2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Daling aantal hulptrajecten in 2024
In het eerste halfjaar van 2024 waren ruim 522 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 34 duizend minder dan in de eerste helft van 2023, een daling van 6 procent.
Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam nam met ruim 11,5 procent af, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 5 procent af en de jeugdhulp met verblijf daalde met bijna 10 procent (figuur 2.1.1).
Echter, de ervaring uit eerdere jaren leert dat het definitieve aantal jeugdhulptrajecten veel hoger lag dan de voorlopige uitkomsten. Voor 2023 was het verschil tussen het voorlopige en het definitieve aantal jeugdhulptrajecten 7,5 procent. De hier gepresenteerde voorlopige uitkomsten over het eerste halfjaar van 2024 zullen bij de definitieve versie naar verwachting hoger uitkomen en mogelijk dus zelfs iets hoger uitkomen ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023.
1e hj 2024* (x 1 000) | 1e hj 2023 (x 1 000) | 1e hj 2022 (x 1 000) | 1e hj 2021 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 522,39 | 556,09 | 525,68 | 516,745 |
Wijk- of buurtteam | 54,345 | 61,415 | 58,39 | 63,095 |
Overig zonder verblijf | 428,155 | 450,55 | 422,84 | 407,325 |
Met verblijf | 39,885 | 44,12 | 44,445 | 46,325 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
In het eerste halfjaar van 2024 zijn 159 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van bijna 12 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023. Ruim 30 procent van de trajecten die op enig moment in de eerste zes maanden van 2024 actief waren, is ook in dat jaar begonnen. In de eerste helft van 2023 was ruim 32 procent van alle trajecten ook in die periode begonnen. Ook bij de vier onderscheiden hulpvormen daalde zowel het absolute aantal jeugdhulptrajecten als het aandeel van nieuw gestarte trajecten ten opzichte van het totaal aantal trajecten (figuur 2.1.2).
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Wijkteam | ||
1e hj 2024* | 17,7 | 36,645 |
1e hj 2023 | 20,465 | 40,955 |
1e hj 2022 | 17,49 | 40,9 |
1e hj 2021 | 16,34 | 46,755 |
Ambulant | ||
1e hj 2024* | 99,69 | 212,33 |
1e hj 2023 | 109,885 | 217,97 |
1e hj 2022 | 103,405 | 202,885 |
1e hj 2021 | 103,105 | 191,88 |
Daghulp | ||
1e hj 2024* | 7,88 | 22,49 |
1e hj 2023 | 9,4 | 23,475 |
1e hj 2022 | 8,075 | 21,87 |
1e hj 2021 | 8,895 | 19,895 |
Netwerk jongere | ||
1e hj 2024* | 25,915 | 59,845 |
1e hj 2023 | 30,315 | 59,51 |
1e hj 2022 | 28,355 | 58,26 |
1e hj 2021 | 29,78 | 53,775 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal pleegzorgtrajecten nam in de eerste helft van 2024 verder af naar 17 duizend. Ruim 1 500 trajecten pleegzorg zijn gestart in de eerste zes maanden van 2024. In het eerste halfjaar van 2023 zijn ruim 2 100 pleegzorgtrajecten gestart.
Het aantal trajecten gesloten plaatsing daalde van 1 350 in het eerste halfjaar van 2023 naar 1 140 in de eerste helft van 2024. Het aantal nieuw begonnen trajecten van deze hulpvorm nam met 125 af.
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Pleegzorg | ||
1e hj 2024* | 1,55 | 15,73 |
1e hj 2023 | 2,135 | 16,97 |
1e hj 2022 | 2,34 | 17,59 |
1e hj 2021 | 2,44 | 18,955 |
Gezinsgericht | ||
1e hj 2024* | 1,12 | 4,48 |
1e hj 2023 | 1,6 | 4,48 |
1e hj 2022 | 1,53 | 4,375 |
1e hj 2021 | 1,5 | 4,535 |
Gesloten plaatsing | ||
1e hj 2024* | 0,51 | 0,63 |
1e hj 2023 | 0,64 | 0,715 |
1e hj 2022 | 0,71 | 0,755 |
1e hj 2021 | 0,72 | 0,835 |
Overig | ||
1e hj 2024* | 4,685 | 11,18 |
1e hj 2023 | 6,005 | 11,575 |
1e hj 2022 | 5,975 | 11,17 |
1e hj 2021 | 5,765 | 11,575 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bij 29 procent van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten in de eerste zes maanden van 2024 was sprake van herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat de jongeren die in deze periode een nieuw jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder een jeugdhulptraject hebben gehad dat is afgesloten. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar de hulpvorm die eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten was in de eerste helft van 2024 hoger dan in de eerste helft van 2023.
