3. Resultaten
3.1 Aantal en eigendom stekkerauto's
Begin 2023 telde Nederland ruim 511 duizend stekkerauto’s, 6 procent van alle personenauto’s. Dat waren er 3,7 keer zo veel als vier jaar eerder. In de afgelopen vier jaar kwamen er meer auto’s met een stekker bij dan auto’s op benzine. Het aantal diesels nam in deze periode af. Met name het aantal volledig elektrische auto's is toegenomen. Begin 2023 was 65 procent van alle stekkerauto’s volledig elektrisch. Van alle personenauto’s in Nederland was bijna 4 procent volledig elektrisch.
FEV - natuurlijk persoon (x 1 000) | FEV - rechtspersoon (x 1 000) | PHEV - natuurlijk persoon (x 1 000) | PHEV - rechtspersoon (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
2019 | 9,1 | 35,5 | 23,2 | 70,7 |
2020 | 18,8 | 87,5 | 34,1 | 56,8 |
2021 | 37,7 | 136,1 | 60,7 | 38,6 |
2022 | 63,9 | 181,2 | 100 | 44,2 |
2023 | 110,7 | 219,5 | 125,7 | 55,3 |
Kwart zakelijke personenauto's heeft een stekker
Rechtspersonen (zakelijke rijders) bezitten verhoudingsgewijs vaker een stekkerauto dan natuurlijke personen: 25,6 procent van de zakelijke personenauto's is elektrisch. Bij natuurlijke personen (particulieren of eenmanszaken) is dit 3,0 procent. De afgelopen vier jaar is het bezit van een FEV of PHEV bij natuurlijke personen procentueel sterker toegenomen dan bij rechtspersonen.
Van alle auto’s in het personenautopark stond op 1 januari 2023 het grootste deel op naam van een natuurlijk persoon (88 procent). Van de stekkerauto's was 54 procent eigendom van een zakelijke rijder.
Meestal van benzine naar elektrisch
Van de natuurlijke personen die begin 2023 een auto met een stekker hadden, had 22 procent vier jaar eerder geen auto op naam. De groep die wel een auto had, bezat meestal alleen een benzineauto (58 procent) of een diesel (16 procent). 12 procent had in 2019 ook al een stekkerauto in bezit.
Stekkerauto rijdt bijna evenveel kilometers als diesel
Een stekkerauto reed in 2022 gemiddeld 56 kilometer per dag. De kilometrage van stekkerauto’s komt hiermee in de buurt van dieselauto’s, die gemiddeld 58 kilometer per dag aflegden. Rechtspersonen reden in 2022 gemiddeld 65 kilometer per dag met een stekkerauto, natuurlijke personen 47 kilometer. Van alle personenautokilometers afgelegd in 2022 werd 8,2 procent gereden met een FEV of PHEV, in 2018 was dit 2,7 procent.
3.2 Welke branches tellen de meeste elektrische auto’s?
Begin 2022 waren er ongeveer 1 miljoen personenauto’s in bezit van een rechtspersoon; hiervan was 22 procent een stekkerauto. In 8 op de 10 gevallen was dit een volledig elektrische auto. De meeste personenauto’s worden gebruikt in de handel. Bijna 22 procent van de personenauto’s gebruikt in deze branche was een stekkerauto (bijna 45 duizend stuks).
Relatief meeste stekkerauto’s in branche energievoorziening
Bedrijven in de branche energievoorziening en de branche financiële dienstverlening hebben het grootste deel van hun wagenpark geëlektrificeerd. Van alle personenauto’s in de energievoorziening is 59 procent een stekkerauto, in de financiële dienstverlening is dat 37 procent van hun autopark.
De wagenparken waarvan het kleinste deel uit stekkerauto’s bestaat zijn te vinden in de branche openbaar bestuur en overheidsdiensten en in de branche verhuur en overige zakelijke dienstverlening.
