3. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en de verplaatsingsafstanden. Dit hoofdstuk richt zich op het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar vervoerwijze en naar motief. Vanzelfsprekend is deze indicator gebaseerd op verplaatsingsinformatie, terwijl de tabellen in hoofdstuk 2 gebaseerd zijn op ritinformatie. Voor betere leesbaarheid zijn in alle tabellen van dit hoofdstuk de cijfers weergegeven per 1 000 personen van 6 jaar of ouder.
In de tabellen 3.1 wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen in Nederland per 1 000 personen per dag van inwoners van Noordvleugel in particuliere huishoudens vermeld naar hoofdvervoerwijze van de verplaatsing . De drie tabellen zijn als volgt opgedeeld: cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag; tabel 3.1a), werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen; tabel 3.1b) en weekend- plus feestdagen (tabel 3.1c). Het betreft reguliere verplaatsingen.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 735 | 2 600* | 2 173* | 2 391* | +10 | -8 |
Personenauto als bestuurder | 775 | 734 | 617* | 636 | +3 | -13 |
Personenauto als passagier | 284 | 268 | 199* | 233* | +17 | -13 |
Trein | 128 | 119 | 50* | 54 | +7 | -55 |
Bus/tram/metro | 160 | 141 | 79* | 78 | -2 | -45 |
Brom-/snorfiets | 35 | 40 | 22* | 28 | +28 | -29 |
Fiets2) | 817 | 770 | 612* | 627 | +2 | -19 |
Lopen | 466 | 466 | 539* | 668* | +24 | +43 |
Overig (incl. bestelauto) | 70 | 63 | 54 | 67 | +23 | +7 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 896 | 2 764 | 2 315* | 2 523* | +9 | -9 |
Personenauto als bestuurder | 821 | 782 | 659* | 673 | +2 | -14 |
Personenauto als passagier | 228 | 218 | 169* | 193 | +14 | -11 |
Trein | 153 | 141 | 57* | 60 | +5 | -57 |
Bus/tram/metro | 182 | 161 | 91* | 89 | -2 | -45 |
Brom-/snorfiets | 41 | 52 | 27* | 29 | +8 | -44 |
Fiets2) | 917 | 859 | 684* | 706 | +3 | -18 |
Lopen | 481 | 483 | 568* | 697* | +23 | +44 |
Overig (incl. bestelauto) | 73 | 67 | 60 | 75 | +26 | +12 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 368 | 2 228 | 1 856* | 2 088* | +12 | -6 |
Personenauto als bestuurder | 671 | 622 | 522* | 551 | +5 | -12 |
Personenauto als passagier | 414 | 381 | 266* | 323* | +22 | -15 |
Trein | 71 | 71 | 34* | 39 | +16 | -45 |
Bus/tram/metro | 110 | 94 | 52* | 52 | -2 | -45 |
Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . |
Fiets2) | 588 | 568 | 453* | 446 | -1 | -21 |
Lopen | 432 | 428 | 476 | 603* | +27 | +41 |
Overig (incl. bestelauto) | 61 | 52 | 41 | 48 | +15 | -8 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. |
In tabel 3.1a (alle dagen) is te zien dat in ODiN 2021 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1 000 inwoners van Noordvleugel per dag met 2 391 significant hoger ligt (10 procent) dan in ODiN 2020. Het totaal aantal verplaatsingen op werkdagen in 2021 verschilt significant van 2020 en ligt eveneens 9 procent hoger (tabel 3.1b). Ook het totaal aantal verplaatsingen per dag op weekend- en feestdagen, is in ODiN 2021 significant hoger (12 procent) dan in ODiN 2020 (tabel 3.1c). Net als vorig jaar worden in 2021 eveneens gemiddeld de hoogste aantallen verplaatsingen gemaakt op werkdagen.
Uit de analyse betreffende het verschil in het aantal verplaatsingen op een gemiddelde dag (gebaseerd op alle dagen) in 2021 tegenover 2020 blijkt dat het aantal verplaatsingen als passagier van een personenauto en ook het aantal verplaatsingen te voet significant is toegenomen met achtereenvolgens 17 procent en 24 procent. Op werkdagen is in 2021 vergeleken met 2020 alleen het aantal loopverplaatsingen significant toegenomen met 23 procent. In de tabel met weekenddagen inclusief doordeweekse feestdagen blijkt dat in 2021 het aantal verplaatsingen als autopassagier op deze dagen is toegenomen met ruim een vijfde en het aantal verplaatsingen te voet met ruim een kwart (tabel 3.1c).
Uit een vergelijking van de cijfers tussen 2021 en 2019 blijkt dat het aantal verplaatsingen van de meeste modaliteiten in 2021 significant verschilt met 2019 ongeacht de verdeling in soorten dagen. Het aantal verplaatsingen per 1 000 inwoners van Noordvleugel per dag als autobestuurder is op werkdagen in 2021 significant lager dan in 2019 (-14 procent). Het aantal verplaatsingen per trein is in 2021 op werkdagen 57 procent lager dan in 2019 en op weekend- en feestdagen nog 45 procent. Ook met betrekking tot het aantal verplaatsingen met ‘bus, tram en metro’ zijn er nog grote verschillen tussen 2021 en 2019. Het aantal verplaatsingen voor deze modaliteit is op werkdagen 45 procent lager en op weekend- en feestdagen ook 45 procent. Verplaatsingen gemaakt door inwoners van Noordvleugel op een brom-of snorfiets zijn op werkdagen in 2021 minder (-44 procent) dan in 2019. Het aantal brom-of snorfietswaarnemingen op weekend- en feestdagen is te klein en daarom is daar een punt geplaatst in tabel 3.1.c. Ook het aantal fietsverplaatsingen ligt beneden het niveau van 2019, namelijk -18 procent op werkdagen en -21 procent op weekend- en feestdagen. Daarentegen zijn het aantal gemaakte voetverplaatsingen in 2021 44 procent hoger dan in 2019 op werkdagen en 41 procent hoger dan op weekend- en feestdagen. Het verschil in het aantal verplaatsingen als autopassagier tussen 2021 en 2019 is alleen significant op weekend- en feestdagen en is in 2021 lager dan in 2019 (-15 procent).
