Jeugdhulp 1e halfjaar 2024
Over deze publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024.
Inleiding
Rijk en gemeenten hebben ieder een verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren; gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg en het rijk is verantwoordelijk voor het functioneren van het systeem als zodanig, de stelselverantwoordelijkheid. Om gemeenten en rijk daarbij te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen over het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie gaat over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens te verstrekken aan het CBS.
In deze rapportage staan de voorlopige resultaten over jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2024. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.
Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt bij jeugdhulpverleners alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden aan het CBS verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particulier gefinancierde jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.
Jongeren met alleen zorg in natura | Jongeren met zorg in natura en PGB | Jongeren met alleen PGB | |
---|---|---|---|
1e hj 2021 | 371350 | 10085 | 5780 |
1e hj 2022 | 378195 | 9225 | 5080 |
1e hj 2023 | 393745 | 8910 | 4740 |
1e hj 2024* | 381780 | 7685 | 4730 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Uit figuur 0.0.1 blijkt dat in het eerste halfjaar van 2024 ruim 394 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 97 procent van de gevallen wordt alle zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, 1 procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Bijna 2 procent had zowel een PGB als zorg in natura. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt al jaren af.
De in dit rapport gepubliceerde aantallen over het eerste halfjaar van 2024 zijn voorlopige resultaten, weergegeven met een *. Elk jaar blijkt dat het definitieve resultaat meer jongeren met jeugdhulp laat zien dan de voorlopige cijfers. In het eerste halfjaar van 2023 waren er in de definitieve versie 4,7 procent meer jongeren dan in de voorlopige versie. Op grond hiervan verwachten we dat het totaal aantal jongeren met jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2024 nog met 18 duizend zal toenemen tot 412 duizend jongeren. Dat zou een stijging zijn van 1,3 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023 en dat zou betekenen dat 1 op elke 10,2 jongere tot en met 22 jaar en 1 op de 7,8 jongeren tot en met 17 jaar jeugdhulp in natura en/of een jeugd-PGB krijgt.
De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevat geen zorginhoudelijke informatie. Overal waar in het vervolg jeugdhulp staat bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe.
De afgelopen jaren heeft het CBS enkele wijzigingen doorgevoerd bij het samenstellen van de cijfers. In de bijlage staat een toelichting hoe deze wijzigingen van invloed zijn geweest op de uitkomsten.
1. Jongeren met jeugdhulp
In de eerste helft van 2024 kregen 389 duizend jongeren jeugdhulp in natura. In de eerste zes maanden van 2023 waren dit er 403 duizend. De meeste jongeren, 95 procent, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten. Van hen kregen 17 duizend jongeren in het eerste halfjaar van 2024 zowel jeugdhulp zonder als jeugdhulp met verblijf. Dit is mogelijk als de zorg gedurende het jaar wijzigt of als de jongere bij de ene jeugdhulpaanbieder verblijft en tegelijkertijd ook hulp zonder verblijf krijgt van een andere jeugdhulpaanbieder.
Column1 | |
---|---|
Zonder verblijf | 353940 |
Zowel zonder als met verblijf | 17290 |
Met verblijf | 18235 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In het eerste halfjaar van 2024 ontvingen de meeste jongeren met jeugdhulp, 71 procent, ambulante jeugdhulp op de locatie van de jeugdhulpaanbieder. Er waren in de eerste zes maanden van 2024 ruim 10 duizend jongeren minder met deze hulpvorm dan in dezelfde periode in 2023. Bijna 21 procent van de jongeren met jeugdhulp kreeg deze in het eigen netwerk, 14 procent kreeg jeugdhulp van het wijk- of buurtteam van de gemeente en 7 procent kreeg daghulp op locatie van de jeugdhulpaanbieder. Ook hier geldt dat jongeren meerdere hulpvormen na en naast elkaar kunnen hebben gehad.
1e hj 2024* (x 1 000) | 1e hj 2023 (x 1 000) | 1e hj 2022 (x 1 000) | 1e hj 2021 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal zonder verblijf | 371,225 | 384,375 | 368,25 | 361,16 |
Ambulant | 275,16 | 285,325 | 269,38 | 260,545 |
Netwerk jongere | 80,255 | 83,49 | 80,94 | 77,94 |
Wijkteam | 53,61 | 59,72 | 57,46 | 61,275 |
Daghulp | 28,955 | 30,91 | 28,54 | 27,435 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal jongeren dat door het wijk- of buurtteam van de gemeente wordt geholpen neemt iets af. Gemeenten vertalen zelf de definitie van jeugdhulp uit de jeugdwet naar de praktijksituatie in hun eigen wijkteam. Bij veel wijkteams lopen vraagverheldering, planvorming, doorverwijzing en eventueel hulpverlening in meer of mindere mate door elkaar. Hierdoor is het onderscheid tussen jongeren die wel of niet jeugdhulp van het wijkteam krijgen, en dus bij het CBS moeten worden aangeleverd, soms lastig te maken. Als gevolg hiervan zijn niet alleen de aantallen jongeren met wijkhulp tussen gemeenten moeilijk vergelijkbaar, ook laat de ontwikkeling in de tijd soms een grillig verloop zien.
Bijna 36 duizend jongeren kregen in de eerste helft van 2024 jeugdhulp met verblijf. Dat is 9 procent van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren 17 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Bijna 5 duizend jongeren kregen gezinsgerichte opvang en 1 080 jongeren hadden een gesloten plaatsing. Het aantal jongeren met een gesloten plaatsing is opnieuw gedaald, net als de afgelopen jaren. Bijna 15 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf (figuur 1.0.3). Zij verbleven in een accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een leef- of behandelgroep met andere jongeren
1e hj 2024* (x 1 000) | 1e hj 2023 (x 1 000) | 1e hj 2022 (x 1 000) | 1e hj 2021 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal met verblijf | 35,525 | 38,44 | 39,245 | 40,735 |
Pleegzorg | 16,815 | 18,435 | 19,32 | 20,56 |
Gezinsgericht | 5,495 | 5,91 | 5,74 | 5,88 |
Gesloten plaatsing | 1,08 | 1,27 | 1,355 | 1,44 |
Overig | 14,685 | 16,02 | 15,835 | 16,09 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
1.1 8,8 procent van de jongeren ontvangt jeugdhulp
Jeugdhulp is in principe bedoeld voor personen tot 18 jaar. Deze leeftijdsgrens is niet heel hard. Sinds 1 juli 2018 lopen sommige vormen van jeugdhulp zoals pleegzorg standaard door tot 21 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de jeugdhulp worden voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar. Van alle 4,4 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 8,8 procent jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024. Als de groep van 18 tot en met 22-jarigen buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 11,3 procent van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.
Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meiden. Dit geldt zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In de eerste helft van 2024 kregen 180 duizend meiden en 209 duizend jongens jeugdhulp. Het aandeel meiden met jeugdhulp neemt de laatste jaren licht toe, met name bij jeugdhulp zonder verblijf (figuur 1.1.1).
Jongens (%) | Meiden (%) | |
---|---|---|
Nederland | ||
1e hj 2024* | 2268820 | 2167940 |
1e hj 2023 | 2274395 | 2176580 |
1e hj 2022 | 2261700 | 2161035 |
1e hj 2021 | 2259440 | 2156565 |
Totaal jeugdhulp | ||
1e hj 2024* | 209310 | 180150 |
1e hj 2023 | 216145 | 186510 |
1e hj 2022 | 210460 | 176955 |
1e hj 2021 | 211120 | 170315 |
Zonder verblijf | ||
1e hj 2024* | 199785 | 171440 |
1e hj 2023 | 206640 | 177735 |
1e hj 2022 | 200520 | 167730 |
1e hj 2021 | 200640 | 160520 |
Met verblijf | ||
1e hj 2024* | 18725 | 16800 |
1e hj 2023 | 20240 | 18200 |
1e hj 2022 | 20855 | 18385 |
1e hj 2021 | 21715 | 19020 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.2 Jongeren met verblijf ouder dan jongeren zonder verblijf
De meeste jongeren met jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2024 hadden een basisschoolleeftijd, 62 duizend van hen waren 4 tot en met 7 jaar oud en 125 duizend waren 8 tot en met 11 jaar. Nederland kende op 1 januari 2024 734 duizend 8 t/m 11-jarigen. Van hen kreeg dus 17 procent jeugdhulp. Van de 1,2 miljoen Nederlandse jongeren van 12-17 jaar kregen er 167 duizend jeugdhulp in de eerste helft van 2024. Dat is 14,3 procent.
