Bijlage Methodewijzigingen Beleidsinformatie jeugd
Voor het vaststellen van het jeugdhulpgebruik heeft het CBS vanaf 2020 verschillende verbeteringen doorgevoerd bij de verwerking van de gegevens. Dit betreft een verbeterde methode voor het berekenen van de definitieve cijfers over een verslagjaar en een uitbreiding van de populatie6). In onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven. Daarnaast zijn eind oktober 2024 de cijfers over 2021 en 2022 gecorrigeerd voor gevonden fouten in de verwerking.
oude methode (x 1 000) | nieuwe methode (x 1 000) | nieuwe populatie (x 1 000) | verschil voorlopig definitief (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
1e hj 2024* | 0 | 0 | 389,465 | 18,305 |
1e hj 2023 | 0 | 0 | 402,655 | 0 |
2023 | 0 | 0 | 476,415 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 461,87 | 0 |
2021 | 0 | 414,865 | 38,335 | 0 |
2020 | 0 | 423,4 | 0 | 0 |
2019 | 430,99 | 7,02 | 0 | 0 |
2018 | 417,765 | 0 | 0 | 0 |
2017 | 407,245 | 0 | 0 | 0 |
2016 | 389,925 | 0 | 0 | 0 |
2015 | 363,31 | 0 | 0 | 0 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Nieuwe methode
Vanaf verslagjaar 2020 wordt bij het berekenen van de definitieve cijfers niet meer alleen gebruik gemaakt van de aangeleverde data over het eerste (HJ1) en tweede (HJ2) halfjaar van het verslagjaar, maar ook van de aangeleverde data over het eerste halfjaar van het daaropvolgende verslagjaarjaar (HJ3). Het is namelijk gebleken dat de bestanden over HJ3 soms informatie bevat over het voorafgaande jaar, die niet eerder was aangeleverd.
Deze nieuwe informatie kan verschillende vormen aannemen; er kunnen trajecten van jongeren worden aangeleverd met een begindatum in HJ1 of HJ2 die nooit eerder zijn aangeleverd. Ook kunnen trajecten ontbreken in HJ3 die in HJ2 nog zijn aangeleverd zonder einddatum. Hieruit kan worden opgemaakt dat het traject in HJ2 moet zijn afgerond.
Het gevolg van deze veranderde werkwijze is enerzijds dat de jaarcijfers beter op elkaar aansluiten en anderzijds dat het aantal waargenomen jongeren met jeugdhulp toeneemt. Uit een herberekening van de cijfers over 2019 inclusief de bestanden over het eerste halfjaar van 2020, blijkt dat het totale aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 met 1,6 procent kon worden gecorrigeerd.
Nieuwe populatie
Er bestaat geen centraal register van jeugdhulpaanbieders. Bij de aanvang van het onderzoek in 2015 heeft het CBS een lijst van jeugdhulpaanbieders gemaakt op basis van een uitvraag onder alle gemeenten van alle jeugdhulpaanbieders waarmee ze een contract hadden afgesloten voor het leveren van jeugdhulp. In de loop der jaren zijn jeugdhulpaanbieders afgevallen en hebben nieuwe aanbieders zich bij het CBS aangemeld. Er kwamen in de jaren erna steeds meer signalen dat deze lijst niet volledig was. Het CBS heeft daarom in het voorjaar van 2021 de lijst aangevuld met informatie uit het berichtenverkeer, de zogenaamde iJW berichten, tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders in 2019 of 2020. Eerder bij het CBS onbekende aanbieders die met gemeenten berichten uitwisselen over jeugdhulp zijn aan de populatie toegevoegd. Deze ‘nieuwe’ jeugdhulpaanbieders leverden in 2021 jeugdhulp aan 38 duizend jongeren die niet al bij de reeds bekende jeugdhulpaanbieders jeugdhulp ontvingen. Sinds het voorjaar van 2021 voegt het CBS jaarlijks de eventuele nieuw gestarte jeugdhulpaanbieders toe aan de populatie op basis van recente informatie uit het iJW berichtenverkeer, zodat grote trendbreuken zoals tussen 2020 en 2021 vermeden worden. Van de totale populatie jeugdhulpaanbieders heeft elk halfjaar ongeveer 90 procent een bestand aangeleverd7).
Verschil voorlopig-definitief
Tenslotte is in figuur 0.1.1 voor het eerste halfjaar van 2024 een prognose opgenomen van het definitieve aantal jongeren met jeugdhulp in deze periode. Elk jaar blijkt dat de definitieve cijfers hoger uitvallen dan de voorlopige cijfers. Voor het eerste halfjaar van 2023 kwam het aantal jongeren met jeugdhulp in de definitieve versie 4,7 procent hoger uit dan in de voorlopige versie. Door het aantal jongeren met jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024 met dit percentage te verhogen, ontstaat een betere raming. Op basis van deze opgehoogde cijfers verwachten we dat 408 duizend jongeren in de eerste zes maanden van 2024 jeugdhulp hebben gehad.
Correctie cijfers 2021 en 2022
De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor.
Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en herstelt in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt.
Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS.
Anderzijds zijn er drie verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend.
Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen.
Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021.
In deze rapportage zijn de gecorrigeerde aantallen volgens de nieuwe methode en de nieuwe populatie weergegeven. De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn zonder de hierboven genoemde prognose. Dit zijn ook de aantallen zoals het CBS die op StatLine presenteert8).
7) De jeugdhulpaanbieders zonder opgave ontbreken in de resultaten. Dit betreft overwegend aanbieders met weinig cliënten. Naar verwachting zal de aldus ontstane onderschatting hooguit enkele procenten bedragen.
8) Zie StatLine: