5. Benadering 45 dienstjaren
Het bepalen van het aantal personen met 21 dienstjaren was in het Verkennend Onderzoek 45 dienstjaren een tussenstap om een schatting te maken van het aantal personen met 45 dienstjaren. Niet alle personen met 21 dienstjaren halen uiteindelijk 45 dienstjaren. In het verkennende onderzoek zijn drie benadering van het aantal mensen met 45 dienstjaren onderzocht. Dit hoofdstuk beschrijft de benadering van het aantal personen met 45 dienstjaren op basis van het SSB als ook rekening gehouden wordt met dienstjaren door gelijkstellingen. In die benadering is aangenomen dat lager opgeleiden vanaf 16 jaar zijn gaan werken, middelbaar opgeleiden vanaf 19 jaar en hoger opgeleiden vanaf 22 jaar (zie Paragraaf 2.3).
5.1. Totaal en aandeel vrouwen
De gelijkstelling voor volledige arbeidsongeschiktheid zorgt van de acht individuele gelijkstellingen voor de grootste toename van het geschatte aantal mensen met 45 dienstjaren. Dat aantal neemt dan met ruim 35 duizend mensen toe (zie Tabel 5.1.1). Alle gelijkstellingen samen zorgen ervoor dat het aantal mensen met 45 dienstjaren anderhalf keer zo groot wordt.
Basis voor bepaling dienstjaren | Aantal | Aandeel vrouwen % |
---|---|---|
Werk | 241 100 | 30 |
Werk + jong kind in huishouden | 242 500 | 30 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen | 243 500 | 30 |
Werk + Ziektewetuitkering | 243 500 | 30 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid jong gehandicapten | 245 600 | 31 |
Werk + uitkering gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 252 100 | 30 |
Werk + onbetaald verlof | 252 100 | 30 |
Werk + werkloosheidsuitkering | 265 600 | 31 |
Werk + uitkering volledige arbeidsongeschiktheid | 277 500 | 33 |
Werk + alle acht gelijkstellingen | 360 900 | 34 |
De helft van de gelijkstellingen heeft een zeer beperkte invloed op het geschatte aantal mensen met 45 dienstjaren. De gelijkstelling voor een jong kind in het huishouden valt hier ook onder. Dat komt doordat deze gelijkstelling onder mensen met 21 dienstjaren met een hogere leeftijd niet vaak voorkomt. Maar impliciet zit dit gegeven wel in het geschatte aantal. Van de personen met 21 dienstjaren is tenslotte aangenomen dat ze vanaf het einde van hun opleiding gewerkt hebben. Als ze enkele jaren niet gewerkt hebben vanwege de zorg voor een jong kind, dan zijn die jaren in de benadering van het aantal mensen met 45 dienstjaren toch als gewerkte jaren meegenomen.
Het aandeel vrouwen onder het geschatte aantal mensen met 45 dienstjaren verandert niet veel door de gelijkstellingen (zie Tabel 5.1.1). Het neemt maximaal met enkele procentpunten toe, maar blijft ongeveer een op drie vrouwen.
5.2. Opleidingsniveau
In de verdeling naar onderwijsniveau binnen het geschatte aantal mensen met 45 dienstjaren verandert door rekening te houden met de gelijkstellingen weinig. Alleen bij de gelijkstelling volledige arbeidsongeschiktheid en alle gelijkstellingen samen is het aandeel lager opgeleiden iets hoger en dat van middelbaar- en hoger opgeleiden iets lager (zie Tabel 5.2.1). Bij de gelijkstelling onbetaald verlof is het aandeel lager opgeleiden iets kleiner geworden.