0-3 jaar (%) | 4-7 jaar (%) | 8-11 jaar (%) | 12-17 jaar (%) | 18 en ouder (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | |||||
1e hj 2024* | 689015 | 707890 | 734400 | 1172040 | 0 |
1e hj 2023 | 694240 | 708175 | 739350 | 1171330 | 0 |
1e hj 2022 | 681660 | 708415 | 749500 | 1171650 | 0 |
1e hj 2021 | 686685 | 711550 | 756440 | 1182570 | 0 |
Totaal jeugdhulp | |||||
1e hj 2024* | 19955 | 61585 | 124915 | 167245 | 15765 |
1e hj 2023 | 21680 | 63455 | 127875 | 173600 | 16050 |
1e hj 2022 | 30525 | 77195 | 146530 | 182925 | 15305 |
1e hj 2021 | 28495 | 72465 | 136180 | 164985 | 14615 |
Zonder verblijf | |||||
1e hj 2024* | 18695 | 59640 | 122005 | 159180 | 11705 |
1e hj 2023 | 20370 | 61480 | 125025 | 165440 | 12065 |
1e hj 2022 | 28650 | 74990 | 143640 | 174775 | 11925 |
1e hj 2021 | 26575 | 70060 | 133050 | 156375 | 11620 |
Met verblijf | |||||
1e hj 2024* | 2130 | 4195 | 6965 | 17565 | 4670 |
1e hj 2023 | 2245 | 4590 | 7765 | 19110 | 4730 |
1e hj 2022 | 3430 | 5740 | 9020 | 21515 | 4070 |
1e hj 2021 | 3300 | 5510 | 8640 | 21330 | 3690 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Bij Nederland is de leeftijdscategorie 18 jaar en ouder weggelaten omdat slechts een klein deel van deze jongeren jeugdhulp ontvangt. |
Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was 54 procent jonger dan 12 jaar, bij jeugdhulp met verblijf was 37 procent jonger dan 12 jaar. Het aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp met verblijf, ten opzichte van alle jongeren met jeugdhulp met verblijf, is toegenomen van 10,5 procent in de eerste helft van 2021 naar 13 procent in het eerste halfjaar van 2024.
1.3 Jeugdhulp hangt samen met kenmerken van ouders en huishouden
Uit CBS-onderzoek1) is gebleken dat bepaalde achtergrondkenmerken van de ouders en het huishouden van de jongere in meer of mindere mate samenhang vertonen met het krijgen van jeugdhulp. Dat wil overigens niet zeggen dat jeugdhulp het gevolg is van deze kenmerken of een combinatie ervan. Van een aantal achtergrondkenmerken2) is in deze paragraaf weergegeven hoe de situatie van jongeren met jeugdhulp afwijkt van de jongeren zonder jeugdhulp.
Ja (%) | Nee (%) | |
---|---|---|
Ouders op hetzelfde adres | ||
Nederland | 3222595 | 1214160 |
Totaal jeugdhulp | 216950 | 155045 |
Zonder verblijf | 214205 | 140070 |
Met verblijf | 7165 | 27775 |
WMO in huishouden | ||
Nederland | 231920 | 4188680 |
Totaal jeugdhulp | 49800 | 320420 |
Zonder verblijf | 43615 | 309815 |
Met verblijf | 12155 | 21455 |
GGZ in huishouden | ||
Nederland | 1028395 | 3392205 |
Totaal jeugdhulp | 159200 | 211020 |
Zonder verblijf | 150610 | 202820 |
Met verblijf | 18440 | 15170 |
Verdachte in huishouden | ||
Nederland | 206325 | 4214275 |
Totaal jeugdhulp | 27765 | 342460 |
Zonder verblijf | 23415 | 330015 |
Met verblijf | 7945 | 25665 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Bij 73 procent van de Nederlandse jongeren woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 60 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf slechts 21 procent.
Hetzelfde patroon is te zien voor jongeren uit huishoudens waar ook gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. Ruim 5 procent van alle kinderen in Nederland woont in een huishouden waarin ook gebruik wordt gemaakt van de WMO en 23 procent in een huishouden met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit veel hoger met respectievelijk 12 en 43 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf zelfs 36 en 55 procent.
Bijna 5 procent van alle jongeren in Nederland heeft iemand in het huishouden die als verdachte van een misdrijf is aangemerkt. Bij jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 7 procent en bij jongeren met jeugdhulp met verblijf 24 procent.
Met jeugdhulp (%) | |
---|---|
Totaal jeugdhulp | |
Totaal | 8,8 |
Laagste kwintiel | 13,4 |
2e kwintiel | 11,3 |
3e kwintiel | 9 |
4e kwintiel | 7 |
Hoogste kwintiel | 5,4 |
Zonder verblijf | |
Totaal | 8,4 |
Laagste kwintiel | 12,1 |
2e kwintiel | 10,7 |
3e kwintiel | 8,8 |
4e kwintiel | 6,9 |
Hoogste kwintiel | 5,3 |
Met verblijf | |
Totaal | 0,8 |
Laagste kwintiel | 2,6 |
2e kwintiel | 1,1 |
3e kwintiel | 0,5 |
4e kwintiel | 0,2 |
Hoogste kwintiel | 0,1 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In Nederland wonen 630 duizend jongeren tot en met 22 jaar in een huishouden3) met een inkomen dat tot de laagste 20 procent van alle huishoudinkomens behoort. Van hen ontving 13 procent jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024. Het aandeel jongeren met jeugdhulp daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens kreeg iets meer dan 5 procent van de jongeren jeugdhulp.
Van alle 4,4 miljoen Nederlandse jongeren tot en met 22 jaar, waarvan het huishoudinkomen bekend is, kreeg in de eerste helft van 2024 0,8 procent jeugdhulp met verblijf. In de 20 procent laagste inkomens kreeg bijna 3 procent jeugdhulp met verblijf. Dat is ruim drie keer zo vaak.
Jeugdhulp zonder verblijf (%) | Jeugdhulp met verblijf (%) | |
---|---|---|
Totaal geboren in Nederland | 8,3 | 0,8 |
Nederland | 8,6 | 0,8 |
Europa (exclusief Nederland) | 8,1 | 0,8 |
Turkije | 5,4 | 0,4 |
Marokko | 5,9 | 0,5 |
Suriname | 8,1 | 1,6 |
Nederlands-Caribisch gebied | 11 | 2,6 |
Indonesië | 6,9 | 0,7 |
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië | 7,8 | 0,8 |
Totaal niet geboren in Nederland | 5 | 0,6 |
Europa (exclusief Nederland) | 4,4 | 0,5 |
Turkije | 4,7 | 0,3 |
Marokko | 7,9 | 1,1 |
Suriname | 6,3 | 1,7 |
Nederlands-Caribisch gebied | 7,9 | 1,7 |
Indonesië | 3,2 | 0,3 |
Overig Afrika, Azië, Amerika en Oceanië | 5,3 | 0,6 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Bijna 90 procent van de jongeren die in het eerste halfjaar van 2024 jeugdhulp kregen, zijn geboren in Nederland. De meeste van hen, 69 procent, hebben ouders die ook in Nederland zijn geboren. Uit figuur 1.3.3 blijkt dat ruim 8 procent van hen jeugdhulp zonder verblijf kreeg in de eerste helft van 2024 en 0,8 procent jeugdhulp met verblijf.
Van in Nederland geboren jongeren met minstens een ouder die in het Nederlands-Caribisch gebied geboren is, had 11 procent jeugdhulp zonder verblijf. Bijna drie procent van deze jongeren kreeg jeugdhulp met verblijf in de eerste zes maanden van 2024. Dat is het hoogst van alle onderscheiden herkomstgebieden.
Jongeren die in Nederland zijn geboren krijgen verhoudingsgewijs vaker jeugdhulp dan jongeren die in het buitenland zijn geboren. Van alle jongeren die in het buitenland zijn geboren kreeg 5 procent jeugdhulp zonder verblijf en 0,6 procent jeugdhulp met verblijf in de eerste helft van 2024. Ongeveer 8 procent van de jongeren die in Marokko zijn geboren of in het Nederlands-Caribisch gebied kreeg in die periode jeugdhulp zonder verblijf.
1.4 6 procent jeugdhulpontvangers ook in jeugdbescherming
Van de 389 duizend jongeren met jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024 ontving 93 procent alleen jeugdhulp en daarnaast geen andere vorm van jeugdzorg. Ruim 6 procent kreeg naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en 0,2 procent van deze jongeren kregen naast jeugdhulp en jeugdbescherming ook jeugdreclassering (figuur 1.4.1). Bij bijna 3 duizend jongeren was naast jeugdhulp ook een jeugdreclasseringsmaatregel van kracht zonder jeugdbescherming (0,7 procent).
Jongeren tot en met drie jaar die jeugdhulp met verblijf kregen, hadden in 64 procent van de gevallen ook jeugdbescherming. Bij jongeren van 4 tot en met 7 jaar was dit 55 procent en bij jongeren van 8 tot en met 11 jaar 47 procent.
Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf in het eerste halfjaar van 2024 had bijna 8 procent van de 0 tot en met 3-jarigen ook jeugdbescherming. Van de 4 tot en met 7-jarigen had 6 procent ook jeugdbescherming en van de 8 tot en met 11-jarigen 4 procent.
Jongeren kunnen pas vanaf 12 jaar een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd krijgen en jeugdbescherming houdt op zodra de jongere de leeftijd van achttien jaar bereikt.