In de tabellen 3.2 wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1 000 personen per dag vermeld naar reismotief. De tabellen hebben verder dezelfde indeling als de tabellen 3.1 voor wat betreft de dagen. Het betreft reguliere verplaatsingen
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 735 | 2 600* | 2 173* | 2 391* | +10 | -8 |
Van en naar het werk | 558 | 499* | 345* | 327 | -5 | -35 |
Zakelijk en beroepsmatig | 65 | 86* | 55* | 64 | +16 | -26 |
Diensten en verzorging | 85 | 80 | 64* | 86* | +33 | +8 |
Winkelen en boodschappen doen | 579 | 548 | 533 | 575* | +8 | +5 |
Onderwijs of cursus volgen | 222 | 224 | 134* | 143 | +7 | -36 |
Recreatief totaal en overig | 1 227 | 1 164 | 1 042* | 1 196* | +15 | +3 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 896 | 2 764 | 2 315* | 2 523* | +9 | -9 |
Van en naar het werk | 725 | 648* | 442* | 414 | -6 | -36 |
Zakelijk en beroepsmatig | 86 | 108* | 75* | 83 | +11 | -24 |
Diensten en verzorging | 106 | 105 | 85* | 108* | +27 | +3 |
Winkelen en boodschappen doen | 541 | 504 | 520 | 577* | +11 | +14 |
Onderwijs of cursus volgen | 311 | 315 | 188* | 201 | +6 | -36 |
Recreatief totaal en overig | 1 126 | 1 084 | 1 006* | 1 140* | +13 | +5 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 (%) | verschil 2021 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 368 | 2 228 | 1 856* | 2 088* | +12 | -6 |
Van en naar het werk | 174 | 161 | 128 | 126 | -1 | -21 |
Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . | . | . |
Diensten en verzorging | 36 | . | . | 35 | . | . |
Winkelen en boodschappen doen | 666 | 647 | 562 | 569 | +1 | -12 |
Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | . | . | . |
Recreatief totaal en overig | 1 459 | 1 346 | 1 122* | 1 324* | +18 | -2 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. |
Het aantal verplaatsingen per 1 000 inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder per dag is in ODiN 2021 gemiddeld over ‘alle dagen’ significant hoger (10 procent). Op werkdagen en op weekend- en feestdagen verschilt het totaal aantal verplaatsingen in ODiN 2021 ook significant van ODiN 2020 met respectievelijk 9 en 12 procent.
Gelet op de onderverdeling naar motief is in ODiN 2021 vergeleken met ODiN 2020 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1 000 inwoners van 6 jaar of ouder zowel op een gemiddelde dag als op een gemiddelde werkdag voor het motief ‘Diensten en verzorging’ significant toegenomen met achtereenvolgens 33 procent en 27 procent.
Het aantal verplaatsingen gemaakt door inwoners van Noordvleugel om te winkelen en boodschappen te doen is in 2021 op ‘alle dagen’ en op werkdagen significant toegenomen met respectievelijk 8 procent en 11 procent. Op weekend- en feestdagen was er geen significant verschil in het aantal verplaatsingen voor ‘Winkelen en boodschappen doen’. Verder is in 2021 het aantal verplaatsingen significant toegenomen betreffende ‘Recreatief totaal en overig’. Voor ‘alle dagen’ was dit 15 procent hoger dan in 2020 en op werkdagen en weekend- en feestdagen achtereenvolgens 13 procent en 18 procent hoger.
Welke significante verschillen zijn er in 2021 ten opzichte van 2019? Het aantal reguliere verplaatsingen is in 2021 op zowel ‘alle dagen’ (-8 procent) als op ‘werkdagen’ (-9 procent) significant lager. Het aantal verplaatsingen om ‘Van en naar het werk’ te gaan ligt ruim een derde lager dan in 2019 (-35 procent op ‘alle dagen’, -36 procent op ‘werkdagen’ en -21 procent op weekend- en feestdagen). Ook het aantal verplaatsingen voor het motief ‘Zakelijk en beroepsmatig’ is in twee gevallen significant lager (-26 procent op ‘alle dagen’, en -24 procent op ‘werkdagen’). Het aantal waargenomen verplaatsingen op weekend- en feestdagen is voor dit motief te laag en daarom vervangen door een punt. Op werkdagen is het aantal verplaatsingen in 2021 voor ‘Winkelen- en boodschappen doen’ met 14 procent significant hoger en op weekend- en feestdagen significant lager (-12 procent) dan in 2019. Het aantal verplaatsingen ten behoeve van ‘Onderwijs en cursus volgen’ ligt op ‘alle dagen’ en op werkdagen in 2021 ruim een derde lager dan in 2019. Op weekend- en feestdagen is het aantal verplaatsingen voor dit motief te laag en is een punt geplaatst in plaats van een waarde in tabel 3.2c.