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 28,7 | 26 | 26,5 | 26,5 |
Wijk- of buurtteam | 29,5 | 25,3 | 27,8 | 26,2 |
Overig zonder verblijf | 29,3 | 26,7 | 27 | 27,3 |
Met verblijf | 17,7 | 16,9 | 17,1 | 16,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 3,3 procent van de 159 duizend trajecten die in de eerste zes maanden van 2024 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daarvan is bijna 22 procent gestart met crisis. Bij 29 procent van de nieuw aangevangen trajecten gesloten plaatsing was sprake van crisis. In het eerste halfjaar van 2021 was dit 22 procent. Bij pleegzorg nam het percentage gestart met crisis toe van 15 procent in het eerste halfjaar van 2021 naar 19 procent in de eerste helft van 2024 en bij gezinsgerichte jeugdhulp met verblijf steeg het aandeel met crisis gestarte trajecten van 10 procent in het eerste halfjaar van 2021 naar 18 procent in het eerste halfjaar van 2024. Of er sprake is van crisis is gebaseerd op het oordeel van de jeugdhulpprofessional.
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 3,3 | 3,1 | 3,4 | 3,7 |
Wijk- of buurtteam | 0,4 | 0,3 | 0,6 | 0,8 |
Overig zonder verblijf | 2,6 | 2,4 | 2,7 | 3,1 |
Met verblijf | 21,7 | 19 | 17,3 | 16,5 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In het eerste halfjaar van 2024 werd bijna 37 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en 33 procent via een gemeentelijke toegang. Uitgesplitst naar hulpvorm blijkt dat de huisarts 39 procent van de in de eerste zes maanden van 2024 nieuw begonnen trajecten jeugdhulp zonder verblijf heeft verwezen (figuur 2.2.1) en 5 procent van de nieuw begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf (figuur 2.2.2).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 38,5 | 39,1 | 40 | 40,8 |
Gemeentelijke toegang | 31,9 | 30,8 | 30,6 | 31,3 |
Geen verwijzer | 15,6 | 15,9 | 15,3 | 13 |
Gecertificeerde instelling | 5,1 | 5,7 | 5,9 | 6,3 |
Medisch specialist | 4,8 | 4,4 | 4,3 | 4,7 |
Jeugdarts | 3,8 | 3,6 | 3,4 | 3,2 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,5 |
Onbekend | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,3 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Vanaf verslagjaar 2021 zijn alle trajecten met de hulpvorm uitgevoerd door het wijk- of buurtteam ondergebracht in de categorie ‘geen verwijzer’. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. Wijkhulp is immers per definitie vrij toegankelijk. Wel kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de huisarts de jongere of diens ouders heeft geadviseerd om contact op te nemen met het wijkteam, maar dit is formeel gezien geen verwijzing.
De meeste Jeugdhulp met verblijf wordt doorverwezen via de gemeente (47 procent) en door Gecertificeerde Instellingen (34 procent).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Gemeentelijke toegang | 46,7 | 44,8 | 43,4 | 44,4 |
Gecertificeerde instelling | 34,4 | 34 | 36,5 | 36 |
Medisch specialist | 6,3 | 6,5 | 5,8 | 4,7 |
Huisarts | 5,4 | 6,1 | 5,7 | 5,7 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 1,4 | 1,1 | 0,9 | 0,7 |
Jeugdarts | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,3 |
Onbekend | 5,4 | 7,2 | 7,3 | 8,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van de trajecten die in de eerste zes maanden van 2024 zijn afgesloten, duurde 35 procent korter dan zes maanden en 64 procent duurde korter dan een jaar.
