4. Gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en verplaatsingsafstanden. Dit hoofdstuk richt zich op de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing en dat wordt uitgesplitst naar vervoerwijze en naar motief. Evenals bij het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag in het voorgaande hoofdstuk, wordt bij de afgelegde afstand per verplaatsing alleen gerekend met reguliere verplaatsingen. Voor deze indicator wordt vooral informatie op verplaatsingsniveau gebruikt. Echter, bij de indeling naar vervoerwijze wordt voor alle reguliere verplaatsingen gekeken naar de som van de ritafstanden per ritvervoermiddel (bijvoorbeeld de fiets) en deze wordt vervolgens gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen waarvan (in dit geval) de fiets het hoofdvervoermiddel is.
In de tabellen 4.1 wordt de gemiddelde afstand per verplaatsing in Nederland van inwoners van Noordvleugel in particuliere huishoudens weergegeven naar vervoerwijze.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 13,0 | 12,6 | 10,2* | 10,6 | +4 | -15 |
Personenauto als bestuurder | 20,9 | 19,8 | 17,2* | 18,9* | +10 | -5 |
Personenauto als passagier | 20,9 | 20,0 | 19,9 | 21,2 | +6 | +6 |
Trein | 42,2 | 41,7 | 38,1 | 39,9 | +5 | -4 |
Bus/tram/metro | 11,9 | 13,2* | 11,1* | 11,9 | +6 | -10 |
Brom-/snorfiets | 6,1 | 6,5 | 5,5 | 6,2 | +14 | -4 |
Fiets2) | 3,9 | 3,9 | 4,1 | 4,1 | 0 | +7 |
Lopen | 2,1 | 2,1 | 2,1 | 2,2 | +3 | +3 |
Overig (incl. bestelauto) | 23,6 | 27,2 | 20,2 | 17,4 | -14 | -36 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,1 | 11,8 | 9,6* | 9,8 | +1 | -17 |
Personenauto als bestuurder | 20,2 | 19,4 | 17,0* | 18,1 | +6 | -7 |
Personenauto als passagier | 17,8 | 15,9 | 16,7 | 18,6 | +12 | +17 |
Trein | 38,9 | 38,9 | 37,6 | 37,5 | 0 | -4 |
Bus/tram/metro | 12,1 | 13,6* | 11,4* | 11,8 | +3 | -14 |
Brom-/snorfiets | 6,3 | 6,0 | 5,6 | 4,9 | -12 | -19 |
Fiets2) | 3,8 | 3,7 | 3,8 | 3,9 | +2 | +5 |
Lopen | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | +3 | 0 |
Overig (incl. bestelauto) | 23,8 | 26,3 | 20,5 | 17,3 | -16 | -34 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 15,4 | 14,8 | 11,9* | 12,9 | +9 | -12 |
Personenauto als bestuurder | 23,2 | 20,9 | 17,8* | 21,1* | +19 | +1 |
Personenauto als passagier | 24,7 | 25,5 | 24,5 | 24,8 | +1 | -3 |
Trein | 58,6 | 54,4 | 39,7* | 48,4 | +22 | -11 |
Bus/tram/metro | 11,0 | 11,8 | 10,1 | 12,3 | +22 | +4 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . |
Fiets2) | 4,6 | 4,5 | 5,1 | 5,0 | -2 | +12 |
Lopen | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,5 | +4 | +11 |
Overig (incl. bestelauto) | 23,1 | 29,9 | 19,2 | 17,9 | -7 | -40 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
Uit de tabellen 4.1 volgt dat de gemiddelde afstand per verplaatsing die inwoners van Noordvleugel afleggen op een gemiddelde dag, een gemiddelde werkdag en op een gemiddelde weekend- en/of feestdag in 2021 niet significant verschilt van ODiN 2020. In beide onderzoeksjaren is de gemiddelde verplaatsingsafstand op weekend- en feestdagen het grootst, namelijk rond de 12 à 13 kilometer.
Op het niveau van de vervoerwijzen is alleen de gemiddelde verplaatsingsafstand van de personenauto als bestuurder significant gewijzigd. Op ‘alle dagen’ is deze significant toegenomen met 10 procent en op weekend- en feestdagen met 19 procent. De gemiddelde afstand per verplaatsing die personenautobestuurders aflegden op ‘alle dagen’ was 19 kilometer, op werkdagen 18 kilometer en op weekend- en feestdagen in 2021 was dit 21 kilometer.
Als de gemiddelde afstanden per verplaatsing in 2021 worden vergeleken met die in 2019, komen er meer significante verschillen naar voren. In ODiN 2021 is (totale) gemiddelde verplaatsingsafstand op ‘alle dagen’, op ‘werkdagen’ en op ‘weekend- en feestdagen’ significant korter dan in 2019. Op ‘alle dagen’ was dit verschil -15 procent, op ‘werkdagen’ -17 procent en op ‘weekend- en feestdagen’ -12 procent. De grootste verschillen tussen verplaatsingsafstanden van 2021 in vergelijking met 2019 zijn er bij ‘overig’ waaronder ook de bestelauto valt. De gemiddelde afstand per verplaatsing met deze voertuigen is op ’alle dagen’ en op ‘werkdagen’ in 2021 ruim een derde korter dan in 2019. De gemiddelde afstand per verplaatsing afgelegd met ‘bus, tram en metro’ is alleen op werkdagen significant korter dan in 2019 (-14 procent).
