De inkomenssituatie na een scheiding

3. Economische zelfstandigheid gescheidenen

Sterke groei economische zelfstandigheid gescheiden vrouwen

Vrouwen die in 2014 scheidden, waren gedurende de hele periode 2012-2019 vaker economisch zelfstandig dan vrouwen die samen waren gebleven met dezelfde partner. Ook nam de economische zelfstandigheid bij gescheiden vrouwen toe, van 63 procent in 2012 tot 70 procent in 2019, terwijl die onder samengebleven vrouwen weinig groeide. Deze ontwikkelingen zijn in lijn met die van de arbeidsdeelname en –duur van de gescheiden en samengebleven vrouwen. Niet alleen gingen gescheiden vrouwen vaker aan het werk, ook hun gemiddelde arbeidsduur nam toe, terwijl die bij samengebleven vrouwen vrijwel niet veranderde (Van Wijk et al., 2021). Van de gescheiden vrouwen die in 2015 werkten maar minder dan het bijstandsniveau verdienden, was bijna de helft in 2019 wel economisch zelfstandig. Bij samengebleven vrouwen was dit aandeel ruim 30 procent (zie tabel B.2a in de Tabellenbijlage).

3.1 Economische zelfstandigheid
 Gescheiden vrouwen (%)Samengebleven vrouwen (%)Gescheiden mannen (%)Samengebleven mannen (%)
'1263,161,68590,2
'13636183,489,1
'146460,782,588,5
'1565,560,78388,5
'1666,861,383,888,5
'1767,961,784,688,5
'1869,26284,888,2
19*70,262,284,687,4

Grootste toename onder gescheiden moeders zonder partner

De economische zelfstandigheid nam tussen 2015 en 2019 het meest toe onder gescheiden vrouwen met thuiswonende minderjarige kinderen die in beide jaren geen nieuwe partner hadden: van 61 procent naar 70 procent. Ook bij gescheiden moeders met een nieuwe partner en bij samengebleven moeders groeide het aandeel economisch zelfstandigen relatief sterk, bij beide met 6 procentpunt. Deze bevindingen zijn in lijn met de ontwikkelingen in arbeidsdeelname en -duur zoals geconstateerd door Van Wijk et al. (2021) en met uitkomsten uit recent onderzoek van CBS/SCP (2020).

In vrijwel alle hier onderscheiden huishoudenssituaties was zowel bij de gescheiden als de samengebleven vrouwen sprake van een toename van de economische zelfstandigheid. Alleen bij de samengebleven vrouwen die begin 2019 45 jaar of ouder waren en geen thuiswonende, minderjarige kinderen (meer) hadden, kromp het aandeel dat zichzelf financieel kon onderhouden. In deze groep begon een relatief klein deel na 2014 met werken en van degenen die daarvoor al werkten veranderde de arbeidsduur niet (Van Wijk et al., 2021).

3.2 Economische zelfstandigheid vrouwen1)
   2015 (%)2019* (%)
Gescheiden
zonder partner
<45 jaar74,577,1
Gescheiden
zonder partner
Kind-
eren
60,970
Gescheiden
zonder partner
>=45
jaar
61,363
Gescheiden
met partner
<45 jaar7881,2
Gescheiden
met partner
Kind-
eren
60,466,8
Gescheiden
met partner
>=45
jaar
6163,8
Samen-
gebleven
<45 jaar77,479,6
Samen-
gebleven
Kind-
eren
64,570,6
Samen-
gebleven
>=45
jaar
53,649,6
1)In beide jaren dezelfde huishoudenssituatie. Leeftijd op 1 januari 2019.

Verdubbeling vrouwen met uitkering na scheiding

Twee jaar voor de scheiding (in 2012) had 10 procent van de gescheiden vrouwen een uitkering, in 2015 was dat opgelopen tot 22 procent om daarna weer af te nemen tot 19 procent in 2019. Hiermee was een uitkering de meeste voorkomende inkomensbron onder economisch niet-zelfstandige gescheiden vrouwen. Onder de vrouwen die bij dezelfde partner bleven, steeg het percentage met een uitkering in 2012-2019 van 8 naar 11 procent. De economisch niet-zelfstandige samengebleven vrouwen hadden meestal geen inkomen of verdienden met werken minder dan het bijstandsniveau.