Alleen jeugdhulp (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming (%) | Jeugdhulp en jeugdreclassering (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | ||||
0 tot en met 3 jaar | 17760 | 2190 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 57145 | 4440 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 118470 | 6445 | 0 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 153990 | 10685 | 1900 | 665 |
18 tot en met 22 jaar | 14840 | 0 | 925 | 0 |
Zonder verblijf | ||||
0 tot en met 3 jaar | 17275 | 1420 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 56285 | 3350 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 116945 | 5060 | 0 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 149635 | 7285 | 1760 | 505 |
18 tot en met 22 jaar | 10945 | 0 | 760 | 0 |
Met verblijf | ||||
0 tot en met 3 jaar | 770 | 1360 | 0 | 0 |
4 tot en met 7 jaar | 1875 | 2320 | 0 | 0 |
8 tot en met 11 jaar | 3665 | 3300 | 0 | 0 |
12 tot en met 17 jaar | 10005 | 6805 | 380 | 375 |
18 tot en met 22 jaar | 4390 | 0 | 280 | 0 |
Het aandeel jongeren met jeugdhulp in combinatie met jeugdbescherming en/of jeugdreclassering neemt de laatste jaren heel geleidelijk af van bijna 8 procent in de eerste helft van 2021 naar 6 procent in het eerste halfjaar van 2024.
Alleen jeugdhulp (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming (%) | Jeugdhulp en jeugdreclassering (%) | Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering (%) | |
---|---|---|---|---|
1e hj 2024* | 362210 | 23760 | 2825 | 665 |
1e hj 2023 | 373365 | 25995 | 2680 | 615 |
1e hj 2022 | 356135 | 28125 | 2520 | 630 |
1e hj 2021 | 348710 | 29365 | 2660 | 700 |
1.5 Grote regionale verschillen in aandeel jeugdhulp
Van de in totaal 389 duizend jongeren met jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2024 woonden er 79 duizend in Zuid-Holland4). Zeeland had het kleinste aantal, bijna 10 duizend Zeeuwse jongeren ontvingen jeugdhulp. De meeste jongeren in jeugdhulp kwamen uit Amsterdam (17 duizend), Den Haag en Rotterdam (beide 11 duizend) en Utrecht (9 duizend). Echter, wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de jongeren met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren in de gemeente, dan blijkt dat in de gemeenten Tiel en Veendam meer dan 17 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp kreeg (zie figuur 1.5.1). De gemeenten De Bilt en Best hadden met meer dan 5 procent het hoogste aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp.
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 9,94 |
's-Hertogenbosch | 10,84 |
AaenHunze | 11,19 |
Aalsmeer | 12,98 |
Aalten | 10,51 |
Achtkarspelen | 10,16 |
Alblasserdam | 12,04 |
Albrandswaard | 8,52 |
Alkmaar | 13,54 |
Almelo | 13,69 |
Almere | 11,63 |
Alphen-Chaam | 9,79 |
AlphenaandenRijn | 6,9 |
Altena | 9,83 |
Ameland | 3,87 |
Amersfoort | 12,08 |
Amstelveen | 9,81 |
Amsterdam | 10,95 |
Apeldoorn | 12,63 |
Arnhem | 12,6 |
Assen | 14,68 |
Asten | 10,51 |
Baarle-Nassau | 10,4 |
Baarn | 11,74 |
Barendrecht | 9,53 |
Barneveld | 8,9 |
Beek(L.) | 12,89 |
Beekdaelen | 12,42 |
Beesel | 13,44 |
Bergeijk | 8,55 |
Bergen(L.) | 11,98 |
Bergen(NH.) | 11,27 |
BergenDal | 11,43 |
BergenopZoom | 14,67 |
Berkelland | 11,82 |
Bernheze | 10,97 |
Best | 11,67 |
Beuningen | 12,24 |
Beverwijk | 9,97 |
Bladel | 9,09 |
Blaricum | 9,37 |
Bloemendaal | 9,05 |
Bodegraven-Reeuwijk | 9,91 |
Boekel | 9,74 |
Borger-Odoorn | 12,5 |
Borne | 10,7 |
Borsele | 13,2 |
Boxtel | 11,09 |
Breda | 11,71 |
Bronckhorst | 10,45 |
Brummen | 11,37 |
Brunssum | 15,48 |
Bunnik | 11,21 |
Bunschoten | 11,79 |
Buren | 13,29 |
CapelleaandenIJssel | 14,91 |
Castricum | 10,41 |
Coevorden | 10,3 |
Cranendonck | 10,63 |
Culemborg | 11,77 |
Dalfsen | 10,21 |
Dantumadiel | 9,92 |
DeBilt | 15,27 |
DeFryskeMarren | 9,6 |
Delft | 14,2 |
DenHelder | 14,85 |
DeRondeVenen | 8,13 |
Deurne | 8,2 |
Deventer | 9,55 |
DeWolden | 9,24 |
Diemen | 8,27 |
DijkenWaard | 13,49 |
Dinkelland | 8,3 |
Doesburg | 13,94 |
Doetinchem | 10,48 |
Dongen | 11,6 |
Dordrecht | 12,5 |
Drechterland | 7,78 |
Drimmelen | 12,9 |
Dronten | 10,46 |
Druten | 13,02 |
Duiven | 13,26 |
Echt-Susteren | 16,15 |
Edam-Volendam | 6,8 |
Ede | 10,76 |
Eemnes | 10,11 |
Eemsdelta | 11,64 |
Eersel | 8,23 |
Eijsden-Margraten | 13 |
Eindhoven | 10,81 |
Elburg | 9,34 |
Emmen | 12,07 |
Enkhuizen | 12,17 |
Enschede | 12,77 |
Epe | 10,27 |
Ermelo | 11,83 |
Etten-Leur | 11,32 |
Geertruidenberg | 15,61 |
Geldrop-Mierlo | 14,96 |
Gemert-Bakel | 9,06 |
Gennep | 14,18 |
GilzeenRijen | 11,23 |
Goeree-Overflakkee | 9,12 |
Goes | 15,82 |
Goirle | 11,73 |
GooiseMeren | 11,35 |
Gorinchem | 11,13 |
Gouda | 12,56 |
Groningen | 13,21 |
Gulpen-Wittem | 11,24 |
Haaksbergen | 9,2 |
Haarlem | 9,03 |
Haarlemmermeer | 11,09 |
Halderberge | 12,48 |
Hardenberg | 10,28 |
Harderwijk | 12,65 |
Hardinxveld-Giessendam | 8,62 |
Harlingen | 10,53 |
Hattem | 8,67 |
Heemskerk | 9,47 |
Heemstede | 9,23 |
Heerde | 13,21 |
Heerenveen | 11,8 |
Heerlen | 13,34 |
Heeze-Leende | 11,59 |
Heiloo | 11,11 |
Hellendoorn | 10,51 |
Helmond | 10,62 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 10,64 |
Hengelo(O.) | 12,37 |
HetHogeland | 12,46 |
Heumen | 9,7 |
Heusden | 11,23 |
Hillegom | 14,24 |
Hilvarenbeek | 8,8 |
Hilversum | 10,76 |
HoekscheWaard | 10,66 |
HofvanTwente | 9,48 |
HollandsKroon | 12,07 |
Hoogeveen | 11,48 |
Hoorn | 11,41 |
HorstaandeMaas | 11,67 |
Houten | 11,26 |
Huizen | 12,08 |
Hulst | 12,55 |
IJsselstein | 12,89 |
KaagenBraassem | 11,34 |
Kampen | 11,01 |
Kapelle | 15,26 |
Katwijk | 11,3 |
Kerkrade | 14,12 |
Koggenland | 8,46 |
KrimpenaandenIJssel | 14,21 |
Krimpenerwaard | 10,6 |
Laarbeek | 9,22 |
Landgraaf | 12,14 |
Landsmeer | 10,31 |
LandvanCuijk | 10,96 |
Lansingerland | 10,24 |
Laren(NH.) | 10,11 |
Leeuwarden | 14,85 |
Leiden | 13,72 |
Leiderdorp | 12,84 |
Leidschendam-Voorburg | 11,65 |
Lelystad | 8,43 |
Leudal | 13,18 |
Leusden | 12,12 |
Lingewaard | 13,82 |
Lisse | 14,04 |
Lochem | 10,09 |
LoonopZand | 11,7 |
Lopik | 8,33 |
Losser | 12,05 |
Maasdriel | 11,37 |
Maasgouw | 11,98 |
Maashorst | 10,4 |
Maassluis | 6,16 |
Maastricht | 15,09 |
Medemblik | 10,86 |
Meerssen | 13,38 |
Meierijstad | 10,01 |
Meppel | 10,24 |
Middelburg(Z.) | 13,98 |
Midden-Delfland | 9,26 |
Midden-Drenthe | 12,5 |
Midden-Groningen | 14,57 |
Moerdijk | 11,95 |
Molenlanden | 10,95 |
Montferland | 11,2 |
Montfoort | 7,92 |
MookenMiddelaar | 8,34 |
