Auteur: Niels Kooiman, Niek van Leeuwen
Bevolkingsontwikkeling van bevolkingskernen tussen 2011 en 2021

1. Inleiding

In dit artikel wordt de demografische ontwikkeling van bevolkingskernen (CBS, 2021) in Nederland beschreven voor de periode 2011-2021. Regelmatig publiceert het CBS berichten over de bevolkingsontwikkeling in gemeenten. Anders dan gemeenten zijn bevolkingskernen geen administratieve eenheden. Bevolkingskernen worden bepaald aan de hand van de fysiek-ruimtelijke structuur van het grondgebied (Vliegen, Van Leeuwen, & Kerkvliet, 2006) (zie Hoofdstuk 2 voor toelichting). De omvang van bevolkingskernen kan variëren van grote stedelijke agglomeraties tot dorpen en kleine gehuchten. Op 1 januari 2021 woonde bijna 93 procent van de Nederlandse bevolking in een bevolkingskern. De overige 7 procent (bijna 1,3 miljoen inwoners) woonde buiten de kernen, in verspreide huizen in het landelijk gebied of in dorpen of gehuchten met lintbebouwing, bijvoorbeeld langs een kanaal.

Ten opzichte van gemeenten biedt het publiceren over bevolkingskernen extra informatie. In de meeste gevallen gaat het om een lager ruimtelijk schaalniveau en dus meer detailniveau. De meeste gemeenten bestaan immers uit meerdere bevolkingskernen die een andere ontwikkeling kunnen laten zien dan de gemeente als geheel. Zo waren er in 2021 ruim 2 000 bevolkingskernen en 342 gemeenten. Door de voortgaande samenvoeging van gemeenten (CBS, 2023) zijn gemeenten steeds groter geworden en bevatten deze steeds meer verschillende kernen. Dit geldt het sterkst in de minder verstedelijkte gebieden in Nederland. Een goed voorbeeld hiervan is de Friese gemeente Súdwest Fryslân: deze gemeente omvat 56 verschillende bevolkingskernen, waarvan de steden Sneek en Bolsward de grootste zijn.

1.0.1 Bevolkingskernen in de gemeente Súdwest Fryslân, 2021

  

In sommige gevallen spreidt een bevolkingskern zich juist over meerdere gemeenten uit. Dit speelt voornamelijk in stedelijke regio’s. Een goed voorbeeld is de kern Groot-Leiden, die overlapt met 9 verschillende gemeenten: Leiden, Oegstgeest, Leiderdorp, Voorschoten, Katwijk, Noordwijk, Zoeterwoude, Teylingen en een klein stukje van Alphen aan den Rijn. Groot-Rotterdam spreidt zich uit over de meeste gemeenten (10), Groot ’s-Gravenhage en Groot-Amsterdam over 8.

1.0.2 De bevolkingskern Groot-Leiden spreidt zich uit over 9 gemeenten

De bevolkingskern Groot-Leiden spreidt zich uit over 9 gemeenten

De bevolkingsontwikkeling van een gemeente kan een grote verscheidenheid aan groei of krimp tussen de steden, dorpen en gehuchten binnen die gemeente maskeren. Zo is het mogelijk dat sommige dorpen binnen een gemeente groeien, terwijl andere dorpen te maken hebben met bevolkingskrimp. Daarom wordt in dit artikel beschreven hoe de bevolking van grote en kleine kernen zich in verschillende regio’s heeft ontwikkeld in de periode 2011-2021.

De bevolkingsontwikkeling van kernen wordt bepaald door enerzijds het saldo van geboorten en sterfte (de natuurlijke aanwas) en anderzijds de in- en uitstroom van bewoners. Dit laatste kan binnenlandse verhuizingen betreffen, maar ook buitenlandse migratie. Op lokaal niveau kunnen de verhuisbewegingen tussen nabijgelegen kernen niet alleen worden toeschreven aan verschillen in hoe graag mensen in een dorp of stad willen wonen, maar ook aan de locatie van nieuwbouw. In sommige kernen is ruimte geweest voor nieuwbouw, in andere kernen niet of in mindere mate. Nieuwbouw faciliteert de toestroom van nieuwe inwoners. Op hogere ruimtelijke schaalniveaus zoals regio’s zijn economische factoren zoals werkgelegenheid meer van belang voor de verhuisstromen (Lennartz, Troost, & Schilder, 2023).