Auteur: Kim Knoops, Rianne Kloosterman

Waardering voor zorgverleners

Over deze publicatie

Dit artikel in de CBS-reeks Statistische Trends beschrijft op basis van het onderzoek Belevingen 2018 hoe de Nederlandse bevolking oordeelt over reguliere zorgverleners zoals huisarts, tandarts, fysiotherapeut of oefentherapeut, en psychiater, psycholoog of psychotherapeut. Hoe tevreden zijn Nederlanders over deze zorgverleners?

Voorwaarde om een oordeel te kunnen geven, is dat er contact is geweest met de zorgverlener. Het artikel beschrijft dan ook - voorafgaand aan het oordeel over de zorgverlener - welk deel van de bevolking in de afgelopen twaalf maanden contact heeft gehad met bijvoorbeeld de tandarts of huisarts. Verder is onderzocht in welke mate de contacten en het oordeel verschillen naar de achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, onderwijsniveau, gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen en gezondheidstoestand.

1. Inleiding

In 2018 gaven 7 op de 10 personen van 18 jaar of ouder aan de huisarts te hebben bezocht in de afgelopen twaalf maanden. De tandarts werd door 8 op de 10 volwassenen bezocht. Aanmerkelijk lager was het bezoek aan de fysiotherapeut of oefentherapeut (3 op de 10) en de psycholoog, psychiater of psychotherapeut (1 op de 10). De tevredenheid over deze zorgverleners was doorgaans hoog. Het gemiddelde rapportcijfer schommelde rond de 8.
Het Nederlandse zorgstelsel is een van de duurste in de EU. Maar de bevolking krijgt daar ook iets voor terug: in Nederland is er goede toegang tot een dicht net van doeltreffende primaire en secundaire zorgverleners (Europese Commissie, 2017). Zo zijn hier 11 770 huisartsen, 28 995 fysiotherapeuten, 7 975 tandartsen en 15 945 psychiaters, psychologen en psychotherapeuten werkzaam in de zorg (CBS StatLine, 2018). Een groot deel van de Nederlandse volwassen bevolking bezoekt jaarlijks één of meerdere van deze zorgverleners (CBS StatLine, 2018). In 2018 gaf 71 procent van de volwassenen aan in het afgelopen jaar contact te hebben gehad met de huisarts 1) en 80 procent met de tandarts (CBS StatLine, 2018). Minder mensen hebben een fysio- of oefentherapeut (31 procent) of een psycholoog, psychiater of psychotherapeut (10 procent) geraadpleegd (CBS StatLine, 2018).
Hoe tevreden is de Nederlandse bevolking over deze zorgverleners? Op Zorgkaart Nederland staan ervaringen van patiënten met een groot aantal zorgverleners, inclusief een gemiddeld waarderingscijfer. Dit kan mensen helpen om een geschikte zorgverlener te vinden. De gemiddelde waardering per type zorgverlener ontbreekt echter. Tot 2013 werd de tevredenheid met de huisarts, fysio- of oefentherapeut en tandarts gepeild in de jaarlijkse Gezondheidsenquête van het CBS. Het rapportcijfer voor deze drie typen zorgverleners varieerde destijds van 7,8 tot 8,0 (CBS StatLine, 2013). In lijn hiermee liet onderzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging in 2015 zien dat de huisarts met gemiddeld een 7,9 werd gewaardeerd (LHV, 2015). Sindsdien bestaat er in onderzoek weinig aandacht voor de waardering van zorgverleners. Dit artikel beschrijft op basis van het onderzoek Belevingen 2018 hoe de volwassen bevolking oordeelt over reguliere zorgverleners zoals huisarts, tandarts, fysiotherapeut of oefentherapeut, en psychiater, psycholoog of psychotherapeut. In geval van een negatief oordeel worden ook de belangrijkste redenen daarvoor vermeld. Voorwaarde om een oordeel te kunnen geven, is dat er contact is geweest. Daarom wordt voorafgaand aan het oordeel over de zorgverlener telkens beschreven welk deel van de volwassen bevolking in de afgelopen twaalf maanden contact daarmee heeft gehad. Verder is onderzocht in welke mate de contacten en het oordeel verschillen naar de achtergrondkenmerkengeslacht, leeftijd, migratieachtergrond, onderwijsniveau, gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen en gezondheidstoestand.

