4. Beschouwing
Dit onderzoek geeft de ontwikkeling van de lichaamslengte van Nederlanders weer vanaf 1930. Hieruit blijkt dat Nederlanders van generatie op generatie zijn gegroeid, maar dat de lengtegroei bij de generatie van de jaren 80 stagneerde en de generatie van na de jaren 90 weer iets kleiner wordt. Deze afname hangt deels samen met de toegenomen immigratie van kleinere bevolkingsgroepen. Maar ook bij de generaties zonder migratie-achtergrond, ook na uitsluiting van de kinderen van de tweede generatie, stagneerde de groei. Mannen met een Nederlandse achtergrond werden niet nóg langer en bij vrouwen is een neerwaartse trend te zien.
Lengte is voornamelijk genetisch bepaald maar hangt ook sterk samen met leefstijl (vooral voeding) en gezondheid in de opgroeifase (NCD-Risc, 2020; Grasgruber et al, 2014; Chao-Qiang, 2006). Voeding en gezondheid spelen een grote rol in de variatie tussen landen (NCD-RisC, 2020), en de lichaamslengte van een populatie is daarom een positieve gezondheidsindicator (Baten, 2016). Binnen een populatie bestaan grote verschillen en lange mensen zijn niet gezonder dan korte (NCD-Risc, 2016; Schönbeck et al, 2013).
De studie van lichaamslengte ligt vooral op het terrein van TNO (TNO, 2021). Zij voeren eens in de tien tot vijftien jaar een groeistudie uit op basis waarvan ze groeidiagrammen ontwikkelen voor kinderen in Nederland. De groeidiagrammen zijn een hulpmiddel voor zorgprofessionals voor het opsporen van afwijkende groei van een kind. Er zijn inmiddels vijf groeistudies uitgevoerd, in 1955, 1965, 1980, 1997 en 2009. De laatste studie liet ook zien dat kinderen van Nederlandse afkomst in de periode 1997–2009 niet meer zijn gegroeid (Schönbeck et al, 2013). Ze maten in 2009 een gemiddelde lengte van 183,8 cm (standaarddeviatie 7,1 cm) voor 21-jarige jongens en 170,7 cm (standaarddeviatie 6,3 cm) voor meisjes. Deze lengtes komen ongeveer overeen met de gemiddelden die in onderhavige studie berekend werden voor geboortecohort uit 1988: 184,1 cm voor mannen en 170,6 cm voor vrouwen met Nederlandse achtergrond.
De vraag is: wat is er aan de hand?
De lengtegroei in de 20ste eeuw houdt verband met de toename van de welvaart, de verbetering van de kwantiteit en de kwaliteit van de voeding, en de verbetering van de gezondheidszorg. Mogelijk was er daarnaast sprake van een soort natuurlijke selectie waarbij langere mannen en vrouwen meer kinderen kregen dan kortere stellen (Stulp et al, 2015).
Een stagnatie van lengtegroei werd al eerder ook in andere landen waargenomen (NCD-Risc, 2016). Mogelijk bestaat er een biologische limiet (Marck et al, 2017). Maar ongezondere eetgewoonten en een te hoge energie-inname in de opgroeifase kunnen ook resulteren in een lagere lengte (Schönbeck et al, 2011; Freedman et al, 2003; NCD-RisC, 2020).
Kanttekening bij dit onderzoek
De eerste generatie migranten is niet meegenomen bij dit onderzoek. Alhoewel zij niet in Nederland zijn geboren en getogen maken ze wel een groot deel uit van de Nederlandse bevolking. Zo heeft een op de tien 19-jarigen momenteel een eerste generatie migratieachtergrond (CBS, 2021d). De schattingen zouden voor de huidige 19-jarigen ongeveer 1 cm lager liggen (zowel voor vrouwen als mannen) als ook de eerste generatie mee was genomen12).