Overheidsfinanciën, vierde kwartaal 2021

Overheidstekort houdt aan in 2021

Net als in 2020 waren de uitgaven van de overheid afgelopen jaar hoger dan de inkomsten. Het begrotingstekort van de overheid kwam in 2021 uit op 22 miljard euro. Het tekort is wel minder groot dan in 2020. Toen overtroffen de uitgaven de inkomsten met bijna 30 miljard euro. Uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) kwam het overheidstekort in 2021 uit op 2,5 procent bbp. De overheidsschuld nam, mede door het tekort, toe met ruim 13 miljard euro in 2021 naar 448 miljard euro, ofwel 52,1 procent bbp.

1.1 Overheidsinkomsten en -uitgaven op jaarbasis1)
JaarKwartaalInkomsten (% bbp)Uitgaven (% bbp)
20091e kwartaal43,344,1
20092e kwartaal43,145,0
20093e kwartaal43,046,5
20094e kwartaal42,547,7
20101e kwartaal42,548,0
20102e kwartaal42,848,5
20103e kwartaal42,448,2
20104e kwartaal42,647,9
20111e kwartaal42,947,5
20112e kwartaal42,547,2
20113e kwartaal42,947,0
20114e kwartaal42,446,8
20121e kwartaal42,446,8
20122e kwartaal42,746,8
20123e kwartaal42,546,9
20124e kwartaal42,846,9
20131e kwartaal43,347,0
20132e kwartaal43,646,9
20133e kwartaal43,946,8
20134e kwartaal43,646,6
20141e kwartaal43,346,4
20142e kwartaal43,446,4
20143e kwartaal43,446,1
20144e kwartaal43,645,9
20151e kwartaal43,745,8
20152e kwartaal43,345,4
20153e kwartaal42,945,0
20154e kwartaal42,644,7
20161e kwartaal42,644,4
20162e kwartaal43,144,2
20163e kwartaal43,644,1
20164e kwartaal43,643,6
20171e kwartaal43,943,1
20172e kwartaal43,742,8
20173e kwartaal43,642,4
20174e kwartaal43,742,4
20181e kwartaal43,942,2
20182e kwartaal43,942,1
20183e kwartaal44,042,0
20184e kwartaal43,742,2
20191e kwartaal43,942,3
20192e kwartaal43,842,2
20193e kwartaal43,642,2
20194e kwartaal43,742,0
20201e kwartaal43,642,2
20202e kwartaal43,644,7
20203e kwartaal43,645,7
20204e kwartaal43,947,6
20211e kwartaal43,849,0
20212e kwartaal43,847,7
20213e kwartaal43,747,3
20214e kwartaal43,846,3
1) gemeten als de som van vier kwartalen

Dat het tekort lager is uitgevallen komt onder andere doordat de inkomsten in 2021 ruim 25 miljard euro hoger waren dan in 2020. Met name de vennootschapsbelasting en de btw zijn sterk toegenomen met respectievelijk 9 miljard euro en 6 miljard euro. Ook waren er bijna 2 miljard euro meer inkomsten uit de aardgasbaten.

De uitgaven namen in 2021 toe met bijna 18 miljard euro ten opzichte van 2020. Dit kwam onder andere doordat de uitgaven aan sociale uitkeringen en natura overdrachten stegen met 11 miljard euro in vergelijking met een jaar eerder. Ook de aankopen van goederen en diensten door de overheid namen toe met bijna 6 miljard euro. Dit laatste kwam onder andere door de kosten die gepaard gingen met het COVID-19 vaccinatieprogramma. Ten slotte had de overheid ook een incidentele uitgave van bijna 3 miljard euro in 2021 voor de catastroferegeling. Deze regeling betreft een vergoeding voor de zorgverzekeraars voor extra kosten die zijn gemaakt naar aanleiding van de coronapandemie. Hier tegenover stond dat de overheid in 2021 wel bijna 5 miljard euro minder aan subsidies uitgaf dan in 2020. Er werd onder andere 4 miljard euro minder verstrekt aan subsidies gerelateerd aan de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW).

