4. Conclusie
Dat vrouwen steeds vaker en meer werken, en daarmee vaker en meer pensioen opbouwen weerspiegelt zich in de grotere koopkracht van mannen die in 2018 weduwnaar werden vergeleken met mannen die bijna tien jaar eerder hun partner verloren. Bij vrouwen, en dan met name die tot de AOW-leeftijd is veel minder sprake van een betere koopkrachtpositie. De versobering van de Anw-uitkering in 2015 speelt deze weduwen, die hier veel vaker van afhankelijk zijn dan weduwnaars, parten.
Tegelijkertijd wordt het vermogen van mensen die voor de AOW-leeftijd verweduwen ruim anderhalf keer zo groot, terwijl dat van oudere weduwen en weduwnaars slinkt. Dat komt vooral doordat jonger verweduwde eigenwoningbezitters veelal gebruik maken van een overlijdensrisicoverzekering om hun hypotheekschuld (deels) af te lossen. Bij oudere weduwen en weduwnaars speelt dit veel minder, omdat zij doorgaans geen of weinig hypotheekschuld meer hebben. Hun vermogensdaling zit voornamelijk in een gekrompen spaarpot.