1913-Invaliditeitswet

Optuigen sociaal vangnet voor invaliden

In 1913 voerde minister Aritius Sybrandus Talma de invaliditeits- en Ouderdomswet in. Bij ontstane invaliditeit werd een pensioen uitgekeerd. Werknemers waren daarbij verplicht verzekerd voor invaliditeit. Verzekering voor zelfstandigen was vrijwillig. De uitkering werd betaald door het Rijk. Ook het bereiken van de destijds zeer hoge leeftijd van 70 jaar werd gezien als een vorm van invaliditeit. In 1919 werd dit verlaagd naar 65 jaar.


Vrouw in Wilhelmina gasthuis te Amsterdam (1913).

Karige regelingen

Net als de Ongevallenwet fungeerde de Invaliditeitswet tot 1967, waarna ze vervangen werden door de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Naar de maatstaven van de jaren zestig waren de uitkeringen volgens de oudere regelingen karig. Bovendien was niet voorzien in het geval dat niet-werkenden gehandicapt raakten of dat al van jongs af aan waren. De WAO gold voor veel meer gevallen dan de oude regelingen. De uitkering bedroeg bij invoering 80 procent van het laatstverdiende loon en ging in zodra iemand langer dan een jaar arbeidsongeschikt was. De WAO werd ingevoerd door de minister van Sociale Zaken, Gerard Veldkamp (KVP). Voor mensen zonder arbeidsverleden als werknemer kwam er in 1976 een volksverzekering, de AAW.

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
StartjaardataOngevallenwet (x 1 000)Ongevallenwet en Invaliditeitswet (x 1 000)Ongevallenwet, Invaliditeitswet en Land- en Tuinbouwongevallenwet (x 1 000)WAO inclusief nog lopende invaliditeitsrenten (x 1 000)WAO en AAW (x 1 000)WAO, Wajong en WAZ (x 1 000)WIA wn Wajong (x 1 000)
19051
1906
1907
1908
1909
19106
1911
1912
1913
1914
191510
1916
1917
1918
1919
19201313
1921
1922
1923
1924
19252626
1926
1927
1928
1929
193027
1931
1932
1933
1934
193548
193650
193752
193855
193964
194077
194184
194288
194392
194496
194596
194688
194795
194893
194994
195098
1951101
1952104
1953105
1954108
1955111
1956113
1957115
1958120
1959125
1960133
1961139
1962145
1963153
1964170
1965194
1966224
1967236236
1968252
1969278
1970295
1971312
1972332
1973353
1974374
1975406
1976527527
1977580
1978625
1979660
1980661
1981689
1982711
1983730
1984751
1985767
1986783
1987793
1988814
1989845
1990879
1991904
1992913
1993921
1994894
1995860
1996855
1997865
1998907907
1999926
2000957
2001981
2002993
2003982
2004961
2005899899
2006863
2007847
2008838
2009834
2010832
2011825
2012817
2013818
2014820
2015807
2016807
2017807
2018812
2019818
2020816
2021818
2022828
2023841
De tijdreeksen sociale zekerheid wijken af van de actuele reeksen. De eerste betreffen eindejaarscijfers, de tweede jaargemiddelden

Tot de komst van WAO waren de aantallen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen relatief bescheiden, al stegen ze voor de invoering al licht. Echter steeg het aantal WAO’ers in de jaren zestig, zeventig en tachtig in een tot dan toe ongekend tempo. De geschiedenis van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen is vanaf die tijd vooral een gevecht van de politiek om het aantal uitkeringen te beperken. Tot halverwege de jaren zestig werden er minder dan 200 duizend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen per jaar verstrekt; vanaf eind jaren tachtig tot heden meer dan 800 duizend.

Grote stelselherziening

Na veel politiek debat werd de WAO in 1987 herzien, als onderdeel van de grote stelselherziening sociale zekerheid. De uitkering werd na verloop van tijd lager dan de 80 procent die tot dusverre had gegolden. Als iemand gedeeltelijk arbeidsongeschikt was en gedeeltelijk werkloos, dan kreeg deze niet langer een volledige WAO-uitkering zoals voorheen. Voor het deel werkloosheid moest voortaan een WW-uitkering worden aangevraagd, maar deze heeft een kortere duur. De versobering heeft schijnbaar geen effect gehad: het aantal WAO-uitkeringen bleef stijgen. De politiek reageerde met het instellen van een parlementaire enquête.

