven is ideaal in de meeste opzichten, 2) Mijn levensomstandigheden zijn uitstekend, en 3) Ik ben tevreden met mijn leven alles bij elkaar genomen, worden gekenmerkt als gelukkig (63%) en de overige personen als minder gelukkig (37%).

Het is duidelijk dat algemeen welzijn hand in hand gaat met een positieve houding ten aanzien van de eigen adoptie. Figuur 7.2.1 laat zien dat personen die aangegeven hebben in het algemeen gelukkig te zijn, vaker aangeven blij te zijn geadopteerd te zijn dan personen die minder gelukkig zijn (82% versus 48%). 

7.2.1 Percentage dat blij is geadopteerd te zijn, uitgesplitst naar of men gelukkig of minder gelukkig is
Ik ben blij dat ik geadopteerd benMinder gelukkig (%)Gelukkig (%)
n.v.t.1,71,0
Helemaal oneens11,61,0
Oneens7,81,3
Niet eens, niet oneens30,714,6
Eens22,225,8
Helemaal eens25,956,3


Er is ook duidelijk een relatie tussen de mate waarin geadopteerde personen gelukkig zijn en de mate waarin zij op zoek zijn gegaan naar meer informatie over hun adoptie en achtergrond. Van de geadopteerde personen die aangegeven hebben gelukkig te zijn met hun leven is minder dan de helft (47%) op zoek gegaan naar meer informatie over hun adoptie en achtergrond. Van de geadopteerde personen die minder gelukkig zijn met hun leven is dit bijna 60% (figuur 7.2.2).

7.2.2 Percentage dat zelf op zoek is gegaan naar meer informatie over zijn/haar achtergrond, uitgesplitst naar of men gelukkig of minder gelukkig is
Bent u zelf op zoek gegaan naar meer informatie over uw achtergrond?Minder gelukkig (%)Gelukkig (%)
Ja59,646,6


Tot slot wordt in dit onderzoek gekeken of er een relatie is tussen algemeen welzijn en of personen tijdens hun zoektocht foute informatie tegen zijn gekomen. Figuur 7.2.3 laat duidelijk een relatie zien tussen hoe gelukkig geadopteerde personen zijn met hun leven en of zij tijdens hun zoektocht informatie tegen zijn gekomen die onjuist bleek te zijn. Achtentwintig procent van de geadopteerde personen die op zoek zijn gegaan en aangeven gelukkig te zijn met hun leven is informatie tegengekomen die onjuist bleek te zijn. Bij personen die aangeven minder gelukkig te zijn met hun leven is 44% informatie tegengekomen die niet bleek te kloppen. Geadopteerde personen die aangeven foute informatie tegen te zijn gekomen, geven dus significant vaker aan minder gelukkig te zijn.

7.2.3 Percentage dat tijdens de zoektocht onjuiste informatie is tegengekomen, uitgesplitst naar of men gelukkig of minder gelukkig is
Persoon is tijdens de zoektocht onjuiste informatie tegengekomenMinder gelukkig (%)Gelukkig (%)
Ja43,827,5


Ook is er duidelijk een relatie tussen het tegengekomen zijn van foute documenten tijdens de zoektocht en de mate waarin men blij is geadopteerd te zijn. Figuur 7.2.4 laat zien dat personen die aangeven geen foute documenten tegengekomen te zijn tijdens hun zoektocht duidelijk vaker aangeven blij te zijn geadopteerd te zijn dan personen die wel foute documenten tegen zijn gekomen tijdens hun zoektocht (69% versus 46%).

7.2.4 Percentage dat blij is geadopteerd te zijn, uitgesplitst naar of men tijdens de zoektocht onjuiste informatie is tegengekomen
Ik ben blij dat ik geaopteerd benGeen onjuiste informatie tegengekomen (%)Onjuiste informatie tegengekomen (%)
Helemaal oneens5,211,2
Oneens5,27,7
Niet eens, niet oneens20,635,3
Eens27,322,1
Helemaal eens41,723,8


De resultaten in dit hoofdstuk tonen dat er binnen de groep interlandelijk geadopteerde personen in Nederland ook verschillen zijn. Zo maakt het uit voor het welzijn vroeger en nu, de houding ten aanzien van de eigen adoptie en de zoektocht of iemand al dan niet in het eerste levensjaar geadopteerd is. Personen die in het eerste levensjaar geadopteerd zijn, blijken in de jeugd en nu gelukkiger te zijn, positiever te zijn over hun adoptie en iets vaker op zoek te zijn gegaan. Verder is duidelijk dat hoewel het welzijn van interlandelijk geadopteerde personen in Nederland gemiddeld genomen hoog is, er een duidelijke relatie is tussen welzijn en de zoektocht en de resultaten van de zoektocht. Geadopteerde personen die gelukkig zijn gaan minder vaak op zoek dan geadopteerde personen die minder gelukkig zijn. Verder geven geadopteerde personen die tijdens hun zoektocht gestuit zijn op onjuiste informatie aan minder gelukkig te zijn dan geadopteerde personen die tijdens hun zoektocht geen foute informatie tegengekomen zijn. Ook zijn zij minder positief over hun eigen adoptie.