1) Het aantal personen met minimaal 1 contact met de tandarts en fysiotherapeut zijn kerncijfers in de Staat van Volksgezondheid en Zorg. Voor huisartscontact wordt in de Staat gebruik gemaakt van de Nivel Zorgregistraties (Nivel, 2019). Omdat het in dit artikel gaat over zelf gerapporteerde gegevens,wordt voor huisartscontacten ook gebruik gemaakt van de Gezondheidsenquête.

2. Resultaten

2.1 Contact en waardering huisarts

In 2018 gaf 71 procent van de volwassenen aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de huisarts. Zij waardeerden hun huisarts met gemiddeld een 7,8 als rapportcijfer. Een 8 is het meest gegeven cijfer. Vijf procent is minder te spreken over hun huisarts en geeft een onvoldoende (rapportcijfer 5 of lager). De meest genoemde drie redenen voor deze ontevredenheid waren dat de huisarts weinig empathie toonde, dat de huisarts niet goed luisterde of dat mensen zich niet serieus genomen voelden. Andere redenen die meermaals genoemd werden zijn dat de huisarts te weinig kennis had, foute medicijnen voorschreef of een foute diagnose gaf, geen doorverwijzing gaf, of dat patiënten niet snel terecht konden.

2.1.1 Tevredenheid over huisarts, 2018
Rapportcijfer (1-10)Huisarts (%)
10,2
20,3
30,9
40,9
52,8
67,4
720,5
838,5
918,6
109,8
 

2.2 Contact en waardering tandarts

In vergelijking met de huisarts heeft een iets groter deel (80 procent) van de volwassen bevolking in de afgelopen twaalf maanden contact gehad met de tandarts. De tandarts wordt met gemiddeld een 8,0 ook iets hoger beoordeeld. Drie procent gaf hun tandarts een onvoldoende. De belangrijkste reden hiervoor is dat zij niet tevreden waren over de behandeling of het resultaat van de  behandeling. Andere genoemde redenen zijn: behandeling was te duur, duurde te lang voordat de tandarts tijd had, steeds een andere tandarts en gebrekkige communicatie.

2.2.1 Tevredenheid over tandarts, 2018
 Tandarts (%)
10,3
20,2
30,3
40,8
51,7
64,9
719,5
842,5
921,5
108,3
 

2.3 Contact en waardering fysiotherapeut of oefentherapeut

In 2018 gaf 31 procent van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de fysiotherapeut of oefentherapeut. Gebruikers van fysio- of oefentherapie zijn hierover doorgaans te spreken en geven hun therapeut gemiddeld een 8,1. Drie procent gaf een onvoldoende, vooral omdat zij vonden dat de behandeling te weinig of geen resultaat gaf, dat deze te lang duurde, of dat de therapie niet op hen was afgestemd.

2.3.1 Tevredenheid over fysio- of oefentherapeut, 2018
 Fysio- of oefentherapeut (%)
10,1
20,2
30,3
40,8
51,5
65,5
716,6
841,3
922,0
1011,6

2.4 Contact en waardering psycholoog, psychiater of psychotherapeut

Zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg worden minder vaak bezocht dan de huisarts, tandarts en fysio- of oefentherapeut. In 2018 gaf 10 procent van de volwassenen aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Mensen die een zorgverlener in de geestelijke gezondheidszorg hebben bezocht, geven deze gemiddeld een 7,8 als rapportcijfer. Acht procent geeft een onvoldoende. Dit aandeel is hoger dan bij de tandarts en bij de fysio- of oefentherapeut. De meest genoemde redenen voor ontevredenheid zijn dat klachten niet werden opgelost of dat de zorgverlener te weinig expertise had.