Branche | Stekkerauto's (x 1 000) | Overige brandstoffen (x 1 000) |
---|---|---|
Handel | 43,691 | 158,606 |
Verhuur en overige zakelijke dienstverlening | 19,611 | 117,431 |
Specialistische zakelijke dienstverlening | 40,398 | 94,581 |
Informatie en communicatie | 22,950 | 56,261 |
Bouwnijverheid | 14,071 | 58,699 |
Industrie | 14,262 | 49,481 |
Financiële dienstverlening | 20,636 | 35,490 |
Vervoer en opslag | 7,543 | 39,094 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 5,664 | 28,796 |
Verhuur van en handel in onroerend goed | 4,754 | 11,988 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 1,908 | 14,696 |
Horeca | 2,986 | 12,923 |
Onderwijs | 1,788 | 9,268 |
Overige dienstverlening | 2,000 | 8,501 |
Cultuur, sport en recreatie | 1,586 | 7,025 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 1,702 | 6,514 |
Energievoorziening | 3,663 | 2,534 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 1,291 | 2,827 |
Winning van delfstoffen | 0,182 | 0,563 |
Onbekend | 15,149 | 82,644 |
3.3 Wie rijden er particulier elektrisch?
Begin 2021 had 47,4 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder een auto; hiervan had 1,4 procent een stekkerauto. In totaal waren er ruim 96 duizend natuurlijke personen met een volledig elektrische auto of plug-in hybride op hun naam. De andere 6,6 miljoen particuliere autobezitters hadden een niet-elektrische auto.
Vooral mannen
Ruim 60 procent van alle Nederlandse personenauto’s staat op naam van een man. Bij stekkerauto’s is het aandeel mannen hoger: 77 procent. In de praktijk kunnen naast de eigenaar ook andere leden van het huishouden gebruikmaken van die (oplaadbare) auto.
Mannen ( %) | Vrouwen ( %) | |
---|---|---|
18 tot 30 jaar | 0,9 | 0,3 |
30 tot 40 jaar | 1,9 | 0,9 |
40 tot 50 jaar | 2,5 | 1,2 |
50 tot 60 jaar | 2,5 | 1,1 |
60 tot 70 jaar | 2 | 0,8 |
70 jaar of ouder | 0,8 | 0,3 |
Totaal | 1,8 | 0,8 |
Meeste (stekker)auto’s onder 40- tot 60-jarigen
Het particuliere autobezit is het hoogst onder 40- tot 60-jarigen. Ruim 55 procent van de mensen in deze leeftijdsgroep bezit een auto. Ook het bezit van een stekkerauto is het hoogst in deze leeftijdsgroep: 1,9 procent van deze autobezitters heeft een FEV of PHEV. Onder 60-plussers is het autobezit lager. Zij hebben vaker een conventionele auto met brandstofmotor: 1,1 procent van de autobezitters in deze leeftijdsgroep heeft een stekkerauto. Onder 40-minners zijn met 63,5 procent relatief veel mensen zonder auto. 1,1 procent van de autobezitters jonger dan 40 jaar heeft een stekkerauto.
Het hogere stekkerautobezit onder 40- tot 60-jarigen in vergelijking met 30- tot 40-jarige autobezitters wordt vooral verklaard doordat 40- tot 60-jarigen met een auto vaker in de hoogste inkomensgroep vallen en vaker vrijstaand wonen.
Kenmerken | Aantal (x 1 000) |
---|---|
Natuurlijk persoon, 18 tot 30 jaar | 4,578 |
Natuurlijk persoon, 30 tot 40 jaar | 15,638 |
Natuurlijk persoon, 40 tot 50 jaar | 22,666 |
Natuurlijk persoon, 50 tot 60 jaar | 27,557 |
Natuurlijk persoon, 60 tot 70 jaar | 18,146 |
Natuurlijk persoon, 70 jaar of ouder | 7,727 |
Rechtspersoon | 44,700 |
Vooral huishoudens met kinderen bezitten (stekker)auto
In 68,0 procent van de huishoudens is minimaal één auto aanwezig; 1,7 procent van deze huishoudens heeft een auto met een stekker. Van de huishoudens met een stekkerauto bezit meer dan de helft daarnaast ook nog een auto die rijdt op fossiele brandstof.
Het autobezit is het hoogst bij huishoudens die bestaan uit paren met kinderen. Ruim 90 procent van deze huishoudens heeft minimaal één auto, waarbij het in 2,7 procent van de gevallen een stekkerauto betreft. Onder eenpersoonshuishoudens is het autobezit lager; van de 45,6 procent eenpersoonshuishoudens die een auto bezitten heeft 0,7 procent een stekkerauto.
Tussen 2020 en 2023 nam het aandeel huishoudens met een elektrische auto toe van 0,9 naar 4,0 procent.
