De gebruikswaarde van natuur in Nederland

2. Monetaire waardering van ecosystemen

De interesse in het monetair waarderen van ecosysteemdiensten neemt toe, omdat deze benadering helpt om het belang van natuur inzichtelijk te maken. Tegelijkertijd bestaat het risico dat deze cijfers verkeerd worden geïnterpreteerd, wat kan leiden tot onjuiste conclusies. Alvorens de resultaten te presenteren en te bespreken, wordt eerst uitvoerig ingegaan op wat onder de waarde van de natuur kan worden verstaan, wat monetaire waarden van ecosysteemdiensten en ecosysteemkapitaal wél maar ook niet zeggen, en de verschillende voor- en nadelen van deze aanpak. 

2.1 De waarde van de natuur

Er wordt uiteenlopend gedacht over de waarde van de natuur. In het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen de intrinsieke waarde, de relationele waarde en de gebruikswaarde van de natuur (eg. UN, 2021; IPBES, 2023; PBL, 2024). 

De intrinsieke waarde gaat over de waarde van de natuur, onafhankelijk van het gebruik of nut voor de mens. Het gaat hier om de waarde die de natuur (planten en dieren) er zelf aan ontleent. Deze intrinsieke waarde is in principe niet in geld uit te drukken1)

De relationele waarde van natuur gaat over de betekenisvolle en vaak wederkerige relaties die mensen met de natuur kunnen hebben, en via de natuur met andere mensen. Mensen voelen zich emotioneel verbonden met, of geworteld in, de natuur, vinden spirituele betekenis in de natuur, putten inspiratie uit de schoonheid ervan, en willen – alleen of samen – zorgen voor de natuur (PBL, 2024). Ook deze relationele waarde is vaak moeilijk te kwantificeren en in monetaire termen uit te drukken.

Vanuit economisch perspectief heeft de natuur ook een bepaalde waarde doordat zij diensten levert en daarmee specifiek waarde bijdraagt aan de economie en samenleving. Het gaat hier om de voordelen die bedrijven ondervinden ten behoeve van hun productieproces, maar ook om de voordelen die mensen direct ondervinden van de natuur, zoals schone lucht of mogelijkheden tot recreatie in de natuur. Ook levert de natuur baten die voor de hele maatschappij van belang zijn, zoals klimaatregulatie en kustbescherming. Deze zogenoemde sociaal-economische gebruikswaarde weerspiegelt de waarde van natuur vanuit menselijk perspectief2)

Deze publicatie spitst zich toe op deze sociaal-economische gebruikswaarde van de natuur. 

2.2 Wat zeggen monetaire ecosysteemwaarden?

Monetaire waarden voor ecosysteemdiensten die zijn berekend volgens de SEEA EA-richtlijnen, representeren ‘sociaal-economische gebruikswaarden’ (UN et al., 2021). Dit betekent dat deze waarden aangeven welke directe voordelen die wij als samenleving ontlenen aan ecosystemen, of, met andere woorden, hoeveel de natuur bijdraagt aan ons welzijn en onze economie. Hogere monetaire waarden vertegenwoordigen een grotere bijdrage van ecosystemen, terwijl lagere monetaire waarden een kleinere bijdrage aangeven. Anderzijds geven deze waarden uitdrukking aan onze afhankelijkheid van ecosystemen om diensten te leveren die essentieel zijn voor ons welzijn en economie. Hogere of lagere waarden geven dus aan of we meer of minder afhankelijk zijn of worden van de natuur. Op zichzelf staande monetaire waarden zijn als zodanig meestal niet veelzeggend. Ze krijgen pas betekenis als bijvoorbeeld de waarden van twee ecosysteemdiensten worden vergeleken of de ontwikkeling in de tijd wordt geanalyseerd (CBS, 2024b).

Het is ook belangrijk om te begrijpen wat de monetaire waarden niet uitdrukken en dus waar ze niet voor kunnen worden gebruikt. De monetaire gebruikswaarden zeggen meestal niet direct iets over de kwaliteit van ecosystemen. De waarde wordt bepaald door verschillende factoren, waaronder de prijzen van ecosysteemdiensten, de omvang van de verschillende ecosysteemtypen die diensten leveren, de vraag naar ecosysteemdiensten, en de kwaliteit van de ecosystemen. Een recente studie voor Nederland laat zien dat de ontwikkeling van de gebruikswaarden meestal in hogere mate wordt bepaald door verandering in de vraag naar diensten dan verandering in de kwaliteit van ecosystemen. (CBS, 2024b). De monetaire waarden vertellen ons (meestal) dus niet hoe het gaat met de natuur. Om die reden hebben we naast monetaire waarden ook andere indicatoren nodig, zoals voor biodiversiteit, water- en bodemkwaliteit, om dit aspect inzichtelijk te maken. De ecosysteemkwaliteit-rekening, een ander belangrijk onderdeel van de Natuurlijk kapitaalrekeningen, geeft meer informatie over de kwaliteit van ecosystemen (link naar condition account website).

Een hogere sociaal-economische gebruikswaarde voor ecosysteemdiensten betekent ook niet per definitie dat het gebruik duurzaam is. Meer visvangst, meer houtkap en meer recreatie in de natuur leiden tot hogere gebruikswaarden. Dat geeft aan dat we meer gebruik maken van de natuur, maar wanneer we meer gebruiken dan de natuur kan ‘leveren’, zijn we de natuur aan het uitputten. Een hogere of stijgende gebruikswaarde op korte termijn betekent dus niet dat er sprake is van een duurzame ontwikkeling. 

