3. Hoe zijn mensen verzekerd?
Ruim 1 op de 5 heeft alleen een basisverzekering
Van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder zei 22 procent in 2020 alleen een basisverzekering te hebben. De helft had naast de basisverzekering een aanvullende verzekering, inclusief dekking voor tandheelkundige zorg, 15 procent had naast de basisverzekering een aanvullende verzekering zonder tandheelkundige zorg en 9 procent had naast de basisverzekering alleen een verzekering voor tandheelkundige zorg.
Mensen met één of meer langdurige aandoening(en) waren vaker aanvullend verzekerd dan mensen die geen aandoeningen rapporteerden.
Een klein deel (3 procent) gaf aan niet te weten hoe hij of zij verzekerd was. Een enkeling meldde niet verzekerd te zijn. De mensen die ‘weet niet’ of ‘geen’ antwoordden, zijn in de vervolganalyses niet meegenomen. Degenen die aangaven hoe ze verzekerd zijn tegen ziektekosten worden hierna in dit artikel met ‘de verzekerden’ aangeduid.
Verzekeringsvorm | Totaal (% van personen van 18 jaar of ouder) | Met langdurige aandoening(en) (% van personen van 18 jaar of ouder) | Zonder langdurige aandoening (% van personen van 18 jaar of ouder) |
---|---|---|---|
Basisverzekering | 22 | 18 | 24 |
Basis+aanvullend+tand | 51 | 55 | 48 |
Basis+aanvullend | 15 | 18 | 14 |
Basis+tand | 9 | 7 | 10 |
Weet niet | 3 | 2 | 4 |
Helft verzekerden is niet collectief verzekerd
Van de verzekerden gaf de helft aan niet collectief verzekerd te zijn tegen ziektekosten, 43 procent was wel collectief verzekerd en 6 procent wist niet of ze collectief verzekerd waren. Bij de collectief verzekerden kwam een verzekering via de werkgever het meest voor: bij 19 procent van de verzekerden. Mensen met een aanvullende verzekering, al dan niet inclusief tandheelkundige zorg, hadden relatief vaak een collectieve verzekering, namelijk 50 procent. Van de verzekerden met alleen een basisverzekering zei bijna twee derde niet collectief verzekerd te zijn.
Verzekeringsvorm | Via werk (% van verzekerden) | Via partner (% van verzekerden) | Via patiëntenvereniging (% van verzekerden) | Via vakbond (% van verzekerden) | Via gemeente (% van verzekerden) | Via ander collectief (% van verzekerden) | Geen collectieve verzekering (% van verzekerden) | Weet niet (% van verzekerden) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 19 | 10 | 1 | 1 | 3 | 10 | 50 | 6 |
Basisverzekering | 11 | 7 | 0 | 1 | 2 | 7 | 65 | 8 |
Basis+aanvullend+tand | 22 | 11 | 1 | 1 | 4 | 11 | 44 | 6 |
Basis+aanvullend | 19 | 12 | 2 | 1 | 2 | 14 | 46 | 4 |
Basis+tand | 19 | 8 | 0 | 0 | 2 | 6 | 56 | 9 |
Premie meest genoemd als belangrijk aspect bij keuze verzekering
Ruim de helft van de verzekerden gaf aan dat de hoogte van de premie het belangrijkste aspect of een van de belangrijkste aspecten was bij het kiezen van hun huidige zorgverzekering. De dekking van de aanvullende verzekeringen werd door bijna een derde genoemd. Ook de dekking van de zorgaanbieders, de voordelen van de collectiviteit (beide 24 procent) en de service van de verzekeraar (23 procent) speelden relatief vaak een rol bij de keuze voor de huidige zorgverzekering.
Van de mensen met alleen een basisverzekering meldde 70 procent de hoogte van de premie een belangrijk aspect te vinden.
Mensen met een langdurige aandoening gaven wat minder vaak aan de premie of de hoogte van het eigen risico belangrijk te vinden, vergeleken met mensen zonder aandoening. De dekking van specifieke medicijnen en hulpmiddelen was voor hen juist vaker van belang.
Totaal | Alleen basisverzekering | Met langdurige aandoening(en) | Zonder langdurige aandoening | |
---|---|---|---|---|
Hoogte premie | 55 | 70 | 48 | 59 |
Dekking aanvullende verzekering | 31 | 5 | 33 | 30 |
Dekking zorgaanbieders | 24 | 16 | 26 | 24 |
Voordelen collectiviteit | 24 | 14 | 26 | 23 |
Service verzekeraar | 23 | 15 | 25 | 22 |
Hoogte vrijwillig eigen risico | 18 | 24 | 15 | 21 |
Vrije acceptatie aanvullende verzekering | 9 | 4 | 10 | 8 |
Dekking medicijnen | 8 | 6 | 14 | 5 |
Dekking hulpmiddelen | 7 | 3 | 9 | 6 |
Anders | 13 | 15 | 15 | 13 |
1)Meerdere antwoorden waren mogelijk, waardoor de percentages optellen tot boven de 100. |