Neder-Betuwe | 10,67 |
Nederweert | 12,51 |
Nieuwegein | 12,37 |
Nieuwkoop | 9,31 |
Nijkerk | 11,48 |
Nijmegen | 14,43 |
Nissewaard | 10,09 |
Noardeast-Fryslân | 9,96 |
Noord-Beveland | 14,32 |
Noordenveld | 10,74 |
Noordoostpolder | 8,78 |
Noordwijk | 13,45 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 9,92 |
Nunspeet | 9,84 |
Oegstgeest | 11,99 |
Oirschot | 10,94 |
Oisterwijk | 9,53 |
Oldambt | 13,53 |
Oldebroek | 9,41 |
Oldenzaal | 10,77 |
Olst-Wijhe | 9,88 |
Ommen | 10,1 |
Oosterhout | 13,59 |
OostGelre | 13,16 |
Ooststellingwerf | 12,01 |
Oostzaan | 8,01 |
Opmeer | 9,48 |
Opsterland | 9,72 |
Oss | 15,21 |
OudeIJsselstreek | 15,04 |
Ouder-Amstel | 9,86 |
Oudewater | 8,9 |
Overbetuwe | 12,08 |
Papendrecht | 11,02 |
PeelenMaas | 9,95 |
Pekela | 13,32 |
Pijnacker-Nootdorp | 11,29 |
Purmerend | 8,77 |
Putten | 10,66 |
Raalte | 12,28 |
Reimerswaal | 12,03 |
Renkum | 13,23 |
Renswoude | 8,68 |
Reusel-DeMierden | 8,05 |
Rheden | 12,45 |
Rhenen | 10,06 |
Ridderkerk | 10,22 |
Rijssen-Holten | 9,85 |
Rijswijk(ZH.) | 10,75 |
Roerdalen | 14,87 |
Roermond | 13,66 |
Roosendaal | 11,95 |
Rotterdam | 8,52 |
Rozendaal | 10,51 |
Rucphen | 13,15 |
Schagen | 9,5 |
Scherpenzeel | 9,62 |
Schiedam | 5,75 |
Schiermonnikoog | 10,19 |
Schouwen-Duiveland | 10,88 |
Simpelveld | 11,59 |
Sint-Michielsgestel | 8,92 |
Sittard-Geleen | 14,92 |
Sliedrecht | 8,82 |
Sluis | 14,31 |
Smallingerland | 12,19 |
Soest | 10,76 |
Someren | 7,97 |
SonenBreugel | 10,75 |
Stadskanaal | 13,66 |
Staphorst | 5,35 |
StedeBroec | 10,84 |
Steenbergen | 11,31 |
Steenwijkerland | 9,15 |
Stein(L.) | 12,29 |
StichtseVecht | 10,02 |
Súdwest-Fryslân | 11,23 |
Terneuzen | 15,95 |
Terschelling | 7,98 |
Texel | 10,48 |
Teylingen | 11,22 |
Tholen | 11,02 |
Tiel | 21,74 |
Tilburg | 12,45 |
Tubbergen | 8,8 |
Twenterand | 11,95 |
Tynaarlo | 11,18 |
Tytsjerksteradiel | 11,58 |
Uitgeest | 9,76 |
Uithoorn | 9,88 |
Urk | 6,94 |
Utrecht | 11,72 |
UtrechtseHeuvelrug | 12,23 |
Vaals | 8,97 |
ValkenburgaandeGeul | 13,2 |
Valkenswaard | 13,22 |
Veendam | 17,69 |
Veenendaal | 10,55 |
Veere | 10,65 |
Veldhoven | 12,81 |
Velsen | 11,89 |
Venlo | 12,28 |
Venray | 10,77 |
Vijfheerenlanden | 9,41 |
Vlaardingen | 6,62 |
Vlieland | 8,94 |
Vlissingen | 15,68 |
Voerendaal | 6,26 |
VoorneaanZee | 8,81 |
Voorschoten | 11 |
Voorst | 8,16 |
Vught | 10,24 |
Waadhoeke | 10,29 |
Waalre | 12,06 |
Waalwijk | 11,9 |
Waddinxveen | 9,94 |
Wageningen | 11,12 |
Wassenaar | 8,97 |
Waterland | 10,19 |
Weert | 11,95 |
WestBetuwe | 12,26 |
Westerkwartier | 12,3 |
Westerveld | 10,5 |
Westervoort | 13,82 |
Westerwolde | 10,48 |
Westland | 10,25 |
WestMaasenWaal | 12,82 |
Weststellingwerf | 9,01 |
Wierden | 8,38 |
Wijchen | 14,18 |
Wijdemeren | 12,77 |
WijkbijDuurstede | 13,55 |
Winterswijk | 12,64 |
Woensdrecht | 11,87 |
Woerden | 10,29 |
Wormerland | 7,81 |
Woudenberg | 9,42 |
Zaanstad | 14,04 |
Zaltbommel | 11,12 |
Zandvoort | 8,93 |
Zeewolde | 14,09 |
Zeist | 13,79 |
Zevenaar | 12,81 |
Zoetermeer | 15,33 |
Zoeterwoude | 13 |
Zuidplas | 11 |
Zundert | 9,19 |
Zutphen | 13,16 |
Zwartewaterland | 7,07 |
Zwijndrecht | 13,98 |
Zwolle | 9,46 |
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage | 0,84 |
's-Hertogenbosch | 1,5 |
AaenHunze | 1,12 |
Aalsmeer | 0,78 |
Aalten | 1,99 |
Achtkarspelen | 0,84 |
Alblasserdam | 1,58 |
Albrandswaard | 0 |
Alkmaar | 1,27 |
Almelo | 2,02 |
Almere | 1,07 |
Alphen-Chaam | 0 |
AlphenaandenRijn | 0,6 |
Altena | 0,73 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 3,52 |
Amstelveen | 1,22 |
Amsterdam | 1,38 |
Apeldoorn | 2 |
Arnhem | 1,38 |
Assen | 1,61 |
Asten | 1,1 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 2,19 |
Barendrecht | 0,61 |
Barneveld | 0,92 |
Beek(L.) | 0 |
Beekdaelen | 0,69 |
Beesel | 2,11 |
Bergeijk | 4,03 |
Bergen(L.) | 1,35 |
Bergen(NH.) | 0,53 |
BergenDal | 1,28 |
BergenopZoom | 1,77 |
Berkelland | 1 |
Bernheze | 0,44 |
Best | 5,12 |
Beuningen | 1,38 |
Beverwijk | 0,94 |
Bladel | 4,24 |
Blaricum | 0 |
Bloemendaal | 0,79 |
Bodegraven-Reeuwijk | 1,79 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 1,34 |
Borne | 1,04 |
Borsele | 1,79 |
Boxtel | 1,51 |
Breda | 0,46 |
Bronckhorst | 1,38 |
Brummen | 1,79 |
Brunssum | 1,45 |
Bunnik | 1,92 |
Bunschoten | 0,72 |
Buren | 0,93 |
CapelleaandenIJssel | 2,62 |
Castricum | 0,74 |
Coevorden | 1,15 |
Cranendonck | 4,8 |
Culemborg | 1,63 |
Dalfsen | 1,18 |
Dantumadiel | 1,08 |
DeBilt | 5,17 |
DeFryskeMarren | 1,25 |
Delft | 0,95 |
DenHelder | 1,9 |
DeRondeVenen | 0,75 |
Deurne | 1 |
Deventer | 1,07 |
DeWolden | 0 |
Diemen | 0,71 |
DijkenWaard | 1,25 |
Dinkelland | 0 |
Doesburg | 1,44 |
Doetinchem | 1,25 |
Dongen | 0,74 |
Dordrecht | 1,63 |
Drechterland | 0,81 |
Drimmelen | 0,8 |
Dronten | 0,75 |
Druten | 1,17 |
Duiven | 1,07 |
Echt-Susteren | 1,52 |
Edam-Volendam | 0,59 |
Ede | 1,07 |
Eemnes | 0 |
Eemsdelta | 2,21 |
Eersel | 2,65 |
Eijsden-Margraten | 1,23 |
Eindhoven | 3,49 |
Elburg | 1,12 |
Emmen | 1,25 |
Enkhuizen | 1,99 |
Enschede | 1,31 |
Epe | 1,97 |
Ermelo | 1,24 |
Etten-Leur | 1,04 |
Geertruidenberg | 0,65 |
Geldrop-Mierlo | 3,69 |
Gemert-Bakel | 1,13 |
Gennep | 0 |
GilzeenRijen | 0,8 |
Goeree-Overflakkee | 0,98 |
Goes | 1,25 |
Goirle | 0 |
GooiseMeren | 1,54 |
Gorinchem | 1,65 |
Gouda | 1,56 |
Groningen | 0,79 |
Gulpen-Wittem | 0 |
Haaksbergen | 1,44 |
Haarlem | 1,54 |
Haarlemmermeer | 1,03 |
Halderberge | 0,92 |
Hardenberg | 1,13 |
Harderwijk | 0,79 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,77 |
Harlingen | 1,69 |
Hattem | 0 |
Heemskerk | 1,07 |
Heemstede | 1,18 |
Heerde | 2,16 |
Heerenveen | 1,12 |
Heerlen | 1,41 |
Heeze-Leende | 4,13 |
Heiloo | 0,57 |
Hellendoorn | 1,22 |
Helmond | 1,52 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,91 |
Hengelo(O.) | 1,01 |
HetHogeland | 1,33 |
Heumen | 0 |
Heusden | 1,59 |
Hillegom | 1,25 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 1 |
HoekscheWaard | 0,99 |
HofvanTwente | 0,74 |
HollandsKroon | 1,02 |
Hoogeveen | 1,1 |
Hoorn | 1,44 |
HorstaandeMaas | 1,2 |
Houten | 1,75 |
Huizen | 1,35 |
Hulst | 1,43 |
IJsselstein | 1,38 |
KaagenBraassem | 0,51 |
Kampen | 1,39 |
Kapelle | 0 |
Katwijk | 1,46 |
Kerkrade | 1,28 |
Koggenland | 0,79 |
KrimpenaandenIJssel | 3,2 |
Krimpenerwaard | 1,19 |
Laarbeek | 1,77 |
Landgraaf | 0,86 |
Landsmeer | 1,28 |
LandvanCuijk | 0,48 |
Lansingerland | 1,35 |
Laren(NH.) | 0 |
Leeuwarden | 1,79 |
Leiden | 0,55 |
Leiderdorp | 0,98 |