Inkomensbron en inkomen belangrijkste kenmerken
Onder huishoudens waarin de hoofdkostwinner een inkomen heeft als zelfstandige is het autobezit het hoogst (77,6 procent). Van deze ondernemershuishoudens met een auto heeft 5,4 procent een stekkerauto. Dit is meer dan bij huishoudens met een inkomen als werknemer(s) met een auto, waarvan 1,4 procent een stekkerauto bezit. Onder huishoudens die leven van een uitkering of studiefinanciering is het autobezit en het stekkerautobezit het laagst.
Om na te gaan wat de relatie is tussen huishoudinkomen en het bezit van een oplaadbare auto zijn huishoudens ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar inkomen. Daarvoor zijn de huishoudens verdeeld in vier inkomensgroepen (kwartielen) van gelijke omvang. Uit deze analyse blijkt dat hoe hoger het huishoudinkomen is, hoe hoger ook het autobezit en het stekkerautobezit van het huishouden. Van het kwartiel huishoudens met de laagste inkomens heeft 41,7 procent een auto en daarvan heeft 0,6 procent een stekkerauto. Van de 25 procent huishoudens met de hoogste inkomens heeft 85,1 procent een auto, en daarvan heeft 3,5 procent een oplaadbare auto.
Ruim 6 op de 10 particuliere stekkerauto's in hoogste inkomenskwartiel
Van alle stekkerauto’s van particulieren is 62,7 procent eigendom van de 25 procent huishoudens met het hoogste inkomen. 5,4 procent van de stekkerauto’s is eigendom van de 25 procent huishoudens met het laagste inkomen.
Auto in huishouden | 1e 25%-groep (laagste) (%) | 2e 25%-groep (%) | 3e 25%-groep (%) | 4e 25%-groep (hoogste) (%) |
---|---|---|---|---|
Stekkerauto | 5,5 | 9,9 | 22,2 | 62,4 |
Ander soort auto | 14,9 | 25,5 | 30,0 | 29,6 |
Geen auto | 49,4 | 24,5 | 13,5 | 12,7 |
Meeste (stekker)auto’s bij huishoudens in vrijstaande woning
Huishoudens die in een vrijstaand huis wonen, hebben het vaakst een auto (85,4 procent). Van de autobezitters uit deze huishoudens heeft 3,5 procent een stekkerauto. Bij huishoudens wonend in een twee-onder-een-kapwoning bezit 85,1 procent een auto, waarvan 2,1 procent een auto met een stekker. Huishoudens die een flat of appartement bewonen, hebben het minst vaak een auto (47,8 procent). Van de huishoudens uit deze groep met een auto heeft 0,9 procent een auto met een stekker.
In Rozendaal een stekkerauto in 6 procent huishoudens
Het hoogste percentage huishoudens met een stekkerauto kwam op 1 januari 2021 voor in de gemeenten Rozendaal (5,8 procent), Laren (4,8 procent) en Blaricum (4,5 procent). In Heerlen woonden met 0,7 procent relatief de minste huishoudens met een stekkerauto.
In het algemeen is het autobezit lager naarmate de stedelijkheidsgraad van het gebied hoger is. Bij het stekkerautobezit is er geen duidelijk patroon gelet op stedelijkheidsgraad of gemeentegrootte. Het verschil in stekkerautobezit tussen huishoudens uit matig stedelijke en zeer sterk stedelijke gebieden is vooral gerelateerd aan het wonen in een vrijstaand huis. Huishoudens met een elektrisch oplaadbare auto uit matig stedelijke gebieden wonen relatief vaker in een vrijstaand huis dan huishoudens met zo’n auto in zeer sterk stedelijke gebieden.
