Wegvoertuigenpark; personenauto’s
Steeds meer personenauto’s op naam van een bedrijf
Begin 2020 zijn er bijna 8,7 miljoen personenauto’s in Nederland. Dat is 1,7 procent meer dan een jaar geleden en 13,8 procent meer dan in 2010. Het aantal personenauto’s van natuurlijke personen (particulieren en eenmanszaken) steeg de afgelopen tien jaar met 13,2 procent. In diezelfde periode nam het aantal personenauto’s op naam van bedrijven met 19,1 procent toe. Het aantal personenauto’s van particulieren groeide het afgelopen jaar met 1,4 procent, terwijl de stijging van het aantal personenauto’s op naam van bedrijven 4,5 procent bedroeg.
Van alle personenauto’s is 88 procent in particulier bezit. Dit aandeel is de afgelopen jaren stabiel. Van de nieuwe personenauto’s is juist meer dan de helft eigendom van een bedrijf. Bedrijven bezitten gemiddeld jonge auto’s: 93 procent is van bouwjaar 2010 of recenter. Van de auto’s in particulier bezit is daarentegen maar 48 procent zo jong.
Bedrijf (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | Particulier (% verandering t.o.v. een jaar eerder) | |
---|---|---|
2011 | -1,6 | 1,9 |
2012 | 1,3 | 1,6 |
2013 | 0,3 | 0,8 |
2014 | -0,4 | 0,3 |
2015 | 0,4 | 0,6 |
2016 | 4,7 | 1,1 |
2017 | 1,3 | 1,5 |
2018 | 2,9 | 1,7 |
2019 | 4,4 | 1,5 |
2020 | 4,5 | 1,4 |
Bron: CBS, RDW |
Toename elektrische personenauto’s zet door
Ruim 80 procent van de personenauto’s rijdt in 2020 op benzine. Dat percentage is de afgelopen tien jaar stabiel. Het aantal dieselauto’s is met 6,4 procent afgenomen ten opzichte van een jaar eerder en vormt 14 procent van het wagenpark (2020). Nederland telt begin 2020 minder personenauto’s op diesel dan in 2010. Het percentage auto’s dat op LPG rijdt is de afgelopen jaren gestaag afgenomen tot 1,3 procent begin 2020.
In januari 2020 zijn ruim 402 duizend elektrische auto’s geregistreerd, 4,6 procent van het totaal aantal Nederlandse personenauto’s. In januari 2010 lag het totaal aantal elektrische personenauto’s nog onder de 40 duizend. Het aantal plug-in hybrides is het afgelopen jaar afgenomen met 3,1 procent, het aantal volledig elektrische personenauto’s afgelopen jaar nam met 138,7 procent toe tot bijna 107 duizend. Het aandeel volledig elektrische auto’s was begin 2019 nog 14 procent van het totaal aantal elektrische auto’s, begin 2020 is dit aandeel gestegen tot 27 procent. Van de elektrische auto’s is 51 procent een hybride auto (zonder stekker). Het aandeel plug-in hybrides is afgenomen van 30 procent in januari 2019 tot bijna 23 procent in 2020.
Benzine (2010 = 100) | Diesel (2010 = 100) | LPG (2010 = 100) | Elektriciteit (2010 = 100) | |
---|---|---|---|---|
2011 | 101,6 | 100,6 | 95,2 | 141,0 |
2012 | 103,0 | 102,9 | 91,8 | 177,2 |
2013 | 103,4 | 103,9 | 91,1 | 229,1 |
2014 | 103,6 | 102,4 | 83,9 | 327,6 |
2015 | 104,3 | 101,9 | 75,7 | 393,9 |
2016 | 105,5 | 102,6 | 69,7 | 532,0 |
2017 | 107,2 | 101,9 | 64,6 | 620,0 |
2018 | 109,5 | 101,4 | 59,9 | 686,6 |
2019 | 112,1 | 98,9 | 55,7 | 794,7 |
2020 | 114,6 | 92,5 | 51,8 | 1016,1 |
Bron: CBS, RDW |
11,3 miljoen Nederlandse autorijbewijzen
Ruim 11,3 miljoen mensen waren begin 2020 in het bezit van een Nederlands autorijbewijs. Dat is 80 procent van de bevolking van 17 jaar of ouder. Het autorijbewijsbezit is het hoogst in de leeftijdsgroepen tussen 30 en 75 jaar. Van hen bezit 85 tot 90 procent een autorijbewijs. Wel is het bezit van een autorijbewijs de afgelopen jaren zowel bij 75-plussers als bij jongeren tot 20 jaar toegenomen. Van de 75-plussers had 45 procent op 1 januari 2014 een rijbewijs, begin 2020 is dat 57 procent. Onder 17-jarigen groeide het rijbewijsbezit in deze periode van 7 procent naar 9 procent. Sinds de start van het project 2toDrive in 2011 mogen jongeren beginnen met rijlessen als ze 16,5 jaar zijn en afrijden vanaf hun zeventiende verjaardag. Geslaagden mogen autorijden onder begeleiding van een ervaren automobilist die de rol heeft van coach. Zodra ze 18 zijn, mogen ze zelfstandig met de auto op pad.
2014 (%) | 2020 (%) | |
---|---|---|
17 jaar | 6,6 | 8,9 |
18 tot 20 jaar | 30,7 | 48,1 |
20 tot 30 jaar | 75 | 74,9 |
30 tot 40 jaar | 85,9 | 85,2 |
40 tot 50 jaar | 89,8 | 86,3 |
50 tot 60 jaar | 88,5 | 90,4 |
60 tot 70 jaar | 84,9 | 87,7 |
70 tot 75 jaar | 74 | 84,6 |
75 jaar of ouder | 45,3 | 57 |
Bron: CBS, RDW |