1.2 Overheidsschuld (EMU)
JaarKwartaalOverheidsschuld (EMU) (% bbp)
20091e kwartaal57,5
20092e kwartaal56,6
20093e kwartaal57,2
20094e kwartaal56,8
20101e kwartaal57,6
20102e kwartaal59,2
20103e kwartaal59,0
20104e kwartaal59,2
20111e kwartaal59,4
20112e kwartaal60,4
20113e kwartaal61,1
20114e kwartaal61,7
20121e kwartaal62,5
20122e kwartaal63,9
20123e kwartaal64,9
20124e kwartaal66,2
20131e kwartaal66,6
20132e kwartaal68,3
20133e kwartaal67,8
20134e kwartaal67,7
20141e kwartaal67,1
20142e kwartaal68,5
20143e kwartaal68,1
20144e kwartaal67,9
20151e kwartaal68,9
20152e kwartaal66,7
20153e kwartaal65,8
20154e kwartaal64,6
20161e kwartaal64,3
20162e kwartaal63,2
20163e kwartaal61,7
20164e kwartaal61,9
20171e kwartaal59,7
20172e kwartaal58,9
20173e kwartaal57,2
20174e kwartaal56,9
20181e kwartaal55,2
20182e kwartaal54,1
20183e kwartaal53,0
20184e kwartaal52,4
20191e kwartaal50,8
20192e kwartaal50,8
20193e kwartaal49,2
20194e kwartaal48,5
20201e kwartaal49,3
20202e kwartaal55,0
20203e kwartaal55,1
20204e kwartaal54,3
20211e kwartaal54,9
20212e kwartaal54,1
20213e kwartaal52,5
20214e kwartaal52,1

Over heel 2021 steeg de overheidsschuld met 13 miljard euro. Het aandeel van de langlopende schuld nam daarbij toe van 85,3 procent naar 92,2 procent. Het langlopende schuldpapier van het Rijk steeg met bijna 42 miljard euro, terwijl het Rijk op haar kortlopende schuldpapier per saldo juist 26 miljard euro afloste. Ook namen de kortlopende leningen van het Rijk per saldo met ruim 3 miljard euro af. Voor de financiering van het tekort werd niet alleen externe financiering gebruikt. De overheid teerde bijvoorbeeld ook in op haar deposito’s en financiële derivaten. Deze daalden in 2021 respectievelijk met 6 miljard euro en 3 miljard euro. Verder speelde ook het agio op de uitgifte van staatsleningen mee. Agio ontstaat wanneer obligaties worden uitgegeven tegen een hogere uitgiftekoers dan de nominale waarde. De Europese regels schrijven voor dat enkel de hoofdsomwaarde relevant is voor het bepalen van de overheidsschuld, en niet de marktwaarde bij uitgifte waarin ook (dis)agio zit.

Doordat het bbp ook sterk groeide, ging de absolute groei van de schuld gepaard met een daling van de schuldquote in 2021: uitgedrukt als percentage van het bbp daalde de overheidsschuld in 2021 van 54,3 procent naar 52,1 procent.

Kerncijfers Overheidsfinanciën
20202021202120212021
4e kwartaal1e kwartaal2e kwartaal3e kwartaal4e kwartaal
InkomstenMiljard euro91,59593,887,5100,7
UitgavenMiljard euro102,697,5103,195,1103,2
SaldoMiljard euro-11,1-2,5-9,3-7,6-2,5
OverheidsschuldMiljard euro434,8439,2447,1442448,1
Saldo% bbp1)-3,7-5,2-3,9-3,6-2,5
Overheidsschuld% bbp1)54,354,954,152,552,1
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers
1) Op jaarbasis, gemeten als de som van vier kwartalen.