2.4.1 Tevredenheid over psycholoog, psychiater of psychotherapeut, 2018
 Psycholoog, psychiater of psychotherapeut (%)
10,0
20,3
31,0
42,8
53,4
68,9
716,4
836,8
920,4
1010,0
 

2.5 Contact en waardering zorgverleners naar achtergrondkenmerken

Geslacht

Het aandeel dat de huisarts, tandarts, fysio- of oefentherapeut, psycholoog, psychiater of psychotherapeut heeft bezocht is groter onder vrouwen dan onder mannen. De waardering van de meeste zorgverleners verschilt niet tussen beide seksen. Enkel over de huisartsoordelen mannen iets positiever dan vrouwen (7,9 tegen 7,8).

Leeftijd

Meer ouderen dan jongeren hebben contact gehad met de huisarts en fysio- of oefentherapeut. Van de 75-plussers gaf 82 procent aan in de afgelopen twaalf maandencontact te hebben gehad met de huisarts. Van de 18- tot 25-jarigen was dat  66 procent. 75-plussers zijn meer te spreken over hun huisarts dan 18- tot 25-jarigen (8,2 tegen 7,5), maar hun rapportcijfer voor de fysio- of oefentherapeut komt overeen.
Terwijl meer ouderen dan jongere leeftijdsgroepen contact hebben met de huisarts en fysio- of oefentherapeut, wordt de tandarts juist meer bezocht door jongeren dan door ouderen. De verschillen in tevredenheid met de tandarts zijn niet zo groot; alleen 65- tot 75-jarigen geven hun tandarts een iets hogere waardering dan andere leeftijdsgroepen. Ook met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut hebben jongere leeftijdgroepen vaker contact. Zo had 15 procent van de 18- tot 25-jarigen in 2018 contact met een zorgverlener in de geestelijke gezondheidszorg, tegen 3 procent van de 75-plussers. De tevredenheid over dit type zorgverleners kan niet naar leeftijd worden uitgesplitst omdat de aantallen voor sommige leeftijdsgroepen te laag zijn.

2.5.1 Tevredenheid zorgverleners naar leeftijd, 2018
 Huisarts (rapportcijfer)Tandarts (rapportcijfer)Fysio- of oefentherapeut (rapportcijfer)
18 tot 25 jaar7,57,98,1
25 tot 35 jaar7,67,88,2
35 tot 45 jaar7,77,98,0
45 tot 55 jaar7,97,98,0
55 tot 65 jaar7,88,08,0
65 tot 75 jaar8,18,28,3
75 jaar en ouder8,27,98,0
 

Herkomst

Personen met een Nederlandse achtergrond of een westerse migratieachtergrond bezoeken de huisarts met achtereenvolgens 70 en 73 procent minder dan personen meteen niet-westerse migratieachtergrond (76 procent). Daarentegen oordelen personen met een Nederlandse achtergrond positiever over hun huisarts dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Hier speelt leeftijd een rol: personen met een Nederlandse achtergrond zijn naar verhouding ouder, en ouderen zijn vaker positief over hun huisarts. Het bezoek aan de tandarts of de fysio- of oefentherapeut is onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond lager dan onder personen met een Nederlandse achtergrond of westerse achtergrond. In het geval van het tandartsbezoek speelt het lagere inkomen van niet-westerse personen daarbij een rol. Net als bij de huisarts, geven personen met een niet-westerse achtergrond ook de tandarts en fysio- of oefentherapeut een lager rapportcijfer.
De psycholoog, psychiater of psychotherapeut wordt door personen met een niet-westerse migratieachtergrond meer bezocht dan door personen met een Nederlandse achtergrond. Dit hangt samen met leeftijd: personen met een niet-westerse achtergrond zijn doorgaans jonger dan personen met een Nederlandse achtergrond en jongeren bezoeken vaker dit type zorgverleners. De tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg kan niet naar herkomst worden uitgesplitst, wederom vanwege beperkte aantallen.