Gemeentenaam | % autobezitters met stekkerauto (%) |
---|---|
Aa en Hunze | 1,93 |
Aalsmeer | 2,36 |
Aalten | 1,05 |
Achtkarspelen | 1,10 |
Alblasserdam | 1,28 |
Albrandswaard | 2,53 |
Alkmaar | 1,70 |
Almelo | 1,18 |
Almere | 2,17 |
Alphen aan den Rijn | 1,83 |
Alphen-Chaam | 1,86 |
Altena | 1,61 |
Ameland | 2,04 |
Amersfoort | 1,93 |
Amstelveen | 2,82 |
Amsterdam | 2,18 |
Apeldoorn | 1,70 |
Appingedam | 1,02 |
Arnhem | 1,59 |
Assen | 1,23 |
Asten | 1,37 |
Baarle-Nassau | 0,99 |
Baarn | 2,34 |
Barendrecht | 2,40 |
Barneveld | 1,65 |
Beek (L.) | 1,61 |
Beekdaelen | 1,42 |
Beemster | 3,17 |
Beesel | 1,20 |
Berg en Dal | 1,76 |
Bergeijk | 1,54 |
Bergen (L.) | 1,16 |
Bergen (NH.) | 2,86 |
Bergen op Zoom | 1,30 |
Berkelland | 1,45 |
Bernheze | 1,95 |
Best | 1,94 |
Beuningen | 1,78 |
Beverwijk | 1,42 |
Bladel | 1,52 |
Blaricum | 4,51 |
Bloemendaal | 4,25 |
Bodegraven-Reeuwijk | 2,52 |
Boekel | 1,53 |
Borger-Odoorn | 1,65 |
Borne | 1,46 |
Borsele | 1,68 |
Boxmeer | 1,61 |
Boxtel | 1,59 |
Breda | 1,74 |
Brielle | 1,70 |
Bronckhorst | 1,78 |
Brummen | 1,87 |
Brunssum | 0,81 |
Bunnik | 2,59 |
Bunschoten | 2,01 |
Buren | 2,20 |
Capelle aan den IJssel | 1,57 |
Castricum | 2,26 |
Coevorden | 1,41 |
Cranendonck | 1,23 |
Cuijk | 1,65 |
Culemborg | 1,88 |
Dalfsen | 1,61 |
Dantumadiel | 1,17 |
De Bilt | 2,76 |
De Fryske Marren | 1,79 |
De Ronde Venen | 2,70 |
De Wolden | 1,70 |
Delft | 1,40 |
Delfzijl | 0,88 |
Den Helder | 0,84 |
Deurne | 1,27 |
Deventer | 1,32 |
Diemen | 1,98 |
Dinkelland | 1,46 |
Doesburg | 1,02 |
Doetinchem | 1,42 |
Dongen | 1,40 |
Dordrecht | 1,31 |
Drechterland | 2,11 |
Drimmelen | 1,48 |
Dronten | 2,06 |
Druten | 1,98 |
Duiven | 1,90 |
Echt-Susteren | 1,33 |
Edam-Volendam | 2,05 |
Ede | 1,84 |
Eemnes | 1,87 |
Eersel | 1,89 |
Eijsden-Margraten | 1,33 |
Eindhoven | 1,52 |
Elburg | 1,40 |
Emmen | 1,23 |
Enkhuizen | 1,34 |
Enschede | 1,05 |
Epe | 1,63 |
Ermelo | 2,07 |
Etten-Leur | 1,49 |
Geertruidenberg | 1,39 |
Geldrop-Mierlo | 1,63 |
Gemert-Bakel | 1,46 |
Gennep | 1,46 |
Gilze en Rijen | 1,55 |
Goeree-Overflakkee | 1,65 |
Goes | 1,39 |
Goirle | 1,61 |
Gooise Meren | 2,77 |
Gorinchem | 1,44 |
Gouda | 1,30 |
Grave | 1,45 |
Groningen (gemeente) | 1,52 |
Gulpen-Wittem | 1,51 |
Haaksbergen | 1,24 |
Haaren | 2,20 |
Haarlem | 1,71 |
Haarlemmermeer | 2,32 |
Halderberge | 1,44 |
Hardenberg | 1,44 |
Harderwijk | 1,62 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,39 |
Harlingen | 1,06 |
Hattem | 2,18 |
Heemskerk | 1,54 |
Heemstede | 3,15 |
Heerde | 1,97 |
Heerenveen | 1,70 |
Heerhugowaard | 1,85 |
Heerlen | 0,70 |
Heeze-Leende | 1,73 |
Heiloo | 2,52 |
Hellendoorn | 1,52 |
Hellevoetsluis | 1,38 |