De parlementaire enquête naar de uitvoering sociale verzekeringen onder leiding van Flip Buurmeijer concludeerde dat door diverse oorzaken de werknemersverzekeringen niet doelmatig en doeltreffend werden uitgevoerd. Nadat de enquêtecommissie haar bevindingen had gepresenteerd werd een aantal wijzigingen doorgevoerd, met name in de uitvoering. Ook liepen WAO-uitkeringen niet langer onbeperkt door. Er kwamen herkeuringen, op basis waarvan werd vastgesteld of de arbeidsongeschiktheid nog steeds gold.

Uitkeringen daalden

Het aantal uitkeringen daalde inderdaad enigszins midden jaren negentig. Er werden nog meer maatregelen getroffen zoals invoering van de wet PEMBA: werkgevers betaalden voortaan alle WAO-premies en deze werden hoger naarmate er meer werknemers van het bedrijf in de WAO terechtkwamen. Ondanks alle maatregelen steeg het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen eind jaren negentig verder. Uiteindelijk ging de WAO in 2005 definitief op de schop. Met de premiedifferentiatie werd in 2008 gestopt. De verplichte WAO voor zelfstandigen, de WAZ, werd in 2004 gesloten voor nieuwe gevallen. De WAZ liep vanaf 1998.

In 2005 werd de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) ingevoerd, ter vervanging van de WAO. De WIA is het nog altijd bestaande systeem voor uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. Centraal bij de WIA staat het percentage arbeidsongeschiktheid. Wie meer dan 80 procent arbeidsongeschikt is, krijgt een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering, de Inkomensverzekering Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). Met tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschiktheid krijgt men WGA: Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. Waar mensen met IVA niet geacht worden nog te werken, moeten mensen met WGA zo snel mogelijk ‘re-integreren’: zij dienden passend werk te vinden. Mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt worden verklaard, hebben geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Overigens loopt de WAO nog door voor mensen die daar eerder al recht op hadden.

Toen de AAW in 1998 werd afgeschaft, kwam hiervoor naast de WAZ, de Wajong in de plaats. De Wet Wajong, werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, is er voor mensen die al vanaf jonge leeftijd gehandicapt zijn. Deze werd in 2015 herzien. De naam Wajong bleef behouden, maar staat sindsdien net voor iets anders: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. De Wajong gaat over handicaps die al bestaan vóór het achttiende levensjaar. Men kan ook recht op Wajong hebben als de handicap pas na het achttiende levensjaar is geconstateerd.

Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen
 WAO (x 1 000)Wajong (x 1 000)WAZ (x 1 000)IVA (x 1 000)WGA (x 1 000)
1998719,4115,357,7
1999736,7121,157,1
2000759,5125,757,2
2001783,7128,857,0
2002798,2132,256,8
2003795,0136,057,0
2004772,6140,155,5
2005734,2144,654,3
2006669,6151,149,61,88,0
2007617,9161,144,66,022,7
2008580,0172,440,711,137,8
2009542,2184,636,616,953,8
2010503,0198,232,224,172,3
2011464,6210,928,132,292,1
2012423,8221,624,139,6110,6
2013390,1232,621,147,1127,2
2014358,8244,618,456,8141,5
2015329,9250,116,267,3152,7
2016306,0248,114,578,7163,8
2017284,7246,612,992,8173,2
2018265,0245,711,6106,3185,0
2019247,2244,810,4122,4193,9
2020225,5243,59,1132,7205,9
2021204,5243,17,9142,0219,2
2022188,7243,87,0152,8234,6
2023174,3244,96,2164,7246,9
De cijfers in deze figuur zijn afkomstig van actuele reeksen. Deze wijken af van die uit de tijdreeksen sociale zekerheid.

Naast arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn er ook al heel lang regelingen voor ziekteverzuim. Afspraken hierover stonden in veel cao’s. Van 1930 tot 2004 gold voor alle werknemers de Ziektewet. Volgens de oorspronkelijk wet werd na een korte wachttijd een half jaar lang 80 procent van het loon uitbetaald. Sinds 2004 moet het loon van zieke werknemers twee jaar lang worden doorbetaald door de werkgever. Dit is geregeld binnen de WIA. Er zijn in dit verband wel allerlei inspanningsverplichtingen voor werkgever en werknemer, vastgelegd in de Wet Verbetering Poortwachter. Het CBS heeft wel statistieken over ziekteverzuim, maar niet over de bedragen die zieke werknemers ontvangen. Overigens geldt de WIA alleen voor werknemers waarvoor premie is betaald. Voor zieke werknemers die geen werkgever meer hebben die hun loon moet doorbetalen (bijvoorbeeld zieke WW’ers, mensen zonder werkgever en werknemers waarvoor geen betalingsverplichting geldt), bestaat de Ziektewet nog altijd als vangnetregeling.

Bronnen

Relevante links