3. Aanvullend deel van het onderzoek in 2021
Het voornaamste doel van de aanvullende vragen over vrijwilligerswerk in 2021 was om meer informatie te verkrijgen over een aantal aspecten van vrijwilligerswerk, waaronder de tevredenheid, of mensen vrijwilligerswerk doen voor een burgerinitiatief of inwonersinitiatief, of een VOG aanvraag een belemmering is om vrijwilligerswerk te doen en of werkgevers rekening houden met werknemers die vrijwilligerswerk doen.
3.1 Tevredenheid
Met een rapportcijfer is vastgesteld hoe tevreden de vrijwilligers zijn met het vrijwilligerswerk dat ze het afgelopen jaar hebben gedaan. Gemiddeld gaf men een 7,6 voor de tevredenheid, net als in 2020. Er is weinig variatie in tevredenheid tussen het soort vrijwilligerswerk. Het laagste cijfer (7,2) gaven de vrijwilligers die actief waren voor organisaties op het terrein van wonen, woonomstandigheden of huurdersbelangen. Het hoogste cijfer (7,8) gaven de vrijwilligers die zich inzetten voor kerk, moskee, levensbeschouwelijke groepering, verzorging of voor een andere organisatie, die niet eerder genoemd is. Vergeleken met 2020 zijn vrijwilligers in de verzorging, wijk en buurt en in de politiek in 2021 tevredener geworden met dat vrijwilligerswerk (tabel 3.1.1).
Het meest tevreden waren de 65- tot 75-jarigen (rapportcijfer 7,9) en het minst de 45-tot 55-jarigen (7,5). Lager opgeleiden gaven een hoger rapportcijfer voor tevredenheid dan hoger opgeleiden. Mannen en vrouwen verschilden niet in tevredenheid.
Organisaties | Tevredenheid | |
---|---|---|
2020 | 2021 | |
Kerk, moskee/levensbeschouwelijke groepering | 7,8 | 7,8 |
Verzorging of verpleging | 7,6 | 7,8 |
Andere organisatie | 7,9 | 7,8 |
Culturele verenigingen | 7,8 | 7,7 |
Jeugd/buurthuiswerk/ leider van scouting | 7,8 | 7,7 |
Sociale hulpverlening, rechtshulp, reclassering of slachtofferhulp | 7,6 | 7,7 |
Wijk of buurt | 7,4 | 7,7 |
Sportvereniging | 7,5 | 7,6 |
School | 7,5 | 7,6 |
Hobby/ gezelligheidsverenigingen | 7,7 | 7,6 |
Politieke partij of actiegroep | 7,3 | 7,6 |
Vakbond of bedrijfsorganisatie | 7,3 | 7,3 |
Wonen, woonomstandigheden of huurdersbelangen | 7,2 | 7,2 |
3.2 Burgercollectief of inwonersinitiatief
Naast het verrichten van vrijwilligerswerk voor een organisatie of vereniging kunnen mensen zich ook vrijwillig inzetten buiten een formele organisatie of vereniging om, zoals voor een burgercollectief of inwonersinitiatief. Voorbeelden hiervan, ook aangehaald in de vraagtekst, zijn het samen opruimen van afval in de buurt, het oprichten van een broodfonds, of een andere samenwerking van burgers met een maatschappelijk doel. In 2021 is gevraagd of mensen in de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk hebben gedaan op dit gebied. Drie procent gaf aan vrijwilligerswerk verricht te hebben in de afgelopen 12 maanden voor een burgercollectief of inwonersinitiatief. Om meer inzicht te krijgen wat voor vrijwilligerswerk mensen hebben gedaan voor een burgercollectief of inwonersinitiatief is een korte omschrijving gevraagd van het werk wat ze deden (Kunt u een korte omschrijving geven van dit burgercollectief of inwonersinitiatief?). De meeste mensen noemden afval opruimen in de buurt, buurt schoon houden, opknappen van de buurt met buurtgenoten en planten in de buurt onderhouden. Daarnaast waren de volgende activiteiten genoemd: buurtpreventie, boodschappen doen voor buurtbewoners tijdens corona, brunch/koffie-uurtje in de buurt verzorgen, behoud landschapscultuur, broodfonds, burgerinitiatief parkbehoud en geluidsscherm, fietsen met gehandicapte dorpsgenoot en klussendag.
