1. Inleiding
Het combineren van meerdere inkomens kan duiden op economische noodzaak, maar er kunnen ook andere redenen zijn om een bijbaan of een onderneming te hebben naast de hoofdbaan of een (pensioen)uitkering. Denk aan plezier in het werk, aangename contacten met collega’s of klanten, bijverdiensten voor vakantie of hobby’s, enzovoorts. Zo werden erbij onderzoeken gebaseerd op het Britse huishoudenspanel aanwijzingen gevonden dat personen met meerdere banen een wens hebben naar meer afwisseling in het werk(Wu, Baimbridge en Zhu, 2011), nieuwe vaardigheden willen ontwikkelen(Panos, Konstantinos en Zangelidis, 2014), of misschien zichzelf zo willen verzekeren tegen volledige werkloosheid (Bell, Hart en Wright, 1997).
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de diverse combinaties van hoofd- en neveninkomens en de bedragen die hiermee zijn gemoeid voor Nederland. Daarbij wordende neveninkomens uitgelicht per sociaaleconomische categorie: scholieren en studenten,werknemers, zelfstandigen, uitkeringsontvangers en pensioenontvangers. Er wordt afgesloten met enkele gedachten over mogelijke methodologische verbeteringen.
Tenzij anders vermeld hebben alle hier gepresenteerde gegevens betrekking op voorlopige cijfers voor 2018. De onderzoekspopulatie omvat allen met een geregistreerd persoonlijk inkomen die woonachtig zijn in een particulier huishouden in Nederland op 1 januari.Wanneer wordt gesproken over inkomen, dan gaat het steeds over het persoonlijk brutojaarinkomen (zie kader Bruto-inkomen).