Leidschendam-Voorburg | 0,9 |
Lelystad | 1,27 |
Leudal | 3,6 |
Leusden | 1,62 |
Lingewaard | 0,75 |
Lisse | 1,79 |
Lochem | 1,48 |
LoonopZand | 0,62 |
Lopik | 1,28 |
Losser | 0,68 |
Maasdriel | 1,14 |
Maasgouw | 3,09 |
Maashorst | 0,63 |
Maassluis | 1,26 |
Maastricht | 0,48 |
Medemblik | 1,47 |
Meerssen | 0 |
Meierijstad | 1,18 |
Meppel | 0,73 |
Middelburg(Z.) | 1,15 |
Midden-Delfland | 1,73 |
Midden-Drenthe | 1,05 |
Midden-Groningen | 2,09 |
Moerdijk | 1,45 |
Molenlanden | 1,15 |
Montferland | 1,1 |
Montfoort | 0,86 |
MookenMiddelaar | 0 |
Neder-Betuwe | 1,67 |
Nederweert | 3,72 |
Nieuwegein | 1,93 |
Nieuwkoop | 0,69 |
Nijkerk | 0,87 |
Nijmegen | 0,88 |
Nissewaard | 1,33 |
Noardeast-Fryslân | 1,13 |
Noord-Beveland | 0 |
Noordenveld | 1,4 |
Noordoostpolder | 1,11 |
Noordwijk | 1,12 |
Nuenen,GerwenenNederwetten | 4,11 |
Nunspeet | 0,8 |
Oegstgeest | 0,74 |
Oirschot | 2,66 |
Oisterwijk | 1,06 |
Oldambt | 2,15 |
Oldebroek | 0,62 |
Oldenzaal | 0,64 |
Olst-Wijhe | 0,81 |
Ommen | 0,88 |
Oosterhout | 1,31 |
OostGelre | 2 |
Ooststellingwerf | 1,41 |
Oostzaan | 1,37 |
Opmeer | 1,48 |
Opsterland | 0,93 |
Oss | 0,85 |
OudeIJsselstreek | 1,36 |
Ouder-Amstel | 1,67 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 1,03 |
Papendrecht | 1,37 |
PeelenMaas | 1,38 |
Pekela | 1,37 |
Pijnacker-Nootdorp | 1,03 |
Purmerend | 1,35 |
Putten | 0,7 |
Raalte | 0,94 |
Reimerswaal | 1,81 |
Renkum | 1,51 |
Renswoude | 0 |
Reusel-DeMierden | 2,4 |
Rheden | 1,21 |
Rhenen | 1,25 |
Ridderkerk | 1,19 |
Rijssen-Holten | 2,84 |
Rijswijk(ZH.) | 0,99 |
Roerdalen | 2,71 |
Roermond | 2,93 |
Roosendaal | 1,06 |
Rotterdam | 1,64 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 2,18 |
Schagen | 0,87 |
Scherpenzeel | 0 |
Schiedam | 1,31 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 1,67 |
Simpelveld | 0 |
Sint-Michielsgestel | 0,83 |
Sittard-Geleen | 0,81 |
Sliedrecht | 1,14 |
Sluis | 0,93 |
Smallingerland | 1,68 |
Soest | 2,34 |
Someren | 1,29 |
SonenBreugel | 3,35 |
Stadskanaal | 1,55 |
Staphorst | 0,61 |
StedeBroec | 1,5 |
Steenbergen | 1,18 |
Steenwijkerland | 1,43 |
Stein(L.) | 0 |
StichtseVecht | 2,11 |
Súdwest-Fryslân | 1,58 |
Terneuzen | 1,56 |
Terschelling | 0 |
Texel | 0 |
Teylingen | 1,3 |
Tholen | 1,05 |
Tiel | 2,96 |
Tilburg | 0,59 |
Tubbergen | 0,88 |
Twenterand | 1,54 |
Tynaarlo | 1,66 |
Tytsjerksteradiel | 1,39 |
Uitgeest | 0 |
Uithoorn | 1,43 |
Urk | 0,65 |
Utrecht | 2,53 |
UtrechtseHeuvelrug | 1,23 |
Vaals | 0 |
ValkenburgaandeGeul | 1,14 |
Valkenswaard | 4,87 |
Veendam | 2,25 |
Veenendaal | 1,73 |
Veere | 1,05 |
Veldhoven | 4,3 |
Velsen | 1,52 |
Venlo | 2,34 |
Venray | 0,8 |
Vijfheerenlanden | 1,21 |
Vlaardingen | 1,38 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 1,63 |
Voerendaal | 0 |
VoorneaanZee | 0,86 |
Voorschoten | 0,85 |
Voorst | 1,66 |
Vught | 1,37 |
Waadhoeke | 1,46 |
Waalre | 4,9 |
Waalwijk | 0,84 |
Waddinxveen | 1,06 |
Wageningen | 0,31 |
Wassenaar | 0,86 |
Waterland | 1,09 |
Weert | 4,55 |
WestBetuwe | 1,22 |
Westerkwartier | 1,68 |
Westerveld | 0 |
Westervoort | 1,36 |
Westerwolde | 1,29 |
Westland | 1,22 |
WestMaasenWaal | 1 |
Weststellingwerf | 1,04 |
Wierden | 1,27 |
Wijchen | 1,39 |
Wijdemeren | 1,24 |
WijkbijDuurstede | 1,8 |
Winterswijk | 1,99 |
Woensdrecht | 1,12 |
Woerden | 1,48 |
Wormerland | 1,03 |
Woudenberg | 2,07 |
Zaanstad | 3,06 |
Zaltbommel | 1,36 |
Zandvoort | 0 |
Zeewolde | 1,04 |
Zeist | 1,93 |
Zevenaar | 1,62 |
Zoetermeer | 1,56 |
Zoeterwoude | 0 |
Zuidplas | 1,55 |
Zundert | 0 |
Zutphen | 2,59 |
Zwartewaterland | 0,59 |
Zwijndrecht | 1,38 |
Zwolle | 1,16 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 11,81 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 12,64 |
Amsterdam-Amstelland | 10,77 |
CentraalGelderland | 12,7 |
Drenthe | 11,78 |
Eemland | 11,65 |
Flevoland | 10,24 |
FoodValley | 10,3 |
Friesland(Fryslân) | 11,46 |
GooienVechtstreek | 11,19 |
Groningen | 13,18 |
Haaglanden | 11,11 |
Haarlemmermeer | 11,09 |
HollandRijnland | 11,21 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 10,71 |
IJsselland | 9,69 |
KopvanNoord-Holland | 12,13 |
Lekstroom | 11,07 |
Midden-Brabant(HartvanBrabant) | 11,68 |
Midden-LimburgOost | 14,11 |
Midden-LimburgWest | 12,45 |
MiddenHolland | 11,02 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 11,74 |
Noord-Limburg | 11,73 |
Noord-Veluwe | 11,23 |
NoordoostBrabant | 11,21 |
RijkvanNijmegen | 13,41 |
Rijnmond | 8,98 |
Rivierenland | 13,35 |
Twente | 11,4 |
UtrechtStad | 11,72 |
UtrechtWest | 9,45 |
WestBrabantOost | 12 |
WestBrabantWest | 12,32 |
WestFriesland | 10,54 |
Zaanstreek-Waterland | 11,15 |
Zeeland | 13,69 |
Zuid-HollandZuid | 11,35 |
Zuid-Limburg | 13,53 |
ZuidKennemerland | 9,05 |
Zuidoost-Brabant | 10,73 |
ZuidoostUtrecht | 13,5 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 1,44 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 1,06 |
Amsterdam-Amstelland | 1,33 |
CentraalGelderland | 1,1 |
Drenthe | 1,2 |
Eemland | 2,71 |
Flevoland | 1,05 |
FoodValley | 1,15 |
Friesland(Fryslân) | 1,43 |
GooienVechtstreek | 1,22 |
Groningen | 1,17 |
Haaglanden | 0,99 |
Haarlemmermeer | 1,03 |
HollandRijnland | 0,83 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 1,24 |
IJsselland | 1,11 |
KopvanNoord-Holland | 1,24 |
Lekstroom | 1,56 |
Midden-Brabant(HartvanBrabant) | 0,71 |
Midden-LimburgOost | 2,6 |
Midden-LimburgWest | 4,08 |
MiddenHolland | 1,44 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 1,96 |
Noord-Limburg | 1,61 |
Noord-Veluwe | 0,89 |
NoordoostBrabant | 1,01 |
RijkvanNijmegen | 0,99 |
Rijnmond | 1,52 |
Rivierenland | 1,58 |
Twente | 1,3 |
UtrechtStad | 2,53 |
UtrechtWest | 1,43 |
WestBrabantOost | 0,64 |
WestBrabantWest | 1,29 |
WestFriesland | 1,36 |
Zaanstreek-Waterland | 2,03 |
Zeeland | 1,37 |
Zuid-HollandZuid | 1,35 |
Zuid-Limburg | 0,79 |
ZuidKennemerland | 1,38 |
Zuidoost-Brabant | 3,17 |
ZuidoostUtrecht | 2,38 |
In relatie tot de bevolkingsomvang van de gemeente, werd de meeste jeugdhulp verleend in de grotere gemeenten met 100-150 duizend of 150-250 duizend inwoners (figuur 1.5.5). Van de jongeren tot en met 17 jaar uit die gemeenten ontving 12 procent jeugdhulp. Het percentage jongeren van 18 tot en met 22 jaar met jeugdhulp was het hoogst in de vier grote steden met meer dan 250 duizend inwoners, hoewel ook in gemeenten met 10-20 duizend inwoners meer dan anderhalf procent van de 18 tot en met 22-jarigen jeugdhulp kreeg.