2.5.2 Tevredenheid zorgverleners naar herkomst, 2018
 Huisarts (rapportcijfer)Tandarts (rapportcijfer)Fysio- of oefentherapeut (rapportcijfer)
Nederlandse achtergrond7,98,08,1
Westerse migratieachtergrond7,87,98,0
Niet-westerse migratieachtergrond7,67,57,7
 

Onderwijsniveau

Het aandeel laagopgeleiden (76 procent) dat in de afgelopen twaalf maanden één of meerdere bezoeken bracht aan de huisarts ligt hoger dan bij hoogopgeleiden (66 procent). Hierbij speelt mee dat laagopgeleiden naar verhouding vaak een niet-westerse migratieachtergrond hebben en dat onder deze groep het huisartsbezoek relatief hoog is. Laagopgeleiden geven hun huisarts met een 8,0 een hoger waarderingscijfer dan hoogopgeleiden (7,7).
Hoogopgeleiden en middelbaar opgeleiden daarentegen hebben met respectievelijk 87 en 82 procent meer contact met de tandarts dan laagopgeleiden (68 procent). Ze zijn hier ook tevredener over.
Het bezoek aan de fysio- of oefentherapeut en aan de psycholoog, psychiater of psychotherapeut, verschilt niet tussen de onderwijsgroepen. Dit geldt ook voor de tevredenheid over de fysio- of oefentherapeut. Voor de tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg is een uitsplitsing naar onderwijsniveau niet mogelijk omdat de aantallen voor de verschillende onderwijsgroepen te laag zijn.

Inkomen

Personen met een laag inkomen hebben meer contact met de huisarts dan personen met een hoog inkomen. Hierbij speelt gezondheid een rol: hoge inkomens geven vaker aan een goede gezondheid te hebben en gaan minder naar de huisarts. De waardering voor de huisarts verschilt niet tussen inkomensgroepen.
Ook de psycholoog, psychiater of psychotherapeut wordt door personen met een laag inkomen vaker bezocht dan door personen met een hoog inkomens (17 tegen 7 procent). Voor de tevredenheid over de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg is geen betrouwbare uitsplitsing naar inkomen mogelijk vanwege de beperkte aantallen.
Bij de tandarts en fysio- en oefentherapeut is het beeld met betrekking tot de contacten tegenovergesteld: personen met laagste inkomens bezoeken deze zorgverleners minder vaak dan personen met hoge inkomens. Hierbij moet opgemerkt dat de kosten van de tandarts en de fysio- en oefentherapeut niet of slechts voor een deel vanuit de basisverzekering vergoed worden. Op basis van dit onderzoek (Gezondheidsenquête, Belevingen) kon de relatie tussen vergoeding van kosten uit de zorgverzekering en verschillen in bezoek aan zorgverleners naar inkomen niet worden onderzocht. De laagste inkomensgroep is met gemiddeld een 7,8 minder tevreden over de fysio- of oefentherapeut dan de hogere inkomensgroepen (gemiddeld een 8,1). Ook de tandarts wordt door lage inkomens iets minder gewaardeerd, maar hier is het verschil met de hogere inkomens kleiner.

Gezondheid

Het aandeel personen dat in de afgelopen twaalf maanden contact had met de huisarts (65 tegen 89 procent) en psycholoog, psychiater of en psychotherapeut (7 tegen 20 procent) was lager onder mensen die hun gezondheid als (zeer) goed ervaren dan onder personen die hun gezondheid als minder dan goed ervaren. De tevredenheid over de huisarts en de zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg verschilt niet tussen beide groepen.Van de personen met een langdurige beperking gaf bijna de helft (47 procent) aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de fysio- of oefentherapeut, tegen bijna een kwart (24 procent) van de personen zonder langdurige beperking. De waardering voor de fysio- of oefentherapeut verschilt niet tussen beide groepen.

