2. Resultaten
2.1 Contact en waardering huisarts
In 2018 gaf 71 procent van de volwassenen aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de huisarts. Zij waardeerden hun huisarts met gemiddeld een 7,8 als rapportcijfer. Een 8 is het meest gegeven cijfer. Vijf procent is minder te spreken over hun huisarts en geeft een onvoldoende (rapportcijfer 5 of lager). De meest genoemde drie redenen voor deze ontevredenheid waren dat de huisarts weinig empathie toonde, dat de huisarts niet goed luisterde of dat mensen zich niet serieus genomen voelden. Andere redenen die meermaals genoemd werden zijn dat de huisarts te weinig kennis had, foute medicijnen voorschreef of een foute diagnose gaf, geen doorverwijzing gaf, of dat patiënten niet snel terecht konden.
Rapportcijfer (1-10) | Huisarts (%) |
---|---|
1 | 0,2 |
2 | 0,3 |
3 | 0,9 |
4 | 0,9 |
5 | 2,8 |
6 | 7,4 |
7 | 20,5 |
8 | 38,5 |
9 | 18,6 |
10 | 9,8 |
2.2 Contact en waardering tandarts
In vergelijking met de huisarts heeft een iets groter deel (80 procent) van de volwassen bevolking in de afgelopen twaalf maanden contact gehad met de tandarts. De tandarts wordt met gemiddeld een 8,0 ook iets hoger beoordeeld. Drie procent gaf hun tandarts een onvoldoende. De belangrijkste reden hiervoor is dat zij niet tevreden waren over de behandeling of het resultaat van de behandeling. Andere genoemde redenen zijn: behandeling was te duur, duurde te lang voordat de tandarts tijd had, steeds een andere tandarts en gebrekkige communicatie.
Tandarts (%) | |
---|---|
1 | 0,3 |
2 | 0,2 |
3 | 0,3 |
4 | 0,8 |
5 | 1,7 |
6 | 4,9 |
7 | 19,5 |
8 | 42,5 |
9 | 21,5 |
10 | 8,3 |
2.3 Contact en waardering fysiotherapeut of oefentherapeut
In 2018 gaf 31 procent van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de fysiotherapeut of oefentherapeut. Gebruikers van fysio- of oefentherapie zijn hierover doorgaans te spreken en geven hun therapeut gemiddeld een 8,1. Drie procent gaf een onvoldoende, vooral omdat zij vonden dat de behandeling te weinig of geen resultaat gaf, dat deze te lang duurde, of dat de therapie niet op hen was afgestemd.Fysio- of oefentherapeut (%) | |
---|---|
1 | 0,1 |
2 | 0,2 |
3 | 0,3 |
4 | 0,8 |
5 | 1,5 |
6 | 5,5 |
7 | 16,6 |
8 | 41,3 |
9 | 22,0 |
10 | 11,6 |
2.4 Contact en waardering psycholoog, psychiater of psychotherapeut
Zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg worden minder vaak bezocht dan de huisarts, tandarts en fysio- of oefentherapeut. In 2018 gaf 10 procent van de volwassenen aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Mensen die een zorgverlener in de geestelijke gezondheidszorg hebben bezocht, geven deze gemiddeld een 7,8 als rapportcijfer. Acht procent geeft een onvoldoende. Dit aandeel is hoger dan bij de tandarts en bij de fysio- of oefentherapeut. De meest genoemde redenen voor ontevredenheid zijn dat klachten niet werden opgelost of dat de zorgverlener te weinig expertise had.Psycholoog, psychiater of psychotherapeut (%) | |
---|---|
1 | 0,0 |
2 | 0,3 |
3 | 1,0 |
4 | 2,8 |
5 | 3,4 |
6 | 8,9 |
7 | 16,4 |
8 | 36,8 |
9 | 20,4 |
10 | 10,0 |
2.5 Contact en waardering zorgverleners naar achtergrondkenmerken
Geslacht
Het aandeel dat de huisarts, tandarts, fysio- of oefentherapeut, psycholoog, psychiater of psychotherapeut heeft bezocht is groter onder vrouwen dan onder mannen. De waardering van de meeste zorgverleners verschilt niet tussen beide seksen. Enkel over de huisartsoordelen mannen iets positiever dan vrouwen (7,9 tegen 7,8).Leeftijd
Meer ouderen dan jongeren hebben contact gehad met de huisarts en fysio- of oefentherapeut. Van de 75-plussers gaf 82 procent aan in de afgelopen twaalf maandencontact te hebben gehad met de huisarts. Van de 18- tot 25-jarigen was dat 66 procent. 75-plussers zijn meer te spreken over hun huisarts dan 18- tot 25-jarigen (8,2 tegen 7,5), maar hun rapportcijfer voor de fysio- of oefentherapeut komt overeen.
Terwijl meer ouderen dan jongere leeftijdsgroepen contact hebben met de huisarts en fysio- of oefentherapeut, wordt de tandarts juist meer bezocht door jongeren dan door ouderen. De verschillen in tevredenheid met de tandarts zijn niet zo groot; alleen 65- tot 75-jarigen geven hun tandarts een iets hogere waardering dan andere leeftijdsgroepen. Ook met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut hebben jongere leeftijdgroepen vaker contact. Zo had 15 procent van de 18- tot 25-jarigen in 2018 contact met een zorgverlener in de geestelijke gezondheidszorg, tegen 3 procent van de 75-plussers. De tevredenheid over dit type zorgverleners kan niet naar leeftijd worden uitgesplitst omdat de aantallen voor sommige leeftijdsgroepen te laag zijn.
