Neveninkomens naar sociaaleconomische categorie

2. Personen met neveninkomen

In deze paragraaf staan mensen met een neveninkomen centraal. Hoe hoog is het aandeelpersonen naar sociaaleconomische categorie dat een neveninkomen heeft? En welke combinaties van hoofd- en neveninkomen komen in de praktijk het meest voor?

Bijna een kwart met neveninkomen

Van de 13,5 miljoen mensen in Nederland met een eigen inkomen begin 2018 had 77 procent alleen een hoofdinkomen, terwijl 23 procent ook nog een ander inkomen ontving. Deze percentages zijn in de periode 2011-2018 vrij stabiel gebleven. Het zijn vooral de scholieren en studenten die veelvuldig bijverdienen. Ruim 9 op de 10 studenten met inkomen hebben bijverdiensten (figuur 2.1). Dit komt neer op 1,2 miljoen personen,oftewel 40 procent van alle personen met een tweede inkomen. 

Ook onder uitkeringsontvangers komen neveninkomens met 27 procent bovengemiddeld vaak voor. Met name degenen met een uitkering vanwege werkloosheid of ziekte- of arbeidsongeschiktheid hebben dikwijls een tweede inkomen.
Bij zelfstandigen ligt het aandeel met een neveninkomen vrijwel op het gemiddelde.Pensioenontvangers en werknemers hebben het minst vaak een tweede inkomen,respectievelijk 11 en 14 procent.

2.1 Aandeel personen met neveninkomen naar sociaaleconomische categorie, 1 januari 2018*
HoofdinkomenHoofd- en neveninkomen (% van personen met inkomen)
Totaal 23,1
Scholier of student90,9
Werknemer14,3
Zelfstandige22,9
Uitkeringsontvanger26,8
Pensioenontvanger10,7

Studenten met werknemersbaan grootste groep

Gegeven de gekozen indeling zijn er 17 mogelijke combinaties van hoofd- en neveninkomen mogelijk. Figuur 2.2 toont hoe vaak deze combinaties voorkomen. Veruit de grootste groep wordt gevormd door de 1,2 miljoen scholieren en studenten met een werknemersbaan. Het gaat dan vaak om kleine banen waarvoor weinig opleiding is vereist zoals winkelbediende,vakkenvuller, kelner of serveerster of schoonmaker (CBS, 1999; 2010).

Werknemers met een uitkering (495 duizend) komen op de tweede plaats, gevolgd doorwerknemers die tevens als zelfstandige opereren (278 duizend) en werknemers die ook pensioen ontvangen (152 duizend). Uitkeringsontvangers (139 duizend) en pensioenontvangers(137 duizend) met daarnaast loon als werknemer nemen de vijfde en zesde plaats in.

Bij ruim de helft van de 3,1 miljoen personen met neveninkomen bestaat dit inkomen uitl oon als werknemer, bij 23 procent is het afkomstig uit een uitkering, bij 15 procent uit inkomen als zelfstandige en bij 11 procent gaat het om pensioen. 

2.2 Soort neveninkomen naar sociaaleconomische categorie, 1 januari 2018*
CategorieLoon als werknemer (1 000 personen met neveninkomen)Inkomen van zelfstandige (1 000 personen met neveninkomen)Pensioen (1 000 personen met neveninkomen)Uitkering (1 000 personen met neveninkomen)
Scholier of student1211,819,80,815,5
Werknemer0277,5151,7495
Zelfstandige100,736,984,163,1
Uitkeringsontvanger139,527,4105,758,6
Pensioenontvanger137,4107,8094,5