3. Conclusie

In 2018 gaven 7 op de 10 volwassenen aan in de afgelopen twaalf maanden contact te hebben gehad met de huisarts. Nog iets meer hadden contact met de tandarts: 8 op de 10. De fysiotherapeut of oefentherapeut werd door 3 op de 10 bezocht en de psycholoog, psychiater of psychotherapeut door 1 op de 10.

Het bezoek aan zorgverleners verschilt naar kenmerken als geslacht, leeftijd, onderwijsniveau, herkomst, inkomen en gezondheid. Zo hebben vrouwen, ouderen, laagopgeleiden, personen met een niet-westerse migratieachtergrond, lage inkomensgroepen en personen met een minder dan goed ervaren gezondheid relatief vaak contact met de huisarts. De tandarts daarentegen wordt naar verhouding meer bezocht door onder andere jongeren, hoogopgeleiden, personen met een Nederlandse of westerse achtergrond en hogere inkomensgroepen.
Over het algemeen zijn degenen die contact hadden tevreden over hun zorgverlener: de gemiddelde rapportcijfers bewegen zich rond de 8, waarbij de fysio- of oefentherapeut en tandarts met achtereenvolgens een 8,1 en 8,0 een iets hogere waardering krijgen dan de huisarts en de psycholoog, psychiater of psychotherapeut (beide 7,8). Ook de tevredenheid verschilt naar achtergrondkenmerken. De waardering voor de huisarts bijvoorbeeld is onder mannen iets hoger dan onder vrouwen, onder ouderen hoger dan onder jongeren, onder laagopgeleiden hoger dan hoogopgeleiden, en onder personen met een Nederlandse achtergrond hoger dan onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond.
Vergelijking van de uitkomsten van het onderzoek Belevingen 2018 met die van eerder onderzoek, de Gezondheidsenquête 2013 (CBS StatLine, 2013), laat zien dat de waardering voor zorgverleners in de afgelopen vijf jaar weinig veranderd is: ook in 2013 kreeg de huisarts een gemiddeld rapportcijfer van 7,8. De tandarts kreeg een 7,9 en de fysiotherapeut een 8,0 (de waardering voor de psycholoog, psychiater of psychotherapeut is in 2013 niet onderzocht).
Ondanks het relatief hoge gemiddelde rapportcijfer voor de zorgverleners, zijn er ook mensen die minder tevreden zijn en een onvoldoende (5 of lager) geven. De tandarts en fysio- of oefentherapeut kregen van 3 procent, de huisarts van 5 procent, en de psycholoog, psychiater of psychotherapeut van 8 procent een onvoldoende.

Referenties

CBS (2014). Korte onderzoeksbeschrijving Gezondheidsenquête vanaf 2014.

Europese Commissie (2017). State of Health in the EU, Nederland Landenprofiel Gezondheid 2017.

Nivel (2019). Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, verslagjaar 2017.

LHV (2015). Factsheet - De Huisarts: Vertrouwd en gewaardeerd, Landelijke Huisartsen Vereniging.

Staat Volksgezondheid en Zorg
(2019).

Zorgkaartnederland (2019). Zorgkaart Nederland, Patiëntenfederatie Nederland.

StatLine

CBS StatLine (2018). Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken.

CBS StatLine (2018). Medisch geschoolden; arbeidspositie, positie in de werkkring, naar beroep.

CBS StatLine (2013). Medische contacten, ziekenhuisopname, medicijnen; pers.kenmerken, 2010–2013.

Technische toelichting

De vraagstellingen die ten grondslag liggen aan de uitkomsten van dit artikel, worden hieronder beschreven.