Samenvattend verschaffen monetaire ecosysteemwaarden informatie over de mate waarin de samenleving gebruik maakt van onze natuurlijke omgeving en ervan profiteert, en hoe afhankelijk we zijn van de natuur. Deze waarden zeggen echter niets over de toestand van ecosystemen of in welke mate het huidige gebruik van de natuur duurzaam is.

2.3 Voor- en nadelen van monetaire waardering

Monetaire waardering van ecosysteemdiensten en ecosysteemkapitaal kan een nuttige manier zijn om de relevantie en de baten die de natuur levert inzichtelijk te maken. Het laat ook zien welke economische sectoren afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten, en welke sectoren dus baat hebben bij een goede gezondheid van de natuurlijke leefomgeving. Dit stelt beleidsmakers in staat de verschillende belangen af te wegen en zodoende beleid te maken dat beter aansluit bij de behoeften van de samenleving. 

Een belangrijk voordeel van het waarderen van ecosysteemdiensten en ecosysteemkapitaal in monetaire termen is dat de waarde wordt uitdrukt in één enkele eenheid: euro. Dit maakt het mogelijk om verschillende waarden op te tellen en te vergelijken, bijvoorbeeld de waarden van verschillende ecosysteemdiensten, ecosysteemtypen of gebieden. Een ander belangrijk voordeel is dat de waarden kunnen worden vergeleken met andere macro-economische variabelen, bijvoorbeeld de toegevoegde waarde van bedrijven, consumptie van huishoudens, of investeringen. Hierdoor is het mogelijk om de bijdrage van de natuur in economisch perspectief te plaatsen. Over het algemeen maken monetaire waarden het makkelijker om te communiceren over het belang en de schaarste van de natuur. 

Het monetair waarderen van ecosysteemdiensten en ecosystemen en het gebruik van deze cijfers kent ook verschillende beperkingen (zie ook CBS, 2024a). Ten eerste is er een aantal technische en inhoudelijke beperkingen. Op dit moment zijn nog niet alle voor Nederland relevante ecosysteemdiensten monetair gewaardeerd. Een aantal belangrijke diensten, zoals natuurlijke plaagbestrijding, lokale klimaatregulatie, visvangst en diensten van de zee en binnenwateren, ontbreekt nog. Ook zogenaamde abiotische diensten, zoals wind- en zonne-energie en de extractie van zand en grind, zijn nog niet in de berekeningen opgenomen. De totaalcijfers in dit rapport onderschatten daarmee de sociaal-economische bijdrage van ecosystemen. Daarnaast zijn er verschillende uiteenlopende methoden beschikbaar om de monetaire waarde van ecosysteemdiensten te bepalen. Zowel de set van diensten die meegenomen wordt, als de keuze voor een bepaalde methode hebben invloed op de uitkomsten. Samen met partners werken het CBS en de WUR voortdurend aan het verbeteren van de methoden en het uitbreiden van het aantal ecosysteemdiensten, zodat de berekende waarden een steeds completer en beter beeld geven van de bijdrage van de natuur.

Ten tweede kunnen de berekende waarden voor ecosysteemdiensten die niet schaars zijn, relatief laag zijn. Bijvoorbeeld, verschillende regulerende diensten zoals waterzuivering of kustbescherming hebben een relatief lage waarde. Het zou echter niet verantwoord zijn om op basis daarvan te concluderen dat deze ecosysteemdiensten en de ecosystemen die ze leveren in werkelijkheid minder of geen waarde hebben. Een lage monetaire waarde van een ecosysteemdienst kan ook worden ingegeven door overheidsbeleid (e.g. regulering van pachtprijzen en de prijzen van drinkwater). een bepaalde marktsituatie, of de potentieel vervangbaarheid door geproduceerd kapitaal. Bovendien betekent het niet dat als een dienst nu niet schaars is en een lage waarde heeft, dit ook zo zal blijven in de toekomst. 

Ten derde kan het toekennen van een economische waarde aan ecosystemen aanleiding geven tot een aantal ethische en culturele zorgen. Zo kan worden beargumenteerd dat economische waardering de natuur reduceert tot een marktartikel dat er alleen is om door mensen te worden gebruikt, en dat pogingen om de waarde van de natuur in geld uit te drukken afbreuk doen aan de werkelijke (intrinsieke) waarde. Het omzetten van ecosysteemgegevens in monetaire waarden maakt allerlei vergelijkingen mogelijk met macro-economische variabelen die niet altijd passend en geschikt zijn. Dit kan leiden tot conclusies en overwegingen die niet altijd even betekenisvol of passend zijn, en kunnen leiden tot misinterpretatie of zelfs misbruik van deze cijfers. Een bekend voorbeeld is de vergelijking van de monetaire ecosysteemwaarden met het bbp. Een ‘laag’ aandeel in het bbp betekent dus niet dat de bijdrage van ecosystemen ‘onbelangrijk’ of ‘vervangbaar’ is. Daarnaast zou in zo’n vergelijking moeten worden meegenomen welke economische sectoren indirect afhankelijk zijn van ecosysteemdiensten zoals bijvoorbeeld een deel van de voedselverwerkende industrie.

1) De intrinsieke waarde kan wel worden uitgedrukt met behulp van biofysische indicatoren over biodiversiteit en de kwaliteit van bodem en water.
2) De gebruikswaarde staat ook welk bekend als de instrumentele waarde.