Huisarts (rapportcijfer) | Tandarts (rapportcijfer) | Fysio- of oefentherapeut (rapportcijfer) | |
---|---|---|---|
18 tot 25 jaar | 7,5 | 7,9 | 8,1 |
25 tot 35 jaar | 7,6 | 7,8 | 8,2 |
35 tot 45 jaar | 7,7 | 7,9 | 8,0 |
45 tot 55 jaar | 7,9 | 7,9 | 8,0 |
55 tot 65 jaar | 7,8 | 8,0 | 8,0 |
65 tot 75 jaar | 8,1 | 8,2 | 8,3 |
75 jaar en ouder | 8,2 | 7,9 | 8,0 |
Herkomst
Personen met een Nederlandse achtergrond of een westerse migratieachtergrond bezoeken de huisarts met achtereenvolgens 70 en 73 procent minder dan personen meteen niet-westerse migratieachtergrond (76 procent). Daarentegen oordelen personen met een Nederlandse achtergrond positiever over hun huisarts dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Hier speelt leeftijd een rol: personen met een Nederlandse achtergrond zijn naar verhouding ouder, en ouderen zijn vaker positief over hun huisarts. Het bezoek aan de tandarts of de fysio- of oefentherapeut is onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond lager dan onder personen met een Nederlandse achtergrond of westerse achtergrond. In het geval van het tandartsbezoek speelt het lagere inkomen van niet-westerse personen daarbij een rol. Net als bij de huisarts, geven personen met een niet-westerse achtergrond ook de tandarts en fysio- of oefentherapeut een lager rapportcijfer.
De psycholoog, psychiater of psychotherapeut wordt door personen met een niet-westerse migratieachtergrond meer bezocht dan door personen met een Nederlandse achtergrond. Dit hangt samen met leeftijd: personen met een niet-westerse achtergrond zijn doorgaans jonger dan personen met een Nederlandse achtergrond en jongeren bezoeken vaker dit type zorgverleners. De tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg kan niet naar herkomst worden uitgesplitst, wederom vanwege beperkte aantallen.
Huisarts (rapportcijfer) | Tandarts (rapportcijfer) | Fysio- of oefentherapeut (rapportcijfer) | |
---|---|---|---|
Nederlandse achtergrond | 7,9 | 8,0 | 8,1 |
Westerse migratieachtergrond | 7,8 | 7,9 | 8,0 |
Niet-westerse migratieachtergrond | 7,6 | 7,5 | 7,7 |
Onderwijsniveau
Het aandeel laagopgeleiden (76 procent) dat in de afgelopen twaalf maanden één of meerdere bezoeken bracht aan de huisarts ligt hoger dan bij hoogopgeleiden (66 procent). Hierbij speelt mee dat laagopgeleiden naar verhouding vaak een niet-westerse migratieachtergrond hebben en dat onder deze groep het huisartsbezoek relatief hoog is. Laagopgeleiden geven hun huisarts met een 8,0 een hoger waarderingscijfer dan hoogopgeleiden (7,7).Hoogopgeleiden en middelbaar opgeleiden daarentegen hebben met respectievelijk 87 en 82 procent meer contact met de tandarts dan laagopgeleiden (68 procent). Ze zijn hier ook tevredener over.
Het bezoek aan de fysio- of oefentherapeut en aan de psycholoog, psychiater of psychotherapeut, verschilt niet tussen de onderwijsgroepen. Dit geldt ook voor de tevredenheid over de fysio- of oefentherapeut. Voor de tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg is een uitsplitsing naar onderwijsniveau niet mogelijk omdat de aantallen voor de verschillende onderwijsgroepen te laag zijn.
Inkomen
Personen met een laag inkomen hebben meer contact met de huisarts dan personen met een hoog inkomen. Hierbij speelt gezondheid een rol: hoge inkomens geven vaker aan een goede gezondheid te hebben en gaan minder naar de huisarts. De waardering voor de huisarts verschilt niet tussen inkomensgroepen.Ook de psycholoog, psychiater of psychotherapeut wordt door personen met een laag inkomen vaker bezocht dan door personen met een hoog inkomens (17 tegen 7 procent). Voor de tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg is geen betrouwbare uitsplitsing naar inkomen mogelijk vanwege de beperkte aantallen.
Bij de tandarts en fysio- en oefentherapeut is het beeld met betrekking tot de contacten tegenovergesteld: personen met laagste inkomens bezoeken deze zorgverleners minder vaak dan personen met hoge inkomens. Hierbij moet opgemerkt dat de kosten van de tandarts en de fysio- en oefentherapeut niet of slechts voor een deel vanuit de basisverzekering vergoed worden. Op basis van dit onderzoek (Gezondheidsenquête, Belevingen) kon de relatie tussen vergoeding van kosten uit de zorgverzekering en verschillen in bezoek aan zorgverleners naar inkomen niet worden onderzocht. De laagste inkomensgroep is met gemiddeld een 7,8 minder tevreden over de fysio- of oefentherapeut dan de hogere inkomensgroepen (gemiddeld een 8,1). Ook de tandarts wordt door lage inkomens iets minder gewaardeerd, maar hier is het verschil met de hogere inkomens kleiner.