Contact en tevredenheid huisarts en tandarts

Contact met de huisarts in de afgelopen twaalf maanden is gebaseerd op cijfers van de jaarlijkse Gezondheidsenquête van het CBS. In 2018 werd gevraagd: ‘Wanneer heeft u voor het laatst voor uzelf contact gehad met de huisarts?’ De antwoordopties hierbij waren: 1. Minder dan 12 maanden geleden, 2. 12 maanden geleden of langer en 3. Nog nooit. Hierbij telden bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken, telefonische consulten, contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost ook mee. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige telden niet mee.
Voor contact met de tandarts werd in de Gezondheidsenquête een gelijkaardige vraag gesteld: Wanneer bent u voor het laatst voor uzelf naar de tandarts geweest? Hierbij waren de antwoordopties: 1. Minder dan 6 maanden geleden, 2. 6 tot 12 maanden geleden, 3. 12 maanden of langer geleden en 4. Nog nooit. Contacten met de mondhygiënist, orthodontist en kaakchirurg telden niet mee. 
Tevredenheid over de huisarts is afkomstig uit het onderzoek Belevingen. Aan respondenten is gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden voor zichzelf contact hebben gehad met hun huisarts. Telefonische contacten telden hierbij niet mee. Aan degenen die deze vraag met ‘ja’ beantwoordden werd vervolgens gevraagd om hun huisarts een rapportcijfer te geven van 1 tot en met 10, waarbij 1 staat voor ‘heel erg slecht’ en 10 voor ‘heel erg goed’. Als de respondent met meerdere huisartsen contact had in de afgelopen twaalf maanden, werd gevraagd om een rapportcijfer te geven voor de huisarts met wie hij/zij het vaakst contact heeft gehad in deze periode. Bij een onvoldoende (5 of lager) is gevraagd of de respondent het rapportcijfer in een open antwoordmogelijkheid kon toelichten. Dezelfde vragen werden in het onderzoek Belevingen ook gesteld voor de tandarts. Hierbij werd aangegeven dat telefonische contacten en contacten met de orthodontist of mondhygiënist niet meetellen.

Contact en tevredenheid fysiotherapeut of oefentherapeut

Het percentage mensen dat in de afgelopen twaalf maanden contact had met de fysiotherapeut of oefentherapeut is gebaseerd op de vraag in de Gezondheidsenquête: ‘Heeft u in de afgelopen 12 maanden, dus sinds <huidige datum –12 maanden>, gebruik gemaakt van fysiotherapie of oefentherapie?’ Fysiotherapie of oefentherapie tijdens ziekenhuis- of dagopname worden hierbij niet meegerekend.
De tevredenheid met de fysiotherapeut of oefentherapeut is afkomstig uit het onderzoek Belevingen. Aan respondenten is gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden voor zichzelf contact hebben gehad met een fysiotherapeut of een oefentherapeut Cesar of Mensendieck. Telefonische contacten telden hierbij niet mee. De mogelijke antwoordopties waren: ‘ja, met een fysiotherapeut’, ‘ja, met een oefentherapeut Cesar of Mensendieck’ en ‘nee, geen van deze’. Respondenten hadden de mogelijkheid om zowel de eerste antwoordoptie als de tweede antwoordoptie te kiezen. Degenen die beide antwoorden gaven, kregen vervolgens de vraag met wie ze het vaakst contact hebben gehad. Aan respondenten die (het vaakst) contact hadden met de fysiotherapeut is vervolgens gevraagd om hun fysiotherapeut een rapportcijfer te geven van 1 tot en met 10, waarbij 1 staat voor ‘heel erg slecht’ en 10 voor ‘heel erg goed’. Bij een rapportcijfer van 5 of lager is vervolgens gevraagd om een toelichting. Dezelfde vragen zijn gesteld aan degenen die in de afgelopen twaalf maanden (het vaakst) contact hadden met een oefentherapeut Cesar of Mensendieck. Uit het onderzoek Belevingen 2018 blijkt dat de overgrote meerderheid enkel een fysiotherapeut heeft geraadpleegd. Vanwege het beperkte aantal mensen dat gebruik heeft gemaakt van oefentherapie Cesar of Mensendieck (n = 54), kan in dit artikel niet de tevredenheid over de oefentherapeut afzonderlijk worden vastgesteld. Deze is samengenomen en meegeteld in één categorie, te weten fysio- en oefentherapie.