Basis voor dienstjaren | Lager opgeleid % | Middelbaar opgeleid % | Hoger opgeleid % |
---|---|---|---|
Werk | 53 | 37 | 10 |
Werk + jong kind in huishouden | 53 | 37 | 10 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen | 53 | 37 | 10 |
Werk + Ziektewetuitkering | 53 | 37 | 10 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid jong gehandicapten | 53 | 36 | 10 |
Werk + uitkering gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 53 | 37 | 10 |
Werk + onbetaald verlof | 52 | 37 | 11 |
Werk + werkloosheidsuitkering | 53 | 37 | 10 |
Werk + uitkering volledige arbeidsongeschiktheid | 56 | 35 | 9 |
Werk + alle acht gelijkstellingen | 57 | 35 | 8 |
Bij elke gelijkstelling zijn er wel meer lager opgeleiden bij het aantal mensen met 45 dienstjaren bijgekomen dan bij middelbaar- of hoger opgeleiden (zie Tabel 5.2.2). Bij de gelijkstelling werkloosheidsuitkering zijn dat bijvoorbeeld bijna 14 duizend mensen, bij de gelijkstelling volledige arbeidsongeschiktheid ruim 27 duizend en bij alle gelijkstellingen samen bijna 80 duizend. Ter vergelijking: bij alle gelijkstellingen samen nam het aantal mensen met 45 dienstjaren met ruim 36 duizend mensen toe bij middelbaar opgeleiden en met nog geen 4 duizend bij hoger opgeleiden. Hier speelt wel mee dat hoger opgeleiden pas vanaf 66 jaar mee gaan tellen in het aantal mensen met 45 dienstjaren.
Gelijkstelling | Lager opgeleid | Middelbaar opgeleid | Hoger opgeleid |
---|---|---|---|
Jong kind in huishouden | 1 000 | 300 | 100 |
Uitkering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen | 1 300 | 900 | 100 |
Ziektewetuitkering | 1 500 | 800 | 100 |
Uitkering arbeidsongeschiktheid jong gehandicapten | 3 800 | 600 | 0 |
Uitkering gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 7 100 | 3 600 | 300 |
Onbetaald verlof | 4 800 | 4 400 | 1 900 |
Werkloosheidsuitkering | 13 800 | 9 800 | 1 000 |
Uitkering volledige arbeidsongeschiktheid | 27 200 | 8 900 | 300 |
Alle acht gelijkstellingen | 79 700 | 36 400 | 3 700 |
5.3. Migratieachtergrond
Onder de mensen met 45 dienstjaren op grond van alleen werk heeft ongeveer een op de negen een migratieachtergrond. Omdat het daarbij om relatief kleine aantallen gaat, heeft de grotere invloed van diverse gelijkstellingen op het aantal personen met een migratieachtergrond weinig effect op hun aandeel in de groep mensen met 45 dienstjaren (zie tabel 5.3.1). Het aandeel personen met een niet-westerse migratieachtergrond is nog het meest toegenomen bij de gelijkstelling volledige arbeidsongeschiktheid en bij alle gelijkstellingen samen. Overigens verdubbelt het aantal mensen met een niet-westerse migratieachtergrond binnen de groep mensen met 45 dienstjaren als rekening wordt gehouden met alle gelijkstellingen samen: van 9 duizend naar ruim 18 duizend. Maar ten opzichte van ruim 314 duizend mensen met een Nederlandse achtergrond is dat nog altijd een beperkt aantal.
Basis voor dienstjaren | Westers % | Niet-westers % |
---|---|---|
Werk | 7,5 | 3,7 |
Werk + jong kind in huishouden | 7,6 | 3,8 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen | 7,5 | 3,8 |
Werk + Ziektewetuitkering | 7,5 | 3,8 |
Werk + uitkering arbeidsongeschiktheid jong gehandicapten | 7,5 | 3,7 |
Werk + uitkering gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid | 7,6 | 3,9 |
Werk + onbetaald verlof | 7,6 | 3,7 |
Werk + werkloosheidsuitkering | 7,7 | 3,9 |
Werk + uitkering volledige arbeidsongeschiktheid | 7,5 | 4,3 |
Werk + alle acht gelijkstellingen | 7,8 | 5,1 |