Helmond | 1,38 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 1,82 |
Hengelo (O.) | 1,31 |
Het Hogeland | 1,19 |
Heumen | 1,83 |
Heusden | 1,78 |
Hillegom | 1,50 |
Hilvarenbeek | 1,92 |
Hilversum | 1,98 |
Hoeksche Waard | 1,83 |
Hof van Twente | 1,50 |
Hollands Kroon | 1,75 |
Hoogeveen | 0,92 |
Hoorn | 1,76 |
Horst aan de Maas | 1,46 |
Houten | 2,29 |
Huizen | 2,23 |
Hulst | 1,15 |
IJsselstein | 1,78 |
Kaag en Braassem | 2,28 |
Kampen | 1,35 |
Kapelle | 1,83 |
Katwijk | 1,82 |
Kerkrade | 0,81 |
Koggenland | 1,85 |
Krimpen aan den IJssel | 1,51 |
Krimpenerwaard | 1,93 |
Laarbeek | 1,48 |
Landerd | 2,05 |
Landgraaf | 0,96 |
Landsmeer | 3,12 |
Langedijk | 2,10 |
Lansingerland | 2,79 |
Laren (NH.) | 4,82 |
Leeuwarden | 1,44 |
Leiden | 1,63 |
Leiderdorp | 1,91 |
Leidschendam-Voorburg | 1,87 |
Lelystad | 2,29 |
Leudal | 1,61 |
Leusden | 2,01 |
Lingewaard | 1,71 |
Lisse | 1,84 |
Lochem | 2,36 |
Loon op Zand | 1,66 |
Lopik | 1,99 |
Loppersum | 1,12 |
Losser | 1,08 |
Maasdriel | 2,03 |
Maasgouw | 1,50 |
Maassluis | 1,07 |
Maastricht | 1,11 |
Medemblik | 1,99 |
Meerssen | 1,47 |
Meierijstad | 1,53 |
Meppel | 1,30 |
Middelburg (Z.) | 1,15 |
Midden-Delfland | 2,39 |
Midden-Drenthe | 1,65 |
Midden-Groningen | 1,25 |
Mill en Sint Hubert | 1,58 |
Moerdijk | 1,56 |
Molenlanden | 1,82 |
Montferland | 1,54 |
Montfoort | 1,78 |
Mook en Middelaar | 2,67 |
Neder-Betuwe | 1,84 |
Nederweert | 1,79 |
Nieuwegein | 1,28 |
Nieuwkoop | 2,14 |
Nijkerk | 2,13 |
Nijmegen | 1,33 |
Nissewaard | 1,14 |
Noardeast-Fryslân | 1,29 |
Noord-Beveland | 1,95 |
Noordenveld | 1,98 |
Noordoostpolder | 1,74 |
Noordwijk | 2,33 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 2,11 |
Nunspeet | 1,52 |
Oegstgeest | 2,74 |
Oirschot | 1,96 |
Oisterwijk | 2,53 |
Oldambt | 0,82 |
Oldebroek | 1,34 |
Oldenzaal | 1,32 |
Olst-Wijhe | 1,88 |
Ommen | 2,21 |
Oost Gelre | 1,21 |
Oosterhout | 1,48 |
Ooststellingwerf | 1,54 |
Oostzaan | 2,62 |
Opmeer | 1,57 |
Opsterland | 1,68 |
Oss | 1,51 |
Oude IJsselstreek | 1,29 |
Ouder-Amstel | 2,87 |
Oudewater | 2,14 |
Overbetuwe | 1,96 |
Papendrecht | 1,62 |
Peel en Maas | 1,10 |
Pekela | 0,80 |
Pijnacker-Nootdorp | 2,57 |
Purmerend | 1,39 |
Putten | 1,90 |
Raalte | 1,37 |
Reimerswaal | 1,07 |
Renkum | 2,38 |
Renswoude | 1,57 |
Reusel-De Mierden | 1,27 |
Rheden | 1,85 |
Rhenen | 1,47 |
Ridderkerk | 1,29 |
Rijssen-Holten | 1,27 |
Rijswijk (ZH.) | 1,61 |
Roerdalen | 0,99 |
Roermond | 1,27 |
Roosendaal | 1,34 |
Rotterdam | 1,44 |
Rozendaal | 5,78 |
Rucphen | 1,20 |
Schagen | 1,72 |
Scherpenzeel | 1,32 |
Schiedam | 1,30 |
Schiermonnikoog | 1,06 |
Schouwen-Duiveland | 1,94 |
's-Gravenhage (gemeente) | 1,92 |
's-Hertogenbosch | 1,65 |