0 tot en met 17 jaar (%) | 18 tot en met 22 jaar (%) | |
---|---|---|
Totaal Nederland | 11,3 | 1,4 |
Gemeenten met: | ||
Minder dan 5.000 inwoners | 7,3 | 0,5 |
5.000 tot 10.000 inwoners | 10,3 | 1,1 |
10.000 tot 20.000 inwoners | 10,5 | 1,5 |
20.000 tot 50.000 inwoners | 11,4 | 1,4 |
50.000 tot 100.000 inwoners | 11,4 | 1,4 |
100.000 tot 150.000 inwoners | 12 | 1,1 |
150.000 tot 250.000 inwoners | 12 | 1,5 |
250.000 inwoners of meer | 10,2 | 1,5 |
2) Voor alle huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in het hetzelfde huishouden is dit de situatie op 31 december 2023. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2022 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2021) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2022). Voor verdachte in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2019-2023 zijn geregistreerd als verdachte, ongeacht het type misdrijf.
3) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2023. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
4) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie: VNG, Woonplaatsbeginsel jeugdhulp.
2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Daling aantal hulptrajecten in 2024
In het eerste halfjaar van 2024 waren ruim 522 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er 34 duizend minder dan in de eerste helft van 2023, een daling van 6 procent.
Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam nam met ruim 11,5 procent af, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 5 procent af en de jeugdhulp met verblijf daalde met bijna 10 procent (figuur 2.1.1).
Echter, de ervaring uit eerdere jaren leert dat het definitieve aantal jeugdhulptrajecten veel hoger lag dan de voorlopige uitkomsten. Voor 2023 was het verschil tussen het voorlopige en het definitieve aantal jeugdhulptrajecten 7,5 procent. De hier gepresenteerde voorlopige uitkomsten over het eerste halfjaar van 2024 zullen bij de definitieve versie naar verwachting hoger uitkomen en mogelijk dus zelfs iets hoger uitkomen ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023.
1e hj 2024* (x 1 000) | 1e hj 2023 (x 1 000) | 1e hj 2022 (x 1 000) | 1e hj 2021 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 522,39 | 556,09 | 525,68 | 516,745 |
Wijk- of buurtteam | 54,345 | 61,415 | 58,39 | 63,095 |
Overig zonder verblijf | 428,155 | 450,55 | 422,84 | 407,325 |
Met verblijf | 39,885 | 44,12 | 44,445 | 46,325 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
In het eerste halfjaar van 2024 zijn 159 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een daling van bijna 12 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2023. Ruim 30 procent van de trajecten die op enig moment in de eerste zes maanden van 2024 actief waren, is ook in dat jaar begonnen. In de eerste helft van 2023 was ruim 32 procent van alle trajecten ook in die periode begonnen. Ook bij de vier onderscheiden hulpvormen daalde zowel het absolute aantal jeugdhulptrajecten als het aandeel van nieuw gestarte trajecten ten opzichte van het totaal aantal trajecten (figuur 2.1.2).
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Wijkteam | ||
1e hj 2024* | 17,7 | 36,645 |
1e hj 2023 | 20,465 | 40,955 |
1e hj 2022 | 17,49 | 40,9 |
1e hj 2021 | 16,34 | 46,755 |
Ambulant | ||
1e hj 2024* | 99,69 | 212,33 |
1e hj 2023 | 109,885 | 217,97 |
1e hj 2022 | 103,405 | 202,885 |
1e hj 2021 | 103,105 | 191,88 |
Daghulp | ||
1e hj 2024* | 7,88 | 22,49 |
1e hj 2023 | 9,4 | 23,475 |
1e hj 2022 | 8,075 | 21,87 |
1e hj 2021 | 8,895 | 19,895 |
Netwerk jongere | ||
1e hj 2024* | 25,915 | 59,845 |
1e hj 2023 | 30,315 | 59,51 |
1e hj 2022 | 28,355 | 58,26 |
1e hj 2021 | 29,78 | 53,775 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Het aantal pleegzorgtrajecten nam in de eerste helft van 2024 verder af naar 17 duizend. Ruim 1 500 trajecten pleegzorg zijn gestart in de eerste zes maanden van 2024. In het eerste halfjaar van 2023 zijn ruim 2 100 pleegzorgtrajecten gestart.
Het aantal trajecten gesloten plaatsing daalde van 1 350 in het eerste halfjaar van 2023 naar 1 140 in de eerste helft van 2024. Het aantal nieuw begonnen trajecten van deze hulpvorm nam met 125 af.
In verslagjaar begonnen (x 1 000) | Reeds lopend traject (x 1 000) | |
---|---|---|
Pleegzorg | ||
1e hj 2024* | 1,55 | 15,73 |
1e hj 2023 | 2,135 | 16,97 |
1e hj 2022 | 2,34 | 17,59 |
1e hj 2021 | 2,44 | 18,955 |
Gezinsgericht | ||
1e hj 2024* | 1,12 | 4,48 |
1e hj 2023 | 1,6 | 4,48 |
1e hj 2022 | 1,53 | 4,375 |
1e hj 2021 | 1,5 | 4,535 |
Gesloten plaatsing | ||
1e hj 2024* | 0,51 | 0,63 |
1e hj 2023 | 0,64 | 0,715 |
1e hj 2022 | 0,71 | 0,755 |
1e hj 2021 | 0,72 | 0,835 |
Overig | ||
1e hj 2024* | 4,685 | 11,18 |
1e hj 2023 | 6,005 | 11,575 |
1e hj 2022 | 5,975 | 11,17 |
1e hj 2021 | 5,765 | 11,575 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bij 29 procent van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten in de eerste zes maanden van 2024 was sprake van herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat de jongeren die in deze periode een nieuw jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder een jeugdhulptraject hebben gehad dat is afgesloten. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar de hulpvorm die eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuw begonnen jeugdhulptrajecten was in de eerste helft van 2024 hoger dan in de eerste helft van 2023.
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 28,7 | 26 | 26,5 | 26,5 |
Wijk- of buurtteam | 29,5 | 25,3 | 27,8 | 26,2 |
Overig zonder verblijf | 29,3 | 26,7 | 27 | 27,3 |
Met verblijf | 17,7 | 16,9 | 17,1 | 16,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 3,3 procent van de 159 duizend trajecten die in de eerste zes maanden van 2024 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daarvan is bijna 22 procent gestart met crisis. Bij 29 procent van de nieuw aangevangen trajecten gesloten plaatsing was sprake van crisis. In het eerste halfjaar van 2021 was dit 22 procent. Bij pleegzorg nam het percentage gestart met crisis toe van 15 procent in het eerste halfjaar van 2021 naar 19 procent in de eerste helft van 2024 en bij gezinsgerichte jeugdhulp met verblijf steeg het aandeel met crisis gestarte trajecten van 10 procent in het eerste halfjaar van 2021 naar 18 procent in het eerste halfjaar van 2024. Of er sprake is van crisis is gebaseerd op het oordeel van de jeugdhulpprofessional.
