Begrippenlijst
COVID-19
COVID-19 (in de volksmond corona) is de ziekte die wordt veroorzaakt door SARS-COV-2, het nieuwe coronavirus. Bijbehorende ICD-codes: ICD-10: U07.1, U07.2.Gestandaardiseerd sterftecijfer
Sterftecijfer waarbij de invloed van verschillen in samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht is uitgeschakeld. De functie van een gestandaardiseerd sterftecijfer is de sterfte in verschillende jaren beter vergelijkbaar te maken. Dit speelt vooral als een bevolking door de jaren heen een verandering in leeftijdsopbouw doormaakt, bijvoorbeeld door vergrijzing. De sterftecijfers over 2000 tot en met 2019 zijn gestandaardiseerd naar de leeftijds- en geslachtsopbouw van de bevolking in 2020.Griepepidemie
In dit stuk wordt gesproken van een griepepidemie wanneer hiervan sprake is volgens het Nivel. Dat spreekt van een griepepidemie wanneer twee weken achter elkaar het aantal mensen dat bij de huisarts komt met griepachtige verschijnselen boven de epidemische grens ligt en minstens 10 procent van deze mensen het influenzavirus heeft. De epidemische grenswaarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld.ICD-10
International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems. Dit is een internationaal gehanteerde lijst van ziekten, bijgehouden door de Wereldgezondheidsorganisatie.Kanker en andere nieuwvormingen
Ziekelijke weefselontaarding. Er worden zowel goedaardige als kwaadaardige gezwellen (kanker), inclusief kwaadaardige bloedziekten onder verstaan (ICD-10 codes C00-D48).Niet-natuurlijke doodsoorzaken
Ongevallen, zelfdoding, moord en doodslag, gebeurtenissen waarvan opzet onbekend is en overige uitwendige oorzaken van sterfte.Volgens classificatielijst ICD-10: codes V01-Y89.
Onderliggende/primaire doodsoorzaak
De gebruikte doodsoorzaakcodes zijn afkomstig uit de lijst van 'drie-teken categorieën' van de International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD, 10e revisie) van de World Health Organization (WHO).Het coderen volgens de richtlijnen van de WHO houdt in dat slechts één ziekte of gebeurtenis als onderliggende doodsoorzaak, of voorheen primaire doodsoorzaak, kan worden aangemerkt. De onderliggende doodsoorzaak is gedefinieerd als de ziekte of de gebeurtenis waarmee de aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de dood leidde, begon. Bij een zogenaamde uitwendige doodsoorzaak (ongeval, geweld of bijvoorbeeld suïcide) wordt vrijwel altijd de gebeurtenis als onderliggende doodsoorzaak aangemerkt en het ontstane letsel apart gecodeerd.