Op ‘alle dagen’ blijkt er ook een significant verschil te zijn in de afstand per verplaatsing die fietsend wordt afgelegd. In 2021 was deze significant langer (7 procent) dan in 2019.
In tabel 4.1c is de waarde voor brom- en snorfiets vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
De tabellen 4.2 bevatten de gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief. Uit deze tabellen blijkt dat de gemiddelde verplaatsingsafstand naar motief in ODiN 2021 naar elk type dag ten opzichte van ODiN 2020 niet significant is gewijzigd. Alleen is de lengte van de verplaatsingsafstand van ‘Recreatief totaal en overig’ op gemiddelde dagen (11 procent) en op weekend -en feestdagen (14 procent) in 2021 significant langer dan in 2020.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 13,0 | 12,6 | 10,2* | 10,6 | +4 | -15 |
Van en naar het werk | 18,8 | 18,2 | 16,6* | 16,7 | +1 | -9 |
Zakelijk en beroepsmatig | 35,8 | 29,4 | 22,5 | 21,1 | -7 | -28 |
Diensten en verzorging | 8,5 | 9,7 | 7,6 | 8,7 | +14 | -10 |
Winkelen en boodschappen doen | 5,2 | 4,7 | 4,3 | 3,8 | -11 | -18 |
Onderwijs of cursus volgen | 8,4 | 8,7 | 7,6 | 7,2 | -5 | -18 |
Recreatief totaal en overig | 14,0 | 13,5 | 11,0* | 12,2* | +11 | -10 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 12,1 | 11,8 | 9,6* | 9,8 | +1 | -17 |
Van en naar het werk | 19,5 | 18,5 | 16,8* | 17,2 | +2 | -7 |
Zakelijk en beroepsmatig | 36,9 | 30,8 | 23,0* | 21,5 | -6 | -30 |
Diensten en verzorging | 7,5 | 9,5 | 7,2 | 8,5 | +18 | -10 |
Winkelen en boodschappen doen | 4,8 | 4,1* | 3,7 | 3,5 | -3 | -13 |
Onderwijs of cursus volgen | 8,1 | 8,7 | 7,4 | 7,1 | -4 | -17 |
Recreatief totaal en overig | 10,6 | 10,6 | 9,2* | 10,0 | +8 | -6 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 15,4 | 14,8 | 11,9* | 12,9 | +9 | -12 |
Van en naar het werk | 12,2 | 16,1* | 14,4 | 12,7 | -12 | -21 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 15,2 | . | . | 9,5 | . | . |
Winkelen en boodschappen doen | 5,9 | 5,8 | 5,7 | 4,5 | -20 | -22 |
Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | . | . | . |
Recreatief totaal en overig | 19,9 | 18,9 | 14,6* | 16,7* | +14 | -12 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. |
De waarde voor de motieven ‘Zakelijk en beroepsmatig’ en ‘Onderwijs of cursus’ volgen in tabel 4.2c zijn vervangen door een punt wegens te weinig waarnemingen of te grote marges.
Er zijn diverse significante verschillen tussen de verplaatsingsafstanden als 2021 wordt vergeleken met 2019. Zo is de gemiddelde verplaatsingsafstand voor ‘Totaal motieven’ op alle type dagen significant korter in 2021 dan in 2019. Op ‘alle dagen’ is het verschil -15 procent, op ‘werkdagen’ -17 procent en op weekend- en feestdagen -12 procent.
Het grootste verschil tussen 2019 en 2021 is terug te vinden bij het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’. Op gemiddelde dagen is de verplaatsingsafstand voor dit motief 28 procent korter in 2021 dan in 2019, op ‘werkdagen’ is de verplaatsingsafstand 30 procent korter dan in 2019.
De gemiddeld afgelegde afstand per verplaatsing voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ afgelegd door inwoners van Noordvleugel is in 2021 korter dan in 2019 (-18 procent) op gemiddelde dagen, -13 procent op werkdagen en ook op weekend en feestdagen (-22 procent). Dit geldt ook voor gemiddelde dagen en weekend- en feestdagen voor de afstand per verplaatsing voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ (-10 procent en -12 procent). De gemiddelde verplaatsingsafstand voor ‘Onderwijs of cursus volgen’ is zowel op ‘alle dagen’ als op werkdagen met -18 procent significant korter in 2021 dan in 2019. Voor het motief ‘Van en naar het werk’ geldt dat de gemiddelde verplaatsingsafstand in 2021 alleen op alle dagen significant korter is dan in 2019 met -9 procent. Uitgesplitst naar werkdagen en weekend- en feestdagen is er geen significant verschil met 2019.