1. Inleiding
De publicatiereeks
Ruim een op de drie huwelijken in Nederland strandt (CBS StatLine, 2021a). Bij mensen die ongehuwd samenwonen is de kans nog groter dat zij uit elkaar gaan. Het uit elkaar gaan heeft vaak grote emotionele en materiële consequenties. Om meer inzicht te krijgen in de consequenties van het uit elkaar gaan, heeft het CBS op basis van registers onderzoek gedaan naar de scheidingen die in 2014 hebben plaatsgevonden. Onder een scheiding wordt het beëindigen van een periode van samenwonen verstaan, ongeacht of de relatie was bekrachtigd middels een huwelijks of een geregistreerd partnerschap. In dit artikel komt de inkomenssituatie in de vijf jaar na de scheiding aan bod. Gelijktijdig worden artikelen gepubliceerd over de woonsituatie (Kooiman, 2021) en de arbeidsmarktsituatie (Van Wijk, Brand en Verkooijen, 2021) na de scheiding. Verderop in 2021 verschijnt nog een studie naar de arbeidsomstandigheden, beleving en gezondheid van gescheiden personen.
Dit artikel
Een scheiding kan grote financiële consequenties hebben. Uit recent onderzoek bleek dat bij een echtscheiding het meestal vrouwen zijn die aan koopkracht inleveren, terwijl mannen er doorgaans op vooruit gaan (Van den Brakel, Herbers en Arts, 2020). De nadelige gevolgen voor de financiële situatie van vrouwen kwamen ook naar voren uit eerder onderzoek (Bouman, 2004; Kalmijn en De Vries, 2008). Wel is de situatie van gescheiden vrouwen de afgelopen jaren verbeterd: doordat vrouwen financieel steeds vaker op eigen benen staan, komen zij bij een scheiding steeds minder vaak in de armoede terecht (Van den Brakel et al., 2020). Het is ook om deze reden dat het bevorderen van de economische zelfstandigheid (het inkomen uit werk bedraagt minimaal het bijstandsniveau) onder vrouwen een belangrijke doelstelling van het emancipatiebeleid is.
Koopkrachtverlies na een scheiding blijkt echter, ook bij economische zelfstandigheid, niet altijd te vermijden. Het wegvallen van het doorgaans hogere inkomen van de partner raakt de meeste vrouwen, maar ook een deel van de mannen, in de portemonnee. Dat neemt niet weg dat de inkomenssituatie zich in de jaren na de scheiding kan verbeteren. Concentreerden de eerdere studies zich op de inkomenssituatie direct na de scheiding, in dit artikel staat de inkomensontwikkeling van gescheiden vrouwen en mannen in de vijf jaren na hun scheiding centraal. De nadruk ligt in dit artikel op vrouwen, aangezien zij financieel het meest geraakt worden bij een scheiding. Het artikel geeft antwoord op de volgende hoofdvragen:
- Hoe ontwikkelt de economische zelfstandigheid van vrouwen en mannen zich in de eerste vijf jaar na de scheiding?
- Hoe ontwikkelt de koopkracht van vrouwen en mannen zich in de vijf jaar na de scheiding?
Bij de eerste hoofdvraag wordt specifiek ingegaan op enkele deelvragen:
- Hoeveel vrouwen en mannen zijn voor een scheiding economisch zelfstandig, hoeveel zijn dat niet en krijgen na de scheiding een (aanvullende) uitkering?
- Welk deel weet vanuit een uitkeringssituatie in de jaren na de scheiding economische zelfstandigheid te bereiken? En vanuit een kleine baan of niet-werkzaamheid?
Bij de tweede hoofdvraag zijn de deelvragen:
- Herstelt de koopkracht van gescheiden vrouwen zich, na de aanvankelijke terugval in het jaar direct na de scheiding?
- Of blijft er een verschil bestaan met vrouwen die bij hun partner zijn gebleven? En hoe zit dit bij mannen?
Uitgangspunt van het artikel is een groep vrouwen en mannen die in 2014 scheidden van hun partner. Van deze vrouwen en mannen is de economische zelfstandigheid en de koopkracht in de twee jaren voor de scheiding, het jaar van de scheiding en de vijf jaren na de scheiding bepaald. Vervolgens zijn deze vergeleken met die van vrouwen en mannen die in de hele periode 2012-2019 bleven samenwonen met dezelfde partner. Voor het bepalen van de economische zelfstandigheid en de koopkracht is gebruik gemaakt van de CBS-Inkomensstatistiek.