De verdubbeling van het aandeel uitkeringsontvangers bij de gescheiden vrouwen kwam vooral voor rekening van degenen die voor de scheiding geen inkomen hadden en erna een uitkering kregen (tabel B.1a). Daarbij ging het meestal om een bijstandsuitkering. Ook ontving 28 procent van de vrouwen die voor de scheiding in 2012 met werken minder dan het bijstandsniveau verdienden, in 2015 een (aanvullende) uitkering.

3.3a Sociaaleconomische positie gescheiden vrouwen
 Economisch zelfstandig (%)Werk (%)Uitkering (%)Geen inkomen (%)
'1263,118,210,38,4
'136317,911,47,7
'146414,118,63,3
'1565,511,321,71,5
'1666,810,221,61,5
'1767,99,820,61,7
'1869,29,519,41,9
19*70,2918,91,9

3.3b Sociaaleconomische positie samengebleven vrouwen
 Economisch zelfstandig (%)Werk (%)Uitkering (%)Geen inkomen (%)
'1261,618,77,911,9
'136118,28,512,2
'1460,717,69,312,4
'1560,717,19,612,7
'1661,316,19,912,7
'1761,715,610,112,6
'186215,310,212,5
19*62,214,610,812,4

Economische zelfstandigheid gescheiden mannen vrij constant

Zo’n 85 procent van de in 2014 gescheiden mannen was twee jaar voor de scheiding economisch zelfstandig. Het jaar na de scheiding was dat met 83 procent iets minder, maar in 2019 lag het aandeel weer nagenoeg op het niveau van voor de scheiding (figuur 3.1). Dezelfde ontwikkeling is zichtbaar bij mannen die bleven samenwonen en hangt samen met de conjuncturele ontwikkeling (CBS/SCP, 2020). Wel zijn samengebleven mannen vaker economisch zelfstandig dan gescheiden mannen. Dat komt doordat ze gemiddeld hoger opgeleid en iets ouder zijn (CBS m/v-stat, 2020). Ook vindt scheiden vaker plaats onder mannen met een relatief laag inkomen (Van Gaalen en Kooiman, 2021).

Meeste economisch niet-zelfstandige mannen ontvangen uitkering

Zowel gescheiden als samengebleven mannen die economisch niet-zelfstandig zijn, hebben meestal een uitkering. Tussen 2012 en 2015 groeide het aandeel uitkeringsontvangers in beide groepen conform de landelijke ontwikkeling (CBS StatLine, 2021c). De toename bij gescheiden mannen was vooral in 2014 en 2015 sterk. Dat kwam door de groep mannen zonder eigen inkomen of met te weinig werkinkomen om economisch zelfstandig te zijn: na de scheiding hadden zij recht op een bijstandsuitkering (zie tabel B.3a). Na 2015 daalde het aandeel uitkeringsontvangers onder gescheiden mannen licht, doordat een deel van hen economisch zelfstandig werd (tabel B.4a).

3.4a Sociaaleconomische positie gescheiden mannen
 Economisch zelfstandig (%)Werk (%)Uitkering (%)Geen inkomen (%)
'128557,62,4
'1383,459,32,3
'1482,54,611,41,6
'1583412,20,8
'1683,83,611,90,6
'1784,63,411,30,7
'1884,83,311,20,7
19*84,63,311,30,8

3.4b Sociaaleconomische positie samengebleven mannen
 Economisch zelfstandig (%)Werk (%)Uitkering (%)Geen inkomen (%)
'1290,23,25,61
'1389,13,26,71
'1488,53,27,31
'1588,53,17,31
'1688,52,97,51,1
'1788,52,77,71,1
'1888,22,781,1
19*87,42,78,61,2