5. Bbl’ers vier jaar na schoolverlaten
Hoe ziet het beeld voor bbl’ers vier jaar na schoolverlaten eruit, in oktober 2017? Hiermee
wordt een beeld gegeven van wat de opleiding voor bbl-gediplomeerden op langere
termijn heeft opgeleverd. Voor dit deel zijn de bbl-schoolverlaters bekeken die vier jaar
eerder hun opleiding met een diploma hebben afgesloten. Van de 67 duizend bbl’ers die
direct na schoolverlaten stonden ingeschreven in het Basisregistratie Personen hadden er
23 duizend geen diploma behaald. Hiermee resteerden 44 duizend gediplomeerde bbl’ers
in het schooljaar 2012/’13. Daarnaast keerden tussen 2013 en 2017 4,8 duizend bbl’ers
terug in het bekostigd onderwijs. Ook stonden 1,5 duizend bbl’ers in 2017 niet meer
ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Deze bbl’ers zijn hier niet meegenomen.
Uiteindelijk is van bijna 38 duizend bbl’ers die in 2012/’13 het mbo met diploma verlieten
de arbeidsmarktpositie in oktober 2017 bekeken.
Van de 38 duizend bbl’ers die vier jaar na het verlaten van het onderwijs nog in Nederland
woonden en in de tussentijd geen onderwijs meer volgden, hadden er 35 duizend vier jaar
na schoolverlaten betaald werk (met of zonder uitkering). Dat komt neer op 93 procent. Dit
is een hoog aandeel gezien de ongunstige situatie op de arbeidsmarkt op het moment van
schoolverlaten en in de vier jaar erna. In 2014 bereikte de werkloosheid het hoogste punt
sinds de economische crisis en de netto arbeidsparticipatie (aandeel mensen met betaald
werk in de bevolking) het laagste punt. Sindsdien daalt de werkloosheid en groeit de netto
arbeidsparticipatie vrijwel elk kwartaal. Vier jaar na schoolverlaten was onder bbl’ers van
niveau 3 en 4 het aandeel met werk het hoogst, met respectievelijk 96 en 97 procent. Dit
aandeel ligt – net als bij bbl’ers van niveau 2 – iets hoger dan direct na schoolverlaten.
Daarentegen had 83 procent van de bbl’ers afkomstig vanuit de entreeopleiding vier
jaar na schoolverlaten betaald werk. Voor hen is het aandeel met werk wat gedaald
ten opzichte van direct na schoolverlaten. Relatief veel van hen hebben vier jaar na
schoolverlaten geen werk, maar een uitkering (14 procent).
Niveau | Met werk, zonder uitkering (%) | Met werk, met uitkering (%) | Zonder werk, met uitkering (%) | Zonder werk, zonder uitkering (%) |
---|---|---|---|---|
Entreeopleiding | 68 | 15 | 14 | 3 |
Niveau 2 | 86 | 5 | 6 | 3 |
Niveau 3 | 93 | 3 | 3 | 2 |
Niveau 4 | 95 | 2 | 2 | 1 |
1) Exclusief schoolverlaters die niet meer zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen. |
Van de drie meest voorkomende richtingen in de bbl hadden de schoolverlaters van de richting techniek met 96 procent het vaakst betaald werk vier jaar na schoolverlaten, gevolgd door zorg en welzijn (94 procent) en dienstverlening (92 procent). Verder is er weinig verschil naar leeftijd in het aandeel schoolverlaters met betaald werk na vier jaar. Dat betekent dat in de tussentijd de jongste leeftijdsgroepen – die direct na schoolverlaten nog minder vaak werk hadden – de oudere groepen hebben bijgehaald.
Niveau | Werknemer met vaste arbeidsrelatie (%) | Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (%) | Zelfstandige (%) | Werknemer en zelfstandige (%) |
---|---|---|---|---|
Entreeopleiding | 76 | 21 | 2 | 2 |
Niveau 2 | 62 | 30 | 5 | 3 |
Niveau 3 | 65 | 25 | 6 | 4 |
Niveau 4 | 72 | 20 | 5 | 4 |
Na verloop van tijd heeft een groter deel van de bbl’ers vast werk dan direct na het verlaten van het onderwijs. Dat geldt voor alle niveaus binnen de bbl. In totaal had twee derde van hen vier jaar na schoolverlaten een vaste baan. Opnieuw was dit aandeel het hoogst onder de bbl’ers vanuit niveau 1 en 4, met respectievelijk 76 en 71 procent. Ook hebben bbl’ers na vier jaar een baan met gemiddeld meer arbeidsuren dan direct na schoolverlaten. Deze toename is vooral terug te zien bij bbl’ers van niveau 2 en 3. Het gaat dan voornamelijk om een doorstroom naar voltijdbanen vanuit grote deeltijdbanen van 20 tot 35 uur. Mannen werken doorgaans vaker in voltijdbanen dan vrouwen. Voor bbl’ers is dat niet anders. Van de mannen uit de bbl werkte 88 procent in oktober 2017 in een voltijdbaan. Voor vrouwen was dit 37 procent. Ruim de helft van de vrouwen was werkzaam in een baan van 20 tot 35 uur. Veel van deze vrouwen hebben de bbl in de richting zorg gedaan en hier ook werk in gevonden. De vraag is of ze bewust hebben gekozen om in deeltijd te gaan werken of dat contracten met dit aantal uren vooral worden aangeboden in zorg- en welzijnsberoepen. Uit andere gegevens komt naar voren dat 14 procent van de middelbaar opgeleide werknemers in de bedrijfstak zorg en welzijn meer uren zou willen werken. Over alle bedrijfstakken heen was dit 11 procent.6)
Niveau | Minder dan 12 uur per week (%) | 12 tot 20 uur per week (%) | 20 tot 35 uur per week (%) | 35 uur of meer per week (%) |
---|---|---|---|---|
Entreeopleiding | 3 | 6 | 24 | 68 |
Niveau 2 | 3 | 5 | 23 | 69 |
Niveau 3 | 2 | 4 | 31 | 64 |
Niveau 4 | 1 | 3 | 31 | 66 |