Simpelveld | 0,97 |
Sint Anthonis | 1,82 |
Sint-Michielsgestel | 1,93 |
Sittard-Geleen | 1,10 |
Sliedrecht | 1,48 |
Sluis | 1,18 |
Smallingerland | 1,45 |
Soest | 2,29 |
Someren | 1,33 |
Son en Breugel | 2,14 |
Stadskanaal | 1,10 |
Staphorst | 1,24 |
Stede Broec | 1,44 |
Steenbergen | 1,45 |
Steenwijkerland | 1,52 |
Stein (L.) | 0,92 |
Stichtse Vecht | 2,66 |
Súdwest-Fryslân | 1,54 |
Terneuzen | 1,10 |
Terschelling | 2,06 |
Texel | 2,10 |
Teylingen | 2,19 |
Tholen | 1,48 |
Tiel | 1,61 |
Tilburg | 1,47 |
Tubbergen | 1,17 |
Twenterand | 0,93 |
Tynaarlo | 2,86 |
Tytsjerksteradiel | 1,64 |
Uden | 1,61 |
Uitgeest | 1,92 |
Uithoorn | 2,12 |
Urk | 1,78 |
Utrecht (gemeente) | 1,99 |
Utrechtse Heuvelrug | 2,74 |
Vaals | 1,24 |
Valkenburg aan de Geul | 1,68 |
Valkenswaard | 1,53 |
Veendam | 1,05 |
Veenendaal | 1,51 |
Veere | 1,77 |
Veldhoven | 1,66 |
Velsen | 1,51 |
Venlo | 1,06 |
Venray | 1,19 |
Vijfheerenlanden | 1,79 |
Vlaardingen | 1,18 |
Vlieland | 2,01 |
Vlissingen | 0,92 |
Voerendaal | 1,45 |
Voorschoten | 1,90 |
Voorst | 1,77 |
Vught | 2,55 |
Waadhoeke | 1,44 |
Waalre | 2,35 |
Waalwijk | 1,41 |
Waddinxveen | 1,95 |
Wageningen | 1,79 |
Wassenaar | 3,89 |
Waterland | 2,68 |
Weert | 1,31 |
Weesp | 1,89 |
West Betuwe | 2,42 |
West Maas en Waal | 1,85 |
Westerkwartier | 1,57 |
Westerveld | 2,12 |
Westervoort | 1,05 |
Westerwolde | 1,17 |
Westland | 1,80 |
Weststellingwerf | 1,37 |
Westvoorne | 2,77 |
Wierden | 1,70 |
Wijchen | 1,59 |
Wijdemeren | 2,78 |
Wijk bij Duurstede | 1,84 |
Winterswijk | 1,22 |
Woensdrecht | 1,40 |
Woerden | 2,19 |
Wormerland | 2,06 |
Woudenberg | 2,04 |
Zaanstad | 1,60 |
Zaltbommel | 2,03 |
Zandvoort | 1,83 |
Zeewolde | 2,42 |
Zeist | 2,85 |
Zevenaar | 1,35 |
Zoetermeer | 1,68 |
Zoeterwoude | 1,87 |
Zuidplas | 2,02 |
Zundert | 1,51 |
Zutphen | 1,43 |
Zwartewaterland | 1,25 |
Zwijndrecht | 1,32 |
Zwolle | 1,58 |
Bron: CBS, RDW |
Meerdere kenmerken hangen samen met stekkerautobezit
Veel van de genoemde kenmerken hangen met elkaar samen. Bijvoorbeeld het hebben van een hoog huishoudensinkomen en wonen in een vrijstaand huis. Een ander voorbeeld is iemands inkomensbron en leeftijd (mensen in de werkzame leeftijd hebben nu eenmaal vaker inkomen uit loon of onderneming dan 70-plussers). Op basis van een logistische regressieanalyse (zie de resultaten van het model in bijlage, tabel B3) blijkt dat het verband van elk kenmerk met het bezit van een stekkerauto blijft bestaan als gecontroleerd werd voor de overige kenmerken.
De hoogte van het huishoudensinkomen en de inkomensbron van het huishouden waren de kenmerken die het meest van invloed waren op het stekkerautobezit van huishoudens.