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 3,3 | 3,1 | 3,4 | 3,7 |
Wijk- of buurtteam | 0,4 | 0,3 | 0,6 | 0,8 |
Overig zonder verblijf | 2,6 | 2,4 | 2,7 | 3,1 |
Met verblijf | 21,7 | 19 | 17,3 | 16,5 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In het eerste halfjaar van 2024 werd bijna 37 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en 33 procent via een gemeentelijke toegang. Uitgesplitst naar hulpvorm blijkt dat de huisarts 39 procent van de in de eerste zes maanden van 2024 nieuw begonnen trajecten jeugdhulp zonder verblijf heeft verwezen (figuur 2.2.1) en 5 procent van de nieuw begonnen trajecten jeugdhulp met verblijf (figuur 2.2.2).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 38,5 | 39,1 | 40 | 40,8 |
Gemeentelijke toegang | 31,9 | 30,8 | 30,6 | 31,3 |
Geen verwijzer | 15,6 | 15,9 | 15,3 | 13 |
Gecertificeerde instelling | 5,1 | 5,7 | 5,9 | 6,3 |
Medisch specialist | 4,8 | 4,4 | 4,3 | 4,7 |
Jeugdarts | 3,8 | 3,6 | 3,4 | 3,2 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,5 |
Onbekend | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,3 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Vanaf verslagjaar 2021 zijn alle trajecten met de hulpvorm uitgevoerd door het wijk- of buurtteam ondergebracht in de categorie ‘geen verwijzer’. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. Wijkhulp is immers per definitie vrij toegankelijk. Wel kan het zo zijn dat bijvoorbeeld de huisarts de jongere of diens ouders heeft geadviseerd om contact op te nemen met het wijkteam, maar dit is formeel gezien geen verwijzing.
De meeste Jeugdhulp met verblijf wordt doorverwezen via de gemeente (47 procent) en door Gecertificeerde Instellingen (34 procent).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Gemeentelijke toegang | 46,7 | 44,8 | 43,4 | 44,4 |
Gecertificeerde instelling | 34,4 | 34 | 36,5 | 36 |
Medisch specialist | 6,3 | 6,5 | 5,8 | 4,7 |
Huisarts | 5,4 | 6,1 | 5,7 | 5,7 |
Rechter, Officier van Justitie, functionaris Justitiële jeugdinrichting | 1,4 | 1,1 | 0,9 | 0,7 |
Jeugdarts | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,3 |
Onbekend | 5,4 | 7,2 | 7,3 | 8,2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van de trajecten die in de eerste zes maanden van 2024 zijn afgesloten, duurde 35 procent korter dan zes maanden en 64 procent duurde korter dan een jaar.
Het aantal afgesloten trajecten blijft in deze rapportage met voorlopige uitkomsten onvermeld omdat dit cijfer niet betrouwbaar wordt geacht. Bij de uitvraag over het tweede halfjaar van 2024 zullen namelijk jeugdhulptrajecten ontbreken die in het eerste halfjaar zijn aangeleverd zonder einddatum. Van dergelijke trajecten wordt aangenomen dat ze zijn afgesloten en worden dan alsnog meegeteld bij de afgesloten trajecten. Het aantal afgesloten trajecten in het eerste halfjaar van 2024 zal hierdoor nog toenemen.
De gemiddelde duur en de procentuele verdeling van de reden beëindiging van trajecten waarvan nu al bekend is dat ze afgesloten zijn, wordt wel weergegeven. De definitieve uitkomsten voor deze twee kenmerken zullen naar verwachting niet wezenlijk afwijken van het beeld uit de voorlopige uitkomsten.
0 tot 3 maanden (%) | 3 tot 6 maanden (%) | 6 tot 12 maanden (%) | 12 tot 36 maanden (%) | langer dan 36 maanden (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 21375 | 22390 | 35770 | 37000 | 6915 |
Zonder verblijf | 19110 | 21445 | 34545 | 35410 | 5895 |
waarvan | |||||
Wijkteam | 4585 | 3195 | 3990 | 4140 | 1225 |
Ambulant | 10345 | 13450 | 22645 | 22625 | 3295 |
Daghulp | 755 | 1550 | 1395 | 1700 | 520 |
Netwerk jongere | 3425 | 3255 | 6515 | 6945 | 860 |
Met verblijf | 2265 | 945 | 1225 | 1595 | 1020 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 255 | 130 | 185 | 335 | 595 |
Gezinsgericht | 175 | 130 | 165 | 255 | 135 |
Gesloten plaatsing | 240 | 95 | 120 | 75 | 10 |
Overig | 1595 | 590 | 755 | 935 | 280 |
Een in de eerste zes maanden van 2024 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 394 dagen (figuur 2.3.2). Dat is 9 dagen korter dan een gemiddeld afgesloten traject in de eerste helft van 2023. Trajecten met de hulpvorm gesloten plaatsing duren met gemiddeld 199 dagen het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 285 dagen. In het eerste halfjaar van 2023 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog 53 dagen langer. De grote fluctuatie van de gemiddelde duur van afgesloten pleegzorgtrajecten is te verklaren doordat dit soms zeer langdurige trajecten zijn, die van grote invloed zijn op de gemiddelde waarde.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in de eerste zes maanden van 2024 ten opzichte van dezelfde periode in 2023 af met 10 dagen. De gemiddelde duur van wijkhulp daalde met 26 dagen, ambulante trajecten met 13 dagen, daghulp nam met gemiddeld 24 dagen af en afgesloten trajecten jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met gemiddeld 14 dagen.
1e hj 2024* (dagen) | 1e hj 2023 (dagen) | 1e hj 2022 (dagen) | 1e hj 2021 (dagen) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 394 | 403 | 393 | 402 |
Zonder verblijf | 385 | 395 | 387 | 394 |
waarvan | ||||
Wijkteam | 371 | 397 | 403 | 454 |
Ambulant | 385 | 398 | 387 | 388 |
Daghulp | 439 | 463 | 435 | 400 |
Netwerk jongere | 379 | 365 | 364 | 356 |
Met verblijf | 555 | 542 | 479 | 526 |
waarvan | ||||
Pleegzorg | 1285 | 1338 | 963 | 1110 |
Gezinsgericht | 563 | 504 | 500 | 483 |
Gesloten plaatsing | 199 | 196 | 178 | 208 |
Overig | 335 | 308 | 300 | 323 |
2.4 Jeugdhulptraject meestal volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in het eerste halfjaar van 2024 met een bekende reden5) werden afgesloten, werd 81 procent beëindigd volgens plan (figuur 2.4.1). Naast beëindiging volgens plan werd 12 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. De overige werden eenzijdig beëindiging door de jeugdige (3 procent) of door de aanbieder (1 procent) of er was sprake van externe omstandigheden (3 procent).
1e hj 2024* (%) | 1e hj 2023 (%) | 1e hj 2022 (%) | 1e hj 2021 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 81,3 | 80 | 80 | 81,2 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,7 | 12,4 | 12,3 | 11,7 |
Voortijdig door cliënt | 3 | 3,5 | 3,6 | 3,2 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,6 | 2,4 | 2,5 | 2,4 |
Voortijdig door aanbieder | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 1,4 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode en waarvan de reden beëindiging bekend is. |
Meer informatie over jeugdhulp kunt u vinden op de website van het CBS
Onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd
Tabellen Jeugdzorg
Dashboard Jeugdzorg
Privacy is een groot goed. Ook als je niks te verbergen hebt, heb je heel wat te beschermen. Het CBS is het Statistisch Bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.
Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit noemen we microdata.
Voor meer informatie, zie onze website.
Begrippenlijst
Jeugdhulp
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf.