Het aantal afgesloten trajecten blijft in deze rapportage met voorlopige uitkomsten onvermeld omdat dit cijfer niet betrouwbaar wordt geacht. Bij de uitvraag over het tweede halfjaar van 2024 zullen namelijk jeugdhulptrajecten ontbreken die in het eerste halfjaar zijn aangeleverd zonder einddatum. Van dergelijke trajecten wordt aangenomen dat ze zijn afgesloten en worden dan alsnog meegeteld bij de afgesloten trajecten. Het aantal afgesloten trajecten in het eerste halfjaar van 2024 zal hierdoor nog toenemen.
De gemiddelde duur en de procentuele verdeling van de reden beëindiging van trajecten waarvan nu al bekend is dat ze afgesloten zijn, wordt wel weergegeven. De definitieve uitkomsten voor deze twee kenmerken zullen naar verwachting niet wezenlijk afwijken van het beeld uit de voorlopige uitkomsten.
0 tot 3 maanden (%) | 3 tot 6 maanden (%) | 6 tot 12 maanden (%) | 12 tot 36 maanden (%) | langer dan 36 maanden (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 21375 | 22390 | 35770 | 37000 | 6915 |
Zonder verblijf | 19110 | 21445 | 34545 | 35410 | 5895 |
waarvan | |||||
Wijkteam | 4585 | 3195 | 3990 | 4140 | 1225 |
Ambulant | 10345 | 13450 | 22645 | 22625 | 3295 |
Daghulp | 755 | 1550 | 1395 | 1700 | 520 |
Netwerk jongere | 3425 | 3255 | 6515 | 6945 | 860 |
Met verblijf | 2265 | 945 | 1225 | 1595 | 1020 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 255 | 130 | 185 | 335 | 595 |
Gezinsgericht | 175 | 130 | 165 | 255 | 135 |
Gesloten plaatsing | 240 | 95 | 120 | 75 | 10 |
Overig | 1595 | 590 | 755 | 935 | 280 |
Een in de eerste zes maanden van 2024 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 394 dagen (figuur 2.3.2). Dat is 9 dagen korter dan een gemiddeld afgesloten traject in de eerste helft van 2023. Trajecten met de hulpvorm gesloten plaatsing duren met gemiddeld 199 dagen het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 285 dagen. In het eerste halfjaar van 2023 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog 53 dagen langer. De grote fluctuatie van de gemiddelde duur van afgesloten pleegzorgtrajecten is te verklaren doordat dit soms zeer langdurige trajecten zijn, die van grote invloed zijn op de gemiddelde waarde.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in de eerste zes maanden van 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023 af met 10 dagen. De gemiddelde duur van wijkhulp daalde met 26 dagen, ambulante trajecten met 13 dagen, daghulp nam met gemiddeld 24 dagen af en afgesloten trajecten jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met gemiddeld 14 dagen.
1e hj 2024* (dagen) | 1e hj 2023 (dagen) | 1e hj 2022 (dagen) | 1e hj 2021 (dagen) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 394 | 403 | 393 | 402 |
Zonder verblijf | 385 | 395 | 387 | 394 |
waarvan | ||||
Wijkteam | 371 | 397 | 403 | 454 |
Ambulant | 385 | 398 | 387 | 388 |
Daghulp | 439 | 463 | 435 | 400 |
Netwerk jongere | 379 | 365 | 364 | 356 |
Met verblijf | 555 | 542 | 479 | 526 |
waarvan | ||||
Pleegzorg | 1285 | 1338 | 963 | 1110 |
Gezinsgericht | 563 | 504 | 500 | 483 |
Gesloten plaatsing | 199 | 196 | 178 | 208 |
Overig | 335 | 308 | 300 | 323 |
2.4 Jeugdhulptraject meestal volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in het eerste halfjaar van 2024 met een bekende reden5) werden afgesloten, werd 81 procent beëindigd volgens plan (figuur 2.4.1). Naast beëindiging volgens plan werd 12 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. De overige werden eenzijdig beëindiging door de jeugdige (3 procent) of door de aanbieder (1 procent) of er was sprake van externe omstandigheden (3 procent).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 81,3 | 80 | 80 | 81,2 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,7 | 12,4 | 12,3 | 11,7 |
Voortijdig door cliënt | 3 | 3,5 | 3,6 | 3,2 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,6 | 2,4 | 2,5 | 2,4 |
Voortijdig door aanbieder | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 1,4 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode en waarvan de reden beëindiging bekend is. |