Contact en tevredenheid psycholoog, psychiater of psychotherapeut

Contact met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut in de afgelopen twaalf maanden is gebaseerd op de volgende vraag in de Gezondheidsenquête: ‘Heeft u in de afgelopen 12 maanden contact gehad met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut?’. Tevredenheid met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut is vastgesteld aan de hand van het onderzoek Belevingen. Aan respondenten is gevraagd of zij in de afgelopen twaalf maanden voor zichzelf contact hebben gehad met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Telefonische contacten telden hierbij niet mee. De antwoordopties hierbij waren:
1. Ja, met een psycholoog
2. Ja, met een psychiater
3. Ja, met een psychotherapeut
4. Nee, geen van deze

De respondenten die met meer dan één zorgverlener binnen de geestelijke gezondheidszorg contact hadden, kregen vervolgens de vraag: ‘’Met wie heeft u in de afgelopen twaalf maanden het vaakst contact gehad?’. Hierbij werden de volgende antwoordopties gegeven:
1. Psycholoog
2. Psychiater
3. Psychotherapeut

Indien respondenten (het vaakst) contact hebben gehad met een psycholoog, is gevraagd om hun psycholoog een rapportcijfer te geven van 1 tot en met 10, waarbij 1 staat voor‘heel erg slecht’ en 10 voor ‘heel erg goed’. Bij een onvoldoende (5 of lager) werd hun gevraagd een toelichting te geven. Vergelijkbare vragen zijn gesteld als de respondent aangaf (het vaakst) contact te hebben gehad met een psychiater, of als er (het vaakst)contact was met een psychotherapeut. Net als bij oefentherapie, is het aantal mensen dat contact heeft gehad met een psychiater(n = 80) of psychotherapeut (n = 61) beperkt in Belevingen. Daarom is in dit artikel geen onderscheid gemaakt in de tevredenheid met verschillende soorten zorgverleners binnen de geestelijke gezondheidszorg. 

Gezondheid

Ervaren gezondheid

Aan respondenten is in de Gezondheidsenquête de vraag gesteld: ‘Hoe is over het algemeen uw gezondheid?’ met als antwoordopties: 1. Zeer goed, 2. Goed, 3. Gaat wel, 4. Slecht en 5. Zeer slecht. In dit onderzoek zijn de opties ‘zeer goed’ en ‘goed’ samengenomen.

Beperkingen

Voor het bepalen of mensen een langdurige beperking hebben, is aan respondenten in de Gezondheidsenquête gevraagd: ‘In welk mate bent u vanwege problemen met uw gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt in activiteiten die mensen gewoonlijk doen?’. De antwoordopties waren: 1. Ernstig beperkt, 2. Wel beperkt maar niet ernstig en 3. Helemaal niet beperkt. Mensen die antwoordoptie 1 of 2 hebben geantwoord, vormen de groep mensen met een langdurige beperking.