De volgende vormen van jeugdhulp worden onderscheiden:
Jeugdhulp zonder verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam - Nagenoeg elke gemeente werkt met de inzet van wijk- of buurtteams. Soms beperken deze teams zich tot het coördineren van de hulp aan de jongere, maar veelal bieden deze teams ook zelf hulp. Het gaat hier om de jeugdhulp die de teams zelf verleend hebben. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder - Ambulante jeugdhulp op locatie betreft ambulante hulp of groepsgesprekken op locatie bij de zorgaanbieder of digitaal waarbij in principe één (algemene) expertise tegelijkertijd binnen de hulpverlening wordt ingezet. Het betreft fysieke of digitale face-to-face contacten (groepsgesprekken of individueel) met de jeugdige en/of ouders. De gesprekken duren doorgaans maximaal twee uur. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Daghulp op locatie van de aanbieder - Bij daghulp is een begeleider of hulpverlener minimaal een dagdeel in de nabije omgeving van de jongere. De hulp kan in een groep of individueel plaatsvinden. Dagbesteding en dagstructurering vallen hier ook onder. Daghulp vindt plaats op de locatie van de zorgaanbieder. Een belangrijk kenmerk van de dagbehandeling is dat een multidisciplinair team voor de dagbehandeling wordt ingezet. Het gaat bijvoorbeeld om een combinatie van fysiotherapie, gedragstherapie en psychotherapie die tijdens de dagbehandeling wordt ingezet. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Jeugdhulp in het netwerk van de jongere - Jeugdhulp in het netwerk van de jongere vindt plaats bij de jongere thuis, op school of elders in het netwerk van de jongere. In ieder geval niet op locatie bij de zorgaanbieder. De intensiteit kan variëren van een of enkele uren tot 24 uur per dag. Het gaat hier in de regel om interventies, die zich niet alleen op het kind richten, maar ook op de bredere omgeving van het kind (variërend van ouders en bredere familie tot vrienden, buren en leerkracht). PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Jeugdhulp met verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet en voor zover deze in natura is geleverd door de zorgaanbieder (dus exclusief PGB). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Pleegzorg - Vorm van jeugdhulp waarbij een jongere (tijdelijk) wordt opgenomen in een pleeggezin en waarbij pleegkind, pleegouders en eigen ouders worden begeleid door een pleegzorgaanbieder. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Gezinsgericht - Alle vormen van verblijf die een gezinssituatie benaderen, maar geen pleegzorg zijn. Te denken valt aan gezinshuizen, logeerhuizen en zorgboerderijen waar jongeren overnachten. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Gesloten plaatsing - De jongere verblijft bij een jeugdhulpaanbieder op basis van een machtiging gesloten jeugdzorg of op basis van een machtiging BOPZ (Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen, t/m 2019) of machtiging Wvggz (Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg, vanaf 2020). PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Overig verblijf bij een jeugdhulpaanbieder - De jongere verblijft in een accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een groep met andere jongeren. In feite betreft het alle vormen van verblijf die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen. Hieronder vallen ook begeleid wonen en kamertraining. Ook kleinschalige residentiele leef- en behandelgroepen die geen gezinssituatie benaderen, vallen onder deze categorie. PGB gefinancierde jeugdhulp is hierin niet meegenomen.
Herhaald beroep
Een jeugdhulptraject wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode jeugdhulp heeft ontvangen.
Gestart met crisis
De hulpverlening is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie. Of de jeugdhulp al dan niet is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie is het professionele oordeel van de jeugdhulpprofessional. Er is daarmee geen vaste definitie van crisis. Iedere professional heeft een beeld bij het onderscheid crisis-geen crisis.
Gecertificeerde instelling
Gecertificeerde instellingen zijn organisaties die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. Deze instellingen moeten in het bezit zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij aan een aantal eisen voldoen gericht op het borgen van de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Jeugdbescherming
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescentenstrafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.
Verwijzer
De organisatie of persoon die de jongere en/of zijn/haar ouders heeft verwezen naar de jeugdhulp. Het betreft organisaties of personen die rechtstreeks jongeren en hun ouders op grond van de Jeugdwet kunnen doorverwijzen naar jeugdhulp. De Jeugdwet stelt dat tussen gemeenten en betrokkenen afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder en wijze waarop de rechtstreekse verwijzing verloopt.
Gemeentelijke toegang - De jongere is door de gemeente of een gemeentelijke organisatie aangemeld bij een jeugdhulpaanbieder. Hieronder vallen ook de verwijzingen van de politie, Veilig Thuis organisaties en het onderwijs.
Bijlage Methodewijzigingen Beleidsinformatie jeugd
Voor het vaststellen van het jeugdhulpgebruik heeft het CBS vanaf 2020 verschillende verbeteringen doorgevoerd bij de verwerking van de gegevens. Dit betreft een verbeterde methode voor het berekenen van de definitieve cijfers over een verslagjaar en een uitbreiding van de populatie6). In onderstaande figuur is dit schematisch weergegeven. Daarnaast zijn eind oktober 2024 de cijfers over 2021 en 2022 gecorrigeerd voor gevonden fouten in de verwerking.
oude methode (x 1 000) | nieuwe methode (x 1 000) | nieuwe populatie (x 1 000) | verschil voorlopig definitief (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
1e hj 2024* | 0 | 0 | 389,465 | 18,305 |
1e hj 2023 | 0 | 0 | 402,655 | 0 |
2023 | 0 | 0 | 476,415 | 0 |
2022 | 0 | 0 | 461,87 | 0 |
2021 | 0 | 414,865 | 38,335 | 0 |
2020 | 0 | 423,4 | 0 | 0 |
2019 | 430,99 | 7,02 | 0 | 0 |
2018 | 417,765 | 0 | 0 | 0 |
2017 | 407,245 | 0 | 0 | 0 |
2016 | 389,925 | 0 | 0 | 0 |
2015 | 363,31 | 0 | 0 | 0 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Nieuwe methode
Vanaf verslagjaar 2020 wordt bij het berekenen van de definitieve cijfers niet meer alleen gebruik gemaakt van de aangeleverde data over het eerste (HJ1) en tweede (HJ2) halfjaar van het verslagjaar, maar ook van de aangeleverde data over het eerste halfjaar van het daaropvolgende verslagjaarjaar (HJ3). Het is namelijk gebleken dat de bestanden over HJ3 soms informatie bevat over het voorafgaande jaar, die niet eerder was aangeleverd.
Deze nieuwe informatie kan verschillende vormen aannemen; er kunnen trajecten van jongeren worden aangeleverd met een begindatum in HJ1 of HJ2 die nooit eerder zijn aangeleverd. Ook kunnen trajecten ontbreken in HJ3 die in HJ2 nog zijn aangeleverd zonder einddatum. Hieruit kan worden opgemaakt dat het traject in HJ2 moet zijn afgerond.
Het gevolg van deze veranderde werkwijze is enerzijds dat de jaarcijfers beter op elkaar aansluiten en anderzijds dat het aantal waargenomen jongeren met jeugdhulp toeneemt. Uit een herberekening van de cijfers over 2019 inclusief de bestanden over het eerste halfjaar van 2020, blijkt dat het totale aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 met 1,6 procent kon worden gecorrigeerd.
Nieuwe populatie
Er bestaat geen centraal register van jeugdhulpaanbieders. Bij de aanvang van het onderzoek in 2015 heeft het CBS een lijst van jeugdhulpaanbieders gemaakt op basis van een uitvraag onder alle gemeenten van alle jeugdhulpaanbieders waarmee ze een contract hadden afgesloten voor het leveren van jeugdhulp. In de loop der jaren zijn jeugdhulpaanbieders afgevallen en hebben nieuwe aanbieders zich bij het CBS aangemeld. Er kwamen in de jaren erna steeds meer signalen dat deze lijst niet volledig was. Het CBS heeft daarom in het voorjaar van 2021 de lijst aangevuld met informatie uit het berichtenverkeer, de zogenaamde iJW berichten, tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders in 2019 of 2020. Eerder bij het CBS onbekende aanbieders die met gemeenten berichten uitwisselen over jeugdhulp zijn aan de populatie toegevoegd. Deze ‘nieuwe’ jeugdhulpaanbieders leverden in 2021 jeugdhulp aan 38 duizend jongeren die niet al bij de reeds bekende jeugdhulpaanbieders jeugdhulp ontvingen. Sinds het voorjaar van 2021 voegt het CBS jaarlijks de eventuele nieuw gestarte jeugdhulpaanbieders toe aan de populatie op basis van recente informatie uit het iJW berichtenverkeer, zodat grote trendbreuken zoals tussen 2020 en 2021 vermeden worden. Van de totale populatie jeugdhulpaanbieders heeft elk halfjaar ongeveer 90 procent een bestand aangeleverd7).
Verschil voorlopig-definitief
Tenslotte is in figuur 0.1.1 voor het eerste halfjaar van 2024 een prognose opgenomen van het definitieve aantal jongeren met jeugdhulp in deze periode. Elk jaar blijkt dat de definitieve cijfers hoger uitvallen dan de voorlopige cijfers. Voor het eerste halfjaar van 2023 kwam het aantal jongeren met jeugdhulp in de definitieve versie 4,7 procent hoger uit dan in de voorlopige versie. Door het aantal jongeren met jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2024 met dit percentage te verhogen, ontstaat een betere raming. Op basis van deze opgehoogde cijfers verwachten we dat 408 duizend jongeren in de eerste zes maanden van 2024 jeugdhulp hebben gehad.
Correctie cijfers 2021 en 2022
De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor.
Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en herstelt in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt.
Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS.
Anderzijds zijn er drie verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend.
Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen.
Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021.
In deze rapportage zijn de gecorrigeerde aantallen volgens de nieuwe methode en de nieuwe populatie weergegeven. De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn zonder de hierboven genoemde prognose. Dit zijn ook de aantallen zoals het CBS die op StatLine presenteert8).
7) De jeugdhulpaanbieders zonder opgave ontbreken in de resultaten. Dit betreft overwegend aanbieders met weinig cliënten. Naar verwachting zal de aldus ontstane onderschatting hooguit enkele procenten bedragen.
8) Zie StatLine: