1. Inleiding
De regionale economie 2021 is het afsluitende artikel in de jaarlijkse reeks van artikelen over de regionale economische ontwikkelingen. Eerder dit jaar werden binnen deze reeks artikelen gepubliceerd over de arbeidsdeelname in de vier grote steden en over de regionale economische groei gedurende de periode 1995-2019. Dit afsluitende artikel gaat in op de regionale ontwikkelingen op het gebied van economische groei, bedrijven en arbeidsmarkt. Hierbij worden cijfers uit 2020, 2021 en de eerste drie kwartalen van 2022 besproken.
De oorsprong van de publicatie De regionale economie ligt in de regionale rekeningen, een onderdeel van de nationale rekeningen, het stelsel waarmee onder meer het bruto binnenlands product wordt berekend. De regionale rekeningen leveren onder andere regionale cijfers over de economische groei, het bbp per hoofd van de bevolking, de werkgelegenheid en de verdeling van de toegevoegde waarde over de bedrijfstakken. Naast de gegevens uit de nationale rekeningen worden in deze publicatie ook gegevens gebruikt uit de bedrijfsstatistieken en de sociaaleconomische en ruimtelijke statistieken.
Tot 2020 publiceerden de regionale rekeningen alleen jaarcijfers. Tijdens de coronacrisis groeide echter de behoefte aan actuelere cijfers om de regionale economische impact van corona beter in beeld te krijgen. Daarom worden sinds 2020 ook regionale economische groeicijfers op kwartaalbasis gemaakt op basis van een snellere raming. In hoofdstuk 2 is van deze raming gebruikgemaakt en wordt naast de regionale economische ontwikkeling van 2021, ook het derde kwartaal van 2022 besproken. Daarin wordt de ontwikkeling van de economie geschetst aan de hand van het bbp voor de provincies, de regio’s en de vier grote steden1). Daarnaast wordt ingegaan op de productiestructuur van de provincies.
Hoofdstuk 3 gaat in op de ontwikkelingen van bedrijven in de regio wat betreft aantallen nieuwe en opgeheven vestigingen en faillissementen. Hierbij wordt ook ingegaan op hoe ondernemers de bedrijfsvoering in 2022 ervaren aan de hand van schuldenlast, productiemiddelen en ondernemersvertrouwen.
Hoofdstuk 4 beschrijft de arbeidsmarkt in de provincies en de grote steden aan de hand van de werkgelegenheid en werkzame personen — zowel werknemers als zelfstandigen. Ook de verschillen in regionale werkloosheid komen ook aan bod, evenals de toegenomen spanning op de arbeidsmarkt in 2021 en 2022.
In deze publicatie zijn de grote steden gedefinieerd als kerngemeente plus omliggend gebied. Amsterdam betreft COROP-gebied Groot-Amsterdam, Rotterdam betreft COROP-subgebied Rijnmond, Den Haag omvat COROP-gebied Agglomeratie ’s-Gravenhage en Utrecht ten slotte omvat COROP-plusgebied stadsgewest Utrecht.