Tabellenbijlage

Tabel 1. Aandeel personen (%) met contact zorgverleners in afgelopen 12 maanden, 2018
HuisartsTandartsFysiotherapeutPsycholoog/Psychiater/Psychotherapeut
Totaal71,279,631,410,3
Mannen65,377,126,79,1
Vrouwen76,982,036,011,6
Leeftijd: 18 tot 25 jaar65,885,021,515,4
Leeftijd: 25 tot 35 jaar67,878,828,014,4
Leeftijd: 35 tot 45 jaar 67,686,529,513,9
Leeftijd: 45 tot 55 jaar68,484,733,711,0
Leeftijd: 55 tot 65 jaar73,881,733,38,3
Leeftijd: 65 tot 75 jaar76,573,435,44,3
Leeftijd: 75 jaar en ouder82,058,737,93,3
Herkomst: Nederlandse achtergrond70,280,732,39,8
Herkomst: Westerse achtergrond73,178,632,011,0
Herkomst: Niet-westerse achtergrond76,373,125,213,5
Onderwijsniveau: Laag76,267,732,49,6
Onderwijsniveau: Middelbaar71,282,431,610,9
Onderwijsniveau: Hoog66,486,930,510,3
Huishoudensinkomen: Eerste kwintiel75,167,127,416,9
Huishoudensinkomen: Tweede kwintiel75,468,933,510,7
Huishoudensinkomen: Derde kwintiel70,881,331,29,4
Huishoudensinkomen: Vierde kwintiel70,286,331,89,7
Huishoudensinkomen: Vijfde kwintiel67,488,533,17,3
Gezondheid: Minder dan goede ervaren gezondheid88,668,445,120,2
Gezondheid: (Zeer) goede ervaren gezondheid65,283,526,76,9
Langdurige beperkingen: Geen beperkingen63,483,523,66,6
Langdurige beperkingen: Beperkingen87,071,747,418,0
Bron: Gezondheidsenquête 2018

Tabel 2 Gemiddeld rapportcijfer zorgverleners naar achtergrondkenmerken, 2018
HuisartsTandartsFysiotherapeutPsycholoog/Psychiater/Psychotherapeut
Totaal7,88,08,17,8
Mannen7,98,08,07,8
Vrouwen7,87,98,17,7
Leeftijd: 18 tot 25 jaar7,57,98,11)
Leeftijd: 25 tot 35 jaar7,67,88,2,
Leeftijd: 35 tot 45 jaar 7,77,98,0,
Leeftijd: 45 tot 55 jaar7,97,98,0,
Leeftijd: 55 tot 65 jaar7,88,08,0,
Leeftijd: 65 tot 75 jaar8,18,28,3,
Leeftijd: 75 jaar en ouder8,27,98,0,
Herkomst: Nederlandse achtergrond7,98,08,11)
Herkomst: Westerse achtergrond7,87,98,0,
Herkomst: Niet-westerse achtergrond7,67,57,7,
Onderwijsniveau: Laag8,07,88,11)
Onderwijsniveau: Middelbaar7,88,08,1,
Onderwijsniveau: Hoog7,78,08,0,
Huishoudensinkomen: Eerste kwintiel7,87,97,81)
Huishoudensinkomen: Tweede kwintiel7,97,88,1.
Huishoudensinkomen: Derde kwintiel7,97,98,1.
Huishoudensinkomen: Vierde kwintiel7,88,08,1.
Huishoudensinkomen: Vijfde kwintiel7,88,08,1.
Gezondheid: Minder dan goede ervaren gezondheid7,97,78,17,8
Gezondheid: (Zeer) goede ervaren gezondheid7,88,08,17,8
Langdurige beperkingen: Geen beperkingen7,88,08,17,8
Langdurige beperkingen: Beperkingen7,87,88,07,8

1) te weinig waarnemingen
Bron: Belevingen 2018

 


Tabel 3 Spreiding rapportcijfer zorgverleners, 2018
RapportcijferHuisartsTandartsFysiotherapeutPsycholoog/Psychiater/Psychotherapeut
1= Heel erg slecht0,20,30,10,0
20,30,20,20,3
30,90,30,31,0
40,90,80,82,8
52,81,71,53,4
67,44,95,58,9
720,519,516,616,4
838,542,541,336,8
918,621,522,020,4
10= Heel erg goed9,88,311,610,0
Bron: Belevingen 2018