Van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder gaf 1,4 procent aan zich in de vier weken voorafgaand aan het interview ingezet te hebben als vrijwilliger voor een burgercollectief of inwonersinitiatief. Gemiddeld hebben mensen minder dan een uur per week besteed aan vrijwilligerswerk voor een burgercollectief of inwonersinitiatief.
Vrijwilligers voor een burgercollectief of inwonersinitiatief zijn vooral te vinden onder de leeftijdsgroep 45- tot 55-jarigen: van hen deed 5 procent dit vrijwilligerswerk. Het minst vaak zijn 15- tot 25-jarigen actief als vrijwilliger voor een burgercollectief of inwonersinitiatief (1 procent). Mensen met een hoog onderwijsniveau zijn vaker vrijwilliger (5 procent) dan mensen met een lager onderwijsniveau (2 procent). Mannen en vrouwen verschillen niet in het verrichten van vrijwilligerswerk voor een burgercollectief of inwonersinitiatief.
Met een rapportcijfer is vastgesteld hoe tevreden de vrijwilligers waren met het vrijwilligerswerk dat ze het afgelopen jaar hebben gedaan voor een burgercollectief of inwonersinitiatief. Gemiddeld gaf men een 7,6 voor de tevredenheid.
3.3 Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is soms nodig om als vrijwilliger te mogen werken. Dit is een verklaring waaruit blijkt dat iemand geen strafblad heeft of dat het strafblad geen bezwaar vormt voor het uitoefenen van een bepaalde functie. Justis screent personen die een VOG aanvragen en geeft de VOG’s af. Dankzij de Regeling Gratis VOG is het aanvragen van VOG’s voor vrijwilligers door de organisatie kosteloos. De organisatie moet aan voorwaarden voldoen om toegang tot de Regeling Gratis VOG te krijgen. De organisatie kan daarna voor de vrijwilligers een aanvraag indienen met een E-herkenning. In 2021 is de vraag gesteld aan mensen die geen vrijwilligerswerk hebben gedaan in de afgelopen 12 maanden of het aanvragen van een VOG een reden is geweest om in de afgelopen 12 maanden geen vrijwilligerswerk te doen. Voor degenen die actief waren als vrijwilliger is de vraag gesteld of zij in de afgelopen 12 maanden ander vrijwilligerswerk wilden doen, maar dit niet gedaan omdat zij daarvoor een VOG moesten aanvragen. Slechts voor 1 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder was het aanvragen van een VOG een reden geweest om geen of geen ander vrijwilligerswerk te doen. Vijf procent zei dat hij/zij dat niet wist en 94 procent gaf het antwoord dat dat niet de reden was.
3.4 Houding van de werkgever
In 2021 is aan mensen met een betaalde baan de vraag gesteld of hun werkgever rekening houdt met werknemers die vrijwilligerswerk doen, bijvoorbeeld om vrijwilligerswerk te kunnen doen onder werktijd, of het schenken van geld of materialen om vrijwilligerswerk te doen. Bijna de helft (48 procent) antwoordde dat hij/zij dat niet wist. Een derde (34 procent) gaf aan dat dat niet het geval is en 18 procent zei dat de werkgever wel rekening houdt met werknemers die vrijwilligerswerk doen. Het verschil in antwoorden tussen mensen die het afgelopen jaar wel actief waren als vrijwilliger en mensen die geen vrijwilligerswerk deden is opvallend (figuur 3.4.1). Vrijwilligers antwoordden vaker dat het wel het geval is (23 procent) dan degenen die geen vrijwilligerswerk deden (14 procent). Vrijwilligers gaven minder vaak aan dat zij het niet wisten (41 procent) dan geen vrijwilligers (53 procent).
Mening | Ja (% van 15 jaar of ouder) | Nee (% van 15 jaar of ouder) | Weet niet (% van 15 jaar of ouder) |
---|---|---|---|
Totaal | 18 | 34 | 48 |
Vrijwilligers | 23 | 36 | 41 |
Geen vrijwilligers | 14 | 33 | 53 |